<Z)
s
2
®s8«lz
"BREDE MAATSCHAPPEUJKE DISCUSSIE OP Z'N SMALST"
s
o
o
C*
a
M
W
H
Om
w
CZ)
Z
<z>
O
3.
O
l
CA
A
Sinds het begin vgn c’e jaren zeventig zijn er tai van akties gevoerd te
gen de: atoomindustrieDeze brachten de elektriciteitsproducenten steeds
meer in een lastog parket. Plannen voor de uitbouw van de atoomenergie
van 3 tot zelfs 20 centrales werden cnder de druk van een groeiend pro
test in de ijskast gezet.
Met de huidige plannen van de regering om nog 3 kerncentrales bij te bou
wen probeert zij het radioaktieve waterhoofd op de romp var; 's lands
elektriciteitsproduktie overeind te hcudën. "Kernenergie bestaat in de
wereld", zegt Van Arrdenne, "dit feit is niet meer; ongedaan te maken,
ook niet voor Nederland". Het risico van het ergst denkbare reaktoronge-
luk wil hij nemen met verwijzing naar de risico's van andere industrietak
ken, "waar de ontwikkeling is geaccepteerd en geïntegreerd in ons totaal
economisch-maatschappelijk bestel". Drt is een redenering in de trant
van: als Jantje in zijn breek plast mag ik het ook. Verder is hij van me
ning dat wanneer Nederland de kernenergie af zweert, het minder invloed
heeft op de niet-verspreiding van kernwapensLees eigenlijk: we moeten
de atoombom kunnen maken om hem tegen te houden. In de europese read
hebben 4 nederlandse bewindslieden vorig jaar ingestemd met het intensi
veren (lees: redden) van het atconi-progranrna in de EEG. Nederland teken
de alleen eer "mits" aan. Dit had betrekking op de uitslag van de EMD.
(iets soortgelijks zagen we bij het NAVO-besluit omtrent produktie en
plaatsing van kernwapens)
Lang aangekondigd, maar steeds uit gesteld, moet dan die zgp. BTO begin
nen. We mogen dan dus breed gaan discussiëren, echter binnen een kader
op zijn smalst. De discussie wordt in het keurslijf van 3 rapporten ge
stopt. De: "emotionele" bezwaren moeten onderdrukt worden en het konflikt
noet gekanaliseerd worden in rustig overheidsvaarvater. Ondertussen
blijven de bestaande kerncentrales gewoon doordraaien en radioaktief
materiaal produceren, terwijl de opslag hiervan een van de grootste pro
blemen vormt. De geplande doelstellingen van het sociaal-economisch
beleid plus de groei van het energieverbruik staan niet ter discussie.
De keuze wordt beperkt tot: óf uranium, óf kolen; alternatieven vallen
zo wezenlijk: zelfs uit de marge. Tenslotte zijn de resultaten van de EP®
niet bindend!
Wat de gemeente Tilburg betreft: zij zou zo srel mogelijk moeten komen
tot een gedegen energiebesparingenlan voor de plaatselijke industrie
overhéidsgebouwen en particuliere huishoudens. Er gebeurt al wel iets
maar' neg veel te fragmentarisch. Evenals enkele gemeentes in de Kempen
zou de gemeenteraad hier tet een duidelijke uitspraak moeten komen om
trent de plannen in Mol die ook voor Tilburg een bedreiging vormen. Even
mooi (wat een droom!is het, warneer de gemeenteraad een kritische hou
ding aan zou nemen tegenover- de starre energiemoloch de RIEM. Zij kan
er bij de PNEM op aandringen de financiële steun aan Dodewaard stop te
zetten (zoals Amsterdam gedaan heeft). Aand de hand van bovengenoemde
voorstellen kar een gemeenteraad zélf ook naar eens
fes «Ml
o
’T
H")
3
ÖD
i
tri
3
1—
3
3
W)
3
-3
o
m
■'T
ho
-C
O
o
o
o
m
4)
O
4»
s
c/)
3
J=
3D
00
ERNENERGIE
OOFDZAAK
3
3
J3
no
O
w—
3
S
3
4»
3.