en To Backx zich een ‘meisje alleen’ voelde
F
Hoe Toon Segers de show stal
1
Alphense ouderen leefden acht dagen in de bergen
L s
r-
'l
Mi
I v F
ONS WEEKBLAD’ - VRIJDAG 30 JUL11993
PAGINA 13
2
halen. Zenuwachtig lachend stapte
Toon met zijn gitaar.
Vervolg op pagina 15
TERUGREIS
Precies om half zes startte Carolien de
bus voor de terugreis, die ruim 13 uur
zou duren, mits men niet in grote files
terecht zou komen.
Tegen 12 uur kwamen we, na reeds
twee stops te hebben gehad, aan in het
hotel, waar een uitstekend diner voor
ons klaar stond. Dit was voor ons een
ZEVENDE DAG
En de zevende dag rustte God uit. Hij
was met de schepping van de wereld
klaar en hij zag dat het goed was. Had
hij één dag langer gewerkt, dan had
Hij de bergen van Oostenrijk nog
kunnen slechten. Gelukkig echter voor
Oostenrijk heeft hij dat niet gedaan,
want wij eenvoudige zielen van plat
Nederland hadden daar dan waar
schijnlijk niet rond getoerd omdat er
dan weinig te beleven zou zijn ge
weest. Wij hadden dan ons vakantie
geld elders gespendeerd.
Deze zevende morgen van onze va
kantie zat iedereen met een lachend
gezicht aan het ontbijt. Iedereen dacht
nog aan gisteravond, de avond, die
niemand óóit zal vergeten en waar-
Rechts Jos Hekker met To, die nu eindelijk weet aan wie zij zich kan vasthou
den. Links de 'Hinde' van Toon, die voor eenmaal met de concurrentie danst.
Links Joke onze reisleidster en rechts
Carolien. Midden Dina Huyben-de
Jong.
over nog vaak zal worden nagepraat.
Om kwart voor negen zaten we al
weer in de bus voor een tripje naar de
stuwmeren van Kaprun. Deze trip was
niet in het programma opgenomen.
We moesten er dan ook f18 per per
soon voor betalen, iedereen ging mee
en het is een ware belevenis gewor
den, waar absoluut niemand spijt van
heeft gehad. Niemand ook was er ooit
geweest in tegenstelling tot de
Grossglockner...
Een spectaculairdere rit naar de ruim
2800 meter hoge stuwmeren annex
stuwdammen is niet denkbaar. Tot op
een bepaalde hoogte slechts worden
particuliere bussen en auto’s toegela
ten. Het laatste stuk wordt gereden
met speciale bergbussen en ervaren
chauffeurs.
Carolien had ons gewaarschuwd, dat
sommige chauffeurs van deze bussen
de neiging hadden om verschrikkelijk
hard te rijden. Men hoefde echter niet
bang te zijn want er gebeurde nooit
iets. De chauffeurs moeten met slechts
twee bussen in het hoogseizoen zo’n
4000 toeristen naar boven brengen en
tijd is money. Ze gaan vaak op top
snelheid en rijden de zeer smalle tun
nel en de weg langs peilloosbare ra
vijnen blindelings, omdat ze de weg
vele, malen per dag afleggen. Het is
op dit stuk ook het enige vervoer en
tegenliggers zijn er dus niet.
Carolien had niks teveel gezegd want
amper nog waren allen ingestapt op
de bus schoot als een kanonskogel
weg en dook na een kilometer onge
veer het zwarte gat van de twee kilo
meter lange tunnel in. De veel paar
denkrachten sterke motor brulde als
een straaljager en de tunnel voor ons
(slechts verlicht door de koplampen
van de bus) glom van het nat als zijn
de een spiegel. Gelukkig voor ons
ouderen waren er achter aan de zittin
gen handvatten, waar men zich aan
vast kon houden, want anders waren
we in de scherpe bochten van de tun
nel tot één hoop bijeen geschoten.
■Jezus, Maria, Jozef’, hoorden we ie
mand roepen ‘sta ons bijl’. Het ge
roep en gegil in de bus klonk precies
zo als het krijsen van de mensen, die
een ritje in Python van de Efteling
maken wanneer ze in ijzingwekkende
vaart van de ene looping in de andere
tuimelen. Eenmaal uit de tunnel schoot
de bus met onverminderde vaart rake
lings langs een enorm diep ravijn. En
dan ineens stond de bus met een schok
stil en was meteen al een kwartslag
gekeerd om de volgende groep op te
De Oostenrijkse André van Duin.
sloop als een kat naar haar prooi. In
dit geval dus de knappe hittepetit aan
de bar. Het ding schrok zich in eerste
instantie wezenloos toen ze Toon zag
komen. Wat niemand durfde, durfde
Toon. Hij vroeg haar met een lichte
knieval ten dans. Gewillig liet het
mooie poppedcintje zich door Toon
sturen en het was een lust om naar te
kijken. Na de dans bracht hij haar
weer terug naar de barkruk en gaf
haar uit dankbaarheid een tedere kus.
Er volgde voor hem een staande ova
tie. Hij deed het toch maar, vierent
achtig jaar oud en dan de vrolijkheid
nog vol gas te kunnen geven, dat is
iets om jaloers op te worden. Nog de
gehele avond zou Toon de show ste
len. Hij kreeg van meneer de komiek
een gitaar omgehangen en Toon, hij
speelde alsof hij nog nooit iets anders
had gedaan. En dit nog wel zonder
één snaar aan te raken. Later gaf hij
met de hittepetit nog een paar rock en
roll nummers weg, gewoon niet te
filmen. Of juist wel, want Jos Hekker
is gedurig in de weer geweest om het
optreden van Toon op de video vast te
leggen, zodat zijn optreden voor eeu
wig is vastgelegd.
Vermoeid van ‘t lachen en het dansen
dook rond middernacht eenieder on
der het beddek en viel in een onrusti
ge slaap met voor ogen nog steeds het
grandioos optreden van Toon en zijn
hittepetit!
iedereen uit. Niemand had een rolbe
roerte gekregen en niemand ook had
overgegeven. Later hoorden wij dat
wij de chauffeur hadden getroffen, die
er plezier in heeft wanneer de mensen
angstkreten slaken. Het is nu eenmaal
zijn gewoonte om de gehele rit op
topsnelheid af te leggen, maar het is
wel zo dat de passagiers er wel even
aan moeten wennen. En toch, écht
bang was eigenlijk niemand geweest,
hoewel sommigen zich wel afvroegen
of dit knoertharde rijden echt nodig
was!
Even dachten we dat we al waren waar
we moesten zijn, maar dat was fout
gedacht. Wij moesten in een enorme
berglift stappen waarmee in een keer
ongeveer tweehonderd personen om
hoog konden. Met deze berglift gaan
Alvorens wij verslag doen van de laatste drie dagen van de z.o geslaagde
vakantie in Oostenrijk eerst even dit. Wij kregen tot nog toe zeer vele
goede reakties op ons verhaal, maar kregen daarnaast ook een teleurstel
lende opmerking. Wij hadden in ons eerste artikeltje geschreven, dat we
op een gegeven moment op het dak van de wereld waren beland. Daarmee
hebben wij blijkbaar een kameel geschoten. In Oostenrijk namelijk be
staat geen dak van de wereld. Het dak van de wereld beklimmen kan men
blijkbaar alléén maar in Nepal. Daar sta je dan. Onze ontgoocheling was
groot. Wij met zijn allen maar denken, dat wij op het dak van de wereld
zijn geweest en dan te moeten horen, dat we in de dakgoot hebben ge
staan... Maar goed, wij ouderen hebben dat als zodanig ervaren en wij
houden dat ook zo. En hier dan het slot van ons verslag.
meter. Hier zagen wij een van de
grootste houtzagerijen van Oostenrijk.
Over een lengte van zo’n twee kilo
meter niks dan bergen gezaagd hout.
Hout hebben ze in Oostenrijk in over
vloed. De meeste woningen zijn dan
ook uit hout opgetrokken en slechts
heel weinigen uit steen. Het was een
geweldige natuurtocht. Even indruk
wekkend als een tocht naar de
Grossglockner, maar wel geheel an
ders.
Om half zes waren wc weer terug bij
ons hotel en konden meteen de benen
onder tafel steken. De pot verschafte
ditmaal kip met ananas!
Deze avond zou de plezierigste wor
den van de gehele week. Maar daar
had niemand van te voren erg in. Er
stond een muziekavond gepland en
ieders verwachting was dat dit zo’n
bekende Tiroler avond zou worden,
verzorgd door enkele jongens en meis
jes, die ter wille van de toeristen van
hoog uit de bergen naar de meer be
woonde wereld kwamen om hun kun
sten te vertonen. Maar het was wel
eventjes iets anders. Het zou een avond
worden zonder weerga. Het waren een
paar doldwaze komieken, die de avond
op stelten zouden zetten. O, o wat is
er gelachen en getamboerd. Kijk,
wanneer een kapper met een heuse
boomzaag de klant zijn haren knipt en
zijn baart afdoct met een kapbijltje,
dan is dat lachen, gieren, brullen. Een
van de twee was zo’n beetje te verge
lijken met André van Duin op zijn
dolst. Hun optreden bestond niet al
leen uit de gekste fratsen, ze speelden
ook nog ccns een geweldig stukske
muziek op tal van instrumenten of
wat er voor door moest gaan.
Tijdens een jodelnummer sprong een
van hen van het ene tafeltje op het
andere, misstapte zich en donderde
tussen twee tafeltjes op de grond. En
dat gebeurde net bij Louwke van
Loon. Hij niet te lui en hield de jode-
laar onder zijn voeten gevangen. Hij
bleef gewoon door jodelen. Jan Broek
pakte hem tenslotte aan beide benen
vast en sleepte hem onder de tafeltjes
vandaan. En ook toen nog jodelde hij
met de microfoon aan de mond alsof
er niets gebeurd was. De meesten
waren intussen van hurt stoel getui
meld van het lachen en de natte broe
ken moeten legio zijn geweest. Maar
dat is uiteraard niet te controleren.
Ofschoon dit een avond was voor ons
gezelschap alleen zal er aan de bar
een hittepetit met gekruiste benen mee
te genieten. Een beeld van een meisje.
Ze bleek de vrouw te zijn van de zoon
van de hotelhouder. Dansen was tot
dan toe nog niet aan de orde geweest.
Het dansvloertje was daar ook eigen
lijk te piep voor. Maar toen het eerste
paartje dan eindelijk over de dam
kwam, zagen wij hoe Toon Segers
plots erg onrustig begon te worden en
vrijwel meteen daarna was bij hem
het kookpunt bereikt. Hij krabbelde
van achter zijn tafeltje vandaan en
ZESDE DAG
Het zag er, toen wij vanmorgen van
uit ons hotel naar buiten keken een
beetje triestig uit. Gestaag viel de re
gen uit de asgrauwe hemel. ‘Niks mee
inzitten’ zei Pietje Verheyen, ‘Zij die
vroeg komen, blijven niet heel de dag’.
Hij heeft gelijk gekregen want al heel
snel klaarde het op en weldra scheen
weer de zon zoals ze tot nu toe alle
dagen had geschenen.
Voor de middag waren we vrij en
konden we doen en laten wat we wil
den. Een stel ging naar het nabij gele
gen Saalbach winkelen cn koffie met
gebak gebruiken. Een wat kleinere
groep ging de bergen in en deed een
nieuwe ontdekking. In een bos vlak
bij het hotel was een wandelroute uit
gestippeld van drie kilometer. Het was
een wat vermoeiende route want er
moest zowat tweehonderd meter hoog
geklommen worden. En wat bleek?
Langs deze gehele route was hout
snijwerk te zien. Geweldige dikke
stukken boomstammen van soms een
meter doorsnede, waren besneden met
de fraaiste figuren. Zo zagen wij bij
voorbeeld Roodkapje met pal voor
haar de boze wolf, die zich gereed
maakte om haar te bespringen. En dat
alles in de felste kleuren beschilderd.
Wij telden in totaal ruim dertig figu
ren, de ene al mooier dan de andere.
Prachtig was dat. Onbegrijpelijk dat
die daar puur verloren in dat bos op
die berghelling stonden, want welke
toerist zal die daar verwachten?
Voor de namiddag stond er een na
tuurtocht op het programma, die voor
het grootste gedeelte door een hele
smalle klamm liep, met soms honder
den meters hoge overhellende grillige
rotsen. Op de twintig a dertig plaatsen
denderde een kleine of grotere water
val naar beneden. Tenslotte kwamen
wc in het kleine dorpje Diënten. Op
een hoogte van bijna tweeduizend
Toon met zijn blonde hittepetit.
ook auto’s, vrachtwagens en bussen
mee. Ook deze berglift was een be
levenis apart. Zo snel de bus ging, zo
traag ging deze bak vol mensen. Ze
wordt omhoog getrokken door twee
polsdikke stalen kabels. Op een leng
te van 820 meter gaat men 431 meter
omhoog. Eenmaal boven moesten we
opnieuw in een bus, die ons via talrij
ke haarspeldbochten naar de eigen
lijke stuwdammen bracht, geheel
omgeven door besneeuwde bergen en
geweldige rotsmassieven. Onvoorstel
bare mooie panorama’s en de veel
meer dan honderd meters hoge stuw
dammen deden ons sprakeloos staan.
Hoe is het mogelijk, dat die door
mensen zijn gebouwd. De drie enorm
grote stuwmeren met grasgroen water
gebruikt men om een groot deel van
Oostenrijk van electriciteit te voor
zien. Ook het sneeuwwater van de
Grossglockner wordt naar deze kunst
matig aangelegde meren gestuurd. Je
komt daarboven niet uitgekeken en je
geraakt in de greep van het geweldige
om je heen.
Het was ook hier, dat Jan van de
Heyning, 83 jaar oud, de stunt van
zijn leven uithaalde. Aan het eind van
een van de twee stuwdammen was
een klein rotspartijtje van een meter
of vijf hoog. Je kon daar via een uit
gehouwen trapje op de rotsen klim
men om vandaar dan verder te klaute
ren naar een besneeuwde bergtop twee
a driehonderd meter hoger. Een zestal
van ons stond boven op die rotsen
toen daar ineens helemaal aan de an
dere kant Jan van de Heyning zijne
kop boven de rand van de rotsen uit
stak. ‘Gos nog aan toe’ riep men ’waar
komde gij vandaan?' ‘Tja”, zei Jan,
hijgend van inspanning, terwijl hij zich
op handen en voeten over de rand
werkte 'ik zag jullie hierboven staan
en dacht, wat die kunnen moet ik ook
kunnen, maar ‘t is toch vermoeiender
dan ik dacht’.
En dan te weten, dat Carolientje na
drukkelijk had gewaarschuwd voor
een te grote inspanning. De lucht is er
zeer ijl en je komt er al gauw in adem-
moeilijkheden, had ze gezegd.
Wij zijn nog gaan kijken hoe hij daar
vier meter hoog tegen de rotsen om
hoog had kunnen klauteren en nie
mand snapte hoe hij dat had gekund.
Het was voorwaar een grote prestatie,
maar hij moest het echt toch maar
nooit meer proberen.
En deze keer was er Toon Segers niet
bij. Dat was een beetje vreemd, want
Toon en Jan waren de gehele vakantie
al samen opgetrokken. Maar nu dus
even niet. Toon stond een eind verder
door zijn verrekijker te turen. Mis
schien is hij Jan aan het zoeken ge
weest.
De rit terug naar de bewoonde wereld
was lang niet zo spectaculair als de rit
naar boven. Wij hadden in de tunnel
een andere chauffeur en die reed wel
flink door maar niet met ‘de snelheid
van het licht’. Bij wijze van spreken
dan.
Na de lunch kregen we te horen, dat
er morgenvroeg reeds om half zes
vertrokken zou worden en dat van
avond de koffers om 8 uur voor de
deur van de kamer moesten staan om
geladen te worden. Het ontbijt zou
zijn om 5 uur. Dat was wel heel vroeg
en vandaar dat op deze laatste avond
iedereen op tijd naar bed wilde.
on