BEROEPSKEUZE
I
VASTEN 1956
ASWOENSDAG
WEKELIJKS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOORDE GEMEENTEN
LPHEN EN RIEL - BAARLE-NASSAU - BAARLE-HERTOG - CHAAM e.
voor meisjes
HAMEA-GELEI
maakt ruwe handen
te Alphen
GEDATEERD 1514
MIJN BRIEFKE NAAR CANADA
Land- en tuinbouw
De ijsbaan te Ulicoten
Baarle-Nassau
Zaterdag 11 febr. 1956
Nummer 6
O.
de lo-
Harrie van de Keutelberg.
weet nie zeker, zo was ik van de richt
synen besten verkennen ende aldat nae-
der ouder ghewoenten.
Item noch sal Jan schuldigh syn te
leveren ende betalen alle jaere te kers
misse vier lopenen sporiesaets.
Item Jan Hendricks sal alle jaer ghel-
den ende betaelen op synen last alsulcke
heeren shynsen, renten ofte pachten, in
ghelde, grayn ende oick andersins als
jaerlyckx uytgaen uut myns heeren den
prelaet goeden vors, die Jan gebruycken
sal ende in laetscappen besitten sal.
Item Jan sal noch alle jaere mesten
neghen goede hameien uuten ghemeyn-
der coeyen tegen paeschen ende daeraf
sal myn heer hebben vier hameien ende
Jan vier hameien ende den 9sten sal
myn heere tot nuleynde verteeren te
Mey volghende.
Item Jan salnoch alle jaer mesten een
goet vet calff voor myn heeren coecke-
nen, te Mey op Nuleynde te verteeren.
Item noch sal Jan sculdigh syn alle
jaer twee ossen te mesten uuten ghe-
meynen beesten ende daer af sal myn
heere den eenen aff hebben nae der
ouden ghewoenten.
Dit eerste stuk is zo nauwgezet moge
lijk gecopiëerd uit Erens. W. B.
Uitgave van
DRUKKERIJ DE JONG
staan,
ze had
was as
i ter*
't ijs zweef-
reekent.
Item Jan sal mede in pachtinghe heb-de,
ben die groote corenthiende van Alphen we
mijnen heere den prelaet toebehoirende,zuiien
met oick den smalen corenthiende, teI
wetene boeckweyt, garst, havere, ende
raepsaet, ghelegen tot Oisterwyck, tot
Alphen aen de kercken, tot Qaelborgh
jnde zijn ouders de vors, hoeve lestwege
J,’"‘-
?n beseten hééft ende alsnoch tegenwoir-
1 Ielyck ghebruyckt ende besit, nae allen
>uden hoevenaers rechten ende heerco-
Inen, en by dezen condicien ende voir-
Ivaerden, dat deze pachinghe vors du
wende sal een termyn van tweelf jaren
janck, deen den anderen zonder middelt
Ichtercolghende, daér af dat ierste jaer
Inginck ende begost tot halff Aprill in
pen jaere 1500 ende thiene lestleden,
liae ’t scryven des hoefs van Luydyck
behoedelycken, dat mijn heeren de pre
laet voerg. ende Jan Hendricks, elck van
lien beiden soe wyen dat belieft ofte be
lieven sal, sal ten halven tyde, te weten
ten sessen jaeren, af mogen staen ende
I cheyden, met vorwaerde, dat die ghene
fcie scheyden ende afstaen zal willen,
tien anderen syn berouwe een halff jaer
te voeren sculdigh sal zyn op te segghen
I nde te kennen te gheven alsoe dat be-
Koirt.
I Item is voirwaerde, dat Jan Hendricks
In den jaere Ons Heeren 1514 op den
iertienden dach in November, soe is
’hekomen ende gèstaen in praestien van
nij openbaer notaris ende ghetuighen
lieronder gheschreven Jan Hendrick-
soene van den Nuleynde, ende heeft in
■echten pachtinghe ende laetscappen
^hepacht ende ingenomen teghen ende
ran den eerweerdighen vader in Gode,
nijnheere Anthonis Tsgroeten, bij den
?hedeighde Goids abt ende prelaat des
^oidshuys van Tongherloe, die hoeve
ran Nuleynde ghelegen in den prochien
ran Alphen, in al den manieren alsoe die
laer gheleghen is in huisinghen, hovin-
I ’hen, in lande, in sande, in heide, in
veide, in moeren ende in alder manieren
I ’elyck deselve Jan Hendricksoene vors.
>nde zijn ouders de vors, hoeve lestwege
n gherechten pachtinghen gebruyckt
>n beseten heeft ende alsnoch tegenwoir-
1 ielyck ghebruyckt ende besit, nae allen
mden hoevenaers rechten ende heerco-
|nen, en by dezen condicien ende voir-
tende sal een termyn van tweelf jaren
aar-
eenszal dit leven eindigen en zullen
overgaan naar een eeuwig leven. Dan
i we verantwoording moeten afleg-
gen over ons doen en laten, ons lichaam
rr" <----
onze ziel zal opstijgen en loon naar ver
diensten ontvangen.
Met As-woensdag worden we weer ’ns
wakker geschud, dat alles hier op aarde
toch zo vergankelijk is, zo van korte
duur is, met As-woensdag worden we
weer eens attent gemaakt om onze zon
den en fouten goed te maken.
De asse, waarmede we het kruisje
krijgen, is de verbrande palm van Palm
zondag ’s jaars te voren. De palm was
toen het teken van triomf, van overwin
ning. Nu is zijn droeve asse een herin
nering aan de ziekten, miseries en ellen
den des levens en eindelijk de dood, het
welk alle mensen in dit leven moeten
doormaken om ook daardoor, gelijk
Christus, te tiomferen. Door het lijden
en de versterving naar de onsterfelijk
heid! Wat een levenswijsheid zit er ver
vors deze hoeve sal' besitten in gherecht
higer laetscappen ter halver winninghen
te weten half die winninghe van den
ackere ende half ’t vervoede van den
beesten nae der ouder ghewoenten, uyt-
genomen, dat Jan voer uut hebben sal
tot syn selfsghebruyck den Capellhoff
ende den Wyerhof, ende buyten den
Wyerhof daer af sal myn heere de pre
laet hebben die helft van de ghewassen,
ten waere by alsoe dat eenen dries ghe-
broken efte gethoelt wordde ende be-
sdait met haver ofte met andere grayne,
daeraff sal Jan vors, hebben dat ierste
jaer al die vruchten alleene, ende ten
naesten jaere sal myn heere hebben de
helft van alsulcke vruchten.
Item Jan Hendricks vors sal sculdigh
syn alle jaere mynen heere prelaet te
ghilden ende te betalen op St Mertens
avent in den wynter van den voorlyve
derselver hoeven, te wetene van de
beemden ende weyden, seventhiene ryns-
gulden currentis der munten van Bra
af. „Kom dan zijn we weg,” zee ze.
Ik heb onderweg wel tien keer ge
slikt en uitgehaald om te zeggen da ’k
nie kón schetsen en dak niks had as
ouw frieskes, maar veur ik de moed er
toe had, waren w’er. Ik kan nie zeggen
Giel, hoe ’n gezicht ze zette toen ik mijn
hardrijers uit ne krant rolde, om de
eenvoudige reden da 'k ze nie aan dierf
te kijken. Maar wa heb ik ’n schat van
'n meiske Giel, want ze zee geen woord
en wa was ik daar blij om. Eindelijk
had ik ze onder zitten. Ze hielp mij
overeind en terwijl ze mij stevig vast
hield strompelde ik 't ijs op. Ze hebben
n schoon ijsbaan in Ulecoten en druk
mee geweld, maar op da ogenblik heb
ik er niks van gezien. Ik keek recht naar
beneën en ik voelde da iedereen mij
aankeek. Ik wist dat ze zouwen zeggen
wan kraffelaar, dieën vrijer van Fina
van Postel en wat ’n „moderne” schet
sen. Motte zien. Ik had honderd gulden
willen geven as ik het tenminste een
klein bietje gekund had.
loften inhoudt voor een even goede en
zo mogelijk betere geldelijke uitkomst
zal begraven worden en tot stof vergaan van het bedrijf.
Eén ding moet evenwel niet uit het
l oog verloren worden: Bij de veredeling
j van deze nieuwe suikerbieten staat de
kweker eerst aan het begin van schier
ongekende mogelijkheden, welke alle
goeds schijnen in te houden voor een
aanmerkelijke opvoering van de renta
biliteit van <Je suikerbietenteelt.
Zo lang deze bieten echter nog in het
stadium van een voorzichtige, doch naar
het zich laat aanzien, beslist verant
woorde beproeving verbouwd zullen wor
den, is het zaak niet al te gemakkelijk
te vergeten, in hoe grote mate de tot
dusver geteelte, zgn. diploïde suiker
bieten bijdragen hebben tot een wel zeer
lonende suikerbietenverbouw.
Als sprekend voorbeeld van deze laat
ste kan o.a. genoemd worden de op
brengstrijke Kleinwanzleben E-suiker-
Er zijn nog dertien vastendagen
(welke ook tevens onthoudingsdagen
zijn) overgebleven voor de katholieken
van Nederland. Deze dertien dagen zijn:
Aswoensdag, alle vrijdagen gedurende
de vasten en de Quatertemper-vrijdagen
en de vigiliedagen van Maria ten Hemel
opneming en Kerstmis.
Alle gelovigen, die de leeftijd van 21
jaar hebben bereikt er nog geen 59 jaar
oud zijn, zijn verplicht öp deze 13 vasten
dagen de vastenwet te onderhouden. Zij
mogen slechts éénmaal per dag een vol
le maaltijd nemen en bij hun overige
gebruikelijke maaltijden moeten zij zich
beperken, derhalve mindei’ voedsel ge
bruiken dan zij gewoon zijn.
Ofschoon dus de eigenlijke vasten
practisch afgeschaft is, vermanen de
bisschoppen toch ernstig alle gelovigen,
om door zelf gekozen verstervingen,
door de beoefening van de christelijke
liefdadigheid, door gebed en andere goe
de werken, aan te vullen, wat door de
kerkelijke Overheid ingevoerde verzach
tingen en dispensaties aan hun boete
doeningen en versterving ontbreekt. In
1948 werd in Nederland voor 612 mil
joen gulden aan sterke drank besteed,
dat is tweemaal zoveel als alle onder
wijskosten iri dat jaar. Er zijn in ons
land ongeveer 30.000 dranklijders, dat
is evenveel als t.b.c.-patienten. En den
ken wij eens aan de ontwrichting van
talloze gezinnen en families door een va
der of zoon die zich te buiten gaat aan
drank. Over rookgenot, filmbezoek enz.
enz. zou een ongeveer zelfde verhaal te
schrijven zijn. Laten wij onder de vasten
ons toch allen beperken in het gebruik
van genotsmiddelen.
„Gedenk O Mens dat gij van stof zijt
en tot stof zult wederkeren:” Met As
woensdag gaan wij allen weer het as
kruisje halen om ons zelve er weer eens
I aan te herinneren dat we eens tot stof
Hallo die Giel,
Ik was verleeën week Vrijdagmiddag
ne voorraad beten in de stal aan 't doen
toen Frans de Leeuw, de post, bij ons
op de werft kwam gereeën mee, behalve
de radiogids, ne brief van mijn meiske.
Eerlijk gezee verschrok ik er een bietje
van, want wat zou zij nou zo tegen de
zondag, te schrijven hebben? n Bietje
zenuwachtig prutste ik heure brief open
en weette wa ze vroeg? Of ik morgen,
zaterdag, ’t leste schof nie naar Ule
coten kon komen om te schetsen, want
de ijsbaan was geopend. Schetsen mee
brengen!
Nou Giel, ik kreeg het overal ineens
werm, want gij weet ook wel da t een
jaar of zeven geleeën is da k lest mijn
schetsen onder gehad heb en dat ik
eigenlijk nooit nie meer gekunnen heb
dan grote sterren in het ijs vallen
Maar ik weet wel, ik had 'n veertien
dagen geleeën, toen ik docht er komt
dees joar tóch geen winter meer, tegen
heur aan 't stoefen gewiest, da 'k kon
schetsen als de beste. En nou hield het
ijs en nou most ik komen. Gosjemijne,
Giel, en ik had nog nie eens fatsoen
lijke schetsen, niks als die ouwe fries
kes, ge kent ze wel. Natuurlijk dik in
de roest en waar zouwen ze liggen?
Ons Sina had nieuwe, as ik die„ nou
:on lenen, maar jawel „na Pasen zee
ze, toen ik er om vroeg. Ze ging mee
Truus van ’t Uilenkasteel naar de halve
maan.
Ik ben in ’t bakhuis op de oven gaan
rommelen en daar heb ik ze te leste ge
vonden. Ik had er veul werk aan eer
ze ’n bietje in orde waren en toen was
't nog niks. Maar ondanks da, ikke mee
mijn pover materiaal te zaterdag rond
vier uur naar de Strumpt opaan. Sjonge
Giel, ge kunt nie zeggen hoe ’n hekel
ik er aan had. Had ik nou maar nie zo
gestoefd, dan kon ’t nog, maar nou
Toen ik bij hullie binnen kwam, ont
schoot mij de moed helemaal. Fina
stond veur de spiegel d’r haar te kam
men en op tafel lagen... ’n paar splinter
nieuwe schetsen. Kunstrijers Giel, mee
tandjes veur op de neuzen en blinken
as 'n spiegel. „Schetsen bij?” vroeg ze.
borgen in deze korte ceremonie van het biet, welke de verbouwers nog nimmer
askruisje. Het is merkwaardig, hoe ie- heeft teleurgesteld.
Een ruimere beproeving van de poly
ploïde bieten blijft aanbevolen naast de
teelt van de tot nu toe verbouwde ras
sen; de kans op teleurstelingen wordt op
deze wijze zo klein mogelijk gehouden.
Na ’n kwartiertje zat ik aan de kant,
ik kon nimmer op mijn benen
Fina had mij daar neer gezet en
gevraagd of ik toch nie kwaad
ze nog 'n eindje deur schetste. En
wijl zij als ’n vogeltje over j
de, ben ik warme chocomel gaan drin
ken in de tent die ze daar opgesteld
hadden. „Motte gij nie schetsen, Har
ris?” vroeg Frans van den Bakker. Ik
zeg: „Ik kan ’t nie vanwege mijn win
ter hielen „Daar zal oe meiske spijt
van hebben.” zee t’ie, „want dat is hier
in Ulecoten zo al mee van de beste.”
Tot negen uur zijn we daar op het ijs
gewiest, zij tenminste. Ikke aan de kant
en in de tent. Heel de baan was verlicht
en er was muziek volop.
's Avonds toen ik op de veursta! af
scheid van d’r nam, zee ze: „Morgen
hoefde oe schetsen nimmer mee te
brengen, Harrie, want zo heel vlot gaat
't toch nie.” „Ja,” zeg ik, „ik heb nogal
'n figuur geslagen hier op die ijsbaan
in Ulecoten.” „Och,” zee ze, „het is
heel gewoon as ge nie kunt schetsen
en da gij tegen mij zeet dat ge t goed
kon, och da hoeft niemand anders te
weten."
En nou weette heel 't drama hé Giel
maar schrijf 't naar niemand in Alphen
Ik geloofda k ja gezee heb, maar ik terug hè. De groetjes.
enigszins mogelijk, 'n beroepsopleiding
volgen. Hierdoor leert zij nauwgezet
flink en doelbewust te werken. Regel
matig werk voedt op tot zelftucht en
uithoudingsvermogen, bevordert ’t zelf
standig denken en handelen en wekt
wilskracht en verantwoordelijkheids
gevoel op. De omgang met vreemden,
dikwijls met onsympathieke mensen,
vraagt geduld en zelfbeheersing.
Helaas is he niet alle meisjes gegund
een beroepsopleiding te volgen, want
dikwijls wachten de ouders reikhalzend
op de eerste verdiensten van hun op
groeiende docher. Zodoende komen
vele meisjes er toe direct na de ver
plichte schooljaren in een fabriek te
gaan werken. Zij worden dan plotse
ling geplaatst in een omgeving die te
veel van haar geestelijk bevattingsver
mogen vraagt en haar overvalt met te
veel rauwe levensproblemen, waardoor
zij grote kans lopen geloof en goede
zeden te verliezen of te verruwen. Na
de geestdodende werkuren aan
pende band, gaan zij maar al te graag
veel uit en liefst in de bioscoop dromen
zij van een opwindend geluksleven.
Toch kunnen meisjes ook in het fa-
brieksmilieu haar vrouwelijke houding
en waardigheid bewaren door zich door
goede voorbereiding op haar taak een
zeker overwicht te verwerven en de
waarde te leren beseffen van goede
vrijetijdsbesteding. Al bevredigt fa
briekswerk menig meisje op de duur
niet, zij mag er haar werk en lot niet
om gaan haten. En zij mag in ogenblik
ken van ontevredenheid en neerslach
tigheid niet vergeten, dat ieder werk 'n
„God dienen” is en de waarde van
het werk afhangt van de zuivere me
ning, dat wil zeggen of het met liefde,
plichtsbesef, geduld en volharding ver
richt wordt.
Voor God bestaat er geen gering of
belangrijk beroep. Alles komt er op
neer, onder alle omstandigheden de wil
van God te herkennen en op de ons
toegewézen plaats naar beste vermogen
onze plicht te vervullen. Ieder werkend
meisje moet gerechtvaardigd trots zijn
op haar beroep, welk dit ook is, en mag
zich beschouwen als een waardig lid
van de maatschappij.
I Vroeger vond het meisje na vol-
brachte schooltijd een open liggend ar- i
beidsveld in het eigen gezin. Moeder
was blij er een hulp bij te krijgen en
het meisje had in haar ouderlijk huis de
beste gelegenheid haar verschillende
bekwaamheden te ontwikkelen en zich
verder voor te bereiden op haar latere
taak van huisvrouw en moeder.
I De verhoudingen hebben zich echter
gewijzigd. Nu zijn de meeste meisjes
er op aangewezen zich een bestaans
mogelijkheid te verschaffen. Het moet
ben bestaansmogelijkheid zijn, die niet
alleen geldelijk voordeel biedt, maar
die vooral voldoening en vreugde geeft
pm het werk zelf. Daarom is een ver
standige, wel-overwogen beroepskeuze
van het grootste belang. Bij deze keuze
geldt, dat het toekomstig beroep naar
de aard van het meisje, op de eerste
plaats vormende waarde heeft en pas
op de tweede plaats de materiële waar
debepaling in het geding komt. Het
goed, met zorg gekozen beroep, is de
Keste voorbereiding op de latere levens
staat, of deze zal worden de staat van
-gehuwde vrouw, van de ongehuwde
«werkende vrouw of van de klooster
zuster.
Meisjes hebben alle gelegenheid bij
Ide keuze van haar beroep goed voor
gelicht te worden. Schoolhoofden we
ten er veel over te vertellen. Voor hen,
die de school gaan verlaten, worden
Koorts vaak bijeenkomsten belegd,
waar de voor- en nadelen van verschil
lende beroepen uiteengezet warden. En
er zijn tenslotte katholieke bureaux
■oor beroepskeuze, waartoe meisjes
zich vol vertrouwen kunnen wenden.
De keus aan beroepen is groot genoeg,
V.ant het economisch leven is tegen
woordig op meisjes- en vrouwenarbeid
Aangewezen. Overal zijn zij werkzaam:
in de industrie, op handelskantoren en
lustoorden, in het hotelbedrijf, enz.
Heeft een meisje na rijp beraad haar
Leuze gemaakt, dan moet zij, indien
bant, ’t stuck tot twintigh stuvers ge- zugen wederkeren. Wie we ook zijn, wat
j we ook gepresteerd hebben hier op
ben die groote corenthiende van Alphen
met oick den smalen corenthiende, te
Item Jan sal mede in pachtinghe heb
ben die vlasthienden tot Oisterwyck,
ende oick die helft van den vlasthiende
van Chaem, synen tyt van der pachtin
ghen der voirs hoeve duerende en niet
langher.
Item Jan sal alle jaeren leveren ende
betaelen op Sinte Mertens avent in den
wynter 53 ellen lynen lakens, eenen co-
rensack, 3 loepen raepsaet ende drie van
askruisje. Het is merkwaardig, hoe ie- heeft teleurgesteld,
dereen en tot elke prijs er aan houdt een j
askruisje te gaan halen. Ja de mens wil
wel goed, ifaaar het vlees is vaak zo
zwak. Christus echter is oneindig goed
en oneindig barmhartig. Laten we hopen
dat ook voor ons eenmaal het eeuwige
geluk is weggelegd.
Nu de zaadbestellingen voor de aan
staande uitzaai zo langzamerhand bij de
suikerfabrieken beginnen binnen te ko
men, blijkt er een grote belangstelling
te bestaan voor de nieuwe, zgn. poly
ploïde suikerbietenrassen.
Dat de vraag groot zou zijn, werd door
velen verwacht; het is dan ook een ver-
dat juist de landbouwers met i de schaatsliefhebbers komen er op af als
ry-n rtW VlioilXXrQ nïöt L» 4 v-. r~e T Tl ZSlf IS HHtUlir-
versmaden, mits het maar gegronde be- j igk helemaal tegenwoordig en wie niet
Ook zeer vele schaatsers uit Chaam heb
ben de baan geroken en met hele zwer
men komen ze af. Er is voor alles ge
zorgd. Men kan er in een warme tent
chocomel en koeken krijgen (kopen ten
minste) en ’t geheel wordt opgeluisterd
door muziek. Af en toe worden er ook
boodschappen of berichten door middel
van deze luidspreker bekendgemaakt.
En zodra de avond valt gaat de verlich
ting branden en duurt de ijspret voort
tot officieel 10 uur, maar vaak wordt
het nog heel wat later. De baan heeft
een flinke oppervlakte en er is plaats
voor heel wat volk. Terwijl wij dit schrij
ven is ’t ijsfeest nog volop aan de gang,
maar wij weten natuurlijk niet hoe de
baan erbij staat op het moment dat U
dit leest. Het kan vriezen, ’t kan dooien,
zegt een spreekwoord, maar wij geloven
toch wel dat ze voorlopig nog ’n paar
dagen op vriezen hopen daar in Ulicoten.
Alle dagen dat het blijft vriezen is het
in Ulicoten feest. Wij bedoelen daarmee
ijsfeest. Het is een prachtige ijsbaan,
die ze daar hebben op dat laag stuk wei
heugend feit en het toont weer eens teVan Jan de Roij en Fons Verheyen. En
meer aan, dat juist de landbouwers met I (je schaatsliefhebbers komen er op af als
hun tijd meegaan en het nieuwe niet I bijen op honing. Ulicoten zelf is natuur-
In één nacht gaaf an zacht
PACHTCONTRACT VAN DE
lieuwelandsche Hoeve
I
«iiro ni-Hc or ann timidt opn i Dit geldt ook voor de komende uit
zaai nog onverkort, hoewel het geens
zins uitgesloten geacht moet worden, dat
er zich in de toekomst wellicht verande
ringen gaan voltrekken in de rassen
keuze ten gunste van de polyploïde sui
kerbieten.
NS WEEKBLAD
-
wetene uueunweyt, genot, navcxc,
raepsaet, ghelegen tot Oisterwyck, tot
Alphen aen de kercken, tot Qaelborgh
ende Bosschoven, nae den ouden ghe-
wbente ende manieren, alle jaere om
sessenvyftich sister roggh cuysbaer der
maten van Breda, te leveren ende te-
talen opten spycker van Nuleynde op
syn cost tusschen kerstavond ende licht
misse, ende dat ten tyde van vors pach
tinghe ende niet langher.
SUIKERBIETENTEELT
iijK iieieiiiacii Legunwuuiuig en
kan schaatsen, die gaat om te kijken.