trappenschoppenslaan i 10 foto: K. van Helvoort Kiek en Klaar begeleiden sinds het najaar van 1983 vechtkursussen in het Vrouwencentrum. Naast een kursus voor beginsters geven ze nu ook een vervolgkursus Hoe is de kursus hier begonnen? Kiek: Kiek: "Het meest ideale vind ik het, als een vrouw tijdens de kursus het gevoel krijgt van 'dit lijf is van mij en alles wat ik voel en denk is van mij en dat is belangrijkdaarvoor neem ik ruimte in, ik pik het niet als een ander die ruimte binnenkomt zonder dat ik het wil'." Klaar: "Ik heb niet echt idealen als 'na die kursus zou ik willen dat dit en dat'. Ik vind het leuk om te zien dat vrouwen tijdens de kursus stappen durven te nemen die ze in het begin niet durfden te -nemen. Dingen die ze eng vinden, voor sommigen is dat een ander te raken, voor anderen is het worstelen of pijn krijgen. Wat ik ook fijn vind om te horen is dat een vrouw door deze kursus bijvoorbeeld gestimuleerd is om op haar werk eens nee te zeggen of om iets te veranderen in haar dagelijks leven." kont knijpt, maar ook als je vriendin einde loos doordramt. We gaan niet heel konkreet assertiviteit oefenen in de kursussen, maar we doen wel rollenspelen." Kiek: "Het ligt er ook aan welke situaties vrouwen inbrengen. Dat is heel wisselend, de ene keer zijn het allemaal situaties buiten op straat, de andere keer speelt het in de huis kamer of bij de dokter." Hoe is de kursus opgebouwd? Kiek: "We hebben daar niet zo'n vast patroon voor van de eerste keer dat, de vijfde keer dat en de twaalfde keer dat. Ook omdat we het afstem men op wat er in die klup gebeurt. Er zit wel een aantal dingen in die wij belangrijk vinden, technieken als een vuist maken, stoten en trap pen, bevrijdingen voor als ik bij mijn pols word gepakt of bij mijn haar. En een serie mentale trainingen Klaar: "We beginnen met houding en ademhaling, vanuit het idee dat ademhaling je belangrijk ste energiebron is. Als je je adem vastzet kun je niet meer sterk zijn. Het duurt een tijdje tot de groep zich vertrouwd met elkaar voelt en we met rollenspelen beginnen." Kiek: "We besteden ook aandacht aan stemge bruik, in de zin van nee zeggen en schelden, maar ook van schreeuwen, een ontzettende keel opzetten. Dat is ook een wapen." Waaruit putten jullie inspiratie? Kiek: "Veelal uit andere vechtvrouwen. Vooral het internationale feministiese vechtkamp, waaraan ook vrouwen uit Amerika meedoen. Dat kamp wordt elk jaar georganiseerd; ik heb er nu twee meegemaakt. Er wordt door verschillende vrouwen lesgegeven en er zitten er altijd wel een paar bij met een heel inspirerende kijk op dingen. Ik vind het 't meest boeiend als ze "Ik heb sportakademie gedaan, heb daarna als keuzevak judo gehad en vond dat heel leuk. Toen ik in de vrouwenbeweging kwam, rond 1980, begonnen de eerste vechtkursussen van de grond te komen. Ik vond dat onzin, zoiets van ik heb judo gehad en in twaalf keer leer je niks en dat kan helemaal niet en dat is flauwekul. Toen heb ik in 1982 een vechtkursus voor vrou wen meegemaakt op de Volkshogeschool in Oister- wijk. Die kursus werd gegeven door vrouwen uit Nijmegen en de manier waarop zij het aanpakten vond ik helemaal te gek. Het maakte voor mij duidelijk dat het niet alleen gaat om technie ken leren, maar ook om weerbaarheid en mentale training. Zo kun je in twaalf bijeenkomsten wel heel wat doen. Bovendien vond ik het belang rijk voor vrouwen, zeker als ik het afzet tegen sportscholen. Daar leer je dus een sport en dat heeft niks met zelfverdediging voor vrouwen te maken." Wat zijn voor jou de verschillen? Kiek: "Op een sportschool leer je technieken, de meest onmogelijke af en toe, waar je in de praktijk niks aan hebt. Maar ook zijn ze daar absoluut niet gericht op vrouwen, de proble matiek van vrouwen, het geweld tegen vrouwen. Als we bijvoorbeeld bij karate leren slaan, wordt er niet bij stilgestaan dat vrouwen überhaupt moeite hebben om te slaan. Voor mannen is dat toch makkelijker." Klaar: "Een bekend verhaal is dat van een vrouw die de bruine band van karate had. Ze werd aangerand en deed niks terug. Zo'n voorbeeld zegt voor mij dat vechten niet alleen het aan leren van een techniek is, maar dat er meer voor nodig is om het ook daadwerkelijk te gebruiken. Je moet leren om te stoeien, je lijf te gebruiken, je kracht te gebruiken, leren van je af te bijten, nee te zeggen, een klap uit te delen. Dat is het verschil met sportscholen: die besteden er helemaal geen aandacht aan dat vrouwen een achterstand hebben wat dat betreft." Is er bij sportscholen geen aandacht voor zelfverdediging van vrouwen? Kiek: "Ik heb jiu-jitsu gehad en daar werd af en toe een techniekje behandeld: '...en als je nou verkracht wordt dan doe je flap'. Dat is werkelijk te dol, zoals een kerel dat staat te vertellen. Het wordt er tussendoor gesmeerd alsof het niks is. Die kerel weet bij god niet waar hij het over heeft." Houden jullie je ook bezig met assertiviteit? Klaar: "Zelfverdediging begint voor mij in de huiskamer, in elke situatie waarin je kommuni- ceert met mensen, waarin je grenzen moet stel len. Dat is niet alleen als er een vent in je x

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1985 | | pagina 10