Laten we zacht zijn voor elkaar
Over geluidhinder
en wat daaraan kunt doen
Laat de elektrische kaarsjes maar branden
ilB
Laten we zacht zijn voor elkaar
Onze buurman
heeft altijd zijn radio te hard staan.
Kan ik daar nou wat van zéggen?
Veel moeilijker wordt het wanneer het gaat om
geluidhinder die veroorzaakt wordt door uzelf, als particulier.
Als uw auto aan alle eisen van de wetgever voldoet, kunt u
door's nachts te toeteren en met de deuren te slaan nog wel
degelijk geluidhinder veroorzaken. Als u op het verkeerde
moment uw (goedgekeurde) elektrische boor gebruikt,
kunnen uw buren gek worden van het lawaai.
Blaffende honden, radio’s op stille plekjes, rondjesdraaiende
brommers, schaterende gasten, zeurende grasmaaiers, ja
zelfs ritselende kranten of de krakende snoepzakjes in het
theater.allemaal kunnen ze op een gegeven ogenblik een
hel van geluidhinder betekenen voor een ander.
Een sociaal probleem
Geluidhinder is dus een probleem van onze
samenleving. Ieder mens bepaalt voor zichzelf, wanneer hij
geluid hinderlijk vindt. En de een hanteert daarvoor
natuurlijk totaal andere maatstaven dan de ander.
In het maatschappelijk verkeer is in zo’n geval de enige
manier om zo’n probleem aan te pakken: dat er gezamenlijke
afspraken worden gemaakt. In een aantal gevallen is dat heel
gemakkelijk. Geluid is te meten. En de overheid kan wetten
uitvaardigen, waarbij het verboden wordt om méér dan een
bepaalde hoeveelheid geluid te veroorzaken. Op die manier
wordt paal en perk gesteld aan bijvoorbeeld de geluids
overlast van fabrieken. Van auto's. Van bromfietsen. Als die
te veel lawaai maken wordt de wet overtreden en is men
strafbaar.
Hoeveel last hebben we nou eigenlijk van geluidhinder?
Naar schatting wordt één op de twee Nederlanders
geregeld door of ander geluid gehinderd. Hiervan ondervindt
10 tot 15% in ernstige mate hinder. Als oorzaken worden
genoemd: wegverkeer (35%), buren (25%), industrie (10%),
vliegtuigen (10%).
Verder is ook nog vastgesteld dat van de werknemers
in de industrie ca. 50% het risico loopt een gehoor-
beschadiging te krijgen.
Al met al is het een duidelijke zaak dat er nogal wat
gedaan moet worden aan de bestrijding van geluidhinder.
De overheid doet ervan alles aan met wetten en maatregelen
ter controle van die wetten. Maar de rest zal van moeten
komen.
betekent dat we er verstandig aan
doen geen licht te laten branden als
het niet nodig is. Maar die kerstboom-
lichtjes spelen niet zo’n grote rol, al
hoeven ze ook niet de hele dag te
branden. En hèt is ook veel stemmiger
om het andere licht uit te doen wan
neer de kerstboom wordt ontstoken.
Laat uw kerstboom dus rustig stralen
met elektrische kaarsjes. Maar ook
onder de verlichte kerstboom blijft
gelden:
Stroom is
kostbaar
Doe er
verstandig
mee
H oe zit het met elektrische kerstboom-
verlichting? Is dat geen energiever
spilling? Verspilling is in dit verband
een groot woord. We zouden energie
kunnen besparen door de kerstboom
helemaal niet te verlichten. Maar dat
willen we terecht niet. Dus moet er
een keus worden gemaakt tussen echte
kaarsen en elektrische kaarsjes. Echte
kaarsen zijn natuurlijk veel mooier.
M aar niet zo handig en bovendien
brandgevaarlijk. Zeker in een echte
kerstboom. De veiligheid in onze
huizen is pok belangrijk. Er gebeuren
al te veel ongevallen in woningen en
ieder jaar zijn er wel weer kerstboom-
branden. Liever dus maar elektrische
kaarsjes, die zijn tenminste veilig. En
wat de energie betreft: echte kaarsen
branden op en moeten steeds worden
vervangen. Dat vraagt ook energie!
Elektriciteit is één van de vormen
waarin wij energie gebruiken. Het is
beslist een handige energievorm. Je
kunt er van alles en nog wat mee doen.
Je kunt er de kerstboom mee versie
ren. de klok op laten lopen, oliebol
len bakken en er de was mee doen.
Toch neemt de verlichting nog altijd
een belangrijk deel van het stroom
verbruik in een woning voor zijn reke
ning. iets meer dan een kwart. Dat
Geluid is alles wat we horen. En, of we nu willen of
niet, het komt maar heel zelden voor dat we niet omringd
worden door geluiden.
Als we dat prettig vinden is er voor óns niets aan de
hand. We praten, lachen, zingen, maken muziek of luisteren
ernaar. Onze auto maakt geluid, onze grasmaaier, onze
kinderen, onze huisdieren. Als er veel geluid om ons heen
is en we verstaan elkaar niet zo goed, dan zullen we iets
harder praten. Als we muziek mooi vinden en we horen het
niet zo goed, dan zetten we de radio of de grammofoon iets
harder. Als het mooi weer is, kunnen meestal de vogels ons
niet hard genoeg kwinkeleren.
En uit dit alles blijkt duidelijk dat als geluid hard is,
het daarom nog niet hinderlijk hoeft te zijn. Hinderlijk wordt
het pas, als we het eigenlijk liever niet willen horen.
Geluidhinder wordt dus altijd veroorzaakt door anderen.
En nooit door onszelf.
Geluidhinder, wat kan dat nou voor kwaad?
In het ergste geval kan een mens door teveel aan
lawaai, lijfelijk beschadigd worden. Bij ontzettend harde
geluiden kan men pijn krijgen aan het trommelvlies.
Het kan zelfs springen.
Wanneer men voortdurend is blootgesteld aan een
zekere hoeveelheid lawaai, ontstaat de kans op blijvende
gehoorbeschadiging. Of lawaaidoofheid. Dat komt bijvoor
beeld voorbij musici,vrachtwagenchauffeurs en industrie-
arbeiders. Lawaai werkt in op het vegetatieve zenuwstelsel.
Doorvaatvernauwing kan de bloedsomloop gestoord
worden. De hartslagfrequentie wordt verhoogd.
Hormonale processen en stofwisseling worden indirect
beïnvloed. Bij erg veel lawaai kan ook het gezichtsvermogen
aangetast worden.
Zoals bekend is geluid ook van invloed op het
centrale zenuwstelsel. Het kan leiden tot neurosen, hoofd
pijn en vermoeidheid. Verder treedt slaapstoring op,
worden werkprestaties verminderd, wordt de communi
catie verstoord en kan men zich bij ieder geluidsniveau
domweg onbehaaglijk voelen (denk aan de druppende kraan).
Sommige van deze effecten worden bewust waar
genomen. Andere onbewust. Maar we weten allemaal even
goed dat we, als we geregeld gehinderd worden, behoorlijk
geërgerd raken. En ergernis leidt al gauw tot agressie.
Tot onvrede.Tot ruzie. En met ruzie is nog nooit een
probleem opgelost.
I On
I
I '°'i
I
"Ons
"Ons Weekblad" - vrijdag 8 december 1978.
Hij bt
de bi
of ze
deze
jongt
allerl
word
is he
vindt
met
Kind'
pas i
en ei
Onde
bescl
uit d'
evanr
word
kind
nieuv
gen i
ik, ei
meer
om k
len t(
het v
Uit: "Stroom”, 'Voorlichtingsblad van uw elektriciteitsbedrijf.
r
I
Ove
We
met
den
Op2
huis
Ze t
paar
norr
moe
erns
Maa
te vi
in d,
dag
den
hart
doe
doe
ten
I Op
I dat
I
een
vee
dar
De i
aan
wa.
bil i
hr
akt
I
I me-
I
I nar:
\o;
O'-'l
Sm
t'.
W
O'
A
On
om
va-
c
l'U
en
ren
'io
!'m
dal
L kor
Re
ik
iit'
nr
de
ra
et
i
Zo
IA
n
W
L
o,
o
Cia
be