LEVEND VERLEDEN n Marga Peters uit Alphen haar werk in Afrika ent vertelt over RIJ Ni hl Alphens oude historie herleeft i I I baarle-hertog, chaam de gemeenten alphen ieuws- en advertentieblad en voor I nteh riel, baarle-nassau, M r agen, ten DE GILDE VIERT! DE GILDE JUICHT DE VEI ns weekBlaö 29 61e jaargang (van en door Felix Donders) 155 178 178 189 in ’n wart, Het bestuur van Concordia. 159 848 298 79 79 79 Frankering bij abonnement Kantoor Baarle-Nassau vrijdag 29 juli 1966 nummer 30 Uitgave van Drukkerij de Jong Baar le-N assau A.A- 3 In een volgende aflevering van „Ons Weekblad” hopen wij U iets meer te kunnen vertellen óver de aanstaan de gildedag hiér in Alphen. 0 stok’ itraat 8 - TUbtf Bij de begrafenis van Mgr Bekkers te St Oedenrode j.l. heeft de gilde van Gemonde deze plechtigheid ver richt, daar mgr Bekkers gildebroe- der was van het St. Jorisgilde te Tilburg. „Wat mij er toch toe be- I reegt, als veronderstelde) vreemde akte. I Grootmoeder huwde op 21 mei 1840 I te Alphen en Riel met Franciscus guren, zodat niet met ruwe bewe ging van de ene figuur in de ande re wordt overgegaan. De vaardig heid van beide handen werd vereist om zich in tijd van nood met de de gen te kunnen verdedigen. Als laatste figuur wordt steeds het vaandel al zwaaiend opgerold. Dit opgerolde vendel had voor de vijand geen waarde als oorlogsbuit. In het tweede gedeelte wordt acro batiek gevendeld, dan beweegt de vendelier zijn vaan eveneens met de rechter- en linkerhand in knielende, zittende en zelfs liggende houding. Bijzondere staaltjes van vendelen worden er dan vaak vertoond. De buitenstaander is echter dan pas ten volle bewust van het gepresteer de, wanneer hij na de demonstratie eens even een zwaaivendel ter hand neemt, omdat het gewicht van zo’n vaan maar al te vaak onderschat wordt. Naargelang de grootte van is de stok verzwaard met lood dat varieerd van zes tot negen kilogram Het vendel moet minstens 1.80mtr X 1-80 mtr groot zijn voor vendelen in een wedstrijd; de tijdsduur is min stens 10 minuten. De belangrijkste factor bij het ven- delzwaaien is, dat het vendel niet de grond mag raken. Het uiteinde van het vendel dat door speelsheid van de wind de grond raakt, geldt niet als fout. Immers de gildevaan is ’t symbool van reinheid en mag dus niet besmeurd worden. Ter gelegenheid van de ontvangst van Hare Majesteit Koningin Julia na in Brabant werd een zeer oud ge bruik in ere hersteld: vanaf de in gang van de binnenplaats van het gouvernementsgebouw tot aan de deur van dit gebouw waren al de oude zeer kostbare gildevaandels als een fleurig en kostbaar tapijt uitge spreid, waarover Hare Majesteit en haar gemaal het gebouw betraden. Ook wanneer een gildebroeder is o- verleden, wordt hij door zijn mede- gildebroeders plechtig ten grave ge dragen met het koningszilver over het doodskleed hangende. Is de kist onder het geroffel van de tambour in het graf neergelaten, dan vendelt de vendelier over het graf; hij brengt zijn laatste groet. lij een toevallige ontmoeting met oster Oomen van Alphen in de ge peglijke taveerne van het „Wapen an Nassau” in Baol, waar de sfeer an het platteland gelukkig nog uidelijk merkbaar is, werd me de er dagen een stukje heemkunde lit de doeken gedaan, dat de boven- ehaalde uitspraak in mijn gedach- en deed opkomen. Ik werd bijna ien beetje jaloers op Oomens ken- is der omgeving, maar ik zag al poedig daarvanaf omdat we ten- Botte nog loten van één stam zou ten blijken te zijn wanneer we het babbeltje nog wat hadden kunnen lekken.Maar wat niet was kan nog tomen. por mij was deze leerzame kout in teder geval aanleiding om daarop Lier nog even in te haken en einde- Lk eens voor de dag te komen met iet antwoord op de mij reeds meer palen in bedekte termen gestelde [raag: Eens werd het zo mooi gezegd, laar ik weet niet meer zo gauw Lr wie: „ALS DE KLOKKEN IER HERINNERING LUIDEN VORDT HET ZONDAG IN HET Iart.” tea, n. linder I èn voot te mou« ,95. arige ad- En nu maar luiden waarde koster Oomen uit Alphen, want als de klokken der herinnering luiden, wordt het zondag in het hart. Isidor Gaillard, geboren te Ensival 1810 (ook mijn geboortedatum, maar iets later jaartal), textieldes- kundige. Dit was dus mijn grootva der van moederszijde en hij stamde van Belgische (Waalse) ouders. Bij dit huwelijk traden als getuigen op: Cornelis van Gorp bierbrouwer, Johannes Horevoorts grutter, Pie ter van Baal wagenmaker en Adri- aan Peijmans kuiper, allen wonende te Alphen en de huwelijksakte was door de comparanten en de getuigen mede ondertekend door P. Vaarten hier dus geschreven zonder e en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand W. Hendrickx Naast vele andere kinderen werd uit dit huwelijk (F. J. Gaillard - M. C. de Roij) ook mijn moeder ge- boren, Maria Elisabeth Gaillard te Tilburg 15 juli 1856, nadat de ou- ders daarheen waren vertrokken. Op haar beurt trad moeder te Til burg in het huwelijk op 9 novem ber 1881 met Johannes Michael Donders, wiens ouders en voorou ders, wat verwantschap betreft I geen raakpunten hadden met deze streek wel in Oost-Brabant, *t Lim burgse en het Duitse land) en kan dus hier kortheidshalve buiten be- I schouwing blijven. Aan dit huwe lijk zijn 9 kinderen ontsproten, waaronder ook ik tenslotte uit dit nestje te voorschijn kwam op vier april 1895 te Tilburg. Later op mijn beurt trad ook ik in Baarle-Nassau in het huwelijk op 20 september 1939 met Berta Kö- nig, die woonde te Baarle-Nassau, toen ik daar gedurende de mobili- in verschillende namen vele fami lies hier uit de streek zich zullen terugherkennen. Moeder van moeders zijde (mijn grootmoeder dus) was: Maria Cat harina de Roij, geboren te Baarle- Nassau 9 september 1816. Zij was de dochter van Carolus de Roy en Petronella Vaerten, landbouwers, wonende te Baarle-Nassau aan de „Driehuzen” later te Alphen. Oma was dus een Baarlese boerendoch ter. Getuigen bij haar geboorteaangif- i ten waren: de vader C. de Roy, de j gemeente-abtenaar J. B. Tielemans en de veldwachter J. B. Saege. De burgemeester (en notaris) van Baarle-Nassau was toen Cornelius Hendrickx, hij tekende de geboorte- lies weet ik niet meer. Ook kwa men wij veel in Riel bij de Roij te genover de kerk en in Alphen bij brouwer van Gorp en ook, wat ik me nog het beste herinner bij „tan te” Lieske Baeten-Kerremans bij de kerk, de moeder van de latere ge meentesecretaris en jeugdvriend Christ Baeten. Familie en vroegere relaties met de vleet. Maar waar De tijd is veel vervaagd en velen gingen heen maar ergens is er toch nog iets, het bloed blijft kruipen waar het niet kan gaan. zonder onsmakelijk temeer vanwege de onwelriekende geur. Tot drie keer toe heb ik me afgevraagd of het wer kelijk mensen waren die daar lagen. Het was bijna onmogelijk. Er is hier nog geen dokter, alleen een inheemse verpleger. Ons werk bij de weesjes daarentegen is veel prettiger. We hebben de zorg gekregen over 63 weesjes, waarvan er 40 ondervoed zijn. Geen enkel weesje dat bij ons is, heeft nog een moeder en wanneer ze drie jaar zijn worden ze door hun vader gehaald, die hen mee naar „huis” neemt. Dit geeft altijd weer aanleiding tot het zelfde drama en ook voor ons is ’t niet plezierig om ze af te staan, temeer daar we weten dat, wanneer ze thuis niet bevallen, ze zonder enige vorm van proces ge dood worden, of men laat ze verhon geren. Er is hier inderdaad nog erg veel te doen. De natuur is hier prachtig, als je rondkijkt, zie je niets anders dan berg en dal. Er staan hier veel bana nenbomen en in Musamba zijn we ’n keer sinaasappels gaan plukken, om ze meteen onder de boom op te eten, maar ze smaken dan wel het lek- i kerst. De afstanden hier zijn erg j groot. Als je even naar de stad wilt moet je twee of vijf uur rijden over een weg die erg hobbelig en stoffig en verschrikkelijk smal is. We heb ben het zelfs verschillende keren meegemaakt dat er mensen van de ze weg afgleden en in de ravijn te recht kwamen. In de meeste geval len kom je daar niet levend uit. U ziet dat we het hier best naar on ze zin hebben, wat ook te danken is aan de zusters die ons op een pret tige manier wegwijs maken. We vinden veel plezier in ons werk, en hopen ook dat deze drie jaren vruchtbaar zullen zijn mede door uw gebed. Ik ben erg blij ook eens de wereld van de kant van de armoede te kunnen bekijken. Het is hier alle maal heus geen rozengeur en mane schijn. Heel veel groeten ontvangt u van Marga Peters en ook van mijn colle ga Ricky Wouters. Eeuwen spelen bij de Brabantse Schuttersgilden geen rol: Er zijn schuttersgilden die al meer dan 600 jaar bestaan. Het gilde Sint Dionysius te Tilburg bestaat vanaf 6 januari 1665. De schuttersgilden moeten door de jaren heen wel erg op de voorgrond staande gezel schappen zijn geweest, zoveel jaren lang in leven te blijven, om, na zonder tweifel groot verval, de laatste jaren weer tot opbloei te komen. Laat haar oude bestemming de bewapende bewaking, opgericht ter bescherming van Kerk en staat niet meer een dienende zijn, om haar eeuwenoude gehandhaafde of wederom tot nieuw leven geroepen gebruiken en gewoonten, zoals het schieten op de vogel, het standaard rijden, het vendelen etc. behorende tot de schuttersgilden, hebben zij nog steeds reden van bestaan. Een mooie traditie bestond hierin: Bij het ter kerke gaan, was de deur gesloten. Op het tromgeroffel van het gilde kwam de koster de kerk deur openen. Hierna trok het gilde de kerk binnen al vendelend tot voor het altaar. Na de H. Mis, trad de pastoor, met naast hem de ko- ning van ’t gilde en de burgemees ter naar buiten en werd hen hulde gebracht door de vendelzwaaier. De grote vaan, ook wel kerkvaan genoemd, werd boven de hoofden van de pastoor, burgemeester en koning gezwaaid, ten teken van eerbied voor en trouw aan de gees telijke en wereldlijke overheid. Het is nu reeds twee maanden gele den dat ik van Alphen afscheid ge nomen heb. Twee maanden waarin wij overstelpt werden met nieuwe in drukken en ervaringen. Met goede moed voor wat voor ons lag stapten we in een vliegtuig, een D. C. 8 van de SABENA die ons via Athene naar Usumbura zou brengen. Vanwege een defect aan de motor, die zowaar uitviel in de lucht, tot zelfs drie maal toe, werden we ge dwongen om drie dagen in Athene te blijven, waar we een prachtig hotel aan de Middellandse zee kregen toe gewezen. Tijdens deze drie dagen hebben we kunnen genieten van de ze prachtige stad en hebben we ook voor het eerst in ons leven kennis kunnen maken met gebakken zee sterren. Na dit niet onaangenaam op onthoud ging de tocht weer verder totdat we eindelijk zaterdagnacht om 12 uur in Muninga arriveerden. Daar werden we door de zusters met open armen ontvangen, maar omdat we al meer dan 24 uur geen bed gezien hadden en een rit van 200 km. ach ter de rug hadden in een jeep over onbegaanbare wegen door hevig on weer en zware regenval waren we doodmoe. De volgende dag maakten we kennis met de mensen en hun mentaliteit die ons zeer vreemd aandeed maar waaraan we nu dan toch een klein beetje kunnen wennen. De meesten wonen hier in grashutten. En als je ziet wat ze aan hebben ga je je als Europeaan diep schamen. Met het minste wat zij krijgen zijn zij al te vreden. ’s Zondags zie je ze dan al lemaal in de kerk; de een met lom pen om, de ander met een doek en op de rug de babies die geen uur ach ter elkaar stil kunnen zijn. Het lijkt dan wel een gezongen mis. Een paar weken terug deden de kinderen de eerste H. Communie. Er waren er twee bij met een oud hemd aan met gaten erin. Dat was zielig. We heb ben ook een bezoek gebracht aan het ziekenhuis in Mutinga. Dat was één hoop ellende. Er lagen mensen met verschrikkelijke wonden waarin ongetwijfeld zelfs wormen zaten. Dit alles was fei lend in de bijt, zo graag te pleiten oor deze streek en de kennis van i le omgeving veelvuldig en met hart n ziel naar buiten te dragen. pe vraag ligt voor de hand, omdat k journalistisch gesproken) nog al tens aan de weg timmer en meer Jan gewone belangstelling voor de Baarle’s aan de dag leg. De reden die mij daartoe leiden zijn leer menselijk en simpel: omdat ik ke hier thuisgevoel en meen dat ik lier thuishoor, wijl ik met banden kit het verleden aan streek en volk gehecht ben ik hier feitelijk leef als kn stuk levend verleden. Natuurkrachten en toevalligheden Lebben daarbij een grote rol ge keeld. En om niet te treden in de [bloed en bodem-theorie” is het mij Korter en begrijpelijker gezegd, zó: Lat het bloed kruipt waar het niet Laan kan en dat de mond en ook Be pen overloopt van dingen waar- Lan het hart zo vol is. En boven pen moet ik toch wat om de hand Lebben, want stilzitten ligt niet in Be aard van „het beestje” dat be- Lept is met een voortdurende drang kaar daden. 'En nu moet ik hier dit korte bestek Lok al omdat „Ons Weekblad” Leen tijdschrift is voor heem- en Libbekunde en waarin we dus uiter- Lard niet kunnen treden in de ont leding van geslachten, niet elk koordje op een goudschaaltje leg- ten, maar het zit met mij toch fei- lelijk zó dat ik van grootmoeders tijde mijn boerenbloed van deze Streek te pakken heb gekregen, om bat mijn grootmoeder een Baarlese ■oerdochter was. En dat ik later ■an vaderszijde, die stamde uit een kfficiersgeslacht, een portie solda tenbloed daarbij heb gekregen, trouwens dit laatste van moeders tijde ook nog, omdat rond 1870 di recte bloedverwanten van haar (en fcus óók kinderen van diezelfde fcaarlese boerendochter) als Zouaaf tienden in het Pauselijke vrijwilli gersleger, destijds in en tegen Ita lië. Zo bijvoorbeeld mijn moeders fcroer,Felix Gaillard, die mijn peet- fcom was. ■Misschien is dit reeds enigszins vol doende om mijn levensgang te ver klaren. [En om nu een klein tikje van de ■sluier op te lichten, voor wat mijn jEaolse afkomst betreft en mijn na tuurlijke trek naar juist dit gebied, fciteer ik hier en daar wat uit de ■officiële (documenten van de bur gerlijke stand en Bevolking uit de •gemeenten Baarle-Nassau en Alp- |hen en Riel, waarin De Brabander weet wel wat het gil de is, hij is ermee opgegroeid. De doorsnee Brabander die over ’t gilde spreekt, zal spreken over de vendelzwaaiers. Dit is zeer te be grijpen, want naast de standaard- ruiter maakt zeker de vendelzwaai- I er de meeste indruk. I Nog sterker zal dit spreken, wan neer het gilde in het bezit is van een vendelgroep. Het sierlijk bewe gen van de vlaggen is fascinerend. Het zwaaien van het Gildevaan is een eeuwenoud gebruik, waarbij de groet wordt gebracht aan de Aller hoogste, aan geestelijke en wereld lijke autoriteiten en aan de koning. Hieronder wordt verstaan het zo wel rechts als links zwaaien van de vaan in staande houding van het hoofd tot de voeten. De verschillen de figuren worden zowel links als rechts tweemaal gedaan, eenmaal voor de kerk en eenmaal voor de staat. Wordt er wedstrijd gevendeld, dan bestaat de eerste helft van de toe- gestane tijd uit klassiek vendelen, waarbij gelet wordt op de houding, het mooie vlakhouden van de vaan, en de lochische opbouw van de fi- satie 1939 Kantonnementscomman- dant was als Kaptitein van een grensbataljon van het regiment Grenadiers en Jagers. Na vele omzwervingen in binnen- en buitenland vestigde ik mij met mijn vrouw in 1960 als rustend burger wederom in deze streek. I Aanvankelijk te Baarle-Hertog en een dezer dagen weer in Baarle- Nassau, waar ik dus van huis-uit thuis behoor en waar ik mijn laat ste levensjaren hoop door te kun nen brengen onder het volk waar uit ik voortkwam en met nauwe banden van oorsprong verbonden. In mijn prille jeugd mocht ik met moeder veel op bezoek in Alphen- Oosterwijk (tussen huis en schuur) in Baarle-Ulicoten, bij welke fami-

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1966 | | pagina 1