10
R.van Mier.
s'Avonds kregen we bezoek van de feodale echtparen X en Y.
Ik verborg mijn geëmancipeerde gezicht achter een zwaar
make-up masker en "speelde"de volmaakte feodale gastvrouw.
De helft van de avond bracht ik door in de keuken,mijn
man onderhield zich met de gasten.Ik ving de volgende woor
den opBombaybosnegerbarometerHeel leerzaam eigelijk.
Nadat de gasten verdwenen waren ruimde mijn man de rommel
op.
Zelf plaatste ik aan de voorzijdeachter de grote ramen,
een hoogbrandende stormlamp en een knipperbol op de venster
bank als veilige lichtbakens voor eenzaam rondzwervende ver
lepte barjuffrouwenverschoten zangeressen en werksters
met een ziekelijk hoge intelligentieEn ik voelde mij zeer
geëmancipeerd.
Hoewel:ben ik eigenlijk wel geëmancipeerd?Men zegt,dat ik
zo verstrooid benHeerejee.'Aarzelend ge
boren en weifelend gewiegd-moeder-ik ben toch mijn broer
tje niet??
Daar wachtte mij een grote ontgoochelinggeen pruttelende
pot op het vuur,'n aanrecht vol vuil serviesgoed en dertig
dode muizen op de vloer.
Er kwam een diepe schram op mijn ziel- ik voelde mij ern
stig beschadigd.
Toen steeg een razende woede tot in mijn keel omhoog en
in volle drift boorde ik gaatjes in alle pannenmaakte het
fornuis onklaar en schreef met tomatenketsjup opruiende
leuzen op de keukenmuur.
Om tot bedaren te komen spoot ik mij vol met 'n halve li
ter wasverzachterIn de tuin plukte ik wat brandnetels om
onszelf in leven te houden.
Mijn man liet ik de afwas doen.Huilend riep hij,dat hij
altijd al 't rotwerk moest dóen.Ja,dat is zo,maar als je
veel van iemand houdt dan doe je nu eenmaal alles voor haar.
Zo zit de wereld in elkaar,daar kan ik ook niks aan doen....