ze staat stevig
10
ife
■i
A)A.
aan mijn eigen
-
Naar Tilburg dus, zuiver toeval
want het maakte me geen zak uit,
als ik maar weg was.
Na enige tijd, toen alles weer wat
rustiger was geworden, een huis
gevonden, kinderen naar school,
pakte ik mijn studie weer op.
Hier zit ik dan,
gemaakte tafel!
Gistermiddag ’kreeg ik de geest',
en besloot van afvalmateriaal een
tafel te maken waar ik fatsoenlijk
aan kon werken. Zes uren zweet,
zagen, timmeren, vloeken, boren,
'dat ding is zo gammel als wat, hoe
kan dat nou', zijlatjesen ja
hoor, zonder hulp staat ie er...
én stevig'.
Alwéér een drempel over, net als
toen ik voor het eerst het
vrouwenkafee binnenstapte.
Ik kwam uit Nijmegen, en daar
woonde wel een fanatieke zus van
mij die daar óók zo nodig heen moest
maar ach, die had er de tijd voor,
en waar was al die drukte nou voor
nodig, immers, ikzelf was al
geëmancipeerd genoeg. Nee ik werd
niet onderdrukt, al dat gezeur.
We (ik en medestudenten) lachten
erom dat je bij 'sociale psychologie'
bijvakken kon doen die gingen over
feminisme, en de vrouwen die zich
daarvoor opgaven waren mikpunt van
onze grappen.
En zo zette ik, al zoekende,
mijn eerste stappen over de
drempel van het vrouwenkafee.
Wat ik verwachtte in eerste
instantie) was dat er allerlei
inhoudelijke diskussies zouden
plaatsvinden binnen het
vrouwenkaf ee
En toen ging ik verhuizen. Niet
zomaar netjes zoals de meeste
mensen dat doen. Eigenlijk was het
ook geen verhuizen, maar een vlucht
van/voor mijn vriend die niet meer
zo aardig was en me zelfs dreigde
te vermoorden (ik wilde alleen
verder
Nadat ik geen kant meer op kon, en
de situatie zó explosief was dat ik
amper meer adem durfde te halen,
ben ik op een avond, radeloos van
angst, op mijn blote voeten
weggelopen
En besloot toen meteen om nooit
meer terug te gaan. Via de
kinderpolitie (die aan zijn kant
stond, ze nam de moeite niet
om naar mijn verhaaï' te luisteren)
kreeg ik de kinderen terug en
vertrok met grote spoed.
En dan de grote desillusie, mijn
desillusie, de desillusie die
ik deelde met al die vrouwen bij
'blijf' in Nijmegen.
Hoe minachtend had ik gekeken
naar andere vrouwen; mezelf had
ik ervan weten te 'redden' door
maar veel met mannen om te gaan:
dat was immers het teken dat ik
wél de moeite waard was.
Ik ging op zelfonderzoek uit, en
benutte daarvoor alles wat ik
tegenkwam: ik wilde weten hoe ik
aan dat beeld van mezelf was
gekomen
Ik had me voorgenomen om zo snel
mogelijk wat vertrouwd te worden
met mijn nieuwe omgeving, dus toen
Albertine me vroeg of ik in een
praatgroep wilde, zei ik maar
wat graag ja
En toen was het of allerlei losse
ervaringen zich samenvoegden:
mijn ontkenning van mijn eigen
vrouw-zijn, wat tot uiting kwam
in het bij voorkeur omgaan met
mannen (Daar kun je tenminste mee
praten en lachen), in mijn eigen
(vaak krampachtige) poging om bij
de heren in de smaak te vallen,
door vrouwen primair te zien als
konkurrentenzelden als ge
lijkwaardig
0 ja, ik had vriendinnen, maar
die liet ik als een baksteen
vallen als er een man om de hoek
kwam kijken, en we gebruikten
elkaar: bij gebrek aan beter
gingen we samen uit!