Historische Optocht een succes. w Mijn briefke ALPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM e. o. Laat grond op tijd onderzoeken uw Gemeente Baarle-Hertog Rioolaansluitingen NWMIH Herdenkingsfeesten Alphen WEKELIJKS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE GEMEENTEN naar CANADA DRUKKERIJ DE JONG Baarle-Nassau zaterdag 23 mei 1959 Nummer 21 in Regionaal grondonderzoek ie BAARLE-NASSAU o De feestelijkheden gaan verder. Zon dag 24 mei is er een muziekfestival. Om 1 uur défilé van de 18 deelnemende ge- zelschappen, die gezamenlijk de speciaal gecomponeerde Herdenkingsmars van Dir. v. d. Braak en het door Dir. A. de Jong gecomponeerde feestlied ten ge hore zullen brengen. Daarna wordt op Het magnesiumgebrek in granen is wel voldoende bekend, daar de meeste boeren die gele plekken in het gewas wel eens hebben gezien. Als men een plant bekijkt is het groen en geel getijgerd door elkaar en als het erg is wordt alles geel. Dan lijden de ge wassen veel. Bij aardappelen krijgen we eerst geel tussen de nerven, later bruine vlekken ook tussen de nerven. Het eerst het onderste blad. De opbrengst is dan ook veel lager. In de voeder- en suikerbieten worden de bladeren eerst lichter van Ideur, voornamelijk ook tussen de nerven en blijven veel in groei achter. Een nor maal gewas voederbieten neemt uit de grond op plm. 50 kg magnesium, dit is ongeveer 200 kg kiezeriet; suikerbieten plm. 75 kg magnesium, dit is ongeveer 300 kg kiezeriet. Geven wij dit niet, dan 2 kiosken geconcerteerd; bij de nood kerk en bij het station. Om half 8 volgt de première van het Alphen’s historisch toneelspel, ook spe ciaal voor deze gelegenheid door twee Alphenaren geschreven, in de noodkerk. Costumering, grime, verlichting en dé cor is stuk voor stuk vakwerk en zullen met het spel van 60 medespelenden een fantastisch schouwspel garanderen. Niemand uit Alphen of omgeving mag verzuimen dit uniek toneelgebeu- ren te bezoeken op een der zondagen 24 mei, 31 mei of 7 juni. Na afloop van dit toneelspel is er om plm. 11 uur een grootse taptoe bij het Streekmuseum, verzorgd door eigen Harmonie en Drumband. Zorgt dat U er bij bent a /.unaags, mar dan onttrekken ze ’t aan de grond, dus put ten de grond uit, of, als het er niet is, blijven ze in groei achter. Als wij ergens magnesiumgebrek krijgen is het op per celen, waar het jaar daarvoor bieten hebben gestaan. Stoppelknollen worden bij magnesium gebrek eerst geel tussen de nerven, het gewas sterft veel te vroeg af. Dat wij de eerste jaren na de oorlog maar slecht stoppelknollen hebben kunnen winnen, lag voor een groot gedeelte aan magne siumgebrek. Het magnesium-tekort speelt ook een rol bij het optreden van de kopziekte bij het rundvee. Dit is wel een ingewikkeld probleem, de kopziekte, en men is nog steeds aan het onderzoeken, welke fac toren hierbij allemaal een rol spelen. Al met al, de wet van het minimum gaat nog altijd op, de groei regelt zich naar datgene, wat er het minst aanwezig is. De beste opbrengsten krijgen wij als er een goede evenwichtige bemesting ge geven is, aangepast aan ’t grondonder zoek. Koper-onderzoek is ook mogelijk, maar voor algemeen-onderzoek is het duur, maar voor bepaalde percelen, die verdacht zijn van koper-gebrek, is het misschien wel goed dat ’t wordt onder zocht. De mensen van de voorlichtingsdienst komen al vele jaren op de bedrijven, maar de minste afwijkingen komen voor op die bedrijven die hun grond hebben laten onderzoeken en daarom wil ik de mensen van BAARLE-NASSAU aan raden, doet mee met 't grondonderzoek en sluit een abonnement af. De mon sters zullen dan worden gestoken zodra de gewassen het veld geruimd zijn. J. B. van Hoek, Ass. R.L.V.D. wezig is, en suikerbieten hebben meer nodig dan voederbieten. Met het laatste regionaal grondonder zoek te Alphen en ook te Ulicoten was 40% van het grasland te hoog in kalk- toestand en dat is ook zeer nadelig, want dan zijn alle sporenelementen slecht opneembaar. EEN GOEDE FOSFAATTOESTAND IS OOK EEN VOORNAAM PUNT De granen vertonen bij fosforzuurge- brek een paarse tot blauwe top van de blaadjes, die later geel worden en af sterven, de planten blijven kleiner en gedrongen. Voor een snelle wortelontwikkeling, voor het bloeien en de zaadvorming is fosforzuur ook vooral nodig. Op ’t gras land moet ook voldoende fosforzuur aanwezig zijn, want er wordt steeds iets in de melk afgegeven en ook voor de vorming en onderhoud van het geraam te is fosforzuur nodig. Als men te veel geeft, wordt het wel vastgelegd, maar meestal voor de plant minder goed op neembaar, omdat het wordt vastgelegd aan kalk- en ijzerverbindingen. En daar om is een bemesting, afgestemd op de voorraad die opneembaar in de grond zit, voor de planten het beste. Het humusgehalte hebben wij nodig om de kalkgift vast te stellen, want hoe hoger het humusgehalte is, des te meer kalk is er nodig om de kalktoestand om hoog te brengen. Zo ook om de magne- siumgift te bepalen moeten wij ook het humusgehalte weten. De kalitoestand is ook een voorname factor, te veel is niet goed en te weinig, dan geeft ’t gewas ook niet de opbrengst die het kon geven, als de kalitoestand van de grond goed was. Kaligebrek bij granen geeft rode bladpunten en de planten blijven in groei achter. De aard appelen worden bij kaligebrek eerst don ker groen en het bladgroen bobbelt op tussen de nerven, en de randen van het blad zijn dan wat naar beneden gekruld. Later krijgen ze een bronskleur. Te veel kali verergert het magnesiumgebrek bij alle gewassen, omdat het te veel aan kali het magnesium onopneembaar maakt. Bovendien als de grond eenmaal wat kali heeft vastgelegd, dan spoelt de rest naar diepere lagen in de grond. Dat ondervinden wij met de boomgaardmon- sters. Daar wordt ook de laag 20-40 cm diep onderzocht en daar vinden wij soms nog hogere cijfers dan in de boven grond. Dat is wel voornamelijk als er zwaar wordt bemest. Kali te veel geeft veel aanleiding voor het optreden van de kopziekte. stuk zouden bestaan, geen andere straf fen voorzien zijn. Art. 9. Deze verordening zal bekend gemaakt worden zoals voorgeschreven door artikel 102 van de gemeentewet. Het Gemeentebestuur van Baarle- Hertog spoort de enkele achterblijvers aan zich onverwijld in regel te stellen met bovenstaande politieverordening. Na het beëindigen der rioleringswerken mag er in de gerioleerde straten geen regenwater, afkomstig van de daken, nog op straat weglopen, en moet ieder huis voor de lozing van de huishoude lijke afvalwaters op het rioolnet zijn aangesloten. Tegen de overtreders van dit politiereglement zal onverbiddelijk worden opgetreden. Het Gemeentebestuur van Baarle- Hertog brengt ter algemene kennis dat de Bestendige Deputatie van de Provin ciale Raad van Antwerpen in zitting van 24 april 1959 voor kennisneming heeft gezien de gemeenteraadsbeslissing dd. 6 april 1959, houdende politiever ordening op de afloop van het regen en huishoudwater in de gerioleerde stra ten. Deze politieverordening behelst het volgende Art. 1. Alle daken, zowel van hui zen als van afhankelijkheden (stallen, schuren, enz.) die op de openbare weg uitkomen moeten voorzien zijn van een dakgoot die het regenwater opvangt. Art. 2. Het water uit deze goten moet door afleibuizen geleid worden tot op ’t peil der straat en onder de voetpaden weglopen naar de riool. Bij nieuwbouw moeten de afleibuizen minstens 5 cm in de gevelmuren inge werkt worden, en dit vanaf de grond tot aan de kroonlijst. Deze afleibuizen moe ten in zink of koper zijn, maar het on derste gedeelte tot een hoogte van 1,50 meter uit de grond moet uit een giet ijzeren buis bestaan. Art. 3. Het is verboden de huishou delijke afvalwaters, als daar zijn: keu ken-, bad-, was- en schoonmaakwaters, te kollekteren in sterfputten of af te voeren in grachten, sloten of langs de openbare wegen. Zij dienen langs onder grondse leidingen naar het gemeente lijke rioolnet gebracht. Art. 4. Ook afvalwaters die niet uit de woning zelf afkomstig zijn, maar ko men uit b.v. stallen of andere afhanke lijkheden of bedrijfsgebouwen, zonder daarom eigenlijke industriële afval waters te zijn, mogen niet op de straat ontlast worden. Zij dienen ondergronds naar de riolen afgeleid te worden. Art. 5. Het is verboden in goten, rio len en alle afvoerleidingen, zand, slijk, steengruis óf andere afval of vuilnis te werpen, van aard om ze te verstoppen. Art. 6. De eigenaar voor wiens woon huis of andere gebouwde eigendom door de gemeente riolen gelegd zijn of zullen worden, is gehouden zijn eigendom aan het rioolnet te laten aansluiten op een voudig verzoek van de gemeenteover- heid. Art. 7. De werken, met het oog op ’t aansluiten van de eigendom aan het rioolnet, zullen uitgevoerd worden, op kosten van de eigenaar, door de zorgen en onder de bevelen en het toezicht van de gemeenteoverheid. Art. 8. De inbreuken op de beschik kingen van deze verordening zullen ge straft worden met politiestraffen, voor zover door de wetten, de algemene of provinciale verordeningen die op het Het hoogtepunt van de festiviteiten t.g.v. het 1250-jarig bestaan van Alphen is vol glans gepasseerd. Op le en 2e Pinksterdag trok, begunstigd door be hoorlijk weer, de grote historische op tocht door Alphen’s feestelijk versierde en bevlagde straten. Weken en weken was aan de voorbereiding hiervan ge werkt; rolverdeling, repetities, aanme ten en passen van costuums en schoei sel, vervaardigen van allerlei attribu ten, het waren even zovele zaken die de organisatoren grote zorgen en slapeloze nachten hebben bezorgd. Maar thans hebben ze hun glorie dagen mogen beleven want op beide Pinksterdagen trokken in de vroege middaguren lange files van heinde en ver naar het landelijke Alphen, waar alles was gemobiliseerd om deze massa bezoekers op te vangen. Om 3 uur luidden de klokken als te ken dat de stoet zou starten, maar er moest nog even gewacht worden totdat de onophoudende stroom van bezoekers een plaatsje had gevonden. Hearut Backx met zijn drie trompet ters kondigden enthousiast de stoet aan die werd geopend door 12 dieptrom- mers en 7 druiden, ieder een letter van het woord „Alfheim” in runetekens dragend. Het heidense Alphen werd op levendige en fleurige wijze uitgebeeld door 3 sagen; die van de kanaalgraven- de kabouters, ingeleid door een voor treffelijke sprookspreker en besloten door een onovertroffen kraaiende haan; die van de fantastisch spelende laat- thuiskomers en gillende katvrouwen, en van de door een stoet van minnaars omgeven bekoorlijke Brunhilde. Het christelijke Alphen werd ingeleid door een prachtige groep acolyten en de H. Lambertus, die het hem begeleiden de volk tot het H. Doopsel voorbereidde. Dan volgde de groep van de bewoners der 11 hoeven; die door Engelbert sym bolisch aan de H. Willibrord werden ge schonken. Een keurig uitgedoste en stemmig zingende groep van 30 mon niken sloot deze episode af. De Middeleeuwen werden uitgebeeld door een machtige en prachtige groep Tempeliers in vol ornaat, een indruk wekkend acterende rechtspraak, de be noeming van een Schout en Secretaris van de Heerlijkheid Alphen - Baarle - Chaam. Daarna volgde ’n groep uit de Spaan se tijd, die de praktijk der belastingen en courtoisieën (steekpenningen) op realistische wijze fleurig in beeld bracht terwijl als sluitstuk van deze imposante optocht fungeerde een 25-tal ruiters en 4 amazones in kleurrijk costuum, die door het meedragen van vlaggen hulde brachten aan Alphen en de plaatsen die nauw met Alphen’s geschiedenis ver bonden zijn geweest. De bonte en levendig gespeelde op tocht had bij de talrijke kijkers een da verend succes. Onder deze naar schat ting 12.000 aanwezigen op de le Pink sterdag bevond zich Prof. dr. J. E. de Quay, juist benoemd tot minister-presi dent, met echtgenote en kinderen, de heer Kieboom, Chef van het Kabinet van de Commissaris der Koningin, en kele leden van het provinciaal bestuur, Jhr. mr. van Weede, secr. van de Hoge Raad van Adel, een groot aantal burge meesters uit de omliggende gemeenten, oud-burgemeester Ancion met echtge note, Dr. Rohling van het Ministerie van O.K.W., Prof. dr. Bijvanck uit Den Haag, de gouverneur der K.M.A., Kolo nel Kloppenburg der cavalerie, de Gar nizoenscommandant van Breda en de heer Sliepen van de Streek-VVV Bre da. Op 2ë-Pinksterdag waren er plm. 8000 toeschouwers. Zowel het Stichtingsbestuur als de ontwerper-regisseur, de heer Luc van Hoek, als de overige organisatoren kun nen op een zeldzaam geslaagd evene ment terugzien, zeldzaam in zijn grootse opzet en geslaagd door zijn prachtige uitbeelding en bevredigende belangstel ling. Het is nu 5 jaar geleden dat er BAARLE-NASSAU ’n regionaal grond- onderzoek heeft plaats gehad. Dus is het dit najaar weer tijd om grondmonsters te laten nemen. Nu zal de grondmonsternemer Jac Bastiaansen komen vragen om een abonnement af te sluiten, dan moet men in 5 jaar al zijn grond laten onderzoeken. Maar omdat bij zeer veel percelen het i nu 5 jaar geleden is dat zij bemonsterd zijn, zal men goed doen om zoveel mo gelijk monsters dit jaar of volgend jaar te laten nemen. Met een abonnement krijgen wij ook t 15% reductie in de onderzoekingskosten zoals bij een regionaal grondonderzoek. Het is van het grootste belang dat U de grond kent en weet hoe de toestand precies is. De monsters worden tegen woordig onderzocht op PH KcL, dit is de kalktoestand, verder het humusge halte, de fosfaattoestand, kalitoestand en magnesiumgehalte. Nu zullen wij deze onderdelen even beschrijven om aan te tonen dat het no dig is, dat men weet hoe de toestand van de verschillende percelen is. De kalktoestand of Ph KcL, die moet voor het bouwland zijn tussen 4,9 en 5,5, voor grasland tussen 5,1 en 5,6. Is de Ph lager dan krijgen wij in de gewassen zure ziekte, te weinig kalk, wat prak tisch altijd gepaard gaat met Magne siumgebrek, omdat als de kalktoestand te laag is, de Magnesium gemakkelijk uitspoelt. Bij een te lage kalktoestand is het bacteriënleven in de grond onvol doende en dan worden de meststoffen onvoldoende omgezet en opneembaar gemaakt voor de planten. Ook de stal mest wordt dan slecht verteerd, want de bacteriën zijn zoveel als de kok in de keuken. Wordt het niet klaar gemaakt voor het gebruik, dan kan men het niet opnemen. Nu is een goede stalmest-bemesting met matig verteerde mest of groenbe- mesting ook goed voor een goed bac teriënleven en dat moeten wij bevorde ren. Want dan hebben wij ook meer sa menhang in de grond en dat is nodig voor een goede kruimelstructuur. De kruimelstructuur bevordert een goede water- en lucht-huishouding in de grond en die hebben wij nodig voor de goede groei van de plantenwortels. Dan alleen kan de plant voldoende wa ter en voedsel opnemen om een optimale opbrengst te geven. Als de kalktoestand te hoog is, dan krijgen wij Mangaan- gebrek, omdat bij een te hoge kalktoc- stand het mangaan wordt vastgelegd. Haver is er zeer gevoelig voor. Eerst komen er bruine plekken op het blad, zo tegen dat de haver in de bel schiet, het blad buigt om en wordt geheel bruin en het gewas heeft een voddige indruk. Als wij dan veel droog weer hebben dan sterven vele planten. Bij een hoge kalktoestand is ook het Borium slecht opneembaar, wat vooral een rol speelt in de bieten. Het is bekend onder de naam van hartrot. In de bieten komen dan eind juli, begin augustus zwart bruine strepen op de bladstelen, de bla deren worden bruin en sterven en de bieten gaan nieuwe blaadjes vormen. De bieten staan stil in groei, dus bren gen minder op. De suikerbieten hebben dan een lager gehalte en men kan ze niet gerooid krijgen, omdat heel het blad afbreekt als men de bieten moet optrekken. Men kan bij ’n gewone kalk toestand ook wel boriumgebrek krijgen als er geen borium in de grond aan- Uitgave van Beste Giel en Truus, Mee de Pinksterdagen hebben de Al pheuse Herdenkingsfeesten hun hoogte punt bereikt. In de week tevoren ben ’k nog twee dagen bij Harrie’s thuis gaan helpen, want ze wilden daar persé mee heel de schoonmaak veur Pinksteren klaar zijn. We hebben ’s zaterdags tot 11 uur s avonds gewerkt, ,’t Lest hebben we alles veur t huis en ’t erf schoon opge reven, allemaal stripkes. Zeg Truus, ik maak er toch altij zo’n zonde van as er iemand mee z’n fiets overgereeën komt. ’s Zondags om drie uur vertrok den optocht veur den eerste keer. De zon scheen toch zo lekker werm, mee zo’ne dag gaan Harrie en ik anders meestal fietsen. Mar nou natuurlijk nie. Van Harrie’s thuis mossen ze allemaal in de optocht lopen, behalve hullie vader en moeder. We hoefden dus mar vier stoe len buiten veur ’t huis te zetten. Janus van de Smit kon van de zenu wen bekaant nie stil zitten, want Ma rieke moes Brunhilde zijn en ze liep midden tussen ’n groep van de knapste boerenzonen uit den omtrek, die alle maal ’n oogske op heur hadden. Ge be grijpt natuurlijk wel, da Janus er veul spijt van maakte dat hij nie dieën Fulco hee mogen zijn, mar ja, ik zeg mar zo, dat is mar goed, want anders zou dieën lompe Janus van de Smit zeker gezegd hebben: „Ik ga nie naar ’t klooster”. Harrie moest op ’t leste nipperke in n groep lopen, want ’t paard had pijn aan z’ne knie gekregen. Ik was echt trots op hem, want hij zag er zo vier- kant en zo stoer uit. Hij leefde helemaal mee, want hij verbeeldde z’n eigen dat ie ’ne volgeling van de H. Lambertus was. Aan de kaant stonden ze te roe pen: „Hé Harrie, zuurkop, waarom kiik- te gij zo lelijk, anders bende zo’ne leuke keutel Mar niks trok hij er z’n eigen van aan. Zo is ie mijnen Harrie. Nou, mar ’t was af en ’t is mar goed da gullie oe nie half in kunt denken hoe schoon ’t was, want anders hadde er nog veul meer spijt van gehad. En o—j- zijn we in Driek en Yvonneke, Stma en Marieke mee Janus en mij. 't Was er net inge maakte haring in 'n ton. Toen we om zes uur veur den ingang stonden was ’t er net zo druk als bij ’t uitgaan van de mis van half anders om. Ge zult wel opkijken da ik in plaats van Harrie, m’ne vrijer, schrijf. Mar ’t komt nog. Toen ik de koei aan ’t melken was riep ons moeder ineens: „Fina, er is telefoon veur jou”. Ik liep zo hard da’k m’n klompen bekant verloor. Het was hullie Stina, die zee: „Nou is Har rie toch ziek, kunde gij ’m nie op komen zoeken, want hij hee naar jou gevraagd” Toen ik er ’s avonds aan kwaam, zee ik tegen Harrie: „Ik denk da ’t mar 'n grapke is of ge hebt zeker ’ne kater en nou wilde gij mij wijs maken da ge door katwijven aangevallen bent, mar ja jon gen, daar geloofden onze bet-overgroot- moeders in den oertijd al nie eens meer aan. Want as ge zo’n sprookjes vertelt dan bende nie nuchter.” Mar hij zee: „Neeën Fina, da moette gij nou nie liggen te denken, want ik ben zo beroerd, da’k vandaag nog niks gegeten heb, m’n maag is zo leeg as m’n portemonnee en in zo’n geval kunde alleen mar nuchter denken. Mar as ge wa mee me op hebt, moette gij in mijn plaats mar ’ns ne keer schrijven, want in Canada zijn ze zo stik benieuwd hoe de feesten afgelopen zijn.” Dus nou weten jullie nog alles. Ik hoop da Harrie mar gauw beter zal zijn, want voor mij valt ’t nie mee om ’n briefke te schrijven. Bye, bye, zeggen ze bij jullie, hé. FINA VAN POSTEL ONS WEEKBLAD MAGNESIUM IS GEEN SPORENELEMENT MAAR EEN HOOFDELEMENT DE KALITOESTAND OP HET JUISTE PEIL IS EEN GROOT BELANG EEN GOEDE KALKTOESTAND IS NODIG

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1959 | | pagina 1