Cock Gorisse schreef fraai boek
over de zorg in de regio
l
I
1
I
Natuur rond het Markdal
I
F/
éBbé
IN HET KADER VAN OPENING NIEUWBOUW AMPHIA BREDA
Utilitas
Ziekenfonds
Overbedding
a
g
Info: 06-400072:
Ether
Verplicht
s'
s
Is r
ONS WEEKBLAD - VRIJDAG 20 NOVEMBER 2020
Het Laurens
V
Herfstig met mist en zon. Foto Ellen Rijken.
moderne gezondheidszorg in St. Agnes met zuster Hendnca (links)
JOOP VAN RIET - NATUURGIDS IVN.
evr
Bladstil Markdal.
18 uur. Voor belangstellenden live stream: https:
vimeo.com/event/46l094/embed.DaamatotSir
300 Bladzijden, dik 500 hele
fraaie foto’s. Voor iedereen die
meer wilt weten over hoe uit
eindelijk het Amphia ziekenhuis
tot stand kwam, maar ook voor
degenen die een aardig inkijkje
willen krijgen in de ontwikkelin
gen binnen de gezondheidszorg
is het echt een aanrader.
Fusies, verhuizingen of gewoon
het einde van een bepaald insti
tuut zorgden ervoor dat er enorm
veel archiefmateriaal verloren is
gegaan. Gelukkig waren er veel
(oud-)medewerkers bereid om
hun verhaal te vertellen, waren
er gemeentelijke en provinciale
archieven en was er literatuur.
Zo kon toch een compleet beeld
ontstaan.
Het boek begint in 1819 en stopt
in 2019. Twee eeuwen zorg voor
onze zieken dus. En het is niet
bepaald alleen een historische
beschrijving maar geeft tussen de
regels door ook een interpretatie
van de ontwikkeling van de ge
neeskunde en gezondheidszorg
in een belangrijk deel van ons
land. Kort gezegd komt het erop
neer dat het begon met een vorm
van liefdadigheid (Charitas) naar
Utilitas, een effectief en efficiënt
economisch renderend deelge
bied van de samenleving.
In vogelvlucht door het boek: In
1819 kreeg Breda zijn gasthuis en
in 1839 gebeurde dat in Ooster-
hout. Die ontstonden vanuit de
armenzorg. Kloosterzusters ver
zorgden de zieken, regenten (ge-
meentebestuurderen, rijke men
sen) zorgden voor de centen. De
zusters wilden meestal veel meer
dan alleen zieken verzorgen en
waren dan ook erg bij dat er vanaf
ongeveer 1850 ook zogenaamde
‘bestedelingen’ werden opgeno
men. Die mensen hoefden niet
persé ziek te zijn (dat waren ze
natuurlijk soms wel) maar ze wa
ren bejaard en konden niet meer
zelfstandig wonen én ze brachten
wel geld mee, zij (of hun werk
gevers) kochten de zorg in. Met
dat geld erbij was het een stuk
gemakkelijker om de armlastige
zieken in het gasthuis te blijven
verzorgen en hoefde de Armen
zorg minder bij te dragen.
Ook de rijken moesten nu naar
het ziekenhuis, want de dokter
kon bijvoorbeeld geen rönt-
genapparaat met zich meesle
pen. “Maar die mensen wilden
natuurlijk niet tussen het gewo
ne volk liggen en zo ontstond de
klassenverzekering. Die mensen
betaalden flink voor een luxe
kamer. Maar er was eigenlijk nog
geen ziektekostenverzekering die
voor iedereen betaalbaar was.
Rond 1940 was bijvoorbeeld in
Noord-Brabant nog maar onge
veer 30% van de mensen verze
kerd, meestal via hun werkgever.
Over een volksverzekering werd al
wel sinds 1903 gepraat, maar pas
de Duitse bezetters hebben het
Ziekenfondsenbesluit in 1941 inge
voerd. Tot 1940 was maar 30 pro
cent van de mensen verzekerd.”
Langzamerhand ontstond er ook
een splitsing tussen ziekenhuizen
en bejaardenhuizen.
Dat het voortaan dus ‘gratis’ was,
zorgde voor een run op de zieken
huizen en de artsen. De welvaart
nam ook behoorlijk toe. Sinds nog
niet zo heel lang had je ook ech
te specialisten. “Pas in de jaren
dertig kregen die in Nederland
een heuse opleiding. Elk zichzelf
enigszins respecterend dorp had
een ziekenhuis en wou de aller
beste specialisten en apparatuur
in huis halen. Die specialisten op
hun beurt wilden alsmaar meer
bedden en langzaam maar zeker
ontstond er overbedding, waren
er veel te veel bedden en veel te
veel hagelnieuwe apparatuur,
die maar een deel van de dag
gebruikt werd. Dat werd veel te
duur en leidde - min of meer ge
dwongen - tot samenwerking.”
organisaties met een heel eigen
cultuur die in elkaar geschoven
moesten worden. Afdelingen die
met hun personeel verplaatst
moesten worden. Vier verschil
lende it-systemen ombouwen
tot één goed werkend systeem,
alleen dat al is een hele kluif na
tuurlijk. En daarbij kreeg het nieu
we Amphia ook nog de opdracht
om aan kwaliteitsverbetering te
doen en opleidingsziekenhuis te
worden. Je mag wel zeggen dat
dat na 20 jaar tot een goed resul
taat heeft geleid."
In het boek dus honderden fo
to’s, ook uit Raamsdonksveer
(Theresia) en Oosterhout. Maar
ook interviews (o.a. met Leena
Verhagen, die in 1950 als leer-
ling-verpleegster begon), we
tenswaardigheden, ‘knipogen’,
geweldige hoofdstukken over het
St. Josephziekenhuis en nog veel
meer. Het fraaie boek, gedrukt bij
Koninklijke Drukkerij Em. de Jong
in Baarle-Nassau, is te koop bij de
boekhandel en kost 39,50 euro.
Mooier sinterklaascadeau is am
per denkbaar.
LEO NAGELKERKE - WEST BRABANTSE
VOGELWERKGROEP.
Koninginnepage beloont natuur
in tuin. Foto Ria Lambregts.
I
Tussen 1870 en 1900 kreeg zowat
elk dorp zijn eigen gasthuis. Met
name pastoors stimuleerden dat,
want de nonnen konden meteen
ook les gaan geven op school.
Tussen 1900 en 1940 veranderden
die gasthuizen langzaam in zie
kenhuizen. “Er kwam elektriciteit
en gas, er kwamen röntgenappa-
raten, er waren verdovingsmid
delen (ether bijvoorbeeld) en de
hygiëne nam enorm toe”, aldus
Gorisse. “Voorheen kon het ge-
Een been werd er gewoon afgezaagd en de enige verdoving die ze
kenden was alcohol. Aderlaten, piskijken, een voetbad in zuur
deeg en twaalf bloedzuigers op het hoofd. Dat zijn enkele voor
lopers van ons huidige medisch ‘bestel’. Ziekenhuizen heetten
nog gewoon gestichten. “In 2014 kwam de vraag vanuit Amphia,
in 2015 hebben we de overeenkomst getekend en doordat het
boek vanwege het coronavirus enige tijd vertraging opliep be
slaat het nu precies twee hele eeuwen”, aldus de schrijfster. En
wie kan dat anders zijn dan Cock Gorisse.
Dat samenwerken lukte nog
wel tussen kleinere plaatsen als
Geertruidenberg met Raams
donksveer en Oosterhout met
Dongen. In de ene plaats het
verpleeghuis, in de andere het
ziekenhuis. “Maar in Breda wou
dat niet zo vlotten. Je had er het
Diaconessenziekenhuis (Langen-
dijk), het Ignatius, de Klokkenberg
en het Laurens. Daar ontstond
min of meer een stoelendans.
Er bleven daar uiteindelijk drie
instituten over. In 2000 werden
alle ziekenhuizen in de regio min
of meer verplicht om samen te
gaan werken, toen ontstond het
Amphia. Daaronder vielen toen
het Pasteurziekenhuis in Ooster
hout, en in Breda het Ignatius zie
kenhuis, ziekenhuis De Baronie en
de Klokkenberg. ’’Zo’n fusie was
een heel karwei. Vier instellingen
die met lange tanden aan hetfu-
beuren dat er een kar met mest sieproces waren begonnen. Vier
door de ziekenzaal werd gereden,
want elk gasthuis was zo’n beetje
zelfvoorzienend. Die hadden dus
vee en een moestuin.”
Natuurbeheer of tuinieren?
Tot voor kort was mijn voortuin een drama. Zeker
na de afgelopen droge en hete zomers was het
grootste deel van het gras verdord. Wat er was
overgebleven zag eruit als de schaarse plukken
haar die krampachtig over een kalende kop wor
den gekamd. Geen al te fraai gezicht dus. Boven
dien was de rest van de planten op dat stukje
klapzand volkomen verdroogd. Er moest dus iets
gebeuren om mijn tuintje enigszins acceptabel te
maken. Vanwege de ligging pal op het zuiden en
mijn weigering om grote hoeveelheden drinkwa
ter in mijn tuin te gieten, viel een gazonnetje af.
Ik moest het hebben van planten die goed tegen
de droogte kunnen, het liefst inheems en die er
ook nog een beetje plezierig uit zien. Zo gezegd,
zo
verstand van zaken en nu staan rozemarijn, ha-
vikskruid en muurleeuwebek in mijn tuin, samen
met nog een heel stelletje andere plantensoorten
van allerlei kleuren en vormen. Het viel me op dat George Dirven. Presentatie vrijdag 20 novembe
het insectenleven rond die planten bijna meteen
enorm toenam. Het was een gezoem van jewelste
met allerlei bijen en zweefvliegen en in augustus terklaas elke dag van 10-12 uur te koop op afhaa
zag ik tot mijn verbazing ineens een prachtige
koninginnepage landen op de venkel. Wat een
mooie vlinder is dat! Voor mij was dat de eerste
waarneming van die soort in Nederland en een
bevestiging dat het herinrichten van de tuin een
goed idee was geweest.
Het rijke en gevarieerde insecten-en plantenle
ven bij mijn huis zette me verder aan het denken
over natuurherstel. Kennelijk kun je met betrek
kelijk kleine ingrepen at een verschil maken en dat
stemt optimistisch (niet een eigenschap waarmee
ik van nature overmatig behept ben). Het helpt
dus om de natuur een handje te helpen. Dat was
me natuurlijk al eerder opgevallen: zo schreef ik
vorige keer over de stroken met zonnebloemen
en wilde planten bij de Bleeke Heide die volzaten
met paapjes, groenlingen en vinken, terwijl in de
omliggende gifgroene graswoestijnen geen dierlijk
leven te bekennen was. Nou werken kleinschali
ge maatregelen wel, maar als ze wat grootschali
ger worden werken ze vaak nog beter. Zo blijken
nachtvlinders vooral goed te gedijen als er veel
meer voortuinen lekker divers zijn. En dat is wel
een probleem in mijn aanharkende, bladblazen-
de en betegelende omgeving. Waarom zou je
bladeren met veel herrie bij elkaar blazen en ze
dan laten afvoeren met vrachtwagens? Terwijl je
ze veel beter in je borders kunt vegen, waardoor
er schuilplaatsen voor insecten ontstaan, de bo- Markandalietjes
demstructuur verbetert en ongewenste planten
in het voorjaar niet te snel opkomen.
Maar we houden nu eenmaal van opgeruimd. Let
maar eens op hoe vaak je GEEN gemaai of gezaag
hoort als je in een natuurgebied bent. De bekende
uitspraak van de dichter Willem Kloos: “Ik hou van
de natuur maar ik moet er wel iets te drinken bij
loket museum Paulus van Daesdonck. Pennendi
1, Ulvenhout. 250 blz, veel foto’s.
Presentatie boek: Markdal, het
gedaan: ik nam een hovenier in de arm met landschap en zijn mensen
Eerste Markdalboek voor gedeputeerde Elie
Lemkes - van Landbouw èn Natuur. Door Heen 11
kundekring Paulus van Daesdonck. Autei
I
■i
5'
Druiven door lange zomer lekkerder dan ooil
Maar vogels laten ze nog hangen. Genoeg ande
voedsel?
Rustig processierupsen jaar geweest. West Br;
bantse Vogelwerkgroep hing veel nestkas»
op. Eerste indruk: ter plekke minder rupstn
Zakken om bomen werken niet.
hebben” is in het nieuwe Nederland verworden Ook inspiratie voor verhaaltje of foto? Altijd wel-
tot: “Ik hou van de natuur maar alles moet wel
netjes op zijn plek staan”, een variant die ik een
stuk minder onderschrijf. Dat betekent niet dat
ik er op tegen ben dat we in de natuur ingrijpen.
Net zo goed als datje de natuur een handje kunt
helpen door wilde planten te laten groeien in je
voortuin moetje soms maaien in natuurgebieden
om ervoor te zorgen dat het landschap afwisse
lend blijft en er het volgend jaar weer bloemrijke
weides zijn in plaats van een dichtgegroeid gras
veld. De natuur zelf krijgt in Nederland de kans
niet meer om zichzelf te vernieuwen door over
stromingen, rivierdoorbraken en bosbranden. En
daardoor wordt het landschap zonder ingrijpen
langzaam eenvormiger en saaier. Je kunt er voor
kiezen dat te laten gebeuren, of om de natuur een
nieuw startpunt te geven door gericht in te grij
pen. Dat wordt door sommige natuurliefhebbers
als “tuinieren” (met een vies gezicht uit te spre
ken) gezien, maar je kunt het ook zien als nood
zakelijk om natuurlijke processen weer te kunnen
laten werken in ons aangeharkte land.
kom, bel maar.
Grote vogelvolksverhuizing. Onze Roodborsten
zijn mediterraan, Roodborsten hier zijn Scan-
dinaviërs en Siberiërs. Geen corona reisbeper
kingen.
Bleeke Heide: tweehonderd Kieviten en drie
Goudplevieren zag Huub Don met dotje roof
vogels: Havik, Blauwe Kiekendief, Slechtvalk.
Met Joey Braat honderd Veldteeuwerikken ge
teld. Merkske: Ria Lambregts zag Rode Wouw
de Baarle Brug nemen. Vijftien Sijsjes meldtJ-
van der Schans. Elftal Blauwe reigers vormde
Stijn Leestmans. Markdal: negenendertig ver-
zamelde Meerkoeten, vierenveertig gewone
maar bedreigde Wilde Eenden zag Arend Meeu-
wissen bij Hoogendonck. Joey Braat en Arend
Meeuwissen spotten Ijsvogels, eentje bij SBB
boerderij Kaat van Haperen. Zevenhonderd
min twee Grote Canadese Ganzen telde Arend
Meeuwissen. Negen Watersnippen bij moerasje
en vanuit kano Eekhoorn in bomen bij Marck
hoek gezien.