vakbond
L
I
w
J
I
I
I
I
I
I
j
samen sta je sterk
34
de
Informeel moet je enorm lobbyen en daar gaat
veel energie in zitten."
ze
Daar-
"Toen ik een betaalde baan had, vond ik het
altjjd heel belangrijk om lid te zijn van een
vakbond. Het is de organisatie die voor je be
langen moet opkomen - dat maakt voor mjj dan
meteen duidelijk dat ik moet zorgen dat ik in
die vakbond wat ben. Anders vertrouw ik ze
toch niet heel erg, heb het Idee dat ze weinig
voor me doen. Vooral bjj vrouwen zyn de meningen
daarover verdeeld, zo van: het heeft toch geen
zin, ze doen toch niks voor me. Dat soort gelui
den hoor je heel vaak. De vakbond doet meer als
er én een aktieve vrouwengroep is én als je
zelf lid van de bond bent, liefst met zoveel
mogelijk vrouwen op je werkplek.
"De Abop heeft zien sterk gemaakt voor het
bestrijden van de norm van de heteroseksualiteit.
Het is door vrouwen afgedwongen dat daar kon-
kreet gestalte aan werd gegeven. Dat beleid zie
je binnen de Abop verdergaan. Binnen de Abva
zijn de lesbiese vrouwen nog een heel onderge
schoven groep, ik zit bijvoorbeeld als enige
lesbiese vrouw in het landelijk groepsbestuur.
Tegelijkertijd zie je wel dat als ik wijzigingen
aanbreng in kongresstukken of voorstellen doe
voor een kongres, dat die zó overgenomen worden.
Heel ongemerkt begint het ook daar wel. Ik heb
er nog geen strukturele diskussie van gemaakt
omdat er nog veel te weinig lesbiese vrouwen in
zitten. De lesbiese vrouwen die by bosjes in
het welzijnswerk en de gezondheidszorg zitten
blijven in de Abva-Kabo nog vrjj onzichtbaar. Ik
vind dat heel jammer. Het is ook een van de
redenen waarom ik in de landelijke groep zit:
het moet van de grond komen, ook daar. Ze moe
ten ook daar de strijd aangaan met de werkgevers
én met de overheid, niet te vergeten.
"Ik vind het een hele verantwoordelijkheid dat
ik beslissingen moet nemen zonder een konkrete
achterban te hebben. Ik wil op dit moment mjjn
energie niet steken in het opzetten van een
plaatselljke groep. Er is hier lang een groep
vrouwen geweest, er zaten sterke vrouwen in en
er werd ook hard gewerkt. Om verschillende rede
nen is die groep uit elkaar gegaan. Waar ik nu
wel energie in wil steken is het leggen van
kontakten met Vrouw en Werk om in elk geval
informatie door te spelen, want ik zit wel
dicht bij het vuur."
"Mensen moeten eens leren hun mondigheid te ge
bruiken. Op zich is het natuurlijk raar dat er
ik weet niet hoeveel duizend werklozen zijn die
zich nog steeds niet gebundeld hebben. De pas
siviteit van mensen kan worden omgezet in
macht. Mensen vragen zich vaak af wat het voor
zin heeft om je te verzetten want 'het gebeurt
toch'. Ik vind het zelf belangrijk dat de vakbond
weer zo sterk wordt dat ze een stevige vuist
kan maken en in plaats van te bewaken wat
hebben weer kan zoeken naar nieuwe dingen,
voor heb je veel mensen nodig. Dat is een
beetje de cirkel waarin we zitten: de mensen
worden passiever, de vakbond wordt steeds defen
siever en de overheid kan doen en laten wat
ze wil.
"De vakbond is op dit moment bezig de werk-
lezen te organiseren. Ik zeg niet dat ze daar
bij altijd de juiste koers varen, het kan een
stuk beter. Maar ik zou willen zeggen: blijf in
de bond of stap erin. Werklozen kunnen in elk
geval hun invloed binnen de vakbeweging gaan
uitoefenen. Ze hebben er de tjjd voor en waar
schijnlijk ook de energie. Elke maatregel die
werkenden treft, treft daardoor ook werklozen.
Als de minimumlonen omlaag gaan, gaan de uit
keringen ook omlaag, want die zitten eraan ge
koppeld. Hoe hoger de werklooshied wordt, hoe
meer werkgevers kunnen kiezen uit de sterkste,
de beste, de slimste. Daar horen vrouwen over
het algemeen niet bUniet omdat ze die kapaci-
teiten missen, maar omdat ze ergens onderaan
de lijst staan
"De Abva-Kabo heeft plaatselijke groepen, zoals een
groep Welzijn een groep Gemeente, maar ook
vrouwengroepen. Daarnaast heb je regionale groe
pen, ook weer voor Welzijn, Belasting, Gemeeflte
en dergelijke. De vrouwen uit de plaatselijke en
regionale vrouwengroepen komen eens in de zes a
acht weken bijeen en bespreken voorstellen van het
ministerie of van de vakbeweging zelf, met de
bedoeling tot een advies te komen voor de Groeps
raad, de landelijke groep vrouwen. Die raad mag
gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan
het hoofdbestuur. Daarnaast bestaat er een Bonds
raad, het besluitvormend orgaan van de vakbond.
De Bondsraad treedt in de plaats van het kongres,
dat eens in de 3 a 4 jaar bijeenkomt. De Bonds
raad neemt de tussentijdse beslissingen. In te
genstelling tot andere groepen heeft de vrou
wengroep een eigen lijn naar de Bondsraad; zij
kan rechtstreeks voorstellen doen.
"Ongeveer een kwart van de leden van de Abva
Kabo is vrouw, maar zoals gewoonlijk zjjn ze in
besturen sterk ondervertegenwoordigd. Er zit
ten geen vrouwen op een betaalde baan in het
hoofdbestuur, er zjjn twee, hooguit drie vrouwe-
Ijjke distriktsbestuurders en er zit een klein
percentage vrouwen in de Bondsraad."
Toos van den Hurck zit in de Groepsraad,
hoogste vrouwenorganisatie. Ze vertelt over
de positie van vrouwen binnen de bond, het
belang van een vakbond en over de noodzakeljjke
bundeling van werklozen.
"Groepen als Gemeente en Welzijn zijn georga
niseerd rond de werkplek, vrouwen zijn georga
niseerd op grond van haar vrouwzijn. Dat bete
kent dat je in feite uit alle sektoren vrouwen
in je groep hebt. Tegelijkertijd houdt dat in dat
we geen rechtstreekse invloed kunnen uitoefenen
als er bijvoorbeeld CAO's worden afgesloten voor
het overheidspersoneel. Dat is sektor-gebonden
en niet vrouw-gebondenDe vakbeweging heeft wel
in haar doelstelling staan dat emancipatiebeleid
facetbeleid is, dus dat je op elk terrein invloed
moet kunnen uitoefenen en zowel gevraagd als on
gevraagd advies mag geven, maar de ervaring
leert dat als je je gaat bemoeien met dreigende
ontslagen van vrouwen, dat ze al heel snel
zeggen dat de landelijke sektorgroep dat moet
doen. Op dat moment kun je natuurlijk nog wel
invloed uitoefenen, maar niet meer volgens de
officiële kanalen. Het duurt nog wel een tjjd
voor dat verandert. En de vakbond kennende,
zullen ze dat niet zonder slag of stoot over
geven aan de vrouwen.
"Ik vind het nog altijd een noodzaak dat vrou
wen zich apart organiseren, wil je niet onder
gesneeuwd worden in dat hele bolwerk van mannen
macht, wat een vakbond toch ulteindelljk is. De
bond heeft een formeel en een informeel beleid.
Formeel wordt iets als positieve diskriminatie
met gejuich ontvangen. De landelijke groep vrou
wen krijgt ook steeds meer aanzien, we worden
serieuzer genomen. Dat is weleens anders geweest.
Formeel worden we dus heel erg ondersteund.
/I