Advertentieblad Nieuws en HET LANDBOUWSCHAP Baarle’s MISVERSTAND A. C. V. van Baarle-Hertog vierde feest Zilveren guldens komen Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231 de afdeling werd en kijf. RESULTAAT VAN EEN GEZOND STREVEN Ziet men nu de grote lijn van de ontwikke ling? Eerst had men de min of meer toevallige besprekingen tussen de boerenbonden over gemeenschappelijke vraagstukken; daarna kreeg men een geregeld overleg tussen de drie boerenbonden, de drie CL.O.'s; tegelijkertijd hadden ook de landarbeidersbonden onderling hun besprekingen over hun belangen: de vol gende halte op de weg der ontwikkeling was het overleg tussen werkgevers en werknemers eerst van tijd tot tijd als men er behoefte aan had en vooral over lonen en arbeidsvoorwaar den; later werd dit overleg op vaste tijden ge voerd en had 't ook betrekking op crisismaat regelen en andere economische vraagstukken; dit overleg tussen boeren, tuinders en arbei ders maakte het nodig een Centraal Secretari aat in te stellen; na de oorlog werd dit Centraal Secretariaat uitgebreid en kwam de Stichting voor de Landbouw tot stand. Deze ontwikkeling van desamenwerking werd sterk bevorderd door het verlangen van de land- en tuinbouw om zelf verantwoording te dragen voor de maatregelen, die nodig zou den zijn voor deze bedrijfstak Twee dingen zijn dan zeker noodzakelijk en wel: overeen stemming in eigen kring, en een zeker gezag om de beslissingen te kunnen uitvaardigen en uitvoeren. Daarvandaan het blijvend onder ling overleg en het streven naar de publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie (de P.B.O die de naam Landbouwschap zou dragen Nauwelijks was de oorlog achter de rug of het landbouwbedrijfsleven trad met nieuwe kracht in de openbaarheid. Een plan voor de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie was ge reed. Al spoedig bleek echter, dat de instel ling van deze P B O niet onmiddellijk zou kunnen geschieden. Er zouden zo meende men toen nog wel enkele maanden over heen gaan. Daarom besloten de organisaties de privaatrechtelijke basis voor de samenwer king te versterken. Om deze reden werd op 2 Juli 1945 de Stichting voor de Landbouw opgericht, die tot taak kreeg het voorbereiden van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en het behartigen van de belangen van boeren tuinders en landarbeiders. Onmiddellijk werd begonnen met het opstellen van een vooront werp van wet, waarin de gedachten der orga nisaties van boeren, tuinders en landarbeiders over de publiekrechtelijke bedrijforganisatie waren neergelegd. In Maart 1946 werd ge publiceerd een „Voorontwerp van wet tot in stelling van een openbaar lichaam voor het Nederlandse landbouwbedrijf". Dit werd be sproken in de organisaties en in Augustus ’46 definitief vastgesteld door het hoofdbestuur van de Stichting voor de landbouw. De be doeling was, dat dit voorontwerp aan de re gering zou worden aangeboden, opdat het tot wet verheven zou worden. Zover is het echter nooit gekomen. De regering was van oordeel, dat er eerst algemene richtlijnen gegeven moesten worden voor zij tot instelling van een publiekrechtelijk orgaan voor een bepaalde bedrijfstaak kon overgaan. De gedachte van de publiekrechte lijke bedrijforganisatie leefde ook reeds langer Bij de wijziging der Grondwet in 1938 werd de mogelijkheid geopend zulke publiekrechte lijke organen in het leven te roepen. Hiervan is de Stichting voor de Landbouw uitgegaan toen zij in 1946 haar Voorontwerp van Wet heeft opgesteld De Stichting was voortva rend genoeg- Van het lange wachten was zij niet de oorzaak. Eind 1946 stelde de regering een commissie in, welke haar moest adviseren over de alge mene richtlijnen voor de P.B O. Nadat deze commissie haar advies had opgesteld, diende de regering een wetsontwerp in bij deTweede Kamer. In Februari 1950 werd de Wet op de Bedrijfsorganisatie aangenomen Krachtens deze wet werd de Sociaal Economisch Raad (S E.R ingesteld, waarvan een derde der le den werd aangewezen door de overheid, en twee derde door het bedrijfsleven. Deze S ER heeft ten doel de regering voor te lichten over sociale en economische aangelegenheden. Te vens is de SE.R het toporgaan van het pu bliekrechtelijke georganiseeide bedrijfsleven. Een ontwerp van de Stichting voor de Landbouw tot het instellen van 'n Landbouw schap zou eerst door de SE.R. beoordeeld moeten worden. Voor de boeren, tuinders en landarbeiders, die samenwerken in de Stichting voor de Landbouw was nu de weg gebaand om verder te werken aan het bereiken van hun ideaal Het eerste ontwerp van 1946 moest herzien worden en worden aangepast aan de wet van 1950. Hernieuwde besprekingen met de orga- 1 ontkiemd en is de eerste grondslag gelegd Het mensdom gaat gebukt onder het misverstand, dat aan de welvaart plukt van volk en vaderland, 't Is vijand nummer één, die immer is belust op wat in t algemeen verstaan wordt onder rust. Meer dan een watersnood schaadt ons het misverstand, dat dikwijls met één stoot vernielt het kostbaarst pand. Het breekt de vree in huis, de orde in 't bedrijf, het slaat geluk in gruis, t zoekt tweedracht, twist Het misverstand, de kwaal, waaraan de wereld lijdt, stoort zich aan maat noch schaal, en leidt tot haat en nijd. Als het zijn tronie toont, ebt steeds het voordeel weg waar eenheid heeft getroond, door stijlvol overleg. Geen dijk, geen muur, geen macht weerstaat het misverstand; het menselijk geslacht wordt er door aangerand. Waar misverstand ontstaat, is t mis met het verstand; verstandelijke praat gaat er voor aan de kant drijfsuitoefening in de land- en tuinbouw, om daardoor het algemeen belang van het Neder landse volk te dienen. Daarnaast heeft het als tweede taak het behartigen van de gemeen schappelijke belangen van de bedrijven en van de personen, die op deze bedrijven werkzaam Zijn Het spreekt vanzelf, dat het werk van t Landbouwschap niet in strijd mag komen met het algemeen belang van het gehele Neder landse volk Om botsingen tussen dat alge meen belang en het belang van de land- en tuinbouw te voorkomen, bepaalt de wet dan ook, dat de overheid het recht heeft toezicht te houden op de werkzaamheden van t Land bouwschap Het werkterrein van het Landbouwschap is nogal uitgebreid. Het heeft regelende be voegdheden op technisch, economisch en so ciaal terrein en zal daarnaast natuurlijk als adviesorgaan blijven optreden. Voor het voeren van n goede huishouding zijn eigen inkomsten nodig. Ook in dit op zicht heeft het Landbouwschap een aantal be- t<voegdheden gekregen, welke nodig zijn om de werkzaamheden goed te doen verlopen. Het feit, dat het Landbouwschap een orgaan is van de bedrijfsgenoten zelf, benevens het feit.dat de organisaties de bestuursleden aanwijzen en een voortdurend toezicht kunnen uitoefenen, «zijn er waarborg voor, dat 't Landbouwschap Zijn gelden zuinig zal beheren. De eerste mijlpaal op de lange weg naar Ivolledige en gelijkberechtigde samenwerking van boeren, tuinders en landarbeiders is ge weest het instellen van het Centraal Secretari- |aat voor Land- en Tuinbouw in 1941, de twee de mijlpaal de oprichting van de Stichting voor de Landbouw in 1945; de derde mijlpaal is de instelling van het Landbouwschap in Februari van dit jaar. Hiermede hebben de land en tuinbouw in Nederland een ideaal bereikt, waar zij lang naar gestreefd hebben; het bou wen van een orgaan, waardoor zij met hun ge zag de nodige regelingen voor deze bedrijfstak kunnen treffen en uitvoeren, met het doel de land- en tuinbouw in het Nederlandse volks geheel zijn rechtmatige plaats te geven. De land en tuinbouw mogen er trots op gaan, dat zij de eerste van het Nederlandse volk geweest zijn, die gebruik maken van de mogelijkheid om een publiekrechtelijk bedrijfs orgaan in ’t leven te roepen. Dit wekt temeer bewondering als men goed beseft in welk een korte tijd deze lange weg is afgelegd; en als men weet hoe de land- en tuinbouw er twintig jaar geleden in het diepst van de landbouw crisis voorstonden, toen vele boeren en tuin ders niet of nauwelijks het bedrijf staandekon- den houden. Velen stond het water aan de lip pen. In zulk een tijd zou men eerder moede loosheid verwachten dan het ontkiemen van een nieuwe gedachte. In een tijd van zo diepe neergang verwacht men niet, dat de grondslag voor een nieuwe samenwerking wordt gelegd En toch! Juist in de ellende van de crisistijd is de gedachte van deze nieuwe samenwerking voor het bouwen van het nieuwe orgaan, het Land bouwschap- Juist toen de land en tuinbouw zo diep in de zorgen zaten is bij de bedrijfsge noten de gedachte aan eigen verantwoorde lijkheid voor hun bedrijfstak gaan leven. Men kan verwachten, dat de voorgeschiedenis van het Landbouwschap er een waarborg voor is, dat boeren, tuinders en arbeiders dit orgaan zullen beschouwen als iets van henzelf, waar op zij met recht en reden trots kunnen zijn. Toch zijn er nu nog bedrijfsgeroten die het Landbouwschap te veel zien als instelling, die hun van boven af wordt opgelegd en te weinig als een orgaan, dat zij zelf door middel van de organisaties hebben opgebouwd. Zij zijn van mening, dat het Landbouwschap zeggenschap heeft over alles en dat zij niets over’t Land bouwschap te zeggen hebben. Het tegendeel is waar, ’t Nieuwe orgaan is er gekomen door de zes organisaties van boeren, tuinders en landarbeiders. Deze zes organisaties wijzen ook de bestuursleden van het Landbouwschap nisaties waren nodigen in Augustus 1951 was het dan zover, dat de Stichting voor de Land bouw haar ontwerp kon indienen bij de S E R De land-en tuinbouw was de eerste, die met een eigen ontwerp kwam. Het is daarom be grijpelijk, dat ’t nogal enige tijd heeft geduurd voor de behandeling in de SER achter de rug was. Het was iets nieuws, niemand had erva ring, beide partijen moesten zoeken naar de beste manier van behandeling. Er kwamen heel wat moeilijkheden voor den dag, die moesten worden opgelost. Van de S E.R, ging het ontwerp naar^de overheid, waar de behandeling eveneens ge ruime tijd in beslag heeft genomen. Maar eindelijk kwam dan toch de bekro ning van ’t werk der organisaties en der Stich ting voor de Landbouw. Op 23 Februari 1954 verscheen het besluit tot instelling van een be drijfschap voor de landbouw, welk bedrijf schap de naam Landbouwschap draagt Het trad in werking op 24 April. In Mei 1954 is het Landbouwschap met zijn werk- ivannen. Het doel van dit van het Landbouwschap dragen. Door lid te zijn van een der organisaties zullen de bedrijfs genoten dus gezamenlijk meepraten en mee beslissen over het beleid, dat voor de land- en tuinbouw gewenst is. Nog echoën de laatste klanken der twee harmonic's, onze „St. Remi" en de „Vermaak na Arbeid" van Turnhout door onze stil-ver- storven straten, terwijl we deze kleine en on volledige aantekeningen vastleggen.... Nog wapperen links en rechts enkele rocd- wit-blauwe en rood geel-zwarte vlaggen een zaam onder ‘n dakgoot, als een kleine nagbmp van de vele vlaggen die deze middag fier en vrij, in parade door straten gedragen werden. Nog horen we hier en daar een menigteroep de donkerte scheuren. Nog staat de praalwagen eenzaam te zien, wit afbijtend tegen de stomme nacht, doch bet is voorbij. Schoon was deze dag, een jubeldag 1 ‘s Morgens om 7 uur begon het reeds met een dankmis. 's Middags te 2.30 uur werd hij voortgezet. Plechtig lof; vlaggenwijding met een aanmoe digende feestpredicatie door Z E. H Deken van Turnhout. En dan de optocht. Door de zon overgoten straten marcheerden fier en blij de arbeiders, de jubilarissen en genodigden, c p de schette rend schelle klanken der fanfare's Een groot se optocht werd het. Lang was de tocht, doch langs alle kanten zag men vriendelijke, be wonderende gezichten van talrijke toeschou wers. Een kort welkomswoord door de voorzitter van het comité dh Fr. Adriaansen opende de feestzitting op het Dosko-terrein. Bekers wer den uitgereik aan de groepen Baarle-Nassau, Arendonk, Kasterlee en Oud-Turnhout. De gewestelijke propagandist, dh. Frans Peeters, drukte speciaal op het stoere werk dat er in en door de leden van de afdeling werd gepresteerd. En dan sprak dhr. August Cool, nationaal voorzitter van het A.C.V. Gloedvol, begees terend met een ware gemoedelijkheid maar ook taai verbeten, ‘n Aansporing, een oproep tot nog beter presteren, 'n beklemtoning op De Eerste Kamer heeft zich Dinsdag 1.1. verenigd met het wetsontwerp tot invoering van zilveren guldens. Het ligt in de bedoeling de muntbiljetten van een gulden in de loop van de jaren 1954 en 1955 geleidelijk aan te doen vervangen door zilveren munten Daarna, nadat de gevolgen van de vervanging van muntbiljetten van een gulden door zilveren munten kunnen worden beoordeeld, zal een beslissing omtrent het invoeren van zilveren mun ten ter waarde van een rijksdaalder worden genomen. Het wederinvoeren van zilveren gul dens en rijksdaalders kan men zien als een manifestatie van een gezond geld wezen, zo zei minister Van de Kieft. Wanneer blijkt, dat de zilveren guldens niet worden achter gehouden, zal men met zilveren rijksdaalders komen. Spr is ervan overtuigd, dat het in circulatie brengen van de zilveren munten zal sla gen. Als het druppelsgewijze geschiedde zouden er moeilijkheden kunnen ont staan, maar als de guldens ineens in grote hoeveelheid beschikbaar komen, zal men ze niet opotten. Zaterdag 15 Mei 1954 No 20 49e Jaargang ONS WEEKBLAD - (Vervolg) Zondagavond... aan.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1954 | | pagina 1