VOOR DE GEMEENTE ALPHEN EN RIEL
De oudste hoeven
van
Alphen
de
Korte wenken voor
landbouw
KINDEROPVOEDINGS-
PROBLEMEN
Afsluiting weg
Baarle-Nassau-Ulicoten
Zenuwrust.
HET LANDBOUWSCHAP
KERKCONSECRATIE
16 April 1955
Nummer 1 6
Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231
:r.
u
50 dagen in de gewone
flVordt vervolgd)
W.W.
el
De suikerbieten zijn meest gezaaid. Heeft
men er wel om gedacht dat suikerbieten plm.
zwarte plekken in het grasland
de klaver wordt afgevreten, dan
,e'
75 kg zuivere magnesium opnemen per ha,
ongeveer 300 kg kiezeriet. Geven wij dit
niet, dan putten zij de grond uit of de
opbrengst blijft er te lager om.
Een gladde weg, een natte straat
is in t verkeer een ernstig kwaad,
dat zich het best bestrijden laat
door zelfbeheersing en beraad.
DUIMZUIGEN.
Enerzijds is het zabbelen van het kind wel
de meest verbreide „slechte" gewoonte, die
bijna steeds een afwijking ten gevolge heeft
van het melkgebit, en, zo zij niet op zeer
jeugdige leeftijd wordt afgeleerd, een hinder
lijke onregelmatigheid van het blijvende gebit
veroorzaakt.
Anderzijds is het zabbelen een gewoonte,
die vrijwel alle jonge kinderen gedurende
een bepaalde periode van hun ontwikkeling
vertonen en waarachter dus natuurlijke aan
driften of behoeften staan. Zulk een ge
woonte kan niet zonder meer slecht genoemd
worden, al heeft ze dan slechte gevolgen.
Immers een lelijk gebit, een vooruitstekende
bovenkaak of een terugwijkende onderkaak
heeft later grote invloed op het meer of
minder aesthetisch uiterlijk, vooral voor de
meisjes van groot belang.
Het kind zabbelt het meest in zijn eerste
levensjaar en het heftigst in de tijd, dat de
tanden beginnen door te komen; dit kan een
gunstige invloed hebben op het doorkomen
van de tanden zelf alsook op de spijsverte
ring door stimulering der speekselafschei
ding. Dit zabbelen in het eerste levensjaar
is moeilijk af te leren, we moeten het aan
vaarden als een natuurlijk ontwikkelings-
verschijnsel, dat ook zijn goede aspecten
heeft. Zodra het kind gaat grijpen, dit is
vanaf 5 a 6 maanden ongeveer, en vooral
zodra het voorwerpen begint te hanteren,
vanaf 8 a 9 maanden ongeveer, zien we het
zabbelen al onmiddellijk sterk verminderen.
In het tweede levensjaar ziet men het zab-
A beien bij het doorsnee-kind alleen nog maar
I optreden bij moeheid, slaperigheid, of andere
bijzondere omstandigheden. Wanneer men
zorgt, dat het kind op tijd eten en slapen
kan en door de dag flink leert spelen en
bezig-zijn, is het zabbelen weldra een uitzon
derlijk verschijnsel. Eventueel kan men dan
nog meehelpen door het kind meermalen per
dag gedurende enige weken het duimpje uit
de mond te halen en daarbij iets te zeggen
als „vies of „foei” ofwel een afkeurend ge
zicht te trekken. In een paar weken kan het
kind dan geheel van zijn gewoonte af zijn.
Er blijven steeds kinderen waarbij het
voorgaande niet voldoende succes heeft.
Wat dan te doen? Want het kind zal toch
op zijn laatst tussen 2 en 3 jaar het zabbelen
afgeleerd moeten hebben. In de loop van het
tweede levensjaar kan men deze kinderen de
volgende combinatie duidelijk maken: een
kind, dat op zijn vingers zuigt, is moe en
moet gaan slapen en men scherpe deze asso
ciatie in door het kind inderdaad telkens
rustig naar bed te brengen, wanneer men
het zabbelend aantreft. Na een paar keer
heeft het kind de samenhang begrepen en
zal het zijn uiterste best doen om zich in elk
geval overdag te beheersen. Gaat het kind
ook dan nog door met zabbelen, speciaal bij
het inslapen, dan kan men hem het best
helpen door hem een tijd lang naar bed te
brengen met een lange harige wollen kous
of sok om zijn hand en arm te doen, die aan
de pyama kan vastgespeld worden. De eerste
avonden kan het kind dan misschien niet
goed in slaap komen en is eerst huilerig,
maar na korte tijd is het euvel meestal ver
holpen. In elk geval moet men dit rustig
doorzetten, totdat de gewoonte verdreven is.
Eenmaal ermee begonnen, is doorzetten ge
boden: dan slaagt het altijd.
Het is ook weer de tijd dat emelten schade
kunnen gaan berokkenen, vooral in grasland
met nogal klaver erin, want daar worden de
eitjes hoofdzakelijk afgezet.
Als er zwarte plekken in het grasland
komen en de klaver wordt afgevreten, dan de belang^
moet men tot bestrijding overgaan. Men kan tuinders
de minister dus en met de ambtenaren van
het departement. Het gaat daarover ook
spreken met de bedrijfschappen, waar im-
mers heel wat maatregelen voor de boeren
en tuinders genomen worden. Het Land
bouwschap doet dit werk op dezelfde manier
als de Stichting voor de Landbouw dit vroe
ger heeft gedaan.
Enkele malen is het ook gebeurd, dat er
verschil van mening bleef bestaan tussen de
regering en het bedrijfsleven. In deze ge
vallen is de Stichting voor de Landbouw
naar de leden van de Tweede Kamer gegaan.
Zij heeft de belangen van de bedrijfsgenoten
besproken met de Kamerleden en in ver
schillende gevallen is er dan nog heel wat
bereikt. Dat is bijvoorbeeld geweest toen
heren van de Tempel. Behalve over de
vroente ging het hierin ook over het asyl-
recht, dat de Tempeliers verdedigden. Voor
het asylrecht werd (evenals voor Ooster-
hout) de volgende verklaring afgelegd:
Degene (de voortvluchtige misdadiger) die
zich aanmeldde, mag ontvangen worden,
zonder dat daarvan mededeling behoeft te
worden gedaan aan de heren van Breda,
tenzij het gaat over mensen, die van buiten
het Bredase grondgebied komen. Zij mogen
een nacht verblijf houden. De heren van
Breda mogen geen vluchtelingen op het ge
bied van de Tempel arresteren. Hoe kwam
het, dat het gebied van de Tempel door de
misdadige vluchtelingen zozeer gezocht
werd? Het zat hierin, dat de heren van
de Tempel een meer humane wijze van
behandeling hadden tegenover deze vluchte
lingen.
Dit oudste stuk is ondertekend door zeer
merkwaardige namen, die de oudste beken
den zijn van deze streek. Wij herhalen, dat
het stuk is van 1312: Diedekinus van Came;
Joannis van den Nieuwenhuize; Hernicus
van Gorp; Ghibekinus genaamd Peelken;
Boikinus; Henricus genaamd Zeelander;
Thomas zijn broeder; Joannis van Bosch-
hoven; Henricus van der Bomen; Henricus
zijn zoon; Henricus Kivit; Joannis van
Merde; Hermanus genaamd van de Zanden
en Godekinus genaamd van den Polle. Dit
waren de zegslieden van het Hof ter Brake.
Die van de heren yan Alphen en van Breda
onder Alphen waren: Gerardus genaamd
Massensone; Walterus van Quarleburghe;
Ghiselbertus zijn zoon; Simon van Oester-
.wyc; Joannis zijn zoon van Robinus; Joannis
van Boschhoven; Lambertus van Oesterwyc;
Wynricus genaamd van der Voort; Wyn-
ricus genaamd de Lange; van Came, en
Henricus genaamd Hasenwent.
Uit dit stuk treden twee feiten naar Voren.
De heren van de Tempel zijn te Alphen in
het bezit van een bepaald onafhankelijk ge
bied met de daaraan verbonden rechten.
Daartegenover staat het streven van de
Bredase heren om die rechtsmacht aan zich
te trekken en het vrijgoed weer in te palmen.
Ook deze stukken van Erens liggen ter
inzage. W. B.
Het Gemeentebestuur van Baarle-
Nassau maakt bekend dat wegens re
constructie-werkzaamheden v.a. Maan
dag 18 April de weg Baarle-Nassau
Ulicoten in beide richtingen gesloten
zal zijn voor ALLE verkeer.
Baarle-Nassau, 12 April 1955
Het gemeentebestuur voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester
H.v. Gompel F. M de Grauw
het goed controleren of er emelten zitten,
door iets benzine op die plekken te gieten,
dan komen ze boven.
Bestrijdingsmiddelen zijn: 1 kg Parijsgroen
gemengd met 25 kg zemelen (verse tarwe
zemelen); deze iets bevochtigen tot een rulle
massa. Dit is zeer giftig, dus voorzichtig met
het inademen.
Men, kan ook 3 kg Hexamelt strooien, te
gebruiken volgens aanwijzingen op de ver
pakkingen.
Het beste resultaat hebben wij, als wij
tegen de avond strooien bij warm weer, als
het des nachts niet te koud wordt, omdat
dan de emelten het meest boven komen.
kort na
rijke wetten
is geweest.
Een groot voordeel voor de boeren heeft
de Stichting voor de Landbouw indertijd
kunnen bereiken, toen de Tweede Kamer de
regering gedwongen heeft 86.000.000.
bij te betalen voor de verschillende produc
ten, waarvoor te lage prijzen waren vast
gesteld. Dit zijn uitkeringen geweest ten
gevolge van de motie-Groen. Een geval, dat
zo sterk in het oog loopt, komt niet zo dik
wijls voor. Wat wel dikwijls voorkomt is,
dat bij het overleg tussen de minister en de
bedrijfsgenoten succes wordt behaald. En
dat kan heel wat betekenen! Een verschil
van een cent op de melkprijs bijv, kan
voor de boeren een verschil van ongeveer
25.000.000,De buitenwereld weet dik
wijls niet, wat de Stichting voor de Land
bouw heeft moeten doen om dit te bereiken.
Dit werk van de Stichting voor de Land
bouw, dat voor de boeren, tuinders en arbei
ders zeer veel heeft bereikt, is nu door het
Landbouwschap overgenomen. In de toe
komst zal het Landbouwschap voor de be
langen van land- en tuinbouw pleiten.-
grond juist tegen de knollen aan.
dus zelf eens controleren of er eitjes liggen
en dan moeten ze worden aangegoten met
een oplossing van een P_
middel of aanstrooien met
middel.
3. HET HOF TER BRAKE.
Wij staan voor het feit, dat, wanneer
Tongerloo te Alphen in 1175 de parochie-
rechten van de abdij Echternach overneemt,
dat de Tempeliers te Alphen in het bezit zijn
van het Hof ter Brake. Wij onderstellen,
dat de ridders van de Tempel alhier de
rechten van de abdij Echternach op de goe
deren haar door St. WTlibrord geschonken,
hadden overgenomen. Bewijzen hebben we
niet, maar een andere oplossing is uitge
sloten. Een feit is, dat Echternach haar
domein in Alphen niet meer in eigen handen
had. Slechts één hoeve hoorde nog onder
Echternach en dat was de Leeverkeneik.
Waar waren die goederen heengegaan?
Wie had ze gekaapt? Niet Thorn; wel had
Thorn hier bezittingen, namelijk de gronden
in het Zand, de Zandhoeve in Quaalborg
en de strook hei tussen Quaalborg en Baarle.
Wel moeten we weer toegeven, dat in de
voorhandenzijnde documentatie van Thorn
geen melding wordt gemaakt van goederen,
die die abdij in Alphen zou gehad hebben,
doch dat bewijs is wel enigszins zwak, want
onze vriend Ferdinand Smulders, die heel
zijn leven lang in oude archieven snuffelt,
meldde ons, dat de door mij opgegeven goe
deren van Thorn in Alphen aan die abdij
cijnsplichtig waren. En we kennen daaren
boven ook de geschiedenis van het bos
Cambe!
Het ligt voor de hand, dat de heren van
Breda (Schoten enz. enz.) deze goederen
van Echternach in handen hadden weten te
krijgen, vóórdat zij het onrechtmatig ver
kregen goed aan de Tempeliers hadden
geschonken. Maar in dat geval hadden zij
zich,.naar algemeen gebruiken (naar wat de
Bredase heren elders deden) de heerlijke
rechten op die plaats voorbehouden. En dat
was hier in Alphen niet het geval.
Dan haalt Dr Erens nog twee bewijzen
aan. De bewijsvoering is te uitvoerig en te
gedetailleerd om hier overgeschreven te
worden. Gaarne geven we aan belangstel
lenden inzage van alles, wat Dr. Erens over
deze kwestie geschreven heeft.
In 1312 is er al een geschil tussen de heer
van Liederkerke, heer van Breda, en de
De made van de koolvlieg doet dikwijls
veel schade aan het stoppelknollenzaad,
doordat de knollen worden uitgevreten, zo
dat het zaad afsterft.
Bij goed weer komt de koolvlieg tussen
10 en 25 April of later; de radio waarschuwt
er voor.
De koolvlieg legt kleine witte eitjes op de I groeien en dat hebben de meeste bedrij
Men moet nog niet voldoende
te kunnen voeren in
o stikstof te strooien kan men misschien
Parathionhoudend
een Lindaan-
de oorlog een groot aantal belang-
over de belastingen aan de orde
In het voorjaar wordt op verschillende
I bedrijven niet veel stikstof op het grasland
i gestrooid, omdat het dan toch nogal groeit,
i Maar wij moeten de natuur helpen als het
groeien wil. En nu in het voorjaar hebben
wij meestal nog meer vocht dan in de zomer.
In het voorjaar moet vooral het hooi
ven
om een goed rantsoen
in de winter. Door goed
perceel meer hooien, bovendien is dan het
eiwitgehalte van het gras en hooi ook hoger.
J. B. v. HOEK, Ass. R.L.V.D.
DE BELANGEN
VAN DE BEDRIJFSGENOTEN.
Het Landbouwschap heeft ook tot taak
en te behartigen van de boeren,
en landarbeiders in Nederland. Het
gaat daarover spreken met de overheid, met
en met de ambtenaren
i
Voordat een nieuwe kerk in gebruik mag
worden genomen, moet zij dooreen speciale
wijding voor altijd aan de publieke eredienst
worden toegewijd.
Deze toewijding begint reeds met de wijding
en plaatsing van de eerste steen. Deze eerste-
steen legging geschiedt gewoonlijk door de
deken van het dekenaat. Pas door de eigen
lijke kerkwijding, na voltooiing van de bouw,
wordt het kerkgebouw een „Heiige Plaats
We moeten hierbij een dubbele ritus onder
scheiden nl. 1. De plechtige wijding der kerk.
2. De consecratie van de kerk, waarbij ook t
altaar geconsacreerd wordt.
Niet iedere kerk (b v. de kapel van een se
minarie) moet geconsacreerd worden, wel
moet iedere parochiekerk geconsacreerd wor
den, die voor altijd voor de eredienst bestemd
wordt. (Zo is onze noodkerk nooit geconsa
creerd, omdat zij altijd als noodgebouw be
doeld is geweest
De indrukwekkende plechtigheden van de
Kerkconsecratie vangen reeds aan op de
vooravond van de dag. waarop de kerk aan
God zal worden toegewijd. Op een passende
plaats worden de martelarenrelieken, welke
de volgende dag in het hoogaltaar zullen wor
den ingemetseld, bewaard. Zij zijn ingesloten
in een keurig verzegeld kistje, waarbij een
oorkonde is gevoegd, waarop vermeld staat:
Op 2 Juli 1955 heb ik, bisschop van Breda
Mgr. Jos Baeten, de kerk en dit altaar gewijd
ter ere van de heilige Willibrordus en daarin
gesloten de relieken der heilige martelaren
Bonefatius, Lambertus, Martinus van Tours
en Willibrordus, en heb ik verleend aan ieder
Christengelovige, die heden deze kerk be
zoekt, een aflaat van één jaar, en aan hen, die
dit doen op de jaarlijkse gedenkdag dezer wij
ding, een aflaat van
vorm der Kerk.
Bij deze relieken moeten enige priesters op
die vooravond de metten en lauden van die
martelaren bidden.
I
J
>l.I
i-
ie
■n
R
’3
n-
7
n-
ONS WEEKBLAD
Zwaarmoedige gedachten, tobberijen en
angstgevoel worden verdreven door
MIJNHARDT’S ZENUWTABLETTEN
Versterken het zelfvertrouwen en
itemmen U weer moedig en rustig.