VOOR DE GEMEENTE ALPHEN EN RIEL NIEUWJAAR VANDAAG BRIEF uit de CONGO zijn in Nederland 1 Januari 1955 Nummer 1 Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231 Zalig I herinneren 't is nieuwjaar overal 't zijn splenternieuwe dagen die komen uit den oost met ’t nieuwe zonnelicht; dan 't oude zij voorbij en vrij van alle plagen, zoo weze uw levensloop voortaan weer ingericht! dus wenschen wij, die u van herten wel beminnen dat 't nieuwgeboren jaar, vandage en eiken dag dien God u leven laat van buiten en van binnen, gelijk een’ kruidekoek, vol zoetheid wezen mag! Guido Gezelle Bij gelegenheid van de jaarwis seling wenst de redactie van „Ons Weekblad" aan al haar abonné's veel geluk, heil en zegen in het nieuwe jaar. I digheid doorklinken in de eeuwigheid. Ieder verspild ogenblik zal in rekening worden I gebracht met een nauwgezetheid, zorgvul- I diger dan die, waarmee zij hun balansen op- I maken en narekenen. Dan zullen er geen cijfers te flateren vallen en wee degene, wiens budget dan aansluit met een verliessaldo! Laten we daarom bij de wending naar een I nieuw tijdsgebied een ogenblik ons op onszelf I en op ons verleden bezinnen en niet doen als de heidenen, die zich met rozen omkransen en in dronkenschap de eindigheid van het aardse beschouwen als een motief voor het genisstraf. Zoals elke dag waren daarbij vier veroordeelden wegens zedenmisdrijf. Tien l minderjarigen werden vandaag, zoals ge woonlijk, door de strafrechter veroordeeld. Een mens weet zijn einde nietZoals j elke dag zijn er ook vandaag weer 207 men- I sen gestorven in ons klein landje: elke zeven minuten één. Twee hebben zichzelf gedood: God wees hun genadig; zij waren wellicht waanzinnig van smart, van angst voor de toekomst. Drie zijn plotseling doodgebleven: waar kwamen zij vandaag, waar gingen zij heen, wat dachten zij één minuut vóór hun Zes stierven vandaag een geweld- een ongeluk op straat, in vliegtuig, door of in een auto, of door ongeluk in huis, fabriek of werkplaats, een dief in de nachtWees bereid, bereid! dood? dadige dood: door een een Als wees O, Barmhartige God, wij danken U: 4500 H.H. Missen zijn vandaag opgedragen in ons Vaderland, zoals elke dag. Het heeft dus nog wel zijn nu elkaar een echt gelukkig en zalig nieuwjaar toe te wensen onder Gods zegen en de schutse van Maria, dit wil ik U dan ook van harte doen. W. W. van E. P. Stanislas Marcelis Beste Buren en Dorpsgenoten, Vanuit Congo wens ik U allen een Kerstfeest en ik zou willen vragen om uw dorpsgenoot indachtig te zijn in uwe gebeden voor het welslagen van zijn missiewerk. Ook ik zal aan U allen denken. Daar ik weet dat LI wel enig belang stelt in het wel en wee va uw missionaris, zal ik U schrijven over mijn reis, aankomst en belevenissen alhier. Oven’ de luchtreis valt niet veel te ver tellen, men is in Congo eer men er erg in heeft. Uit Melsbroek ben ik vertrokken met mijn confrater P. Eric Croymans uit Achel om half vier. Boven Frankrijk waren we in een onweersbui verzeild geraakt, hebben we driemaal onze veiligheidsgordel moeten vast maken en hebben we enige malen hartklop pingen gehad als het vliegtuig zo ineens een 100 meter daalde in ’n zogenaamde „lucht zak”, maar eenmaal boven de Middellandse Zee was het gedaan. In Rome hadden we drie kwartier oponthoud. We zijn daar op gestegen om half negen, kregen het avond maal in het vliegmachien en toen konden we rusten, maar van slapen is niet veel gekomen. We hebben heel de nacht doorgevlogen tot Kano, waar we ’s morgens om vijf uur aan kwamen en de dag al in de lucht kwam. Om zes uur waren we weer opgestegen, maar er was niet veel te zien vanwege het wolkendek onder ons. Eindelijk om negen uur werd het helder weder en zag ik het land waar ik de meeste jaren van mijn leven hoop door te brengen. Wat ons is de eindeloosheid Het eentonige en beeld van echte assen bij en was plezierig om Zondag namiddag heel deftig gekleed, de in gestreken broek, lange of korte, maar hebben bitter weinig over voor wat huisvesting betreft. Wat ook erg opvalt is het overgrote aantal negers op de fiets. Iedere neger spaart eerst voor een fiets. Zo hebben we er ook gezien, heel primitief gekleed met geolied haar in treskens, pijl en boog, maar op een fiets, s Anderendaags zijn we weer per vliegtuig vertrokken om 9 uur uit Leopoldstad met bestemming Lulua- burg, goed drie uur vliegen. Het is een stad die erg opkomt, er wonen rond de 3.000 blanken en 40.000 zv/arten. Vanuit het vlieg tuig hadden we weer een prachtig zicht op de stad, ze ligt verspreid over verschillende heuvels (ruimte heeft men in Congo genoeg). Daar aangekomen bij de Paters Scheutisten vernamen we dat P. Overste daags te voren daar was aangekomen met de auto om ons af te halen. Die dag hebben we de stad eens gaan bezichtigen, een paar aankopen gedaan, er zijn prachtige winkels, waar ook alles te krijgen is. Op die stad is onze Missie ook het meest aangewezen voor de bevoorrading, ’s Anderendaags 's morgens zijn we dan met de auto vertrokken naar onze eerste Missie post Ishenga 380 K.M. verder. In het begin ging alles goed, maar eenmaal buiten de stad zijn het aardewegen en het vergt heel wat van de chauffeur. Die is na zo een hele dag rijden doodop. Tegen de avond als we in het dorp aankwamen was het een leven van belang. Er zijn 200 jongens op de mis sieschool. En bij de negers gaat alles met veel lawaai gepaard. Ze waren niet van het huis van de Paters weg te krijgen om de nieuwe Paters te zien. Er zijn daar 6 Paters en 1 Broeder. Wij hebben de avond doorgebracht met gemoe delijk over alles en nog wat te praten. De dag begint hier vroeg, ’s Anderendaags 's morgens hadden we défilé van de school jongens, waarna ze verlof kregen. We heb ben toen het missiedorp bezocht en zijn om negen uur vertrokken naar Kole, de hoofd post van ons Missiegebied en verblijfplaats van Monseigneur van Beurden. Onderweg wou Pater Overste ons een gedacht geven, na al de fietsen en mooie klederen wat we al gezien hadden, van een primitief dorp en primitieve mensen. Daarom stopte hij in Bola enkele meters van de hoofdweg. Wat we daar te. zien kregen was nog het oeroude Afrika. Direct hadden we het volk (meest vrouwen en kinderen, de mannen zijn over dag op jacht) rondom ons. Pater Overste wierp een handvol sigaretten omhoog en alles ging aan het worstelen, maar eenmaal de sigaret in handen van de vlugsten is alles weer kalm. Toen we terug naar de auto gingen kwam heel het dorp ons achterna. „Goede dag zeggen” doen ze hier niet, ze schreeuwen het. Toen met de pont, „bac” zeggen ze hier, over de rivier Lukinie naar de overkant en dan nog zes K.M. rijden en we waren in Kole, waar de ontvangst met het gewoon ceremonieel plaats had. Wordt vervolgd) buiten de Kerk gesloten die zes voed? Wat God verbonden heeft zal de mens niet scheidenVandaag hebben onze rechters over achttien mensen het echtschei- dingsvonnis uitgesproken: negen echtparen achtten zich daardoor ontslagen van hun voor het leven aangegane verplichtingen. Vandaag is dus, als gewoonlijk, de „misluk king” van elf huwelijken officieel geconsta teerd. Ik denk aan de kinderen, de kin deren Zeventig volwassen mensen werden van daag, als gewoonlijk, door de strafrechter veroordeeld. Dertig daarvan kregen gevan- 1 worden tot 1 waardoor de vluchten. Nieuwjaar! De champagne schuimt hoog I over de rand der geheven glazen, het oude I jaar wordt weggeknald met kurken en kruit. I men valt elkander om de hals en voegt I elkander wensen toe zonder zin. Alleen de I ouden van dagen verstillen een moment bij I de eerste der twaalf klokslagen, die als i twaalf apostelen prediken de vergankelijk- 1 heid en de sterfelijkheid van alle stof. Doch de jongen, de krachtigen, de gezonden 1 lachen om de „sentimentaliteit” van de I levensernst. Heel hun leven hebben zij nog voor de boeg. Eeuwigheid? Vergelding? I Later, wanneer hun driften zijn gedoofd en I de ouderdom hun de toegang ontzegt tot de lokkende lusthof der wereld, zullen zij er I over peinzen, nu niet. En toch zal iedere daad, iedere gedachte, 1 ieder woord van dit tijdelijk leven, volgens i de feilloze vergelding van Gods rechtvaar- De stroom van de tijd kent vertragingen, noch versnellingen. Onverstoorbaar is zijn altijd eendere maatgang, onveranderlijk zijn richting naar de grenzeloze oceaan der eeuwigheid. Wij, die op de wentelende wereld in de stuiving van haar golven worden meegevoerd, bezinnen ons te zelden op deze onaantastbare wet van haar immer voor waartse rusteloze beweging. In, voorspoed zeggen wij: „de tijd gaat snel in tegenspoed: „de tijd gaat traag”, en wij geven er ons nauwelijks rekenschap van, waarheen hij gaat en wij met hem. Leven de meesten onder ons niet, alsof hun aards bestaan een eeuwigheid zal duren? Zij worden door allerlei tijdelijke beslommerin gen in beslag genomen, dat zij de enig vol strekt noodzakelijke zorg vergeten n.l. die voor hun eeuwige ziel. En toch, de tijd gaat voort, meedogenloos, onverbiddelijk en keert niet terug. Vergankelijkheid, dood, eeuwigheid, deze woorden en begrippen ver schrikken de moderne heidens geworden mens. Hij wil ze niet horen, hij wil er niet over denken, omdat zij de zinneloze leegte bloot leggen van alles waaraan zijn hart gebonden is met een ongeregelde, mateloze gehechtheid. Aan de vergankelijke stof be dwelmt hij zich, om in z’n roes haar vergan kelijkheid te vergeten. De dood bant hij uit de enge kring zijner gedachten naar een nauwelijks zichtbare, verre toekomst. En toch „de dood komt als *n dief in de nacht”. Het tijdelijke, het tastbare is de wereldling nader dan de eeuwigheid. Heeft hij nog een vaag Godsbegrip dan speculeert hij op Gods lankmoedigheid en barmhartigheid, en acht liet risico van n eeuwig verlies zo gering, dat hij het durft zijn ziel op 't spekte zetten voor een onmiddellijke kortstondige voldoe ning van zijn nooit verzadigde begeerten. Maar de tijd gaat voort. De minuten groeien tot dagen, de dagen tot jaren, de jaren tot n mensenleven, dat als een meteoorsteen j verdwijnt in de gang der eeuwen. De dagen der bezinning zijn in het moderne leven schaars want de wereldling ontwijkt de inkeer tot zichzelf uit angst voor de ont- stellende ontdekkingen, die hem dan te wachten staan. De rationele mens, die groot gaat op zijn alles doorvorsend verstand, zijn scherp vernuft, zijn kennis en kunde, be- I driegt zichzelf tegen beter weten in en ver- bergt de angst voor de sterflijkheid van zijn lichaam, een wanhopige struisvogeldaad ten koste van zijn onsterfelijke ziel. Zodra de omstandigheden hem dreigen te herinneren aan alles, wat hij vergeten wil, 5 werpt hij zich in een lawaaiende feestelijk- I heid, om de waarschuwende stem van z’n I geweten te overschreeuwen. En zo is voor I velen zelfs de jaarwisseling aanleiding ge- een tragische uitgelatenheid, mens zichzelf tracht te ont- mateloos botvieren hunner genotzucht. Wat God’s hand ons geven zal in het komende jaar, wij weten het niet. Maar wat zij ons geven moge, hetzij leven of dood, hetzij droefheid of vreugde, aanvaarden wij het met een wel-bereid hart. Laat het nieuwjaars feest, het feest van de tijd een voorbereidende gedenkdag tot de eeuwigheid zijn, opdat de lamp onzer ziel niet zijn zal als die der dwaze maagden bij de onverhoedse komst van de Goddelijke Bruidegom. In dit licht van de levensernst en de chris telijke wijsheid, die weer een tijdsgewricht ziet kenteren tegen de achtergrond der eeuwigheid, wensen wij onze lezers een naar God gericht gelukkig en Zalig Nieuwjaar! Een jaar is weer voorbij, het nieuwe jaar is begonnen. Onwillekeurig denken we terug naar het afgelopen jaar met zijn lief en leed; het heeft ons veel goeds, maar misschien ook wel leed gebracht, het is niet doenlijk te mijmeren over het leven van een bepaalde persoon, we Willen het grote geheel bekijken, maar dan het grote geheel van één dag in Nederland. We menen misschien dat er zo rondom ons heen niet veel gebeurt, maar terwijl mijn klok rustig doortikt tot het middernachtelijk uur van 31 December begint er een nieuwe dag, de eerste van het nieuwe jaar. Wat betekent nu één dag in Nederland? Wanneer we de statistieken van A. Diepenbrock pr. bekijken is één dag heel, heel veel. Vandaag zijn in Nederland 4Z66 mensen geboren: kleine wezentjes in de armen van vrouwen die de ergste pijnen geleden hebben. Maar nu is elke moeder vol van kalme innige liefde voor haar kindje. God schiep maanden ge leden de onsterfelijke ziel in haar schoot en op deze dag is het kind zijn leven in de wereld begonnen, zijn weg naar de eeuwig heid Hoevelen zullen hun doel, hun Schepper bereiken? 211 van die kinderen werden van daag Katholiek gedoopt; voor eeuwig dragen zij nu het teken: zij behoren niet meer tot de wereld der heidenen: Christus heeft hen aan genomen als Zijn eigendom. Zeven van die kinderen waren „onwettig”. Ach, mogen zij toch niet verbitterd worden en vol haat door de verachting van de men sen. De mensen verachten zulke kinderen. Waarom? Men moet hard zijn tegen het kwaad, niet tegen onschuldigen. Acht niet- katholieken zijn vandaag Katholiek gewor den. God heeft hen „uit de macht der duis ternis bevrijd en hen overgebracht naar het Rijk van Zijn geliefde Zoon”. (Col. 1, 10). Wie zal zeggen welke strijd, welke inner lijke en uitwendige moeilijkheden zij hebben doorstaan, eer God hun die genade gaf? Vandaag hebben 432 mensen (waaronder 150 Katholieken) 216 paren dus, elkaar liefde en trouw beloofd voor het leven. 109 daar van zijn hun huwelijksleven met God begon nen; 107 dus vonden zelfs dat niet nodig: geen Kerkelijke inzegening! Bijna de helft. Zeven Katholieken waren daarbij betrokken. 36 Huwelijken waarbij de partijen van gods dienst verschilden, werden gesloten vandaag: 36 „gemengde huwelijken”. Bij 20 daarvan was één der partijen Katholiek, de andere niet-katholiek. Twintig gemengde huwelijken per dag waarbij Katholieken betrokken zijn! Vandaag werden 20 kinderen uit Katholiek- gemengde huwelijken geboren. Slechts zes van die kinderen werden bij de burgerlijke stand als „Katholiek” aangegeven: veertien zijn dus reeds onmiddellijk door hun vader iEn hoe zullen Katholieke kinderen worden opge- Belgen het meeste opvalt van dit deel van Afrika, toch steeds afwisselend grote grasvlakten op de heuvelen en de oerwouden op de lage gronden, een wisselend beeld van groen. En dan was daar opeens de brede Congostroom en bijna het einde van onze eerste luchtreis. Om elf uur waren we in Leopoldstad, die heeft rond de 300.000 inwoners. Bij het dalen hadden we een prachtig zicht op de stad. Na de forma liteiten die bijna een uur duurden, reden we naar de procuur van de Paters Scheutisten waar we hartelijk onthaald werden. Na ons een beetje opgefrist te hebben, wat geëten en w'at rusten, zijn we met een pater Scheu- tist naar een. voetbalwedstrijd gaan zien van de zwarten in het Boudewijnstadion dat eigendom is van de Scheutisten en het groot ste van Afrika, er kunnen zowat 70.000 mensen in en ligt midden in een van de zwarte wijken. Het was ons eerste kontakt met de zwarte wereld. Heel interessant was het wel om die negers bezig te zien, zowel op het speelveld als op de tribunes. Ze speelden heel goed, er waren echte assen bij en de reactie van het volk was plezierig om te bestuderen. Het was Zondag namiddag en de zwarten waren mannen wit fantasiehemd, vergulde zonnenbril en hoed, de dames waren ook deftig uitgedost, maar de Pater die ons vergezelde zei dat de meeste van hen nog in hutten wonen. Dat hebben we later ondervonden op onze ver dere reis. De negers houden erg van opschik, ONS WEEKBLAD ..MM

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1955 | | pagina 1