14
LESBIES KRUIT AKTIEF
Anne
had
beetje donshaar als
een wanhopig open-
Vrijdagavond gingen we met alle
vrouwen van Lesbies Kruit naar de
tentoonstelling in Oosterhout
want naast onze praatavonden wil
len we ook andere dingen samen
doen
Dit beeldje toont duidelijk de
tweeslachtigheid in een over
gangsfase van deze vrouw in haar
persoonlijke groei. De overgang
van alleen maar mannen in haar
leven naar ook vrouwen. Haar aan
dachtig kijken naar de vrouwen
in haar rechterhand wijst op het
stadium van acceptatie in je ge
ven om vrouwen.
Na dit beeldje komt in haar
werk haar lesbiese keuze veel
duidelijker naar voren. Beeld
jes waarin vrouwen elkaar om
helzen, zich solidair voelen in
hun strijd.
De mannen verdwijnen uit het
beeld
Een beeld wat me ook erg aansprak,
was het beeld waarin een vrouw het'
middelpunt is, ze staat er met ge
spreide armen en in beide handen
zitten mensen. In -haar rechterhand
zitten twee vrouwen, die elkaar om
armen, in haar linker hand een man.
Ze kijkt naar de vrouwen in haar
rechterhand. Maar ze houdt ze al
lebei.- nog vast, de man kan ze nog
niet helemaal loslaten, maar haar
ogen geven haar perspectief reeds
aan
De tentoonstelling gaf in beelden
djé emotionele ontwikkeling van de
kunstenares Chawwa weer. In de
beeldjes zaten tal van herkennings
punten voor menige vrouw.
Toen ik binnenkwam en het eerste
beeld had gezien, voelde ik dat me
hier iets "verteld" zou worden over
iets wat zeer dicht bij me staat.
De onderdrukking van vrouwen, tevens
de ontdekking van je gevoelens
'voor vrouwen en de strijd met je
zelf om dit te accepteren, het les-
bies-zijn steeds openlijken te waar
deren en zodoende je werkelijk
diepe gevoel een bestaansrecht te
geven
Ik vond het een zeer gedurfde
tentoonstelling, qua thema:
een getrouwde vrouw die in zich
zelf ontdekt ook gevoelens voor
vrouwen te hebben, maar qua
uitvoering was het erg onthullend.
Het eerste beeld trof me heel erg,
het sprak voor zichzelf. "Er lag
een vrouw op de grond, ze bescherm
de haar hoofd met het enige waarmee
ze het beschermen kon: haar onge
bonden handen. Op haar rug stond
een man: fier, trots, rechtop,
vooral zó vanzelfsprekend, poserend
op zijn slachtoffer. Op haar rug
stond een bisschop, hij keek niet
op of neer, afgesloten van de werke
lijkheid, las hij in zijn boek."
Ik voelde woede in me opkomen tegen
deze vanzelfsprekendheid en het con
servatieve, irreeele boek. Ik wil-!
de me omdraaien toen mijn oog ge
trokken werd door een zeer subtiele
uitdrukking. "Uit de buik van deze
vrouw kropen een hele hoop kermen
de kindertjes." Hun machteloos
kermen deed me denken aan jonge
vogeltjes: een
bescherming en
gesperde bek."
Ik vroeg me af of de man het gezien
L. hij stond zo rechtop! De bis
schop kon het in geen geval gezien
hebben, zo verzonken m zijn boek.
Geraakt ging ik verder.