MANNEN EN VROUWEN ALPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM e. WEKELIJKS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE GEMEENTEN Pater Brosens Alphen Herdenkings feesten Mijn briefke Brief van o. naar fWNMIH CANADA Oude Alphense sagen DRUKKERIJ DE JONG Baarle-Nassau zaterdag 11 april 1959 Nummer 15 de het meer plaatsen tot een zelfde conclusie kunnen voeren. In elk geval is zij aannemelijker dan de afleiding „heim van Alef” - een Fries mannelijke eigennaam. De constructie Alf-heim - elf heimer - elf hoeven zou in het licht van de akte van 709 nóg een niet-onmogelijke aflei ding kunnen zijn. Dat komt ervan, Nillis, als ge kabou ter wilt spelen man, dan krijgt ge de klomp van de meid op je test en wel zó hard, dat ge de bulten acht dagen zorg vuldig onder je pet moet verbergen. zo we we Wij hebben de eer hieronder een schrijven mede te delen dat ons toekwam uit Congo en waarin onze Zeereerwaarde Pater Jaak Brosens zijn gevoelens van innige dank en verkleefdheid mededeelt aan de Pa rochianen en weldoeners. Wij hopen alzo best weder te geven de onver gefelijke indruk, die de parochie op onze zeer sympathieke missionaris heeft gemaakt. Ziehier de brief Woensdagavond gaf Alphens Mannen koor in samenwerking met de dames- zangvereniging Avanti haar jaarlijkse donateursavond, die prima geslaagd is. Na een kort openingswoord van de geestelijk adviseur kapelaan Arts brach ten bovengenoemde verenigingen aller eerst een tweetal gemengde zangnum mers, onder de bekwame leiding van hun directeur de heer A. de Jong uit Giize. Als hoofdschotel van ’t program ma werd een detectievespel opgevoerd, getiteld „Schorpioenen en miljoenen”. Het spannende en lugubere spel bracht de bezoekers al heel gauw in een heer lijke griezelstemming, wat ook de be doeling van het stuk was. De zaagstem van de hoofdrolspeler, dokter Li-Ping, de Chinese zonderling, en de korte afge beten woorden van zijn al even zonder linge huishoudster brachten de bezoe kers in een sfeer van een haast ondraag lijke spanning. Men leefde dan ook in tens mee in de geheimen van het huis van de dokter en met het geheimzinnige gedrag van de nieuwe butler, Rob. De ontknoping van het gehele geval kwam pas op het laatste moment en voor velen (ofschoon niet voor allen) als een totale verrassing. Wij zijn er van verzekerd dat verschil lende zwakkere naturen bij het lezen of zien van dergelijke griezelverhalen, de eerste nacht toch liever met het licht aan slapen om in de donkerte van hun slaapvertrek niet van alles te zien wat er niet is en zichzelf aldus een vrese lijke nachtmerrie te besparen. Jammer is het dat de zaal wel goed bezet, maar toch niet bom-vol was. Wij zouden dan ook de besturen van ge- I noemde verenigingen in overweging wil len geven dit stuk, dat wat repetities be treft, toch heel wat tijd in beslag heeft genomen, nogmaals voor het voetlicht te brengen. Vast krijgt men met de re clame die van het stuk zal uitgaan, nog een goed bezette zaal bij elkaar en zou zonder veel moeite de kassen der beide verenigingen aardig kunnen spekken. Tennisbaan Baarle Nassau Bij de inschrijving voor het speelsei zoen 1959, bleek de animo veel groter dan vorig jaar. Een flinke ploeg nieuwe lingen gaf zich op en verschillende avondspeeltijden waren direct bezet. Dit neemt niet weg dat enkele geoefende spelers en speelsters nog gaarne aan sluiting zoeken bij anderen, om ook ge zamenlijk tot een geregelde tennisavond te komen. Liefhebbers worden gaarne uitgeno digd voor een bespreking. In het a.s. seizoen zal geprobeerd wor den, na een onderlinge selectie, om met enkele dubbel-spelen uit te komen o.a. tegen Alphen en zo mogelijk ook tegen andere plaatselijke of bedrijfsgroepen. Zo zal getracht worden de tennissport, die heus niet duurder is dan welke an dere sport, meer populair te maken. Ook voor dames en heren van ouder dan b.v. 30 jaar is deze sport geschikt en buitengewoon gezónd. Komt U eens kijken op de demonsta- tie-middagen, welke in de eerstvolgende weken gehouden zullen worden de grote "zij spek. Daar gilt de meid, de lan- Lisala, 25 maart 1959. Zeereerwaarde Heer Pastoor, Heel deze brief zou een „dankbetui ging” willen zijn aan U en aan al Uw parochianen, aan al dat goei volk van Baal dat ik heb leren kennen en waar deren, dat me zoveel blijken van op rechte genegenheid getoond heeft, dat me zo sympathiek ontvangen, gesteund en vaarwel gezegd heeftGelieve nog maals mijn zeggensman te wezen bij allen Dank ook aan allen die meekwamen tot aan het vliegtuig: ik had U en hen zo gaarne allen meegenomen naar Con go, want er is werk hier, meer dan waar ter wereld ook, en bovenal: de mensen zijn ons genegen, ze willen me, ze wil len vooruit. Veel sympathieker dan ooit tevoren, werd ik hier ontvangen, hon derden handjes werden gedrukt: blije, open, hartelijk genegen gezichten over al: ze grepen m’n hand met hun twee handen tegelijk Ik ben nog lang niet rond met „goeien dag” zeggen; en... ze hebben veel te vertellen en veel te vra gen, over van alles: over ons Moeder, onze Louis en Miet en hun kinderen, over de Pastoor en de parochie en het hele dorp; waar ik overal geweest ben, wat ik allemaal gezien heb enz. enz. En dan ook steeds deze vragen: „Pa ter, waarom zijt ge zolang weg geble- Vriend Giel, Te zondag rond 11 uur, toen ik terug kwaam van m’n Fina, stond ik in Baal op de Singel bij da bord te kijken van de Alphense Herdenkingsfisten, toen van rechts Driek van ’t Uilekasteel aan kwaam gereeën, die terugkwaam van z’n Ivonneke van de Krommehoek, en van de Alphenseweg af, Janus van de Smid, die naar ons Marieke gewiest was. Da was nog nooit gebeurd, da we schoon bij mekaar uitkwamen, as wiesten vrijen waren, daar konden wel ’ne borrel op gaan pakken. En laat ik nou mar beginnen mee te zeggen Giel, da’k spijt heb as haar op taarn kletst op de vloer en we horen een harde klap. „Verd... da’s onze Nillis,” vloekt de oude boer en nu merkt iedereen de twee de, lege stoel. DE KABOUTERS VAN DEN BRAKE KELDER ’t Is december. Barkoud. Stikdonker is de avond. In de grote keuken van de Princehoeve zit heel het huisgezin rond de warme plattebuiskachel. De boerin snijdt met forse trekken vingerdikke boterhammen. De koffie dampt, het avondmaal zal beginnen. In alle bedrij vigheid drentelt de oude vrouw nog heen en weer. Van de kachel naar de tafel en de spin (kast). Zo smakelijk kan de oude baas in de hoek van de haard ver tellen. „Voordat we gaan eten, Mieke, moet ik je nog wat zeggen. Gij zijt pas bij ons in dienst gekomen en het is mijn plicht je te waarschuwen. Ge weet, dat er on der ons huis grote kelders zijn. In over oude tijden zijn de kabouters daarin ko men wonen. Soms schijnen ze nog wel eens terug te komen. Want het gebeurt, dat als ge ’s avonds met een brandende kaars naar beneden in de kelder gaat, dat midden in de kelder ineens je kaars wordt uitgeblazen. Dan mot ge niet ver schrikken, want dat doet dan een of an dere kabouter. Overigens doen ze geen kwaad. Ze helpen ons goed, want ze houden de muizen en ratten weg uit onze kelder.” „Komt allen nou eten,” riep de oude vrouw en ze sloeg alvast een zeer groot kruis. „Mieke jouw plaats is daar. Nillis, jouw plek is vlak neffen onze Drik.” Wat gingen er de spijzen met smaak in. Stapels brood verdwenen en verhuis den van de gezellige tafel naar de eet- grage magen. „He, Mieke ga eens naar de kelder en haal de zij spek eens. Steek maar een kaars aan. Ze ligt in de tweede kelder op de bank rechts.” Mieke ging naar de schouw. Stak de lantaarn aan en dribbelde naar de half- opene kelderdeur. ...Twee stoelen stonden leeg aan tafel... Zwijgend wacht het huisgezin op Toneeluitvoering door en voor het jeugdhuis Baarle-Nassau Ondanks het feit dat het reeds laat in het seizoen was, konden het bestuur en de leden van het Jeugdhuis zich zon dag j.l. verheugen in een bijna volle zaal toneel-enthousiasten. Uit de veelvuldige spontane reacties van het publiek mogen we wel afleiden dat de aanwezigen met volle teugen van het goedvertolkte spel genoten hebben. Buiten de opvoering van de twee kluchten was ook de loterij een groot succes. Daarom willen wij de mensen, die zo welwillend waren een prachtige prijs te schenken - want de prijzen wa ren werkelijk magnifiek - en daardoor de loterij zo deden slagen, nog eens har telijk en oprecht danken. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat degenen, die deze eerste toneeluitvoe ring van de leden van het Jeugdhuis ge zien hebben, ook een volgende keer geen verstek zullen laten gaan. Bovendien zijn we er zeker van dat de jeugdige spelers in het volgend seizoen op een tot de nok gevulde zaal kunnen rekenen, want eenieder die een juist be grip heeft van het Jeugdhuiswerk, wil en kan niet nalaten deze tak van sociaal werk te steunen. Jammer genoeg zijn er nog te veel mensen voor wie „Jeugdhuiswerk” iets heel vaags is. Om ook die mensen een juiste visie op deze branche van Jeugd werk te geven, zijn wij van mening hier aan enkele artikelen in de eerstvolgende nummers van „Ons Weekblad” te moe ten wijden. Wij hopen dat U van deze artikelen notitie zult nemen. De schrijfwijze varieert in de geschie denis. De akte van 709, waarop de herden king is gebaseerd, schrijft ALFHEIM. Het testament van de H. Willibrord uit 739 vermeldt ALPHEIM. Later vindt men ALFEM, zelfs AMPHEIM en ALPHEIN, doch na 1444 regelmatig ALPHEN. Bekende hedendaagse toponomisten, waaronder Prof. Dr. Gijsseling te Gent, leiden de naam af van alf of elf. Er be stonden in het oude volksgeloof twee soorten elfende zwarte en de witte. De zwarte waren er op uit om het de men sen lastig te maken, maar de witte be waakten de grafvelden en hielpen de mensen in hun noden. Als wij denken aan de ontelbare grafheuvels die hier vroeger bestonden, is het begrijpelijk dat de mensen die plaats noemden het heim van de elfen of alfen - Alfheim. In ver schillende oude sagen, die bewaard zijn gebleven en in de historische optocht op 17 en 18 mei a.s. zullen worden uitge beeld, spelen de elfen een grote rol. De befaamde geleerde Wendelinus hééft rond 1600 Alphen genoemd: Ale- facis en deze verromeinste naam óp zijn landkaart bij de Salische Wet opgeno men. Zeker zal de plaats een verromein ste naam gehad hebben - de Romeinen hadden hier gedurende omtrent 250 jaar een vesting - maar veel waarde hoeft men overigens aan deze naam niet te hechten. ’n Hoogleraar in oude talen te Utrecht heeft de verklaring gezocht in het la- tijnse woord albus (is wit). Dit zou te- samen met de verklaring van Prof. Gijs seling over de witte elfen der begraaf- Uitgave van DE BÉSTE en niet duur. Tube @5-70-45 c tie. Dapper ploeterden we verder. Af e 'toe bleven we efkes zicten rusten, zo o handen en voeten. Hedde gij ooit al o handen en voeten en bovendien mee ’r kwak borrels in oe maag zitten ruster Giel Da kunde nie, dan valde om. E zo gebeurde ’t ok mee ons, één veur lieten we ons eigen op ons knieën zak ken, ondanks de 10 cm drek en viezighei die daar vort in de buizen stond. En toen ineens riep ik: mannen, hier is de af voer al aangesloten, ruuken jul lie da nie ’t Stinkt naar mozegootjes en pleeën. Ik geloof, zee Janus, dat ’t ouw mannenhuis er al wel op aangeslo ten is, mar ans toch niks Ans toch niks, riep ik, is da nie genog Kruip mar deur, zee Janus, dan zijn we zo aan dieën put die daar open lee en dan kun nen w’er uit Plons... plons... kropen we wijer. We deeën ’t vort mar gewoon op ons knieën, da schoot beter op en ons paas-pakken waren toch al lang naar de mallemoer. Mar hoe we ok kropen, er kwaam ginne put die open lag. We wieren bang en... nuchter. En wir zaten we te rusten, ge woon op ons gatten zaten we, krom in een gedoken. Janus, zee Driek, waar lag dieën open put, daar motten we toch vort zijn. Ik denk, zee Janus benepen, da ze’m van daag toegelee hebben, mar giesteren lag ie nog open. Er zat niks anders op dan om te draaien en terug te kruipen, mar hoe we ook probeerden ons eigen om te keren, I ’t ging nét nie En ge voelt ’t al, hé Giel, we mossen terug-uit kruipen, heel den eindeloze lange weg die we gekomen waren. Ziede ons kruipen Giel, ziede hoe wij ons eigen aftobben om eruit te ko men. Twee keer stampte Driek mee z’n grote schoenen tegen m’ne kop aan om- da tie te snel teruguit kroop. En wel tien keer hoorde ik Januse sakkeren omda’k op z’n handen trapte. En eindelijk, na wel vijftig keer ge rust te hebben, kwamen we in de open lucht. Dood-moei... mar dood-gelukkig omda we ’t overleefd ha’n Hoog boven ons stonden de sterren te knipogen en van den Belse toren vielen drie slagen. Drie uur Niemand hee ’t gezien hopen we en we zullen ’t ok tegen niemand vertel len. Van de week hebben we ons „riolen- pak” uit laten stomen, ’t Hee stiekum motte gaan, da begrijpte. Giel, laat deez briefke nie aan oew Truus lezen, ze mos ’t ’ns naar huis schrijven. Zeg de groeten hé. Harrie van de Keutelberg. P.S. ’s Anderendaags zijn we nog terug- gewiest om het geld te halen, da we op die buis gelee ha’n, mar weg. Er zal wel een advertentie komen denk, van gevonden ven We dachten dat ge niet meer j zoudt komen?” .,O mensen, de dok ter hield me tegen „Pater, hebt ge kou geleden „Ja, soms nogal wat; maar ik heb goed gerust„Pater, wat zijt ge dik geworden „Ja men sen, ik ben naar huis geweest, en ik heb ’t eten van thuis weer eens gegeten Als men thuis eet, wordt men dik en sterk: dat weet ge toch, he?” „Ja, zeggen ze dan, thuis smaakt ’t eten best, Pater en dan lachen ze met heel hun mond en hun mooie witte tanden Zo ben ik hier dus weer terug in Li- sala, bij die goeie eenvoudige mensen, die U allen dankbaar zijn omdat ge mij liet terugkeren en omdat ge mij met zo veel genegenheid gesteund en geholpen hebt. De reis verliep zeer rustig en vlot. Van Brussel vlogen we over Frankrijk, Spanje en Portugal naar Lissabon, waar we om 11 uur ’s nachts daalden, 't Re gende. We hebben ongeveer ’n uur be neden geweest. Om 12 uur opnieuw om hoog: over de zee en de woestijn naar Kano, in Frans Afrika; ’s nachts slie pen we goed; om 7 uur werden we wak ker. Prachtig die opgaande zon over de woestijn Om kwart over 8 daalden we in Kano en bleven er drie kwartier; 't was warm, zeer warm. Dan opnieuw omhoog, over eerst schraal land, dan steenachtige heuvels en bos, tot we om kwart na twee, maandag-middag, in Leopoldstad daalden, in een warmte van 32 graden Celsius in de schaduw De controle der valiezen was vlug gebeurd daar ik geen wapens en geen munitie vervoerde, was er ook niets aan te ge ven Een Pater kwam ons halen en voerde ons met pak en zak naar de Prokuur, dit is ’n tehuis waar missionarissen eten en logement vinden. Eerst eens flink wassen, kleren verversen en dan overal gaan kijken. In Leopoldstad hebben de Paters van Scheut 12 parochiessommige liggen totaal plat, zoals U weet uit de gazetten en gezien hebt op de televisie. Maar er is weer volledige rustpaters en zusters werken zoals voorheen. Sommige wonen in kleine huisjes die de negers hun ga ven in afwachting dat de puinen her opgebouwd zullen worden... Ik verbleef in Leopoldstad tot 15 maart; in Lisala kwam ik aan op 15 maart ’s middags om 2 uur. (’t vervolgt...). Aan allen nogmaals hartelijk dank. Pater Jac Brosens. m’ne kop, da’k da gedartn heb, want ’t is ’n dure borrel geworren. Want ’t bleef nie bij éne, ’t bleef bij gin zeuven ok nog ’ns nie En dan te weten da we nie tegen borrels kunnen, omda w’er prak tisch nooit drinken. Mar die motte net hebben; binnen ’n half uur waren we zo zat as ’ne mispel en lalden en zongen da ’t nimmer schoon was. We zouwen veur da we naar Alphen reeën, eerst Januse naar huis brengen, ofschoon we meer as genog aan ons eigen ha’n. En toen kwaam ’t. Ja Giel, toen is ’t gekomen. Veur op de Chaam- seweg zijn ze riolering aan ’t leggen en as ’n klein tunneltje stak daar ’n riole- ringsbuis uitdagend onder de grond uit. Net zo’n gat om in te kruipen as ge zat bent net as wij. Veur éne bak bier, die wij zelf zouwen betalen zouwen we er deur kruipen tot aan de eerste put, 75 meter zowa. Deeën we allemaal mee Ja, we deeën allemaal mee. Mar eerst geld uitleggen. We leeën ieder vijf gul den boven op ’n buis die nog neffen de weg lag en één veur één doken we de riolering in Binnen 5 minuten waren we aan de eerste put en ha’n we onze bak bier ver diend. Mar hoe we mee ons lompe zatte kracht da deksel ok op wilde tillen, 't zat hardstikke vastWe kruipen wijer, lalde Janus, vier putten wijer is er ene waar ginne deksel op lee, daar kunnen w’er langs uit. En zo kropen we mee drieën op ’n rijke wijer. En plezier lijk we ha’n. Da ons pak vuil wier tot en met daar dachten we nog nie aan. Mar toen we ’n bietje wijer nattighei gewaar wie ren en ’t steeds glibberiger wier, ging ok ’t plezier er ’n bietje af. Véür mijn kroop Driek en achter mijn kwaam Ja nus, want ans ha’k al lang teruggekro pen. ’t Begos er benauwd te worren in de buizen en ’t leek net of er steeds meer water en drek in kwaam staan. Is ’t nog wijd, zee ik tegen Janus, ik zou ans wel terug willen. Nog efkes, zee Alphens Mannenkoor en Avanti j brachten donateursavond I Wij moeten de Schepper danken, dat Hij de mensheid verdeeld heeft in man nen en vrouwen. Het onderscheid tus sen de beide geslachten is niet op de eerste plaats een bron van gevaren (al kan het dat óók zijn), het is vóór alles een bron van vreugde, want het bindt de mensen aan elkaar en het is een van de machtigste wortels der deugd van Liefde. Hoe gelukkig zijn twee jonge mensen wanneer zij elkaar hebben ge vonden Hoe blij zijn de ouders, bij het zien van de liefde hunner kinderen (ook al brengt het vertrek uit het ouderlijk huis voor hun vader en moeder de smart mee van de scheiding) en hoe dankbaar zijn echtgenoten voor de steun, die zij zelf in eikaars liefde hebben ontvangen! Geen enkel mensenleven wordt gespaard voor leed en verdriet (en dat is goed, want het lijden kan ons rijper en wijzer maken). Maar wanneer echtgenoten el kaar beminnen, is het wezenlijke van ’t geluk veilig gesteld. Een rijpe, volwassen liefde tussen de ouders straalt vanzelf uit op de kinde ren. Als de ouders met elkaar gelukkig zijn, worden de kinderen ook gelukkig. Geen opvoedingsmaatregelen zijn zo machtig als de liefde der echtgenoten voor elkaar. Ja, de zorgvuldigste opvoe ding en het meest nauwgezette gods dienstige voorbeeld blijven beneden het verhoopte resultaat, wanneer de echt genoten niet onderling gelukkig zijn in hun liefde. Het kind lééft van de liefde die het ervaart van zijn ouders, maar die ouderliefde is de vrucht welke van zelf groeit aan de stam der echtelijke liefde. Deze enkele woorden uit de bischop- pelijke brief van Mgr Nierman, Bisschop van Groningen, meenden wij U niet te mogen onthouden, daar zij te belangrijk zijn. De voornaamste woorden van herderlijk schrijven zouden we in verstand moeten prenten om nooit 1 te vergeten, we willen ze gaarne nog De naam „ALPHEN” i ons ONS WEEKBLAD éénmaal herhalen: „Als de ouders met elkaar gelukkig zijn, worden de kinde ren ook gelukkig.” „Als ge de vreugde van de verliefdheid en de liefde reeds hebt ervaren, dan weet gij dat het leven heerlijk is en dat de glans der godde lijke mildheid over ons allen ligt uitge spreid.” W.W.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1959 | | pagina 1