1
z
j
solidariteit met lesbiese vrouwen
1
c
8
9
(n.a.v. discussie over het strip
verhaal in de vorige krant).
<-
Nu, twee jaar later, weet ik
wel beter. Ik ga mijn gang,
ook m het vrouwenkafeeen tot
groot lesbies vermaak van mijn
kant, zie ik dat ook bij andere
lesbiese vrouwen.
Maar toch komen dergelijke
staaltjes van.betutteling nog
steeds voor in het vrouwenkafee.
Ik leg verderop uit waarom ik
dit betutteling noem.
Zoals ik al eerder zei, vind ik
dit sterke staaltjes van betut
teling: denken en zorgen voor
een ander, ervan uitgaande dat
zij niet voor zichzelf kan zor
gen. Denken dat anderen moeite
nebben met "herkenbare!" lesbiese
vrouwen, en tevens aannemen dat
die vrouwen daartegen niet op
gewassen zijn en in bescherming
genomen moeten worden.
"Zij zijn nog niet zover en
daarmee moeten wij rekening
Onlangs gebeurde in een redak-
tievergadering ongeveer hetzelf
de. Op de achterkant van de
laatst verschenen vrouwenkrant
heb je een stripverhaal kunnen
lezen over het ontstaan van
Lesbies Kruit. De discussie in
de redaktie ging erover of
die strip wel op de achterkant’
kon. Argumenten die daartegen
waren: die strip zo opzichtig
op de achterkant, zou de
bestaande vooroordelen over het
vrouwenkafee en de vrouwenkrant
bevestigennamelijk dat "daar
alleen maar lesbiese vrouwen
zitten". En dat zou andere
niet-lesbiesevrouwen kunnen
afschrikken of anders wel hun
echtgenoten, die toch al hun
bedenkingen hebben bij het feit,
dat hun vrouw naar het vrouwen
kafee gaat.
Een ander argument daarnaast
was, dat het vrouwenkafee en -
krant voor alle vrouwen is, dus
ook voor vrouwen, die "pas" be
ginnen. Uit deze argementen volg
de dan het tegenvoorstel: de
lesbiese strip op de binnenkant
van de achterkaft. Dat springt
niet zo in het oog.
Twee jaar geleden - ik begon
me eindelijk lesbies te noemen,
maar mijn schuldgevoelens en het
gevoel van "ik ben abnormaal"
waren nog niet helemaal van de
baan. Ik had het dan ook hard
nodig om andere lesbiese vrouwen
te ontmoeten, met wie ik me kon
identificeren, zodat ik langzaam
maar zeker met die gevoelens
kon afrekenen. Het was in die
tijd, dat ik met een vriendin
naar het vrouwenkafee in
Tilburg ging. Ik woonde toen
nog niet hier. "Komen hier ook
lesbiese vrouwen in het kafee?"
vroeg ik haar. Zij kende een
paar vrouwen. Maar zo vertelde
ze me, er mocht niet geknuffeld
of gevreeën worden m het vrou
wenkafee, dus je mocht niet
laten zien dat je lesbies bent.
"Wat!" riep ik uit, "En waarom
dan wel niet?'"
"Dat schrikt andere vrouwen af,
die eindelijk hier een voet over
de drempel durven te zetten."
"En ik dan, die minstens,
zoveel moed bij elkaar
heb moeten rapen, om mijn
lesbies-zijn niet meer te ont
kennen?"
Moet ik me terwille van anderen
weer gaan verbergen?" dacht ik
toen. Maar'toendertijd was ik
nog niet zelf-zeker genoeg om
lak te hebben aan wat anderen
mij menen te moeten opleggen
en heb me die avond verder "net
jes" gedragen en mijn vriendin
pas weer aangeraakt toen we
in de auto zaten.
Waarom haal ik deze twee voor
beelden aan?
Op de eerste plaats om duidelijk
te maken, dat ik mij als lesbiese
vrouw, of liever als pot, niet
in de hoek wil laten drukken.
Op de tweede plaats om ter
diskussie te stellen, wat ik
van een dergelijk gedrag vind.