10 aleida leeuwenberg bette pesetsky carry van bruggen Véronique Nas Vertaling: Mea Flothuis, Stem uit een Volk van Wilden, Meulenhoff, A'dam, 1984, ƒ34,50 Aleida leeuwenberg, Zoveel vreemde mannen, De Bezige Bij, Amsterdam 1984, ƒ24,50. Bette Pesetsky, Author from a Savage People, Pan Books, London, 1984, ƒ12,30 carry van Bruggen, Eva, Querido, Salamander, Amsterdam, 1984, ƒ10,75. May Alto voorziet in haar levensonderhoud én dat van haar kinderen en ex-manmet het schrijven van boeken voor anderen: ghostwriting. Ze schrijft romans, maar ook wetenschappelijk werk. Dat houdt ze voor niemand geheim: haar archief, drie schoenendozen vol, zijn voor ie dereen toegankelijk. Omdat ze er zelf niet geheimzinnig over doet, kan het gebeuren, dat haar man, het neerbuigend heeft over haar hobby, terwijl haar verdiensten toch het leeuwendeel uitmaken van het gezinsinkomen. Haar misplaatst, gebrek aan zelfvertrouwen heeft nogal wat te maken met de bewondering die ze heeft voor haar moeder Sonya, die prat kan gaan op een wel zeer revolutionair ver leden. Haar bewondering gaat zover, dat ze in elk boek (en dat zijn er nogal wat) de naam van haar moeder en ook van haar tante Giselle verwerkt: Van een restaurantengids tot een boek over vlinders, waarin ze een 'zeldzaam' exemplaar, Gisellasia traskius noemt. Net als in de boeken van Fay Weldon zijn haar mannenfiguren hulpeloze en niet erg slimme schepsels. Ook haar schrijfstijl past in de enige jaren geleden in gang gezette traditie in de engelstalige feministiese li teratuur: humoristies teratuur: geestig en hier en daar cynies. De keuze van de titel naar aanleiding van het motto voorin het boek: "You're savages", the politician said. "Women are savages. I've always known that. Civilization has never reached women' duidt daar al op. Het vermeldén van Sonya en Giselle in haar boeken heeft natuurlijk ook tot gevolg, dat d die boeken altijd als de hare te identifi ceren zijn. Dat komt van pas, wanneer een van haar klanten, professor Quayle, de Nobel prijs krijgt voor 'Eine Leerstelle', haar boek. Ze besluit hem te chanteren. Met dit gegeven wordt het boek heel spannend, voor de afloop moet je het boek zelf maar lezen! Zoveel vreemde mannen mag dan een verhalen bundel zijn, het laat zich lezen als een ro man. De veertien verhalen vormen een chro nologies geheel. In het eerste verhaal, '1948', is de ik-figuur een meisje van vier, het op één na laatste verhaal beschrijft de ijzel-winter van 1979. De vertelster is dan inmiddels een vrouw met kinderen in de kraak-leeftijd. Alleen het laatste verhaal valt er wat buiten. Met de titel 'Nog niet' heeft de schrijfster kennelijk aan willen ge ven, wat haar heldin nog allemaal boven het hoofd hangt. Helaas heeft ze als achtergrond voor dit verhaal clichématig gekozen voor de gevolgen van een per ongeluk begonnen aan val met kernrakettenIn dit verhaal wordt haar jongste zoon volwassen. In alle verhalen speelt de bevreemding, die de ik-figuur voelt, over hoe mannen in het leven staan een rol. Mannen die weliswaar marginaal, maar toch ook enigszins hinderlijk aanwezig zijn Het meisje van vier: "Tijdens de zomer, waarin ik fietsen heb geleerd, begon ik pas te zien wat 'n rare man mijn vader was." In het verhaal '1953' verpest haar twee jaar oudere broer ("Het rotjong..") bijna haar ne gende verjaardag. In 'Weer bij Sylvia' als de vrouw aan het wassen is: "Deze hemden ston ken naar zweet. Geen zoet kinderluchtje maar mannenzweet. Ik deed een mouw omhoog en snoof met aandacht. Ik had een man in huis- mijn oudste zoon. Zogauw 'de man van haar leven' uit haar le ven èn het boek verdwijnt, vanaf 'De laatste twee seizoenen, doet het taalgebruik veel minder gekunsteld aan, met als humoristies hoogtepunt het verhaal 'Engeland'. Overigens is 'Zoveel vreemde mannen' nergens klagerig; Hoogstens wat berustend in het niet altijd-even-logies zijn van 'smensen handelen. De keuze om dit boek te bespreken komt voort uit een gevoel, dat ik al een tijd heb, wanneer ik de naam Carry van Bruggen hoort: Haar naam ken je, vanzelfsprekend, maar iets van haar gelezen heb je nog nooit. Omdat Salamander voor de tiende keer sinds 1935 'Eva' herdrukte, kon ik alleen al vanwege de prijs er niet langer omheen. 'Eva' is de laatste roman die Carry van Bruggen schreef en tevens haar meest autobiografiese Haar tweelingbroer Jacob Israël de Haan (zij publiceerdeondanks de latere scheiding on der de naam van haar echtgenoot Kees van Bruggen) duikt op als David, die net als Eva na de kweekschool doorlopen te hebben in het onderwijs terecht komt. Als je de achterflap mag geloven baarde het boek toen het verscheen in 1927 nogal wat op zien. Dat geloof ik best! Het staat er mis schien minder openlijk, dan tegenwoordig het geval zou zijn, maar dat ze het heeft over homoseksuele relaties is onmiskenbaar. Een gesprek van Eva met haar vriendin Andy, naar aanleiding van Eva's kortgeknipte haar, ver volgt met het hand-in-hand lopen en ten slotte op een donker perron kussen ze elkaar, waar bij Eva zich afvraagt:" Maar meisjes kussen toch niet elkaar op de lippen." Het huwelijk van Eva is geen sukses. Ze ver langt wel naar warmte, maar vindt die niet bij Ben, haar man. Zij is zelf dan nog erg onze ker of de gevoelens die ze heeft, eigenlijk wel geoorloofd' zijn. Een vriend noemde haar eens: koud met een brandend hart. Dat wordt pas anders als ze de man ontmoet, die ze twin tig jaar eerder vluchtig gezien heeft tijdens een konsert. Met hem beleeft ze een 'ritsloos' nummer in.de duinen van Ameland. Gedateerd is het boek alleen wat betreft de stijl. Bijvoeglijke naamwoorden zijn belangrijken dan nu. Het is echter nergens protserig, iets waar de tachtigers nog wel eens last van heb ben (of wij, van de tachtigers) maar heel ple zierig poëties. Een citaat: "En de grote huizen, tot zwierige stoeten in bochten gerijd, leiden je gepeinzen naar tijd, die vergaat, naar mensen die sterven, naar dingen die blijven."

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1985 | | pagina 10