1
11
‘nCWI
-WW 'W
r
en
*ssm
Voor de vierde keer konden we het verkeer ontwrichten alvorens we de
Heuvelstraat introkken. Door de megafoon werd herhaaldelijk ver
teld waarom wij staakten. Tevens werden er pamfletten uitgedeeld,
gesprekken aangeknoopt. Met name hier kregen we van mannen de
meest schunnige opmerkingen naar ons hoofd geslingerd: "Je moet een
lui in je kut hebben", "Jullie moeten eens een goeie beurt hebben",
"Jullie zijn toch te lelijk om aan te kijken". Met enige aarzeling
geven we hier toch een aantal opmerkingen weer. Het is belangrijk
dat ook deze ervaringen naar buiten komen.
Daarna zongen een aantal vrouwen van Solidair het lied "wie is zot
en wie is gek". Dit lied werd hier gezongen omdat dit ziekenhuis in
de toekomst een psychiatries ziekenhuis moet worden. Tot slot werden
abortus-liederen gezongen, waarna de stoet verder trok.
Nu begon het tot de politieauto door te dringen wat voor een stoet
zij begeleidde: een stoet stakende vrouwen. En prompt sloot zij zich
aan, ging in staking. De auto was niet meer aan de gang te krijgen,
zodat de agenten niets anders te doen stond dan duwen. Omdat we toch
wilden doorlopen, en ome agent niet bereid was om al duwende de
stoet voor te gaan, werden we bedreigd met de intrekking van onze
vergunning. Gelukkig kwam er snel een nieuwe auto, zodat we de laat
ste hindernissen konden nemen: de Heuvelstraat en Het Stadhuis.
Een andere hindernis was een man die vooraan in de stoet liep. Nou
vonden we niet dat er geen mannen mee mochten lopen, maar als haantje
de voorste was toch wel té.
In de Heuvelstraat reageerden veel vrouwen positief, en onze jel
sprak hen erg aan.
Het einde van de tocht was nabij. Het Stadhuis. Met de laatste
kracht werden de leuzen en liederen herhaald. Op het bordes aan de
achterkant van het stadhuis werd de volgende verklaring voorgelezen: