I
PUROL
De helft der mensheid hongert I
s
Husdgenedng
w
I
Pater Stanislas Marcelis
schrijft vanuit de Kongo
Volgorde Kindsheidop-
tocht Baarle-Nassau
Aan aile Alphenaren
■MM
DRUKKERIJ DE JONG
Baarle-Nassau
zaterdag 12 mei 1956
Nummer 19
a
Houdt de winter uit handen en voeten,
S
waarplaats gevonden hebben?
nd
waarvan de
het ogenblik
vingen de s<
Nogmaals
aan allen. O
I
en minder goede mensen tegen gekomen,
hebben we meer of minder pech gehad.
Naar de resultaten kijken we niet. Ze
zijn voor het ogenblik toch niet te zien,
dat is iets voor latere datum. En toch
moet zo’n blijkbaar nutteloze reis ge
daan worden, anders verliezen we alle
contact met de inboorlingen. Een licht
is er in die zaak: Monseigneur Van
Beurden had ons opgedragen om uit te
zien naar een geschikte plaats om een
nieuwe missiepost te bouwen, temidden
van die stam. Die hebben we gevonden.
I Nu de nodige toelating van de Staat en
de nodige gelden. Als we dichter bij die
mensen zitten, hebben we ook meer kans
op bekeringen.
Zaterdag en zondag a.s. wordt in
theater „De Engel” vertoond de film:
„Zolang je nog een moeder hebt”.
Terecht is deze film bekroond op de
laatstgehouden Berlinale. De toeschou
wers dankten Paula Wessely, die per
soonlijk bij de première aanwezig was,
met een stormachtig applaus.
Geen wonder overigens, dat vooral de
aanwezige moeders door deze film wer
den ontroerd, want in feite is het een
ode aan het moederschap.
Deze Oostenrijkse film vertelt, hoe een
vrouw als weduwe achterblijft met vier
kinderen. Zij is dan niet alleen verant
woordelijk voor de opvoeding van haar
I kinderen, maar moet tegelijkertijd zor-
gen, dat er eten op tafel komt. Overdag
en ’s nachts slooft moeder zich dan af
in haar wasserijtje, ’s ochtens en
’s avonds is zij de steun van haar kin
deren. Maar de jeugd gaat eigen wegen.
Langzamerhand maakt de een na de
ander zich los van haar, tot zij allen
hun bestemming hebben gevonden. Dan
rest haar in de eenzaamheid nog slechts
de trouwe vriendschap van de man, die
zij omwille van de kinderen heeft afge
wezen, daarmede afstand doende van
haar eigen geluk.
Paula Wessely speelt, de rol van
moeder zo overtuigend, dat niemand
zich eraan zal kunnen onttrekken. Waar
lijk groots is zij ook in de levenswijze
dialogen, waarmede zij de kinderen op
het goede pad houdt of hen er naar
terug tracht te voeren als zij zijn afge
dwaald. Toegang 18 jaar.
Uitgave van
Interessante reisbeschrijvingen en i
persreportages hebben de wijde wereld
voor een breed publiek ontsloten. Na
men van verre exotische landen bleven
daardoor geen lege klanken meer, zodat
elke naam bepaalde associaties bij ons
oproept.
Reeds op school leren de kinderen tij
dens de aardrijkskundeles vreemde lan
den ontdekken, die zij nooit meer zullen
vergeten.
Legio boeken verschenen over zeden
en gebruiken bij de volkeren van alle
continenten. Wij kennen hun min of
meer roemruchte geschiedenis, waarvan
de heldenfeiten vaak een achtergrond
van ellenden bedekken. Maar tot voor
kort was zeer weinig bekend omtrent de
soms erbarmelijke levensomstandighe
den, waarin deze mensen verkeerden en
nog verkeren. Het was alsof men slechts
de lichtzijde zag en er geen schaduw
bestorfd.
Aan de moderne wetenschap bleef het
voorbehouden, de wereld te confronteren
met het ontstellende feit, dat ruim één
en een kwart miljard resp. 52 percent
der mensheid ten prooi is aan bittere,
zwarte honger. Deze scharen .k.-
slechts in woestijnen en andere uitge-
I sproken dorre streken, waar de bodem
hardnekkig weigert voedsel voort te
brengen, maar ook in landen, waar ma-
haradja’s, mandarijnen en als góden ver
eerde keizers fabelachtige rijkdommen
I wisten te verzamelen. w
En al is de wetenschap vandaag de
I dag in staat, woestijnen om te toveren
I in vruchtbare gebieden en geschroeide
I aarde nieuw leven in te blazen, de Hon-
Iger bleef nog altijd wereldvijand no l
I die geen duimbreed van zijn terrein prijs-
I gaf. Integendeel, hij houdt thans meer
mensen in zijn beklemmende greep dan
vóór de laatste wereldoorlog, toen de
■.wetenschap nog niet zo ver was als
thans.
Onder één en een kwart miljard van
onze medemensen oefent de Honger zijn
schrikbewind uit, meedogenloos en hard-
vochtig. Wreed vallen zijn klappen
I rechts en links. Vooral de zwaksten, de
kinderen worden elke dag bij duizendtal-
len weggemaaid. Wie onder hen de vol-
I wassen leeftijd weet te bereiken, is door-
I gaans zo verzwakt door de van de gene-
I ratie overgeërfde ondervoeding, dat
techniek en wetenschap hem weinig
meer baten, daar hij toch niet in staat
I is, hun vindingen toe te passen. Op een
I leeftijd, die wij hier nog niet eens mid-
I delbaar noemen, hebben deze mensen
I geheel afgedaan en kunnen alleen maar
I afwachten, tot de dood hen uit hun mi-
I serie verlost.
Naast deze door de honger tot vol-
I slagen machteloosheid gedoemde menig-
I te, die 52 percent van de wereldbevol-
I king vormt, zijn er nog ruim 293 mil-
I joen - 12 percent - mensen, die in de
I gevaarlijke zone tussen honger en nau-
I welijks voldoende voedsel leven, terwijl
I van ruim 470 miljoen - 19 percent - niet
I eens bekend is, hoe het met hen staat.
I Slechts een goede 431 miljoen -17 per-
I cent - mensen behoren tot de gelukkige
I groep, die aanzitten kan aan een wel-
I voorziene dis. Al is ons landje dan klein
I en dichtbevolkt, wij beschikken niet al-
I leen over voldoende voedsel, maar zitten
I vaak zelfs te kijken met overschotten,
I waar wij eigenlijk niet goed raad mee
I weten. In onze silo’s liggen melkpoeder,
I boter en andere produkten hoog opge-
I tast. Als het buitenland onze groenten
I en fruit niet in voldoende mate afneemt,
I worden zij „doorgedraaid”. En dat ter-
I wijl vele mensenlevens zouden kunnen
worden gered met hetgeen naar de mest-
I vaalt gaat.
Terecht betogen geleerden van naam
I telkens weer, dat de aarde en de zee
I vruchtbaar genoeg zijn om alle mensen-
I kinderen te voeden, al zouden deze nog
I talrijker zijn dan thans het geval is. Als
I men er maar in slaagde, de zogenaamde
I onderontwikkelde gebieden self-suppor-
I ting te maken. Dit is evenwel niet zo
I eenvoudig.
De daaraan verbonden technische
I moeilijkheden zijn onder inspanning van
I aile krachtën te overwinnen. Doch om
dit met sukses te kunnen doen, moeten
wij eerst de uitgehongerde mensen uit
hun naakte ellende helpen verlossen,
opdat zij zelf kunnen meewerken aan
blijvende verbetering van hun lot.
Hoe dit gebeuren kan, daartoe wijst
de „Bond zonder Naam” door zijn Anti-
Hongercampagne onder het motto „een
I mens laat geen mensen honger lijden”
scheiden gift op gironummer 1500 van
de „Bond zonder Naam” te Haarlem van j
harte welkom. Want U bent een mens
en een mens laat nu eenmaal geen men-
sen honger lijden. Benut daarom de ge-
boden gelegenheid, U uit naastenliefde
metterdaad solidair te verklaren met de
hongerende helft der mensheid.
Ishenga, 3e zondag na Pasen.
Beste Dorpsgenoten en Missievrienden,
Zojuist is de reispater weer eens aan
gekomen van een reis van twee weken.
Wij, de klaspaters, zaten in onze kamers
wat te schrijven of te lezen, toen we
zijn vrachtwagentje hoorden binnentuf-
fen. „Goddank, het bolt nog altijd,” dach
ten we, en zoals altijd gingen we 1
dadelijk goeie dag zeggen om te zien
wat voor nieuws hij meebracht. En hij
was niet ontevreden over zijn reis: op
veertien dagen tijd had hij de kans ge
zien om een dorpsschooltje recht te zet
ten en een paar heidense koppels zover
te krijgen, dat ze met hem mee naar de
missie zouden komen voor het onder
richt. Bij die gelegenheid heeft hij nog
eens een inlandse huwelijksplechtigheid
kunnen bijwonen. Dat gebeurt in de aan
wezigheid van beide betrokken families
voor twee getuigen. En omdat er later
nog een christelijke bekrachtiging zou
zijn, na hun Doopsel, werd de pater aan
geboden om tweede getuige te zijn.
Volgens het verslag van de reispater
was het een langdurige plechtigheid,
niet omdat er zoveel te doen was, maar
omdat het op zijn negers ging. En dat
wil zeggen dat iedereen er bij ging zit-
ten. Dan begonnen de eindeloze bespre-
n kingen over het bedrag van de bruid
schat die de familie van de jonge man
zou moeten geven aan de familie van
het meisje. En, geloof me, in ’t spreken
zijn de negers ons veruit de baas, uren
kunnen ze bezig zijn over de gewoonste
zaken. En zeker bij zo’n gelegenheid.
Dan wordt heel de geschiedenis van de
familie tot Adam en Eva er bij gehaald.
Toen ze het dan eindelijk eens waren
over het bedrag, werd aan de jongeman
gevraagd of hij dus werkelijk wilde be
talen voor die bepaalde vrouw. Daarna
werd die vrouw zelf gevraagd of ze toe
stemde in het huwelijk. Eens die toe
stemming gegeven was er dus ook een
werkelijk huwelijk. Spijtig genoeg gaat
die verouderlijke gewoonte helemaal ver
loren en worden de vrouwen tegenwoor
dig versjacherd omwille van de hebzucht
van haar eigen familie.
Niet altijd verloopt die reis zo goed.
Tijdens de vakantie van Pasen ben ik
eens uit nieuwsgierigheid met de reis
pater voor twee weken op reis geweest
bij de Bankutshu’s, een van de minst
ontwikkelde stammen van ons missie
gebied, Met ons ouwe, trouwe vracht
wagentje, tot boven toe volgepakt met
koffers, tafels en stoelen, fietsen - echte
zigeuners - zijn we er dan op uitgetrok
ken. Want er komt heel wat kijken op
zo’n reis. Practisch moeten we alles
meenemen, wat we onderweg nodig zou
den kunnen hebben: miskoffer, twee
1 Heraut te paard 2 Gaat en onder
wijst alle volkeren. Jezus zendt zijn
Apostelen uit. 3 Paus met Kardinalen
4 H. Isidorus. VaanPlant het kruis.
5 H. Franciscus van Assisië. 6
H. H. Petrus en Paulus. 7 H. Johan
nes Baptist de la Salle met Broeders.
8 Vaan: Alles voor Jezus. Jezus en St.
Janneke. 9 H. Dominicus met volge
lingen. 10 H. Antonius. 11 H. Vin-
centius a Paulo. 12 H. Franciscus.
13 Guy de Fontgalland met eerste com
municantjes. 14 H. Aloysius. 15
H. Gerardus Majella. 16 Maria-sol-
daatjes. 17 H. Gabriël van de Moeder
van Smarten. 18 H. Thomas van
Aquino. 19 Missie-groepChinees-
Mandarijn - Capucijn - Trappisten - Mis
sionarissen van Mill-Hill - Broeder van
de H. Geest - Indianen - Negers. (Deze
collecteren langs de weg. De opbrengst
is voor traktatie voor de kinderen en
voor de missie.) Vaan: Hulde aan de
Paus der Missie. 20 St. Joris met Wel
pen en Verkenners. Trommelaars. 21
Het beeldje van het Kindje Jezus. 22
De H. Familie. 23 Geloof - Hoop -
Liefde. 24 H. Catharina van Senen.
25 H. Helena met haar Hofdames.
26 O. L. Vrouw van Lourdes met Berna
dette. 27 H. Gertrudis. 28 H.
Engelbewaarder met kindje. 29 H.
Apollonia. 30 H. Theresia. Vaan:
Leve de Paus! met bruidjes. 31 H.
Veronica. 32 Koningin der Maagden
met Haar stoet. 33 Gel. Imelda met
eerste communicantjes. 34 H. Agnes.
35 H. Catharina met het rad. 36
H. Rosa van Lima. 37 H. Elisabeth
met Haar hofdames. 38 H. Francisca
Romana met haar kinderen. 39 O. L.
Vrouw van Fatima met Lucia - Fran
cesco - Jacinta. 40 H. Cecilia. 41
H. Maria Goretti. 42 H. Barbara.
43 H. Odilia. 44 Missie-groepZusters
Japannezen, Chinezen, Missie-kinderen.
45 Vaan: Steunt de Missie. H. Jeanne
d’Arc.
De stoet trekt langs: Nieuwstraat,
Singel,•Alphenseweg, Klokkenstraat, Ka
pelstraat, Molenstraat, langs de Belg.
Kerk, Kerkstraat, Katerstraat, Loveren,
Nonnenkuil, Chaamseweg.
Evenals andere jaren worden de zela-
tricen vriendelijk verzocht de stoet te
begeleiden en een behulpzaam handje te
bieden bij het aan- en uitkleden van de
kinderen en het opruimen van de spullen.
ons de weg, een zeer eenvoudige weg.
Door het kopen van pakjes B.Z.N.-rogge
brood met enkele opcenten helpen wij de
Bond fondsen verzamelen tot spijziging
van hen die hongeren. Elke bakker of
broodverkoper in stad of dorp kan dit
brood aanschaffen. Vele tienduizenden
pakjes vliegen nu al iedere week weg.
Maar om deze mooie aktie zo doeltref
fend mogelijk te doen, wordt een be
roep gedaan op ALLER medewerking.
Door ons brood te breken met alle
hongerenden zal heel wat leed kunnen
worden verzacht, heel wat honger ge
stild. Uiteindelijk moet het wereldgewe
ten worden wakker geschud en het
mooie initiatief ook buiten onze grenzen
daadwerkelijk weerklank vinden. Dat
dit staat te gebeuren, bewijzen de vele
adhesie-betuigingen, die reeds direct na
de start der campagne - ook uit het
buitenland - binnenstroomden.
Het enige wat wij moeten doen, is vol
houden, ookals de bakker uitverkocht
is. Want de campagne gaat door. Heeft
de bakker het brood vandaag niet, dan
zal hij het U morgen brengen, als U er
m mnere, i hem om vraagt. En kunt ge Uw geduld
7 i leven niet j niet bedwingen, dan is ook de meest be-
slechts in woestijnen en andere uitge-
bond heeft J -?d voor zover hij
itig) gulden gaf,
onarissen, die op
vedc? zijn, ieder ont-
■a. .40 gulden.
metst oprechte dank
,.ap:er kan nog steeds
worden gebr; V de Stationstraat.
Pater Hendrikx.
Gapt jn - missionaris.
Er is mij geschreven, dat mijn oproep j
in mijn Kerstbrief om kleding voor de
negers alle verwachtingen overtreft en
dat er reeds een flinke partij onderweg
is! Reeds bij voorbaat dank ik allen die
door hun milde bijdragen het mij moge
lijk zal maken om hier vele mensen te
helpen. Ik blijf steeds rekenen op uw
steun voor de missie.
Het is nu gewoonlijk de tijd in Baarle
van de missietentoonstelling, daarvan
maak ik ook gebruik om diegenen te
bedanken, die meegewerkt hebben tot
het welslagen van die tentoonstelling,
want er is nog zoveel nood aan kleding
in de missies, ook hier in Kongo.
Mijn beste groeten aan al de missie
vrienden van Baarle en tot een volgend
schrijven.
Beste Missievrienden,
Het wordt nu zachtjesaan tijd eens
iets van onze gevoelens bloot te geven.
Reeds verschillende maanden zijn we
getuigen geweest van uw medeleven en
belangstelling en toch hebben we daar
voor tot nu toe nog geen enkele blijk
van dank gegeven althans niet langs
deze weg en op een manier, waarmee
iedereen kan bereikt worden.
Heel veel Alphenaren in elk geval,
misschien ook wel allemaal, weten dat
ondergetekende sinds geruime tijd een
papieraktie is begonnen. Dat was niet
zonder sukses. Dat zullen we nu nog
I maar niet bekend maken, want dat moet
I een verrassing blijven, wanneer we
straks gaan vertrekken. Intussen blij
ven we met deze persoonlijke aktie door
gaan. Niettemin mag ik wel de gelegen
heid waarnemen om al degenen, die me
hierin hielpen van harte te bedanken.
Dit schrijven nu is speciaal naar aan
leiding van de aktie, die vorige week
werd afgesloten, doordat het papier en
het schroot, dat in het pakhuis van de
Boerenbond werd opgeslagen opgeruimd
en verkocht is. Dat was een resultaat,
waarop allen, die daaraan hebben mee-
gewerkt groot mogen gaan. Om nu te
I voorkomen, dat ik iemand zou vergeten,
dank ik allen, maar dan ook allen, die
hieraan deel hebben gehad op welke ma
nier dan ook.
Toch zou ik me onaangenaam blijven
voelen, misschien zelfs nog in de missie
over enkele maanden, wanneer ik hier
niet even aïdaalde tot in bizonderheden.
Jonge Boeren van Alphen mijn meest
oprechte dank voor uw sympathieke be
reidheid om gehoor te geven aan de op
roep van uw geestelijke Adviseur. Ge
hebt niet alleen je land en vee goed ge
daan met de kunstmest en het veevoe
der, maar ook een missionaris, die met
de afval, wat heus geen afval bleek te
zijn, geen dikke buik kreeg, maar wel
een dikke portemonnaie. Adviseur en
jonge boeren, proficiat!
Vervolgens gaat mijn dank uit naar
hen, die de zorg dragen voor en werken
in het Boerenbondgebouw. Waar zou
zonder hun hulp al dat papier een be-
waarplaats gevonden hebben?
Verder nog hartelijkste dank aan
de verkenners en hun leiders. De ver
kenners hebben bewezen, dat men met
het stellen van een goede daad iets
moois kan bereiken. Vereende handen
hebben veel bereikt. Jongens blijft de
handen uit de mouwen steken en ge
wordt pracht kerels.
Tenslotte ben ik ook dankbaar de op
koper, die het pakhuis van de Boeren
bond heeft :clma’d voor zover hij
daarvoor de i ad en de som van
480 (vier ho
twee
op
bedkoffers, kleerkoffers, kisten met in-1
geblikte eetwaren, een tafel, die tegelij- 1
kertijd ook dienst kan doen als altaar,
stoelen, fietsen om de dorpen te bezoe-
ken, die van de autobaan verwijderd lig- i
gen, de nodige reserveonderdelen voor
de auto, enz. Daarbovenop troont onze
boy met vrouw en kind en al zijn spullen.
Nog een hand aan de paters, die op de
missie blijven, en weg zijn we.
Omwille van het oerwoud moeten we
een omweg maken van meer dan hon
derd twintig kilometers. Er bestaat wel
een voetpad van zeventig kilometer lang,
maar dat gaat over berg en dal, over en
door beekjes, over omgevallen bomen,
soms drie, vier over elkaar. In ’t regen
seizoen moet men soms over bruggen
(bij ons thuis zouden ze daar boomstam
metjes tegen zeggen) die een halve me-1
ter in het snelstromende water liggen:
kortom een echt paradijs voor een zeker
soort dieren met vier handen, maar niet
x oor ons. Dan maar een omweg, zo heb
ben we ook geen last van onwillige dra
gers. Met de nodige hindernissen; twee
maal over een breed water op een veer
pont - wat altijd een riscatie is van erop
of in ’t water - een paar maal vastrijden
in ’t zand, geraakten we tegen de avond
in Wungu, de plaats van bestemming.
Dat vastrijden is wel een specialiteit van
de tropische landen: in het droog sei
zoen hebben de wielen geen pak in het
losse zand, en als het geregend heeft,
draaien de wielen door in de modder, de
gevreesde „groene zeep” van Kongo.
Eens aangekomen begint de boy met het
koken van ons avondmaal. Wijzelf rich-1
ten onze woonplaats zo goed mogelijk in,
tafel en stoelen, waterfilter, enz. We pro
beren onze petroleumlamp aan te krijgen
en als dat niet lukt hebben we nog een
paar kaarsen, lezen onze brevier en als
het eten klaar is, trachten we de vlie
gen, motten, muggen en dergelijke uit
onze soep te houden. We gaan zo vroeg
mogelijk slapen, wanjn Kongo begint
de dag vroeg. Dé zwarten staan op van
zodra het licht is en zijn dan weg naar
hun velden, de bron of naar het bos om
te jagen. Als we de H. Mis willen lezen
in hun dorp, moeten we er zijn voor dag
en dauw. Terwijl een van ons het altaar
klaar maakt, gaat de ander van hut tot
hut, om de mensen aan te sporen om
naar de H. Mis te komen. Onveranderlijk
hpmJkrijgen we als antwoord: „Zeker, pater
we komen seffens”. Toch doet men best
om in de buurt te blijven totdat ze wer
kelijk gaan, anders vergeten ze weer wat
ze beloofd hebben. Een van ons leest dan
de H. Mis en de andere probeert in hun
taaltje uit te leggen wat er gebeurt.
Ondertussen moet hij de zwarten, vooral
de vrouwen kalm houden, leert ’t Wees
gegroet, ’t Onze Vader aan, zegt dat het
eigenlijk nu niet het geschikte ogenblik
is om te roken of te eten. De oudere
mannen durven zelfs onder de H. Mis
een sigaret vragen. Onder de tweede mis
geeft de tweede pater onderricht over
de waarheden van het geloof, zegent de
mensen en het dorp, want daar zijn ze
erg gevoelig aan. Het sprenkelen met ge
wijd water doet hen waarschijnlijk terug
denken aan hun eigen tovenaars.
Daarna „kramen” ze weer op. Soms
hebben we werkelijk de indruk, dat we
niet anders zijn dan marktkramers, die
hun waar komen aanprijzen. En dan
hopen we maar, dat O. L. Heer mach-
tiger is dan wijzelf. Terug „thuis” - wat
we onze thuis noemen- ontbijten we,
we pakken alles op onze auto en vertrek
ken weer naar het volgende dorp. Daar
pakken we alles uit, eten we en rusten
we een tijdje. Daarna trekken we het
dorp in om wat met de mensen te spre
ken, we verzorgen de zieken en verbin
den de wonden, horen de moeilijkheden
aan van sommige ménsen, zoeken chris
tenen op. Daarbij moeten we hout en
water zien te krijgen van de zwarten,
wat soms lastig is. Want zolang er te
krijgen valt zijn de negers gewillig; dur-
ven we iets aan hen vragen dan verstaan
ze ons niet meer. Tegen dat het donker
begint te worden (ongeveer 6 uur) zijn
de mannen terug van het bos en doen
we het avondgebed in het dorp. De vol
gende morgen lezen we opnieuw de H.
Mis in dat dorp, waarna we een ander
dorp gaan opzoeken. Dat is de daginde
ling van de* reispater. Natuurlijk ver
loopt het niet altijd zo vlot. Soms suk
kelen we onderweg en is het drie uur in
de namiddag eer we iets over de tong
krijgen. Het gebeurt zelfs dat men mid
den in de bossen blijft steken en dat
men de nacht moet doorbrengen in de
auto.
Veertien dagen lang hebben we zo
rondgezworven, geslapen in waterdichte
en niet waterdichte huizen, zijn we goede
1
Mi
■i
Huidzuiverheid -Huidqezondheid
•'b'- y
THEATER „DE ENGEL”
UIT BAARLE-HERTOG
ONS WEEKBLAD
WEKELIJKS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOORDE: GEMEENTEN
ALPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM e. o.
ÜA; .'-i