11
AA.
Vera
Ik wil ertegen vechten, tegen
gevoelens van machteloosheid.
Dat zou ik meer samen willen doen
Hoe kom je eruit, hoe kun je
elkaar ondersteunen. Een mogelijk
thema misschien??
Ik kreeg dus niet waar ik voor
kwam. Maar doordat ik meehielp
met organiseren leerde ik al snel
wat mensen kennen, en voor ik het
goed en wel in de gaten had zat
ik bij de kerngroep.
Ik ging het vrouwenkafee zien als
En tot mijn verbazing ging het
prima, heel goed zelfs, een
keurig gaatje in het hout.
Mijn kindertjes geroepen om te
laten zien wat hun moeder wel
niet kan. Knap van jou, oordeelde
zoonlief, en dit keer was ik het
roerend met hem eens
ontmoetingsplaats en aksie/
aktiviteitencentrumVoor
vrouwen, door vrouwen. Een
plaats waar ik me niet hoef
te verdedigen om de ideeën
die ik heb.
Voor mij is het vrouwenkafee
op de eerste plaats een
ontmoetingspunt gebleven.
Het meer inhoudelijk bezig zijn
doe ik elders: op mijn werk
(vormingscentrum), in een
studiegroepje, praten met
vriendinnen. Ik ga ook al enige
tijd niet meer naar de themaas;
soms omdat het thema me niet
aanspreekt, soms omdat ik aan
de praat raak en dat belangrijk
vind
Voor mij hoeft dat niet direkt te
veranderen; wat ik wêl maf vind
is dat vrouwen uit de kerngroep
bijv, weinig weten van elkaar:
hoe ben jij met jouw onderdrukking
bezig, hoe vecht jij daartegen,
hoe was dat vroeger?
Ikzelf ben bezig met wat ik noem
mijn ’interne onderdrukkings
mechanismen’, die grote invloed
hebben op mijn gedrag: Er is
niemand die me zegt dat ik niet
met die boor kan omgaan, en toch
doe ik het niet; wat in mij houdt
dat tegen, maakt me zo onzeker?
Die verrekte boor heb ik gisteren
gebruikt, met de moed der wanhoop.
Ik verwachtte als nieuweling ook
dat ik opgevangen zou worden.
Echter niets van dat alles.
Na de eerste de beste keer was
ik betrokken bij het openings
feest van de Molenstraat, en
pleegde telefoontjes met
Coby Schreyer die vroeg of er
ook een kleedkamer was in het
vrouwenkafee. (ja zei ik, eraan
twijfelende of die vieze stinkende
keuken daarvoor door kon gaan)