4
l
I
Ondertussen zat ik dus alleen
met mijn twee oudsten. Maar ik
wilde het niet meer zoals tij
dens mijn huwelijk. Tijdens
mijn therapieën had ik veel in/
met groepen gewerkt en ik kreeg
het stoutmoedige plan om vrou
wenpraatgroepen op te richten in
mijn dorp. Dit was het begin
van iets wat ik nooit had kun
nen vermoeden. Het lukte zo
waar en ik stond versteld van
het resultaat, maar ook van
het sneeuwbaleffect: in dat
dorpje Loon op Zand voelden
al die vrouwen zich door het
succes van de drie praatgroe-
pénzo gesterkt dat ook zij hun
fantasieën over bewustwording
gestalte wilden geven. Er ont
stonden een vrouwencentrum,
een biologisch-dynamische tuin,
thema-avondenzwem/film/eet/
creatieve clubjes, Rooie Vrou
wen etc. etc. Ik had er ineens
een hoop vriendinnen bij: we
vonden herkenning en bevesti
ging bij elkaar. Ik voelde me
groeien en dacht: als ik dit
voor elkaar kan krijgen, moet
ik meer kunnen. En ik sloot me
aan bij een kritische psychia
trie werkgroep: het Tilburgs
Kliëntenbelang, waar ik mee
hielp thema-avonden en ont
moetingsgroepen op te zetten
en een informatiewinkel voor
de (geestelijke) gezondheids
zorg. Ook kwamen mijn crea
tieve vermogens weer terug:
ik ging weer schilderen en
werkte ook in opdrachten.
Door dit alles durfde ik zelfs
weer te gaan studeren: ik
wist dat ik het kon. En het
gaat! Ik zit nu in het tweede
jaar van de opleiding Sociale
Dienstverlening en werk twin
tig uur per week als emanci-
patiewerkster met/voor buiten
landse vrouwen. Hartsikke leuk!
Omdat ik me erg lekker voelde
in groepen ben ik sinds een
half jaar ook komen wonen in
het Centraal-Wonen project de
Meenthe in Tilburg Noord. Men
woont daar in twintig huisjes
plus gemeenschappelijke ruim-
De hele zaak klapte na de ge
boorte van mijn derde kind.
Overspannen, maagzweeren na
jaren pillen en psychologen
koos ik voor het therapeutisch
dagcentrum. Daar leerde ik o.a.
meer voor mèzelf te kiezen,
wat resulteerde in een schei
ding met achterlating van de
drie kinderen
Na een jaar dagcentrum was ik
zover dat ik bewust kon kiezen
voor terugkeer naar twee van
mijn kinderen. Keer kon ik
niet, ik wist dat het dan fa-
likant fout zou gaan. Natuur
lijk werd ik met scheve ogen
aangekeken. Ik was immers die’
ontaarde moeder! Bram, de
jongste, ging'naar zijn vader
die met zijn vriendin ging
samenwonen. Ik had daar heel
verstandelijk voor gekozen.
Toen dacht ik nog dat ik mijn
oudste het beste kon hanteren.
Gevoelsmatig had ik het met
het verlies van Bram heel moei
lijk. Het was echt een rouwpro
ces, wat nu na vier jaar nog
niet helemaal beëindigd is.
Misschien eindigt het wel nooit!
‘2*