vrije tijd en verkering
H
Als het klikte en hij kreeg een duwtje terug, dan wist hij dat het
wederzijds was. Als hij dan de volgende zondag alleen terug kwam
en hij kwam niet uit hetzelfde dorp, dèn gingen de ouders in het
andere dorp informeren wat en wie hij was. Werd hij te licht
bevonden, dan moest de dochter het uitmaken. De deur bleef voor
hem gesloten. Maar kwam de jongen van goede, behoorlijke huize,
dan werd de weegschaal erbij gehaald. Of de dochter echt verliefd
was geworden op de jongeman was van geen belang.
Alleen het gewicht telde. Sloeg de weegschaal flink door, dan
zetten de ouders de deur weid open.
De volksmond zei dan: hij vrijt niet met de dochter maar met de
ouders
Als de dochter dan niet erg verliefd was op die jongen, spoorde
de ouders hun dochter aan dat het toch een rijke Jan Ooien was
en een goede partij. En de liefdedat kwam later wel.
Dit werd dan een huwelijk van een grijze soort.
Geen mislukt huwelijk. Want trouwen wastrouwen.
Jongens en meisjes hadden in het algemeen voor het huwelijk
elkander nog nooit liefdevol omhelst, gewoonlijk bleef het met
voetoverheveling onder de tafel.
Zij werden door de ouders onder
strenge kontrole gehouden.
Ofschoon de ouders nog nooit over
het sexuele en liefdesleven van
de man en de vrouw in de weder
zijdse verhouding tot elkander
gehoord hadden, wisten zij toch
dat, als men de kat bij het spek
liet er gegeten werd.
Ondanks strenge controle van de ouders, vermaningen van de
gessetelijken over de grote zonde van onkuisheid, dreigend met
hel en verdoemenis, kwam het in een onbewaakt ogenblik toch
wel eens voor dat de liefde bedreven werd, en zij zwanger werd.
De liefde door God gegeven en door de natuur gedreven, was
sterker als dogma's en bestaande structuren.
Er werd dan geen krant meer gelezen in het dorp. Er was veel
groter nieuws.
De roddelmachine vol leedvermaak kwam volop in beweging.
De wederzijdse ouders en het jonge paartje werden met de vinger
nagewezen. "Het zal onze kinderen niet overkomen" werd hoog van
de toren geblazen.
Jongens en meiden hadden in de dertiger jaren niet veel
vrije tijd. Ook dienstbodes in de stad kwamen daar nooit aan
toe. Zij, die op het platteland werkten, moesten gewoonlijk
om de andere zondag thuis blijven om het vee te verzorgen.
Ook dienstbodes in de stad waren maar om de veertien dagen
zondags gedeeltelijk vrij. Zij moesten die zondag al vroeg
opstaan om het huishoudelijk werk te doen. Na de vroegmis
en hoogmis om 10 uur eten, en dan alles opruimen.
Dan met fiets of bus naar hun ouders.
Daar aangekomen naar het lof en
congregatie. In de wintermaanden -
kwamen zij nog minder thuis. De
dagen waren dan te kort om weer
bij hun patroon te zijn voor het
donker was. Meisjes mochten
's avonds als het donker was
niet meer op straat zijn.
De jongens gingen na de hoogmis
een glas gerstenat drinken in de herberg. Niet te veel
want een of twee kwartjes waren gauw uitgegeven. Zij die
een sigaar of een pijp tabak wilden roken, moesten daar van
af zien. Toch werd er door oudere jeugd en vooral
vrijgezellen goed gezopen. Meisjes of vrouwen zag men nooit
in de herbepg. De jongens moesten 's avonds om 10 uur
binnen zijn, daar werd streng de hand aan gehouden.
Vrijgezellen en jongens die met stropen en smokkelen wat
bij verdienden, zetten op tijd de bloemetjes buiten.
Ook zij waren om 10 uur thuis, maar dan wel de volgende morgen.
In het algemeen gingen de jongens alleen de zondagavond naar
de herberg, wat drinken, kaarten, biljarten en buurten.
Maar als de lente de bomen en struiken met kleuren en geuren
bestrooide, dan begon ook voor hen de liefde te ontluiken,
want de liefde verandert toch nooit.
Dan gingen de jongens gewoonlijk ergens buurten waar jonge
dochters waren. De ouders namen de jongens goed op van
welke huize zij kwamen. Er werd kaart gespeeld en gebuurt
rond de tafel. Als een jongen zich aangetrokken voelde
voor een van de schonen die daar zaten, stiet hij zachtjes
met zijn voet tegen het been van zijn uitverkorene.
tui
4