F
wijntjes
-
Reeds voor de vorige vrou
wenkrant had ik een ver
haal willen schrijven over
het verschillende werk wat ik
zo in mijn leven tot nu toe
heb uitgevoerd.
Terwijl ik het klad
overlasdacht ik wat wil ik
nu met deze opsomming van al
die banen zeggen?
Voor mijn gevoel hoorde er
veel meer bij,want je komt
niet zomaar in een bepaalde
baan terecht. Er is een sa
menhang tussen waar ik van
daan kom,de opleiding,de be
ïnvloeding van wat er om mij
heen gebeurde. Dus begin ik
eenvoudig bij het begin en
dat is waar ik geboren werd.
Dat was in Den Haag,mijn moe
der kwam regelrecht van het
brabantse platte land,zo
in deze stad terechtomdat
mijn vader zijn werk daar had.
Ze hebben elkaar aan het
eind van de tweede wereldoor
log in Brabant ontmoet,in
het klooster van de nonnen in
Uden
Mijn moeder werkte daar in
de keuken,door de stoom van de
grote ketels heeft zij bij
na geen wenkbrouwen meer en
wimpers. Toen haar moeder
stierf was zij elf jaar,
alle meisjes die er thuis wa
ren, (ik onthou nooit hoeveel)
moesten toen gaan werkenbehal
ve de oudste,die het huis
houden overnam en die nog
te klein waren.
Mijn vader is een rotter
dammer,een echteKralingen
IK wordt nu even afgeleid
door een geluidswagen die
een luide mars ten gehore
brengt en daartussendoor
een stem die oproept om
toch vooral te gaan stemmen
het is 7 juni, die marsmu
ziek stemt mij zeer tegen,
en ik besluit om niet te
gaan
was een he-
voor
Mijn vader voerde in de oor
log koeriersdiensten uit,
hij had een motor tot zijn
beschikkinghet was iets bij
het rode kruis of zo,van Den
Haag naar Uden,alwaar het
nonnenklooster zich bevond,
en vise versa andersom. Dusdoen
de deze ontmoeting. Toen
de oorlog afgelopen was,is
mijn vader met een vriend een
ijscohandel begonnenzon
karretje hadden ze,dat ging
goed in Den Haag.
Die handel groeide snel en
resulteerde in een knappe
friettent, "tieleman vers
uit de pan", in neonlichten
op het dak.
Mijn vader bekeerde zich tot
het katholieke geloof om
met mijn moeder te kunnen
trouwen. Ze huurden een ka
mer op de Groentenweg en
dat was waar mijn leven
zich begon,drie jaar later
dat van mijn broer.
We woonden dus met vier per
sonen op een kamer.
Mijn eerste herinneringen heb
ik aan de houten wastobbe
en het keukentje waar ik van
uit mijn bed zicht op had.
Toen gebeurde het dat mijn
moeder met mijn broertje
en mij tegen lijn elf opliep.
Daarna kregen zij een boven
woning toegewezen in de
schilderswijkdat
le vooruitganghoewel
mijn moeder een grote ramp.
Zij heeft nog geprotesteerd
omdat ik met gipsbenen liep
vanwege lijn elf,maar die
twee trappen,dat was een goede
oefening zeiden de autoritei
ten
Volgende krant: de schil
derswijk.