9
wa t
ROSALIE.
Ik heb me altijd afgezet tegen wat ik van haar zag,hoe ze
leefdezwoegde en niets voor zichzelf had, Het benauwde me
als ik aan het idee dacht ook zo te moeten worden, Ze was
er voor mijn vadervoor mijn broer en mijn zussen. Ze was
er gewoon,ze was er altijd, Als ze eens een dag wegging,
liep iedereen wat ongemakkelijk rond in huisieder een
miste ietsmiste haar,
Maar toen keerde ik me er heel erg tegen af,en ik vond het
stom wat ze allemaal deed. Het kwam niet in me op er met
haar over te praten,te stimuleren op te komen voor zich
zelf, Nee, ik liet haar links liggen en ging mijn eigen
gang. Eigenlijk wil ik dat nu alsnog proberenpraten met
haar over alle rotgevoelens die ik heb en alle vragen die
ik heb aan haar, En ik wil graag een stuk akseptatie voelen
van haareen stuk erkenning voor mijn leven waarvoor ik ge
kozen heb,voor mijn persoontje,
Schijnbaar aksepteert ze a 1lestenmins te een heleboel
Maar dat komt omdat er nooit doorgepraat wordt, Er wordt
alleen maar gepraat over het weerfami 1 iedorpsaangelegen
heden en andere koetjes en kalfjes.
Als ik vertel over mijn leefsituatiemijn werksituatie
dan luistert ze en dat is dan ook alles. En als ze er op
reageert betwijfel ik of het echt en eerlijk vanuit haar
zelf is, Het is vaak hgpokriet gedragschijnbaar begrijpend,
in mijn gezicht meepraten met mij,de lieve vrede bewaren.
"Echt vrouwelijk" heet die eigenschapEn ik heb daar ont
zettend de pest aanwant dat zorgt ervoor dat ik eigenlijk
helemaal niet weet wie nu in hemelsnaam mijn eigen moeder
echt is