11 Carla 1 z4 begin, want hoe maf die aan dacht vragen. In de keuken zaten we vaak te praten, de vrouwen, soms was er het gevoel van een onderlinge verbintenis, toch uiteindelijk. Ook konden we af en toe zo’n lol hebben als waren we op een onbezorgd schoolreisje en huis nog lang niet in zicht. Dit is een heel beknopt stukje waarin ik heb geprobeerd te be schrijven wat ik zo zag gebeuren met vrouwenDat haar problemen in de traditionel psychiatrie individueel behandeld worden er daarom van haar blijven. Terwijl juist vrouwenproblemen veel meer maatschappelijk en poli- tfhk zijn.Dit te ondersteunen zou weleens veel te bedreigend kunnen wezen. Dan zou de bestaande orde weleens op losse schroeven kunnen komen te staan. Dat is rommelig Steun van die bestaande orde krijgen vrouwen niet. Mijn eigen gevechten kan ik nog lang niet beschrijven. Deze traditionele instelling heb ik nodig gehad, ik ben er van afhankelijk ge weest. Wel weet ik heel goed dat ik zonder de steun van mijn geliefde vriendin, zonder haar inzichten en zonder de dingen die ik zelf teruggevonden en op geraapt heb, er nog niet zomaar weggekomen zou zijn. Toen ik er wegging had ik terug gevonden wat ik kwijt was. In zichten, verworvenhedenhet gevoel van het recht om te be staan. Mijn alles was ik kwijt. 2. De woorden patiënt of cliënt vind ik heel raar. Ik gebruik daarom gelijken, dat dit ook niet altijd klopt is zo, maar ik weet nog geen andere goede aanduiding Coudewater, psychiatries henhuis te Rosmalen, met schillende afdelingen, een Likliniek en dagbehandeling. hebben. Een inleiding over vrou wen onderdrukking had ik gemaakt. Het gesprek mislukte grandioos. Volgens de groep voelde ik mij gediscrimineerd in mijn lesbies zijn, misschien had ik daar wel problemen mee. De verwarring was groot. Bij twee gevoelsgenotes wat lesbies zijn betreft, ben ik toen op adem gekomen. Toch gingen er vrouwen mee naar het vrouwenkafee in Rosmalen, we kwamen in gesprek, de be weging was doorgedrongen. Langzamerhand kwamen er meer mannen in de groep. Nu werden verschillen duidelijk zichtbaar. Vrouwen, hoe in de war ook, blijven prakties en redden zo’n huishouden wel. Mannen, op een enkele uitzondering na, waren enkel zielig hulpeloos of deden alsof. Maar altijd stoer blijven verkopen als het om vrouwen ging. Een manspersoon die tijdens het boodschappen doen floot en joelde naar iedere vrouw en 's ochtends wakker gemaakt moest worden als een baby vond ik hoogst irritant. Wel kwam ik nu ook eens in de gelegenheid om een konflikt te krijgen met ’gelijken’. Dat kostte niet zoveel moeite. Tot ik het zonde vond van mijn ener gie, het leek me beter om ze ge woon te negeren. Dat was per slot mijn realiteit, dus dadelijk buiten ook weer. Dit negeren kostte ook veel energie in het nmmmmi MW MUMHMMMM

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1981 | | pagina 13