I fi REMBRANDT, VORST DES LICHTS... I AVONDSTOND i GOUD IN DE MOND! Regionaal grondonderzoek te Alphen UW GROND OP TIJD ONDERZOEKEN WEKELIJKS NIEUWS- |EN ADVERTENTIEBLAD VOOR|DE GEMEENTEN ALPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM e. o. I MIJN BRIEFKE NAAR CANADA I o 1 V M Tri Baarle-Nassau zaterdag 14 juli 1956 Nummer 28 VRIEND GIEL, is -het g0Ud Van de avondstond niet wil missen. gevlei komen, weg. F" Rembrandt was als mens zeker niet De brandweren om de rook al uit. Loos dat ze ergens jaar daarvoor bieten hebben gestaan. Stoppelknollen worden bij Magnesium- gebrek eerst geel tussen de nerven, het gewas sterft veel te vroeg af. Dat wij de eerste jaren na de oorlog maar slecht stoppelknollen konden winnen, lag voor ’n groot gedeelte aan Magnesiumgebrek. Het Magnesium-tekort speelt ook een rol bij het optreden van de kopziekte bij het rundvee. Dit is wel een ingewikkeld probleem, de kopziekte, en men is nog steeds aan het onderzoeken, welke fac toren hierbij allemaal een rol spelen. Al met al, de wet van het minimum gaat nog altijd op, de groei regelt zich naar datgene, wat in het minst aanwezig is. De beste opbrengsten krijgen wij als er een goede evenwichtige bemesting ge geven wordt, aangepast aan het grond onderzoek. Koperonderzoek is ook mogelijk, maar voor algemeen onderzoek is het duur, maar voor 1 schien wel goed dat het wordt onder zocht. De mensen van de voorlichtingsdienst geen ander doel voor ogen, dan u snel te helpen aan biljetten voor het gezel schapsspel, dat de Katholieke Radio Omroep onmiddellijk diezelfde zondag avond tussen half negen en elf uur zal uitzenden. Wanneer deze idealisten ge honoreerd zouden moeten worden, dan zouden de kosten de ontvangsten verre overtreffen. Doch in plaats daarvan biedt men de nieuwe Bisschop van Gro ningen de helpende hand. Een ware prij zenregen barst des avonds over ons land los, want er zal weer aan 30 mensen door dit gezelschaps-spel een onvergetelijke 22e juli bezorgd worden. Niet minder dan dertigduizend gulden 30.000, aan prijzen, vrij te besteden, wijst de no taris voor de KRO-microfoon door een trekking aan. Het aantal biljetten is beperkt - maar ze zullen in iedere parochie van Neder land verkrijgbaar zijn tegen de prijs van 1 per stuk. Het wordt weer zo’n ouderwetse bliksemactie, waarbij het Uitgave van DRUKKERIJ DE JONG Drie vrouwen hebben in het leven van de kunstenaar en schoonheidskenner Rembrandt van Rijn een grote rol ge speeld en het kan niet ontkend worden, dat Hendrickje Stoffels daar een bizon- der zware levensgang mee gekend heeft. Zij is immers de enige, dieh em in al zijn tegenslagen, denk slechts aan zijn fail lissement, altijd weer terzijde heeft ge staan, in hem heeft geloofd als de groot ste kunstenaar van zijn tijd en bereid is I geweest vele uren voor hem te poseren, burgh ontving hij zijn eerste tekenles- Toen alles tegen liep, het pachtige huis sen en bii zijn tweede patroon Pieter in de St. Anthoniebreestraat moest wor- Lastman leerde hij de knepen van het den verkocht en schuldeisers als brutale o--x vak. Tot ongeveer 1640 heeft Rembrandt honden rondliepen, was het door haar diepere lagen in de grond, dat ondervin-1 genoten van de sympathie van zijn toedoen dat in de zeer eenvoudige wo- 1 tijdgenoten, die hem meermalen op- ning aan de(Rozengracht het gezmsver- drachten voor grote portretten gaven. I band weer herstelde. Rembrandt en Hoe schoon zijn niet de levensgrote por- tus openden samen een kunsthandel tretten van Maarten Day en Machteld In het jaar 1663 werd Hendrickje van Doorn, en het bijna die meter hoge de Westerkerk begraven. In 1668 stierf ruiterportret van lady Salmond. Een ju-1 Titus, die in datzelfde jaar getrouw weel van kunst is de „Heilige familie was met Magdalena van Loo. Rembrandt met het gordijn”, Simeon in de tempel heeft zich ook over dit smartelijk ver- V°zSitehoogtepunt bereikte Rembrandt zijn ^childerskunst te gooien. De produk- c« in xrnvcrolÜlriY1CT TïlPt VVOPPPT irtrOTl van Uylenborgh, een” Friese erfdochter. Het huwelijksgeluk duurde slechts kort. In 1642 sterft Saskia aan t.b. In datzelf- de rampjaar, heel kort voor de dood van geten in zijn de teerbeminde vrouw, krijgt Rembrandt de opdracht van zijn leven: hij mag de portretten schilderen van de officieren van het Schuttersvendel van kapitein Banning Cocq. Het is nu vijf jaar geleden dat er in Alphen een regionaal (algemeen) grond- onderzoek heeft plaats gehad, n.l. in 51. i Nu is er door verschillende boeren ge vraagd, wanneer krijgen we weer een re gionaal grondonderzoek. Enkele perso nen hebben reeds verleden jaar en dit jaar verschillende percelen laten bemon steren, maar met een algemeen onder- Izcek is het altijd nogal wat goedkoper en daarom is er besloten zo gauw de ge- I wassen meest van het veld zijn, om te I beginnen met het steken van de grond- I monsters. De graslandmonsters kunnen nu al genomen worden. Het is van het grootste belang, dat u de grond kent en weet hoe de toestand precies is. De monsters worden tegen woordig onderzocht op Ph KC1, dit is de kalktoestand, verder het Humus- gehalte, de Fosfaat-toestand, Kali-toe- stand en Magnesiumgehalte. Nu zullen wij deze onderdelen even be schrijven om aan te tonen dat het nodig is dat men weet hoe de toestand van de verschillende percelen is. Allereerst de kalktoestand of Ph KOI die moet voor het bouwland zijn tussen 4,9 en 5,5, voor grasland tussen 5,1 en 5,8. Is de Ph lager dan krijgen wij in de gewassen zure ziekte, te weinig kalk, wat praktisch altijd gepaard gaat met Magnesiumgebrek, omdat als de kalktoe stand te laag is, de Magnesium gemak kelijk uitspoelt. Bij een te lage kalktoe stand is het bacteriënleven in de grond onvoldoende en dan worden de mest stoffen onvoldoende omgezet en opneem baar gemaakt voor de planten. Ook de stalmest wordt dan slecht verteerd, want de bacteriën zijn zoveel als de kok in de keuken. Wordt het niet klaargemaakt voor het gebruik, dan kan men het niet opnemen.. Nu is een goede stalmest- bemesting met matig verteerde mest of een groenbemesting ook goed voor een goed bacteriën-leven en dat moeten wij bevorderen, want dan hebben wij ook meer samenhang in de grond en dat is nodig voor een goede kruimelstructuur. De kruimelstructuur bevordert ’n goede water- en luchthuishouding in de grond en die hebben wij nodig voor de goede groei van de plantenwortels. Dan alleen kan de plant voldoende water en voedsel opnemen om een optimale opbrengst te geven. Als de kalktoestand te hoog is, dan krijgen wij Mangaangebrek, omdat bij een te hoge kalktoestand het Man gaan wordt vastgelegd. Haver is er zeer gevoelig voor. Eerst komen er bruine plekken op het blad, zo tegen dat de haver in de bel schiet, het blad buigt om en wordt geheel bruin en ’t gewas heeft een voddige indruk. Als wij dan veel droog weer hebben, dan sterven vele planten. Bij te hoge kalktoestand is bok 't Borium slecht opneembaar, wat vooral een rol speelt in de bieten. Het is bekend onder de naam van hartrot. Bij bieten komen dan eind augustus, begin septem ber zwart-bruine strepen op de bladste len. De bladeren worden bruin en ster ven en de bieten gaan nieuwe blaadjes vormen. De bieten staan stil in groei, dus brengen minder op. De suikerbieten hebben dan een lager gehalte en men kan ze niet gerooid krijgen, omdat heel het blad afbreekt als men de bieten moet optrekken. Men kan bij een gewone kalk toestand ook wel boriumgebrek krijgen, als er geen borium in de grond aanwezig is en suikerbieten hebben meer nodig daar achter op Baalse Boshoven ne nieuwe weg gingen openen binnenkort en ik docht daar rij ik over; want nieuwe wegen zullen wel nie schokkeren. Tussen haakskes Giel, ze krijgen daar ’ne schone weg op Bos hoven en echt, hij schokkerde niks. IVe- zenlijk ik had ’t gevoel da de knijntjes achter in mijn korfke allemaal zaten te lachen omda 't zo lekker ree. Om kort te gaan, tussen licht en donker kwam ik op de Strumpt aan. Ik zag da Fina rooi wier, mee dak binnen kwam mee I mijne korf knijnen. Ik zeg: „Gefelici- i teerd hé en dees is veur jouw”. „Dui ven,” zee ze, „wa kan ik nou mee dui ven doen.” Ik zeg: „Noemde gij da duiven,” en ik pakte er een uit de mand en liet het vlak veur d’r neus zo 'ns ne keer mee zijn pootjes achteruit slaan, net ik heb ze 1 vind ik nou echt fijn, Harrie, en veur c”- !t- kunnen uit. Iemand heeft eens gezegd: terwij[ die onnozele beestjes Driehonderd vijftig jaar geleden, op 15 juli 1606, werd Rembrandt van Rijn geboren in Leiden, als zoon van de niet onbemiddelde molenaar Harmen Gerrits- zoon Van Rijn. Op latere leeftijd heeft Rembrandt een treffend portret van zijn vader geschilderd, waarin hij alle liefde van zijn gevoelig hart heeft neergelegd. Koppigheid en doorzettingsvermogen heeft Rembrandt in ruime mate van zijn vader geërfd; van zijn moeder kreeg hij de religieuze belangstelling, die in vele van z’n schilderstukken weerklank heeft. Zijn moeder, een gelovige Calviniste, sprak altijd van dc „Israëlieten”, alsof zij bang was het minder prettige woord „Joden” te noemen. De familie had in de St. Pieterskerk te Leiden een eigen kerk bank; de zondag werd met kerkgaan en allerlei goeddoen gevierd. Geen wonder dat in zulk een gezin verdraagzaamheid en de ware opvatting van het geloof do mineerden. De sporen van de grote heilsfeiten uit dc geschiedenis van het Christendom zijn in de werken van Rembrandt op sublie me wijze benaderd. Van Rembrandt’s schoolgaan op de Latijnse school weten we niet veel en ook zijn studietijd aan de Universiteit is kort geweest. Rem brandt, die de anatomische les mocht bijwonen, had meer belangstelling voor de hand van de chirurgijn, die het mes vasthield, dan de anatomie zelfzijn rake pennestreken getuigen hiervan. Toen hem gevraagd werd planten en bloemen in de tuin te observeren en te schetsen zag men in plaats hiervan ruzieënde stu denten, heftig gesticulerend. Deze dingen waren het, die Rembrandts belangstel ling hadden. Toen op zekere dag Proffes- sor Biza hem toevoegde: „Wat doe je eigenlijk op de Uuiversiteit”, liep Rem- brandt kwaad weg en zei:,, ik wil schil - i der worden!” In dit schilderij verzamelde Rem brandt al zijn krachten. Met zwier en elan openbaart hij zich als de groot- meester in het clair-obscuur. Onvergefe lijk is voor ieder de indruk van de beide tten ae gronu un., vx, officieren, die in het licht van de nieuwe blijven zij in groei ach- dag treden, terwijl de anderen zich in - naar de uitgang bewegen. Onze voorouders gaven het schilder- Woensdag verjaarde mijn meske en as oe meske verjaart dan motte daar naar toe, das nogal wiebus. Ik had al wel veertien dagen rond gelopen mee de plannen om n cadeau te geven, mar wa. Ik wies nie dat da zo moeilijk was. 'n Fleske ruuk of 'n paar zakdoekskes, mar da is allemaal niks. Gos Giel, ik heb er mijn eigen over suf geprakki seerd en toen ineens wies ik 't. Knijnen gadorie, jonge knijnen! Ze was n veer tien dagen geleeën bij ons en toen kon ze bijkanst nie bij dieën nest jonge vlin- der-knijntjes wegkomen, zo gere zag ze die. Dus daar zou ik ze mee verrassen. Ik was er ’n uur vruger uitgeschaaien mee ’t werk, had 'n ouwe duivenmand opgezocht en zes de schoonste knijnen uit de nest er in gezet. Ik had ze veur de aardigheid allemaal n lintje aan d r nek gebonden mee 'n kaartje „Hartelijk ge feliciteerd”. Stevig achter op mijne brommer gebonden en', hupla daar ging Op zondag 22 juli wordt een bliksem actie gehouden voor het bisdom Gronin gen. Loten a 0,25 per stuk worden na de H. H. Missen aan de kerkbezoekers aangeboden. De actie, die de goedkeuring van de minister van justitie ontving dato 7 juli 1956 onder 2e afdeling A nr L.O.560-051, wordt gevoerd onder het motto: „actie bijzondere noden Groningen” en de op brengst betreft het bestaansdoel van de stichting en dat is in het kort gezegd: katholiek Nederland helpt het nieuwe (arme) bisdom, door middel van een gezelschaps-spel, aan de nodige fondsen. Wij zouden deze actie niet graag be stempeld willen zien met het woord lote- 0,25 rij. Duizenden medewerkers staan zon- cuder'.. +o ho dagmorgen 22 juli (dus volgende week zaak zal zijn zich vroeg ter kerke te be- zondag) als één man aangetreden op de geven, wanneer men het goud van de kerkpleinen. Ze doen dit belangeloos met avondstond niet wil missen. 'dan voederbieten. Het fosforzuur is bij een te hoge kalktoestand ook slechter opneembaar. Uit dit alles blijkt dat het hard nodig is, dat men weet hoe de kalk toestand van de grond is. Het humusgehalte hebben wij nodig om de kalkgift vast te stellen, want hoe hoger het humusgehalte is des te meer kalk is er nodig om de kalktoestand om hoog te brengen. Zo ook om de Magne- siumgift te bepalen moeten wij ook het humusgehalte weten. De fosforzuurtoestand is ook een voor naam punt. De granen vertonen bij fos- forzuurgebrek een paars tot blauwe top van de blaadjes, die later geel worden en afsterven, de planten blijven kleiner en gedrongen. Voor een snelle wortelontwikkeling, voor het bloeien en de zaadvorming is fosforzuur ook vooral nodig. Op het grasland moet ook voldoende fosforzuur aanwezig zijn, want er wordt steeds iets in de melk af gegeven en voor de vorming en onderhoud van het geraamte en het beenderstelsel is fosforzuur nodig. Als men teveel geeft, wordt het wel vastge legd, maar meestal voor de plant minder goed opneembaar, omdat het wordt vast gelegd aan kalk en ijzerverbihdingen. En daarom is een bemesting, afgestemd op de voorraad die opneembaar in de grond zit, voor de planten het beste. De kalitoestand is ook een voorname factor, te veel is niet goed en te weinig, dan geeft het gewas ook niet de op brengst, die het kon geven, als de kali- toestand van de grond goed was. Kaligebrek bij granen geeft rode blad- pluimen en de planten blijven in groei achter. De aardapelen worden bij kali- gebrek eerst donker groen en het blad groen bobbelt op tussen de bladnerven en de randen van het blad zijn wat naar beneden gekruld, later krijgen zij een bronskleur. Te veel kali verergert, het Magnesium gebrek bij alle gewassen, omdat het te veel aan kali het Magnesium vastlegt. Bovendien als de grond eenmaal wat kali heeft vastgelegd dan spoelt de rest naar den wij met de boomgaardmonsters. Daar wordt ook de laag 20-40 cm diep onderzocht en daar vinden wij soms nog hogere cijfers dan in de bovengrond, dat is wel voornamelijk als er zwaar wordt bemest. Het Magnesiumgebrek in granen is wel voldoende bekend, daar de meeste boeren die gele plekken in het gewas wel eens hebben gezien. Als men dan een plant bekijkt is het groen en geel getij gerd door elkaar en als het erg is, wordt alles geel, dan lijden de gewassen veel. Bij aardappelen krijgen wij eerst geel tussen de nerven, later bruine vlekken, ook tussen de nerven en het eerst het onderste blad. De opbrengst is dan veel lager. In voeder- en suikerbieten worden de bladeren eerst lichter van kleur, voor namelijk ook tussen de nerven en blijven veel in groei achter. Een normaal gewas voederbieten neemt uit de grond op plm. 50 kg Magnezium, dit is ongeveer 200 kg i kiezeriet, suikerbieten plm. 75 kg Mag nesium, dit is ongeveer 300 kg kiezeriet. Geven wij dit niet, ze onttrekken het aan de grond dus putten de grond uit, of, als het er niet is, Lïj Z ter. Als wij ergens Magnesiumgebrek het duister krijgen is het op de percelen waar het Cr.~c "zc komen al vele jaren op de bedrijven, maar de minste afwijkingen komen voor op die bedrijven, die hun grond hebben laten onderzoeken en daarom wil ik u aanraden, nu deze kans geboden wordt, doet allen mee aan dit regionaal grond onderzoek. Het zal wel 5 a 6 jaar duren voordat er weer een regionaal-grond- onderzoek komt te Alphen. Normaal zijn de kosten voor grond onderzoek per monster 11,46, nu bij regionaalonderzoek bedragen de onkos ten 9,25 per monster. Als men koper onderzoek erbij wil hebben kost dit 3,91 per monster meer. Men kan zich opgeven bij ondergetekende of bij de monster nemer A. van Gorp (Wzn), Goedentijd 25, Alphen, Telefoon 305. En nu maar eens goed overwogen, hoeveel monsters U wilt laten steken en welke percelen. Ik hoop dat er een leen onuerzoeis. is nei uuux, flinke deelname zal zijn, dat zal de be- bepaalde percelen is het mis- drijfsresultaten zeker ten goede komen. J. B. van Hoek, Ass. R.L.V.D. Telefoon 327. j mand had ’t aangezet. De donder erop -x ze. Affijn Giel, te zondag ga ik kijken toch wel goed veur is. Bij de Leidse Jacob Isaac Swanen- bij zijn tweede patroon I Lastman leerde hij de knepen van vak. Tot ongeveer 1640 heeft Rembrandt honden rondiiepen, X. X. V- - I meermalen op- ning aan de Rozengracht het gezinsver- drachten voor grote portretten gaven. band weer tretten van Maarten Day en Machteld van Doorn, en het bijna die meter I Heilige familie was met Magdalena van Loo. Rembrandt 1 lies heengezet door zich met energie op hij tn hetPhuweïyiTtrad metsaïkia I tie was in vergelijking met vroeger jaren Uvlenboreh. een Friese erfdochter. met hoog, maar het werk was dieper, intenser, mensehjker. Een voorbeeld vin den we in „de Familie”, en niet te ver- 6x.vx_xx L. -lj-1 „Verloren zoon”. In „de Kruisafname” schilderde hij zichzelf als een der beulsknechten, gedachtig aan het woord: „Ik deed Hem al die smarten aan!” stuk de populaire naam van „de Nacht- je. Ik had in „Ons Weekblad gelezen wacht”, omdat zij er een troep schut ters in zagen, die in het middernachtelijk uur er op uit trokken. Met het heengaan van Saskia worden de schaduwen rond Rembrandt groter. „Wie de doden willen verderven, slaan ze met blindheid!” Ook Rembrandt ver liest het spel, hij moet zijn huis en hof verlaten, hij offert zijn bezittingen en veel van zijn kunstschatten op. Hij kan uit deze brand niet anders redden dan zijn leven en zijn kunst- Met Hendrickje Stoffels, zijn zoon Ti tus en zijn dochtertje Cornelia begint hij een nieuw leven. Twaalf jaren worden hem nog gegund en hij overtreft zichzelf in vlijtig werken. De opdrachten worden echter schaarser, de „Staalmeesters” vinden geen genade in de ogen van de opdrachtgevers, alleen zijn glorie gaat als op adelaarsvleugels, steeds hoger. In een van zijn schoonste schilderijen, het portret van Titus en zijn bruid, door de volksmond „het Joodse bruidje” ge noemd, stijgt hij boven het menselijk „dat is geen schilderij meer, het is vloei-1 neuskes zdten te wiebelen net of baar licht geworden i n-^s zagen, maar Ze zagen het wel! Rembrandt heeft meer gn JOO^schri-we vtardTgd6 Wat aan zijn kunst haar bui-kouwe seklat en aten de hele avond tengewone waarde verleende, was vooral het diep menselijke, dat er telkens uit spreekt. als knijnen da kunnen. Nou Giel, nog nooit zó blij gezien. „Da rr zee ze elk knijntje kreeg ik ne kus, maar mee ze zagen het wel! Ja, schone avond en we dronken kouwe seklat en koeken. En Fina vertelde onderwijl het ver haal van de dag. Ze was veur de mid dag in Baal, zo vertelde ze en ineens begonnen de brandweersirenes te jan ken. D’r was brand en nogwel in Uli- coten. 't Nieuw pakhuis stond in brand. „Ik fietste wa ik kpn," zee Fina, om maar zo gauw as ik kon in Lllicoten te zijn. Op Loveren reeën mijn de brand weerwagens van Nassau en Hertog al voorbij en later nog n hele hoop auto s. Stik-er-aan kwam ik in Ulicoten. Heel turp stond vol volk en auto s, maar ner gens gin brand. Zo t al geblust zijn? Maar ’t pakhuis stond er nog! En wa bleek nou? Onder in ’t ouW pakhuis lag wa turf strooisel te smeulen, hoe da ge komen was, wies niemand, en mee dat ze da gezien hadden, hadden ze ineens groot alarm gegeven. D„ waren net te laat gekomen nog te zien, want ’t was alarm! Maar beter loos as te laat of gin! Ja Giel, zo gaat ’t, ne brandweerman mot altijd gereed staan en as de serenes beginnen, mot ie komen, t Was de tweede keer al van de week hadden die Boalse mannen gezee da ze uit moesten rukken, ’t Was te maandagmiddag, toen de. zomer afscheid van ons nam mee 'n felle donderbui, dat de sirenes ok begonnen. Deur 't felste van de bui j stormden de mannen op de brandweer- garage op aan, maar niemand vfiies waar naar toe. t Schijnt dat da ding vaneigens begonnen mot zijn, want nie- - altijd gemakkelijk. Zoals gezegd, eride I gen hij van zijn vader koppigheid en doorzet- tingsvermogen. Zelf was hij trots en ver- - legen tegelijk. Hij wilde bij niemand in t oj knijntjes in Ulicoten al gegroeid gevlei komen, en zocht liever zijn eigen zijn en ze er toch wel gOed veur is. weg. Bij voorkeur schilderde en schetste De „roeten hé. hij bedelaars, misvormden, want naar de minder bedeelden ging zijn hart uit. Harrie van de Keutelberg. Vervolg pagina 2. i T. Rembrandt als mens Wie was de grootste? LAAT Vloeibaar licht straalt van al i zijn schilderijen De nachtwacht ONS WEEKBLAD De zon gaat op Het nieuwe leven lïUlUK-l. VAXV. ---- x-x WIJL -- - I IILCLILU- /IC4.V4. t IX.1.4/X

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1956 | | pagina 1