I 12 ■I Het bezoekuur is voorbij "Hij moet opstappen"zegt de verpleegster. "David is de vader",leg ik uit,"hij blijft hier". "0 ja? dat zal ik dan wel even moeten bespreken", zegt ze. "Maak je geen zorgen, we zullen niet gaan vrijen. Nooit meer",roep ik haar na. Je bent altijd hongerig. Ik moet je steeds weer voeden. Je zuigt wel een uur lang,om de 2^uur. Een vrouw die dit doet,kan er niets anders meer naast doen. Niemand merkt hoe uitgeput ik ben. Ik weet niet hoeftesomdat ik vind dat het abnormaaltaboe is? Of komt er nu iets boven dat mijn lichaam zich herinnert van heel vroe ger? Wat zou ik moeten begin nen als ik nu alleen zou zijn? Als je vader niet blij zou zijn? Als ik er niet over zou mogen praten en me gedragen zoals ik me voel? Er bestaat een direkte verbin ding tussen mijn bewustzijn dat jij bestaat en mijn klitoris. Als ik naar mijn eigen buik kijk of naar die van een an dere vrouw houdt dat die mys terieuze verbinding in stand. Een gesprek; ik;"ik ben een beetje bang dat ik een jongen zal krijgen". Je vader;"Phyl lis,hoe zou je je voelen als je wist dat je een meisje zou krijgen?". Ik;"Ook bang". Je vader;"Ik denk dat je ze nuwachtig bent omdat je een kind krijgt. Maak je nou maar niet druk. Misschien valt het heel anders uit dan je denkt". Hij kust mijn gezicht. Hij zit bij me op bed. Zorgt dat mijn rug koel blijft. Masseert hem. Mijn ogen smeken;blijf bij me,ga niet weg,hou me vast,help me, ga weg,laat me met rust0 kindje,Reef me een ogenblik om uit te rus ten. Alsjeblieft! Je doet het niet,hè? Je gaat maar door. Je bent maar een paar spelde- prikken van me verwijderd en je bent lichtjaren ver weg, maar in de melkweg bevinden zich oneningen waardoor jij naar binnen kunt komen. Ik mis je nog steeds.... Als ie nou iemand anders bent dan die ik verwacht heb? Je langste reis is maar kc'’t. Hoeveel centimeter moet jij afleggen om het bestaan te be reiken? DE BABY KOMT’ MIJN BABY KOMT ERUIT. Ik vlieg weg. Ik zweef op vleu gels door de kamer,los van mijn lichaam. Ik kan niet zien wat er gebeurt. Het is voorbij voor mij. JE BENT ER. HIER. 0 kindje. Aangespoeld op het naakte strand, Kom,rust maar op het warme strand van mijn buik. Kom,kruip maar in de holte van de boom van mijn arm. Klim maar omhoog.Besnuffel me maar. Ik heb het sappige fruit voor je om je te voeden. Ja,ga maar verder. Oog in oog, hart bij hart. Zeg eens dag tegen je pasgeboren moeder. Kindje,dat zijn de dingen die je van me kent;de rode grot van mijn baarmoedermijn hart slag,het geluid dat ik maak als ik ademhaal. Niemand anders kent dat van mij. Ook ik zelf niet. 8.30uur. Daar kom je! Je bent begonnen. Ik voel me duizelig. Heel erg licht in mijn hoofd. Dat is maar goed ook;vannacht vecht ik tegen mezelf door moeder te worden. Je vader staat bij me bij iedere wee. Ik interviewde 10 vrouwen die naar het konsultatieburo voor zuigelingen gingen. Niemand was van plan om de rol van "vrouw" te verruilen voor die van "moe der". De baby voeden,oké. De vader verzorgengeen sprake van. Een ander moest ook maar op de baby letten. Schoonma ken....dat nooit. Strijken.... geen denken aan. Er werden daar mensen gezocht die het werk over zoudeA kunnen ne men van een overspannen echt genote en moeder.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1980 | | pagina 14