16 konkurrentie tussen de volwassenen I Het doel van ons kollektief is, zoals in het artikel van Hen- nie ook naar voren komt twee ledig. De kinderen gezamenlijk opvoeden tot vrije, zelfstan dige en zelfbewuste mensen en tussen de volwassenen open, vrije verhoudingen en ook meer persoonlijke, emotionele kon takten tot stand brengen. Konkurrentie tussen de volwas senen naar de kinderen speelde er ook op een andere manier. Iedereen heeft zo z’n sterke kanten: Bennie praat graag met de kinderen en zingt ook veel Harry doet allerlei nieuwe din gen met ze en ik ben vaak lief, begrijpend en geduldig. Dat werkte als een soort taakver deling tussen de volwassenen, maar tegelijkertijd bleef ik me heel beperkt in betekenis naar de kinderen voelen (ik ben dan wel begrijpend en ge duldig, maar met mij beleven ze nooit geen nieuwe dingen enz.) Het is voor mij dan best een hele stap, om te praten over waar ik mezelf beperkt vind, wat ik zelf ook graag zou willen ontwikkelen. Er speelt zelf. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om ze op te los sen, duidelijk. Van de ene kant omdat ik Marieke anders mijn onvrijheden overdraag; ik kan er nl. niet vrij op reageren, ik houd het alleen af. Maar ook omdat ik weet, dat het naar volwassenen hetzelfde speelt. Voor mij issexualiteitvrijen, niet een behoefte die ik ont wikkel, aktief nastreef; ik wacht meer af of het komt, en op het moment dat het zo is, ben ik er bang voor, wantrouw ik het: gaat het die ander al leen om het vrijen? Dat ik me sexueel zo onvrij zo onzeker voel komt omdat ik vaak zo verzorgend en begrij pend bezig. Ik kan moeilijk o- pen en vertrouwelijk zijn over mezelf, waar ik mee zit, waar ik niet uit ben. Ik schakel me zelf veel te veel uit in het >zontakt; ik buig maar over de ander en-als.die ander dan wil vrijen, vertrouw ik het niet: gaat het om de warmte en gene genheid die ik geef of om mij? Dat ik bovenstaande kan schrij ven, is niet omdat ik zo gemak kelijk over alles praat. Omdat je in een groep zit, stelt ieder punten aan de orde. Soms zijn het vragen, proble men; die je nog wegstopt maar waar je wel mee zit. Of je ziet iets bij een ander, wat ook bij jezelf blijkt te spelen. Zo help je elkaar en zijn we ook een steun voor elkaar, om én voor de kinderen én voor elkaar iets te betekenen. Wanneer dat laatste niet goed gaat, er onderling behoorlijke afstand is, omdat je niet kunt praten over wat je dwars zit en je je dan afsluit van da anderen, zie je in ons kollek tief hetzelfde gebeuren als in veel gezinnen. Iedereen gaat zich meer op de kinderen richten. Uit het kontakt met de kinderen wil je dan halen, wat je niet meer weet te rea liseren met volwassenen. Je gaat allerlei leuke dingen met ze doen, in de hoop dat zij jou leuk en aardig vinden. Je zoekt dan bevestiging van je zelf bij de kinderen. Dat werkt heel konkurrerend tussen de volwassenen (iedereen zit veel te veel op de kinderen), maar ook dwingend naar de kinderen: op zulke momenten kun je juist helemaal niet hebben dat ze jou afwijzen; je kunt er dan niet meer voor open staan wat er aan de hand kan zijn. Eigen lijk ben je dan ook niet zo op de kinderen gericht, maar op jezelf X I I

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1981 | | pagina 18