Baarle'
ggnagirin
Geneeskundig onderzoek
vóór het huwelijk
wenselijk
De veestapel in de Middeleeuw en 1400 en 1500
zeer, zeer
Korte wenken voor de
landbouw
IN HET ALPHENSE DORP
ander over de veestapel
Jan Beemstraat9; Gerrit
de bewoning
Verdrijf met.
Jan
Herman 13;
men afleiden
bij de Nieuwelandse hoe-
voor heteerst genoemd
op de kleinkinderen, bv. Doofstomheid
(komt bijna uitsluitend voor bij kinderen
wier grootouders bloedverwanten waren)
Blindheid; Krankzinnigheid.
Kortom de vooruitgang van de me
dische wetenschap maakt een zodanig
onderzoek zeer, zeer wenselijk. Maar
wanneer moet dat geneeskundig onder
zoek vóór het huwelijk dan geschieden?
Het ligt voor de hand dat het onderzoek
tijdig dient te geschieden; in ieder geval
vóór er hechte persoonlijke banden zijn
aangeknoopt; dus zodra men op volwas
sen leeftijd is gekomen en zich tot het
huwelijk geroepen voelt.
De uitslag van dat onderzoek zou als
volgt geformuleerd kunnen
thans in de
van Loon van
s hier pachter Nicolaus van
Hij houdt 6 koeien. 4 ossen, 7 runde-
il kortbijen.
d s c h e Hoeve, thans
bewoond door Manders.
was in 1603 Antheunis Pe-
van Holten 15;
Henricus Cueper 10; Gerrhit Goessens 18;
Miet Wouters Vermolen 12; Cornelis Aerts
9; Henricus Wils 6; Maria Cupers 13; Henri
cus Thys 12; Thys Ariaens 8; Theeu Peeters
12; Ariaen van Nuweleinde 16; Arnoldus van
Gilse 10; Jan Heyns 8 Zou deze laatste mis
schien gelezen moeten worden Reyns?
Boschhoven.nu goed opgelet: Adriaen
Goens 16; Jan Ariaens 14; Meeus Bekkers 7
(komt van die naam misschien de naam van
Meeuwsen?); Jan Gerrits 5; Peter Hazenbergh
6; Jan van der Voert 14; Peter Bloeckmaker 5;
Jan Noytkens 13; Theeuw 4; Maria Noytkens
3; Godefridus van den Wildert 12.
Q u a a 1 b o r g; nu is het uw beurt: Jan
Gerryts 9; Bieken Stoops 7; Henricus Biekens
7; Met Meeus 6; Jan Diels 2; Hendrik van
Caulaer 2; Ariaen Verwildert 11; Stathouder
4; Peter van Ginhoven 7; Peter Biekens 6;
JanVincxl2; Jan Biekens 8; Lau Meeus 12;
An Ancem 11; Jan Coppens7; Peter Godscalx
4; Jan van Uutwyck 16; Gheert Wouters 7.
Tenslotte ons dorpskern: Jan Peeters
6; Lauvthys 5; Henricus Janer 8; Katharina
Claeus 6; Cornelis Goessen 5: Peter Cocxs 10;
Cornelis Mertens 15; Ghyb Seeghers 3; Joeta
Holtermans 7; Willem Swegers 16;Styn Shar-
deb 11; Thomas Diels 11; Martinus Gherits
16; Antonius de Molaer 6; Henricus Libben 5
Ariaen Lauwreys 14; Jan Goessens 7; Geryt
Janssen 6; Thys van Overe 15.
Uit deze statistiek valt wel een en ander te
leren:
1Hoe gauw geslachten verhuizen, uitster
ven Zo zal het ook eens met ons gaan. Als
over een goede 400 jaar een of andere pastoor
de namen der thans bewonende wijkingeze-
tenen zou publiceren, dan zullen daaronder
zeer weinige of gene zijn, die uw geslacht, uw
fortuin vermelden. Leeft dus goed en maakt
u vrienden voor de eeuwigheid, waar uw
naam en waar ook al uw daden (goede, minder
goede en slechte) niet vergeten maar vergol
den worden.
2. Aan’t aantal schapen kunt ge enigszins
de welstand van die bewoners van 1500 op
maken.
3. Die mensen leefden meer bekrompen in
vaak bijna onmogelijke woningen.
4. Hieruit kunt ge opmaken, hoeveel men
sen of hoeveel huishoudens in die tijd Alphen
bevolkten. W. B
dorp en de diverse gehuchten. Hieruit leren
we de namen van onze dorpsgenoten in 1514.
Brak el: Walraven 16 lammeren; Mar
tinus Aerts 13; Nicolaas Lemmens 5; Jan
Maes 11; Henricus Loeyen 14; Simon Wil-
lelmi 3; Jan Peeters 6; Peeter Tielmans 10;
Joannis Dries 12; Henricus van Hulsel 12;
Gheen Cleys 25; Huyb de Roey 15; Maria
Adriani 7; Gertrudis de Caulaer 10.
Druysdijk en Vijfhuizen:
Ghyskens 7; Peter Geryts 5;
Nicolaas Jacobs 26 (hieruit kan
Slechts weinigen van onze grotere
jongens en meisjes hebben tot dusverre
het besef, dat, een geneeskundig onder
zoek vóór het huwelijk ook bij de voor
bereidingen behoort tot de grote stap van
het huwelijk. Ze hebben al enige tijd
verkering en weten wel dat deze verlo
vingstijd” tot doel heeft elkaar te leren
kennen, elkaar te leren verdragen, zich
naar elkaar leren te schikken, enz. Ze
weten ook heel goed dat ze nooit iemand
zullen ontmoeten die nu de volle 100 pet.
aan hun verwachtingen voldoet, mensen
blijven immers mensen met al hun fou
ten en gebreken. Ieder heeft zijn gebre
kenen zijn eigenaardigheden.
Ze weten ook heel goed dat die al te
dweeperige genegenheid langzamerhand
moet uitgroeien tot echte ware liefde. Die
„kalverliefde” moet niet blijven duren,
niet het gevoel maar het verstand moet
gaan regeren. Het verstand zegt dat we
juist in deze voorbereidingstijd eerbied
voor elkaar moeten krijgen en dat een
zekere reserve in acht genomen moet
worden. Deze mooiste en niet de gemak
kelijkste tijd van ons leven vraagt veel,
heei vtei kracht en zelfbeheersing. We
zullen hierbij de hulp van O. L. Heer
niet kunnen missen. Daarom is een diep
godsdienstig leven onontbeerlijk. Bidden;
H. Communie; Biecht. Maar ook de ne
gatieve kant: het vermijden der zonden
vraagt onze aandacht. Geen aanleiding
totzonden geven in gesprekken, houding,
kleding enz. de eenzaamheid of gevaar
lijke plaatsen niet zoeken of bezoeken,
enz. enz.
Al deze zaken weten onze jongelui wel
(een andere zaak is of ze er ook altijd
naar handelen), maar wat nog veel te
weinig beseft wordt en wat toch een alge
mene voorbereiding dient te vinden en
pat opgenomen zou moeten worden in
de zeden en gebruiken van alle rangen
po standen is: Het geneeskundig onder
hoek vóór het huwelijk. Dus niet alleen
pen geneeskundig onderzoek, wanneer
men meent dat hier- oor rede aanwezig
!s,neen, in alle gevallen!
Het kan geweldig veel teleurstelling
voorkomen, het kan ontzettend veel ver
aten kommer uit de weg ruimen. Wat
maken de mensen in hun huwelijk alle
maal niet mee? Wat een ongelukkige ge-
onen zien we vaak niet? Had hiervan
letheel veel voorkomen kunnen wor-
en? Dat onze ouders het vroeger niet
edaan hebben, er zelfs niet aan gedacht
;°ben aan zulk een geneeskundig on
Verzoek voor het huwelijk, is nog geen
-deom het zelf nu ook niet te doen. De
Hen zijn zoveel veranderd, de weten-
s-hap is zoveel vooruit gegaan. We moe-
In de goede betekenis van het woord
mderne mensen zijn in deze moderne
•d- Neem b.v. de erfelijkheidsleer eens,
wetenschap die we gerust nog een
nge wetenschap” mogen noemen. Er
;iln verschillende ziekten, waarvan het
vaststaat dat zij overgaan van de ou-
"rsop de kinderen bv. misvormingen
an de ledematen; aandoeningen van het
z'ohtsorgaan; aandoeningen van het
:enuwstelsel. Er zijn andere ziekten, die
van de ouders op de kinderen over
ian> maar één geslacht overslaan, dus
niet meer als een ADVIES, met andere
woorden: kan wel aan iemand het huwe
lijk ontraden worden (na het onderzoek)
maar nooit kan aan iemand het huwelijk
verboden worden, leder mens heeft nu
eenmaal onvervreembare rechten, rech
ten die hem nooit ontnomen mogen wor
den bv. Het recht van leven; het recht
van vrijheid; zo ook het recht om te
huwen.
Dus de Staat mag nooit een wet uit
vaardigen, waardoor zij aan bepaalde
personen (bv. die aan T. B. C. lijden) het
huwelijk verbiedt. Wanneer zij dit toch
zou doen, zou dit een onrechtvaardige
wet zijn en zou men in geweten (dus voor
O. L. Heer) niet verplicht zijn zich aan
deze wet te houden.
Zou het goed zijn dat ’t geneeskundig
onderzoek verplichtend werd gesteld? bv.
men zou ten gemeentehuize niet burge
lijk kunnen trouwen zonder overlegging
worden: van een medisch attest. Om het grote
1Geen bezwaar; 2. Voorlopig geen be- gevaar dat aan het verplicht onderzoek
zwaar (Er kan eerst geneeskundige be- H vastgekoppeld zou worden’t huwelljks-
i->->=--x n c__ verbod, om deze rede zijn wij katholie
ken geen voorstander van verplicht on
derzoek.
Moge echter vele jongelui de belang
rijkheid van ditmedisch onderzoek vóór
I het huwelijk” gaan begrijpen en zich
l vrijwillig en tijdig hieraan onderwerpen
tot heil van hun zelf en tot heil van hun
nageslacht. W. W.
5; Gerard van Goorp 15; Then Peeter Teu-
kens 5; Cornelis van Borden 6; Jacop de
Snyder 1; Ariaen Arts 3; Maria Hendriks 8;
Lysbet Stauts 5
Nu komt Alphen O i s t e r w ij k aan
de beurt: Thys Vyfhuizen 20; Anto van Ghilse
11; Jan Vyfhuizen 18; Gerard Aerts 7; Henri
cus de Haert 12; Goes Verlynden 8; Lysbert
Goessens 16; Joes Neelen 1 3; Geert de Hereth
10; Godefridus Ariaans 8 Ghyb Vincx 34; Jan
Thys 9; Nol Dierx 7; Henricus Hasenbergs
19; Jan Gerrit Aets 5; Heer Gysbregt 6;
Leenaert Thonissen 8; Dymphna Vornelis 13
Jan Mertens 14; Jan Maes 7; Diel Roukens 3,
Jan van Aerl 10; Godefridus Vincx 10; Wyn-
ken 8; Jan Comejans 7; Jan Claeus 9-
Zoek nu maar eens uit waar die diverse he
ren en dames gewoond hebben. Zeer interes
sant is het te moeten constateren, dat geen
enkele onzer oudste families daar meer te vin
den en te localiseren zijn.
Nu is het woord aan T e r o v e r: Peter
van Hulsen 17; Godefridus Henricxs 10; Hen
ricus Peeters 4; Lys Peeters 10; Jan Gherrits
12; Jan Claues 6; Heyl van Caulaer 12; Meeus
van Caulaer 7; Willem de Weduwes 7; Jan
Cleys 3; Aert Goessen 2; Peter van Caulaer 15
Willem Sweerts 17; Michiel de Becker 17:
De tijd dat er weer veel zal worden inge
kuild is weer aangebroken.
Er is ontzettend veel verschil hoe wij in
kuilen. Dat zien wij wel als wij in de winter de
kuilen open zien liggen, als men ervan voedert.
Het kuilvoer moet lichtgroen tot geel van
kleur zijn en een frisse zure reuk afgeven.
Eiwitrijke gewassen zoals gras, klaver, lu
pinen, snijrogge en stoppelknollen met veel
blad, kunnen practisch niet goed worden in-
gekuil als men niets toevoegt De toevoeging
kan bestaan uit gesneden bieten, deze moeten
wij plm. 25 pCt. toevoegen. Inkuilingszuur
moeten wij verdunnen; 1 liter zuur op 6 liter
water, altijd het zuur bij het water doen nooit
omgekeerd. Van deze oplossing: per 100 kg
verse massa van zeer eiwitiijke gewassen 6
liter en bij wat minder eiwitrijk, gras, snijrogge
of stoppelknollen, 4 liter per 100 kg. verse
massa
Melasse moeten wij half verdunnen met
water,vandezeoplossing bij minder eiwitrijke
gewassen 4 pCt of 4 liter per 100 kg groene
massa, bij eiwitrijk gras, klaver of lupine 7 8
9 Qctober 1954
---
Deze week heb ik ontzettend weinig tijd
gehad Mijn reportage moet evenwel ingele
verd worden. Dus in uiterste nood wend ik
me tot het streng geschiedkundige manuscript
van onze onvergefelijke vriend Dr Erens
Hierbij dus een en ander over de veestapel
in 1400 en 1500.
De voornaamste gegevens komen natuur
lijk van de hoeven van Tongerloo.
In 1500 had de N i e u w e 1 a n d s e hoe
ve: 18 koeien, 16 ossen, 240 schapen en 3
paarden.
De
door het toekomstige
goede Tist van Gorp in de Schellestraat, had
ter verzorging in 1404:
2 paarden, 95 schapen en
handeling plaats moeten hebben); 3. Ern
stig bezwaar (het huwelijk wordt ten
zeerste afgeraden vanwege bv. erfelijke
ziekten);4 Bedenking (evenwel niet zwaar
genoeg om een afwijzend advies te ge
ven); 5. Relatief bezwaar (bv. wel af tel1
raden voor bepaalde personen, voor an-l
dere personen weer niet). .-j
Wat is nu de strekking van geneeskun
dig onderzoek? Volgens ons katholieken
kleine hoeve, thans bewoond hoe oud de hoeve van Willem Jacobs is) Peter
gouden echtpaar, de Tir.n
de Schellestraat, had Stauts 8; Gerard van Gorp 3; Gulle Willems
3 koeien, 5 runderen,
6 korven bijen.
In 1500 had die pachteresse n 1 de weduwe
Agnes, weduwe van Jan Wyts: 5 koeien, 4
ossen, 9 runderen. 90 schapen en 1 paard,
De Leeuwerkeneik, in dien tijd ge
naamd de Leeverkenbrake, telde als veestape
in 1404: 7 koeien, 6 ossen, 17 runderen,
paarden. 128 schapen en 3 korven bijen, n
1556: 9 koeien, 5 ossen, 21 runderen,130scha
pen, 5 lammeren en 2 paarden.
Het Hof ter Zande,
Quaalborg, bewoond door
Loon. In 1409 was 1 1
Dalum.
ren, 3 paarden, 76 schapen en
De Middellandse h_
de Middelhoeve, nu
De eerste pachter
ter Wynants.
De tweede hoeve
ve Deze hoeve wordt
in 1630 j bneve wordt geen opgave
Ook van deze s i. Maar er zijn nog
verstrekt over d onsPRunnen inlichten n.l.
andere gegev hieruit komen interes-
sanfe01^^”6
V
^PIJNEN
KOU-GRIEP
rij AMIVAL
enlaan 27
- <NHOUT
42 82 11