1 w MHIMIHl ALPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM PLICHTEN VAN GETROUWDEN WEKELIJKS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE GEMEENTEN Herdenkings feesten Mijn briefke Alphen e. o. voor de landbouw naar CANADA Verjaarsgeschenk Korte wenken DRUKKERIJ DE JONG zaterdag 4 april 1959 w.w. BAARLE-HERTOG bij nieuw ingezaaid grasland. Het beste is, in de weide wat droog eiwitarm voder bij te voeren bijv, droge pulp of weidekoek of schraal hard hooi of goed gerstestro. De eerste dagen de koeien ’s nachts op stal zetten als het kan is ook gunstig voor de overgang, want koude nachten kunnen het optre den van kopziekte versnellen. J. B. v. Hoek, Ass. R.L.V.D. Wij moeten zorgen dat wij een rant soen voeren, waarin de verhouding van eiwit en zetmeelwaarde goed is, vooral op het laatst van de staltijd zeker niet te eiwitrijk voeren, want dan drijft het te hard op de melkgift en dan zijn het gevaarlijke koeien om de kopziekte te krijgen. Wij moeten ook zeker voldoende mi neralen door het meel voeren. Het is aan te bevelen om op stal al wat gras of snijrogge bij te voeren voor de over gang. Als men nog al eens een koe met kopziekte heeft, kunnen wij het beste al in de stal Magnesiumhoudende koekjes bijvoeren. Een eetlepel keukenzout per koe per dag is ook gunstig. In de weide kunnen wij een pekelbak plaatsen, waar in 2,5 kg keukenzout per 100 1 water gedaan wordt. Hiernaast moeten zij nog over gewoon drinkwater de beschikking hebben. Toen men St Paulus te Efese vroeg naar de plichten van getrouwde men sen, antwoordde hij niet alleen wat en hoe zij moesten doen, hij vertelde hun ook wie zij door het huwelijk waren ge worden en op wat voor duizelingwek kend plan de echte liefde het samengaan van twee mensen tot samen-zijn maakt. Luistert maar eens wat hij zei: „Gij vrouwen weest onderdanig aan uw man, als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het Hoofd is van de Kerk: Hij die de ver losser is van het Lichaam. Welnu, zoals de Kerk onderdanig is aan Christus, zo moeten in alles de vrouwen het zijn aan haar man. Gij mannen, hebt uw vrouw lief, zoals ook Christus de Kerk heeft bemind. Hij heeft zich voor haar over geleverd: om haar te heiligen en te rei nigen door het waterbad, vergezeld van het woord. Om zich een heerlijke Kerk te bereiden zonder vlek of rimpel of iets van die aard, maar heilig en zonder enige smet. Zo moeten ook de mannen hun vrouw liefhebben als hun eigen li chaam; wie zijn vrouw bemint, heeft zichzelf lief. Welnu, niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; maar hij voedt en verzorgt het, zoals ook Christus het doet met de Kerk, omdat we ledematen zijn van Zijn Lichaam. Daarom verlaat de man vader en moeder en hecht zich aan zijn vrouw, en die twee zullen één vlees worden. Dit geheim is groot, ik bedoel: zijn verhouding tot Christus en de Kerk. Maar hoe het ook zijieder van U moet zijn vrouw liefhebben als zich zelf en de vrouw moet eerbied hebben voor de man...” Zo sprak Paulus tot zijn tijdgenoten (je kunt er alleen maar over mediteren, je kunt het niet begrijpen) hij noemt de liefde tussen man en vrouw dan ook een groot geheim, ’n ondoorgrondelijk groot mysterie. Gehuwden zouden elkaar moe ten ontmoeten in Christus, die Liefde is, wiens liefde overslaat op hun liefde. Dit is in ieder geval zeker waar: wanneer wij Christus uit ons huwelijk uitsluiten, zal ons huwelijk ten onder gaan. In heel veel gevallen is de kalibemes ting op grasland te zwaar. Als een per ceel gier ontvangen heeft, dan moet men daar zeker geen kali meer bij geven, tenzij dat de kalitoestand laag is en men wil hooien, dan mag er mis schien wat kalizout bij. Een te hoge kalitoestand is gevaarlijk Pater v.d. Heyning uit Baarle Idumbe, Vastenavond 1959. Beste Missiebietjes, Dorpsgenoten en missievrienden, Hier enkele krabbels als dank aan de missiebietjes die onze kerkdiensten flink helpen opluisteren, als dank ook aan dorpsgenoten en missievrienden, welke innig met hun missionarissen meeleven. ’t Is vandaag Vastenavond. Het schoolprogram dikteert vrijaf Bij het vernemen van dit nieuws gaat er ’n lawaai op als op ’n voetbalplein, waar één van twee elkaar metende ploegen het winnend doelpunt bijzet. Wat gedaan Klasjongens en meesters met netten, boog en pijl het bos in. Wat zullen ze bedrag van een collectiviteit. Wij menen te handelen in de geest van de Koningin, wanneer wij haar een be drag ter beschikking stellen, dat zij naar haar inzicht kan bestemmen voor een algemeen doel. Daarnaast hopen wij een deel van de bijdragen te mogen aanwen den voor een persoonlijk geschenk. Deelneming aan deze gezamenlijke actie is mogelijk tot 25 april a.s. door storting van bijdragen hetzij bij de Post cheque- en Girodienst op nummer 640.000, Amsterdam, hetzij bij de Ne- derlandsche Handel-Maatschappij N.V. te Amsterdam, beide ten gunste van de rekening „Verjaarsgeschenk H. M. de Koningin”. Bovendien kunnen bijdragen plaatselijk worden gestort ten bate van een dezer beide rekeningen bij alle bank kantoren in het gehele land. Dit geldt niet alleen voor de kantoren der han delsbanken en boerenleenbanken, maar ook voor de spaarbanken. Wij houden ons ervan verzekerd, dat dit initiatief algemeen weerklank zal vinden.” Gaarne willen wij U door deze opwek ken aan de oproep van het Comité in flinke mate gevolg te geven. Het is niet de bedoeling een collecte te houden. Echter naast particuliere stortingen op Boerenleenbank e.a. zouden gezamenlij ke bijdragen bijeen kunnen worden ge bracht, b.v. door leden van organisaties en verenigingen, door medewerkers van bedrijven of door leerlingen van de scho len. Laat onze liefde voor de Koningin duidelijk spreken en deze betuiging zich demonstreren in een ruime bijdrage. De Burgemeesters van Alphen c.a., Baarle-Nassau en Chaam In het vooruitzicht van de 50ste ver jaardag van Hare Majesteit de Koningin heeft zich, met instemming van de re gering, een Comité gevormd, hetwelk het volgende manifest heeft uitgegeven: „Nu de vijftigste verjaardag van Hare Majesteit de Koningin aanstaande is, blijkt alom het verlangen levendig niet alleen om 30 april 1959 op buitengewone wijze te vieren, maar ook om aan de ja rige persoonlijke aanhankelijkheid te be tuigen. De ouderen onder ons herinneren zich nog goed de vreugde, die ons land ver vulde, toen op 30 april 1909 in ’t Oranje huis een Prinsesje het levenslicht zag. Die vreugde is bij het opgroeien van Prinses Juliana het begin gebleken van een grote liefde van het Nederlandse volk in al zijn geledingen, zich open barende in een hartelijk medeleven met haar huwelijk en gezinsleven, in een vu rig verlangen tijdens haar ballingschap om haar weer in ons midden te zien. En toen zij, na de troonsafstand van Ko ningin Wilhelmina, bij de inhuldiging op 6 september 1948 haar onvergetelijke toespraak hield, beseften wij allen, dat wederom een hoogstaande, rijkbegaafde vrouw de troon der Oranjes had beste gen, het Koninkrijk der Nederlanden ten zegen. Heden leeft Koningin Juliana, wijs met de ouderen en als een jeugdige met de jongeren, tezamen met haar ge zin midden in haar volk. Wij vertolken stellig een overal in het Koninkrijk levende wens, door met instemming van de Regering het ini tiatief te nemen om haar ter gelegen heid van deze bijzondere verjaardag ge zamenlijk een geschenk aan te bieden, een geschenk waarin ons diep respect en onze warme genegenheid jegens de Draagster der Kroon gestalte kunnen krijgen. Ons Comité wil alle Nederlan ders en alle Nederlandse organisaties, verenigingen, instellingen en bedrijven in de gelegenheid stellen om aan dit ge schenk bij te dragen; daarbij zal het persoonlijk offer van bescheiden om- Op 21 mei 709 verschijnen én Alphen én Tilburg én Berne voor het eerst in de geschreven geschiedenis. In de schen kingsakte, vermeld in het Echternacher Liber Aureus uit 1191, dat het origineel copieert, worden de drie plaatsen ver meld Alfheim en Tilliburgis in de gouw Texandrië en Birni in de gouw Testerve- tum (Teisterbant). Het Gulden Boek van Echternach wordt thans bewaard in de Landesbibliothek van Gotha in Oost-Duitsland, vanwaar met veel moei te een fotokopie werd ontvangen. Aengilbert, een edele en vrije Frank, schenkt bij deze akte zijn te Alfheim ge legen bezittingen (11 hoeven en een ver sterkt herenhuis) en één hoeve te Berne aan St Willibrord. Hij had dit alles, met andere goederen te Eersel en Diessen, geërfd van zijn vader Gaotbert. De schenking te „Alfheim” omvat zeker ’t grondgebied van Alphen, Chaam Riel; zeer waarschijnlijk evenwel gehele grondgebied tussen Mark Donge. In 1950 is aan de westelijke rand van de huidige dorpskom een rijk mero- vingisch grafveld opgegraven. Deskun dige archaeologen schatten de gebruiks- periode van die begraafplaats van 550 tot 700 na Chr. Alphen zou op grond van deze gegevens en van hetgeen be kend is omtrent de begraafgewoonten van de Franken mogen aannemen, dat de opgegraven wapens- sieraden, ge bruiksvoorwerpen en urnen afkomstig zijn van Gaotbert, de vader van Aengil bert, en van diens gehele familie. Lang vóór 1950 - reeds vanaf 1792 - zijn te Alphen belangrijke vondsten ge daan, welke tesamen met vondsten uit de laatste jaren wijzen op een zeer vroe ge bewoning. Onderzoekingen uit de laatste tijd hebben duidelijk aangétoond dat in Alphen een continué bewoning is weest vanaf ’t jong-steen-tijdperk (plm. 2500 vóór Chr.) en waarschijnlijk uit het midden-steen-tijdperk (rond 5000 vóór Chr.). Uit de latere Bronstijd en Ijzer tijd (800 vóór Chr.) en uit de Romeinse periode (57 na Chr. - 406 na Chr.) - (Alphen lag op een kruispunt van de Romeinse heerbaan van Antwerpen naar Heusden en Utrecht en van Maastricht naar Holland) - zijn verschillende vond sten gedaan, terwijl vooral het boven vermelde grafveld uit de Merovingische tijd (406 - 750 na Chr.) een schat aan materiaal opleverde. Missiebrief van Anderen wagen hun kans aan 'n ri viertje met ’n vislijntje en... dit zeker niet tevergeefs, want O. L. Heer is voor hen ook meer dan goed geweest met deze streek dik te bezaaien met stromen en rivieren, waar de vissen als ’t ware vechten om ’n plaatsje. Ge ziet vanhier: felle amusatie bij de zwarten om enkele vissen aan de haak of in de fuik of in het net te krijgen. En morgenvroeg zit de kerk vol goed- gestemde zwarten wachtend op hun as- kruiske als inzet van hunne vasten. Ja, ons missionarisleven heeft altijd zijn lichtpunten: wel, op de laatste dag van de eerste maand heb ik weerom ’n 36-tal klasjongens mogen dopen. Als ge ze zo dagelijks in uw onderrichtingen voorbereid op dat grote sakrament en hun persoonlijk leven zoveel mogelijk na gaat, staat ge toch te kijken om hun grote ijver voor hun zaligheid. Op de dag van hun Doopsel bijzonder, is de missionaris gelukkig om die kinderen. Gewoonlijk komen dan ook de ouders naar de missie, want ’t doopfeest wordt goed gevierd en de ouders doen goed mee. Ge denkt dan, wat ge moet zeggen om Gods barmhartigheid en goedheid bij die mensen ingang te doen vinden, want het zijn heidenen. Ge maakt een volgen de vergelijking en tegenstelling „Ouders gij gaaft uw kinderen ’t natuurlijk le ven; blijvend danken zij u erom; van daag kregen ze nog een schoner leven, het léven in vriendschap met God.” „Ouders, gij hebt ’n kieken meege bracht om met uw kind het doopfeest te vieren. Wie van u zal dat kieken alleen opeten en zijn kind zeggen: ’t is feest om u, maar gij moogt niet meeëten?” „Ah niemand zeggen ze. „Wel, uw kind is Gods vriend, waarom gij niet Uw kind zit aan Gods feestdis, waarom gij niet? Waarom verplicht gij uw kind alleen te zitten aan die dis? Wat zoudt gij zeggen als uw kind straks zegt Mama en Tata, ik eet niet mee van dat kieken, ik ga niet aanzitten aan het feest „Ah, zeggen ze, we zouden sterven van verdriet en het zou ons helemaal niet meer smaken dat lekkere kieken.” Wel, die droefheid heeft elk goed kind en ook ik, om u ouders, zolang ge niet vraagt om de genade van het doopsel. Ik zeg, zo probeert ’nen mens wat ervan doorsijpelt tot in hun bewustzijn Mis schien niet veel, want ze zitten vast in het heidendom; ’n school kenden ze niet daarom heeft de Reispater dikwijls wei nig troost en niet veel vrucht te boeken bij deze kategorie. Hoe krijgen we ze dan Tegelijk ook met gebed en vasten zullen we ze veroveren. Wie doet er mee? Om nu terug te komen op hetgeen het schoolprogram dikteerde: Vrijaf! Drie wilde varkens in de netten, maar... ook dwars er door. Er was te verdelen: één stekelvarken en twee vogels. Op de terugtocht wogen de netten zwaarder dan het vlees en dat betekent een slech te jacht of misschien in dit geval juis ter uitgedruktslechte jagers Uw dorpsgenoot, Pater Van De Heyning. Vriend Giel, En nou dachten wij hier in Alphen dat wij 't oudste durp waren hier in de omtrek, mar nie waar hoor Och God neeën. In Chaam hebben ze nou ineens ontdekt da ze 250 jaar ouwer zijn as wij. Da's iets hee Giel. Ja jó, die zijn natuur lijk, nou da’s ze overal geleesd en ge hoord hebben, da we in Alphen straks, om juist te zijn op 21 mei, krek 1250 jaar bestaan, mee geweld aan ’t zuuken gegaan wanneer hullie eigenlijk precies geboren zijn. En laat ze nou ergens van die ouw papieren gevonden hebben, waar in staat dat in de 5e eeuw Chaam al ’n gerechtsplaats was, waar ze uit maakte hoelang da kwaai mensen in ’t kot mossen en zo. Waar da ze die ouw papieren gevonden hebben, weet ik nie, en of ge ze moogt zien da weet ik ok nie, mar da ze die hebben is echt, want ’t stond in ’t dagblad. Volgend jaar, in 1960 dus, is Chaam precies 1500 jaar oud. ’t Is geluk heb ben da ze zoiets net ’s jaars van te veu- ren vinden, want ha’n ze ’t ’n paar jaar later gevonden ha’n ze nie kunnen fis ten, want fiste motte altij mee ’n rond getal doen. Wij zullen allemaal wel uit genodigd worre denk ik, want aan óns hebben ze ’t te danken da ze ’t gevonden hebben. Ha’n wij gin 1250 jaar bestaan, dan ha’n hullie misschien nie gezocht en dan was ’t fist voorbij gewiest zonder erg. In feite is Alphen nog veul ouder as 1500 jaar, zeker 3000 of 4000, da weten ze van die urnen en bijltjes en zo. Mar witte hoe ’t gegaan zal zijn Er zal 1500 jaar geleden wel een of andere Al- phense boer gewiest zijn, die om de een of ander reden nimmer mee z’ne stam hier overweg gekunnen hee en toen heel z’n kippen en koeien op ’ne wagen ge- laaien hee en zo mee ’n kwaaie kop deur de Chaamse baan naar Chaam getrok ken is. En zo zal Chaam wel ontstaan zijn. Den eerste is wel ’ne kwaaie Al pheuse gewiest. En daar zullen ze in Chaam nou wel achter gekomen zijn. Zoiets mot bekanst wel. Want vruuger zochten de mensen altij de hoge streken op om hutten te bouwen en bij veurkeur gingen ze nie in ’n gat wonen, want daar was ’t veul te nat. En Chaam ligt in ’n gat, da witte gij toch ok hee Giel, want rijde deur de Chaamse baan van Alphen naar Chaam kunde vrijwiele tot ginder toe. Mar afijn, as ik in deur Chaam koom vandaag of mergen za’k toch zo ’ns langs m’n neus weg informeren, waar da ze da ouw papierke gevonden heb ben en of ik ’t ’ns mag zien. Veul kans echter zullen ze ’t zo mar nie aan Jan en alleman laten kijken en ze hebben groot gelijk, want zulke bewijzen zijn ge weldig veul waard en ge mos 't ’ns af nemen. Wij in Alphen laten ’t toch ok aan niemand zien as aan goei vertrouw den, mar wij hebben er ’n foto van in de kranten laten zetten. In Chaam zullen ze da vandaag of mergen ok wel doen denk, tenminste ik kijk alle dag de krant al na. Gos da Chaam zo oud is hee, stade gij daar ok zo van te kijken Giel Daar staan ze in Alphen nou. Afijn we zullen toch mar deur doen... ofschoon we zo bekeken nog mar ’n jong meidje zijn as ge dan naar grootmoeder Chaam kijkt Harrie van de Keutelberg. P.S. ’t Schijnt da ze in Baal half vol gende week ok beginnen te zuuken of ze gin 1750 jaar of zo bestaan, want die zouwen ok wel willen fisten, zeggen ze. Het gemeentebestuur van Baarle- Hertog brengt ter kennis dat met in gang van 1 april 1959 volgende elektri- citeitstarieven zijn vastgesteld: a) Huishoudelijk verbruik: Eerste schijf van 25 Kwh per maand a 3,50 F per Kwh. zal een plaats krijgen in het Streekmu seum te Alphen, dat thans in het voor malig N.H.-kerkgebouwtje wordt inge richt. Bij gelegenheid van de herdenking van het 1250-jarig bestaan wordt het museum geopend met een tentoonstel ling van de Merovingische vondsten in Noord-Brabant. Deze tentoonstelling, die wordt ingericht in samenwerking met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, zal te bezichtigen zijn van 31 mei tot 1 oktober. Na van 709 tot zijn dood in 739 per soonlijk bezit van St Willibrord geweest te zijn, gaat Alphen dan bij testament over aan de abdij van Echternach. Hoe lang dit klooster de leiding van de dorpsgemeenschap in handen heeft ge had is niet duidelijk te achterhalen. De invallen en plunderingen der Noorman nen via de Zeeuwse wateren hebben gro te hiaten veroorzaakt in de klooster )- archieven, zodat over een periode van enkele eeuwen vrijwel niets met zeker heid is te achterhalen. Omstreeks 1200 vinden wij Alphen terug als deel van het gebied van de Heren van Breda, zelf leenman van de Hertog van Brabant. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de abten van Echternach, zelf niet bij machte hun veraf gelegen bezittingen in die rumoerige tijden behoorlijk te verdedigen, deze hebben geplaatst onder de bescherming van machtige heren uit de streek waarin die goederen lagen. De verleiding was dan wel groot geworden om zich als beloning voor bewezen dien sten naast de gezagsrechten ook het eigendomsrecht en de daaraan verbon den inkomsten - vroenten, tienden etc. - toe te eigenen. Ook de bezittingen van de abdij van Thorn, gelegen te Sprun- del, Etten, Princenhage, Ginneken, Ba- vel, Gilze, Baarle en ook de westelijke strook van Alphen - de Chaamse en Al- phense bossen - zijn zeer waarschijnlijk zo onder heerschappij van de Heren van Breda gekomen. In de loop van de 13e en 14e eeuw schenken de opeenvolgende Heren van Breda telkens vrij omvangrijke goede ren met hun inkomsten aan de abdij van Tongerlo, die in 1175 de geestelijke belangen van de dorpsgemeenschap had overgenomen en begonnen was met gro te ontginningswerken in de omliggende heidevelden. Of de omstreeks 1100 op het Hof ter Brake - de tegenwoordige Prinsenhoef - gevestigde kloosterorde der Tempeliers nog tijdelijk de geeste lijke zorg hebben waargenomen is on zeker. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, daar de tijden reeds lang onrustig waren en de zielzorg vanuit het verre Echter nach kunnen hebben bemoeilijkt. De Commanderij ter Brake vormde een ei gen heerlijkheid, onafhankelijk van de Heer van Breda. In 1312 - op de Kerk vergadering van Vienne - wordt de orde der Tempeliers opgeheven en gaan hun goederen over aan de Joannieters. Via hen al deze bezittingen omstreeks 1450 aan de Heren van Breda, en is geheel Alphen een deel van de Baronie gewor den, waarin het met Baarle en Chaam - in 1463 parochieel van Alphen geschei den - één heerlijkheid zal vormen. Zo is reeds in de Middeleeuwen de grondslag gelegd voor de nog steeds bestaande hechte samenwerking van deze drie geo grafisch en historisch aan elkaar ver bonden z.g. A.B.C.-gemeenten. Plundering en brandstichting door Maarten van Rossum; de tachtigjarige oorlog, waarbij Alphen in het niemands land ligt ten prooi aan plundering en brandstichting; rond 1630 de zwarte dood, die het dorp teistert en groten deels ontvolkt; daarna grote zandstor men, die de akkers vernielen; zij ver armen het dorp en zijn bewoners, zodat eerst na eeuwen de welvaart zich her stelt. Baarle-Nassau Nummer 14 PRAEHISTORIE EN HISTORIE en het en ONS WEEKBLAD Als de koeien in de weide gaan Kalibemesting op grasland aan Hare Majesteit de Koningin TER GELEGENHEID VAN HAAR VIJFTIGSTE VERJAARDAG Zeg de groeten hee Uitgave van ELEKTRICITEITSTARI EVEN

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1959 | | pagina 1