9
wat ben ik zonder hem?
vrouwenkonkurrentie
if
11
*-
-
Dat konden we omdat we ondertus
sen ook met andere vrouwen (ook
buiten de KEN) gepraat, gelezen
en gediskussieerd hadden over
hoe vrouwen in deze maatschappij
nu eigenlijk in elkaar zitten.
Met welke problemen, angsten en
frustraties alle vrouwen rond
lopen
- geen gevoel van eigénwaarde
hebben
- niet weten wie je nu eigenlijk
bent, maar toch altijd maar
weer leuk gevonden willen wor
den in welke bochten je je ook
moet wringen om dat ook te zijn.
- je beoordeeld voelen op je ui
terlijk en tegelijkertijd je
er afhankelijk van voelen.
- geen konflikten durven aangaan.
Proberen de sfeer goed te hou
den, je aanpassen. Ofwel hard
er tegenin, afzetten. En niét
open en gelijkwaardig kunnen
praten zonder kritiek in te
slikken
- moeite met vrijen, geen eigen
seksualiteit hebben, niet klaar
komen, eet. eet.
Ten opzichte van andere vrouwen
had ik me altijd nogal superieur
gevoeld. Ik was politiek ontwik
keld, zag er redelijk uit, had
’n vlotte stijl, was tenminste
niet zo kleinzielig en lievig,
was strijdbaar!
Nu werden we konkurrentenAntoi
nette was zachter en Heviger.
Dat wordt toch wel leuk gevonden.
Ik was wel aantrekkelijker maar
ook dat was maar even een pré
want wie weet wilden ze je niet
alleen maar om je uiterlijk. Ik
vond het tegelijkertijd belache
lijk hoe zij zich inleverde, hoe
ze maar begrip zat op te bren
gen (zonder het te begrijpen
trouwens!) hoe ze maar uit zat
te leggen als een juf en hoe ze
bijna nooit iemand echt aansprak.
Echter, tussen iets willen en
het dan ook doen ligt een wereld
van problemen en tegenstrijdig
heden
Ik wilde niet meer het verleng
stuk van frans zijn, maar ik voel
de me wel zo. Als hij een stap
zette naar een andere vrouw werd
ik panies. Ik was bang alleen
te komen staan; wat was ik zon
der hem!?
Ikzelf merkte dat ik niet in
staat was om op eigen benen kon
takten te leggen met mannen. Ik
klampte me extra aan frans vast,
wildedat niet, ging hem onder
uit halen dat hij een vrouwen
versierder was en ga zo maar
door. M'n muur om me heen, m’n
pantser begon steeds meer te
wankelen: Ik had me met m’n stoer
heid, m’n scherpheid, m'n grote
bek behoorlijk staande weten te
houden. Maar nu kon ik er niets
mee. Ik voelde me afhankelijk,
hard, onmachtig. Durfde niet
open te zijn, emotioneel te zijn,
naar iemand toe te komen. Dan
zou ik me verliezen...
En bij mij maar kankeren over
DIE mannen. Antoinette vond het
belachelijk hoe ik met m'n uiter
lijk werkte, dat ik dat zelf niet
doorzag! Maar... we praatten er
niet over, kritiek op elkaar
hielden we voor ons. Over waar
we onszelf onmogelijk op voelden
en waar we onzeker over waren,
konden we al helemaal niet pra
ten. Uiteindelijk zijn we dat
wel gaan doen, zijn we wel ope
ner en persoonlijken gaan pra
ten: wat we van elkaar vonden,
dat we niet zo tegenover elkaar,
wilden staan maar vriendinnen
zijn; kritiek op elkaar, wat we
goed vonden van elkaar, waar we
onszelf op afwezen en waarom we
er niet over praatten.
A
il'