Baarle's Nieuws
Advertentieblad
en
de werklust
Uw kind
en
TOT MEERDER WANBEGRIP
Tuinbouw
Land
en
Verdwijnend natuurschoon
Zenuwmst.
Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231
b.
o
a.
over de verbeten Vlaamse strijd en de
overige Vlaamse problemen; niets over
de schitterende monumenten, die Vlaan
deren in ongekende rijkdom bezit; niets
over zijn schatten van schilder- en beeld
houwkunst; niets over zijn bloeiende
muziekleven en letterkunde; niets over
de wetenschapsbeoefening, de Vlaamse
beiaarden, het Vlaamse volkstoneel, de
volksgebruiken. En natuurlijk geen
woord over de diepe, Vlaamse vroom
heid die zich op zo vele wijze ontroerend
openbaart. Deze gang van zaken moet
men duizendvoudig betreuren.
Want zo betreikt men precies het
tegenovergestelde van wat klaarblijke
lijk werd beoogd.
heide in gebruik genomen, verdeeld
olgende categorieën:
vliegvelden, kazernes enz.; natuurterrein
volkomen verloren: 990 ha, ca-0,3 pet-
van de totale oppervlakte bos en heide in
Nederland;
oefen- en schietterrein, tevens natuurter
rein:
1. doorlopend in gebruik: 4080 ha of 1.25
procent;
2 minder dan 100 dagen per jaar in ge
bruik: 4360 ha of circa 1.35 procent.
Dat betekent dus dat hierdoor reeds bijna
3 procent aan de recreatie onttrokken is. En
ken. Door het bovenaangehaalde voorbeeld
zien we heel duidelijk, dat er tussen de kinde
ren grote verschillen bestaan wat betreft hun
arbeidzaamheid. Ook kunnen we er wel even
tussendoor vertellen, dat een kind alleen maar
hard werkt als men er flink achtereen zit. Er
zijn nu eenmaal van die dromerige naturen die
men niet op gang kan krijgen. Andere kinde-
laten zich zo makkelijk afleiden, dat ze nog
geen vijf minuten met hun werk bezig kunnen
hl* en. Weer anderen zit de zucht naar spe
len zo in het bloed, dat er van het leren niet
veel terechtkomt. Van de andere kant zijn er
pracht voorbeelden aan te halen van kinderen
die in alles wat ze moeten doen zo op de pun
tjes zijn, dat men ze practisch nooit iets hoeft
te verwijten.
Ook in dit opzicht kan men weer constate
ren, dat ze de werklust mee van huis brengen.
De kinderen die thuis hebben leren aanpakken
zullen ook op school van zich doen spreken.
Toch kan het wel eens gebeuren dat een kind,
dat thuis flink werkt, op school niet veel vlijt
vertoont Werk met de handen of met de her
senen is nu eenmaal niet hetzelfde.
Het onderwijs is tegenwoordig zo ingericht
dat het de kinderen zo aangenaam mogelijk
gemaakt wordt. Radio, film en projector bren
gen afleiding genoeg. Ook t tekenonderwijs
is veel meer dan vroeger bij het leren betrok
ken. Dit is de plezierige kant van het leren.
Maar als u denkt dat de kinderen het daarmee
eenvoudiger hebben, dan hebt U het mis. Een
film wordt niet zo maar gedraaid, 'n radio-les
niet zo maar gevolgd. Wat ze horen en zien,
moeten ze verwerken. Dat brengt leven in de
brouwerij Tekeningen en plaatjes zoeken thuis
bezorgt moeder nog wat werk extra. Maar U
begrijpt dat dat nodig is- Ze moeten ook thuis
aan hun werk op school blijven denken- Als
ze zien dat vader en moeder meehelpen, staat
niets hun werkdrift in de weg. Ze moeten
thuis geholpen worden. Heel het werk van de
onderwijzers steunt op de hulp en aanmoedi
ging van de ouders. Onverschillig staan te
genover het werk van uw kinderen, blaast er
bij de kinderen de moed uit. Gelukkig dat vele
ouders telkens weer hun bezorgdheid tonen op
dit ge-bied. Een ieder heeft graag dat z'n spruit
goed vooruitgaat en niet achterblijft. De te
genwoordige maatschappij stelt hoge eisen
aan de opgroeiende jeugd. Als we maarinzien,
dat onze kinderen niet meer zonder goed on-
1 derwijs het volle leven kunnen binnenstappen,
dan zullen we ook niet nalaten voortdurend
acht te geven op hun prestaties en met de
school meeleven.
Ouders leer uw kinderen werken. Dwing
ze om zich b.v. een kwartier bezig te houden
met een leesboek of katechismus. Dat kost U
wel wat meer moeite, maar zo maakt u uw
kinderen klaar voor de toekomst.
Br- Franciscus
Een merkwaardig verschijnsel na de tweede
wereldoorlog is de toename van de belangstel
ling voor het natuurschoon. Vroeger waren
het slechts enkelingen, die genoten van Gods
vrije natuur. Nu zwerven massa's langs 's He
ren wegen en steeds grotere massa’s gaan ge
nieten van de vreugden der natuur. Dit heeft
scherper het besef veld doen winnen, hoe be
perkt de ruimte in ons land is geworden. Het
aantal natuurterreinen wordt steeds kleiner
Hiervoor zijn tal van oorzaken aan te halen
woningbouw, industrieterreinen, aanleg van
wegen en niet te vergeten de militaire factor.
In een memorie van antwoord gaf onlangs de
minister van O. K. W. een overzicht van de
oppervlakten natuurschoon, die sinds Mei 45
door het militaire apparaat in gebruik zijn ge
nomen De bestaande terreinen zijn dus n’.
eens meegeteld. In totaal zijn 9430 ha bos n
over de
tussen twee pompierscorpsen en over
een typisch Vlaams gerecht.
En toen kwam de klap op de vuurpijl:
een gesprek met Gerard Walschap. Wij
zetten ons al recht; dat kan wat worden.
Een nieuwe teleurstelling wachtte ons.
De schrijver werd aangekondigd met de
enormiteit, dat hij tegen de godsdienst
en nog andere dingen was.En de schrij
ver wist niet veel meer te vertellen, dan
dat er naar zijn inzicht tegenwoordig
beter geschreven wordt dan vroeger.
Dat was het dan. (O ja, het Menneke Pis
kreeg ook nog een munuut of wat...)
Was dat nu Vlaanderen? Geen woord
In allerlei toonaarden is het refrein
bezongen, dat het een eis van de eerste
grootte is, dat de bewoners der Benelux-
landen (als voortrekkers voor een meer
eensgezind Europa) elkander in vele op
zichten beter moeten leren kennen. Deze
vermeerdering van kennis is nog steeds
(en misschien zelfs wel juist) van kracht,
óók met het Vlaams-sprekende deel van
België. Ondanks het feit, dat men hier te
doen heeft met een stamverwant volk,
dat in menig opzicht zeer nauw met het
onze en zeker met het Zuid-Nederlanse
deel verbonden is, bestaan er aan onze
zijde nog ongelooflijke misverstanden.
In „den Bels“ schijnt plotseling alles ge
oorloofd, wat men hier voor geen geld
van de wereld zou willen doen. De Vla
mingen worden beschouwd als een ple
zierig, min of meer lichtzinnig volkje
van duivenmelkers, wielrenners, bier
drinkers, smulpapen en slampampers.
Nu dient het gezegd, dat eenzijdige
schrijvers als Felix Timmermans (overi
gens als verteller ‘n voortreffelijk auteur)
wiens boeken overvloeien van huldebe
tuigingen van het goede, aardse leven,
deze misvatting mede hebben geveld.
Gegeven deze situatie moest men elke
poging, die dit vertekende beeld kon
corrigeren ten zeerste toejuichen. Met
belangstelling zetten wij ons daarom
14dagen geleden op een avond aan de
radio, om te luisteren naar een klank
beeld over Vlaanderen, dat over de
AVRO zou worden uitgezonden. Dit
klankbeeld diende als inleiding op een
gezamenlijk programma Brussel-Hil
versum, dathierop aansluitend zou wor
den uitgezonden. Het streven en de op
zet als zodanig waren uiteraard hoogst
loffelijk. Zelden echter zijn wij in de uit
werking van de ongetwijfeld goede be
doelingen meer teleurgesteld Het klank
beeld over Vlaanderen was samenge
steld door Jan Brusse en het was nu pre
cies geknipt om de bestaande wanbe
grippen nog eens extra dik te onder
schrijven en aan te vallen. Het begon
met ‘n interview met de békende auteur
ErnestClaes (van ,,De Witte'1) Helaas
In zijn bekende sappige Vlaams beperk
te hij zich tot het vertellen van een min
of meer geslaagde anecdote. Maar goed.
Dat was dan misschien de lichte ouver
ture. De werkelijkheid was anders. Nu
volgde een loflied op het bier van circa
tien minuten, die misschien niet onaar
dig was in het kader van de bekende
best bier campagne, maar die overigens
met de Vlaamse geest en het Vlaamse
leven niets van doen had. Dan kwam
professor Willem Pee aan de beurt, die
enkele behartenswaardige dingen zei,
maar aan wie de reporter niets anders
wist te vragen dan het onbenullige: „Wat
of de professor dacht van het woordje
..zulle", dat de Vlamingen immers zo
graag gebruiken11. Het antwoord was
min of meer vernietigend: „Mijnheer,als
wij dat woordje horen moeten wij óók
lachen" Laten we verder kort zijn Er
was nog een gesprekje over de strijd
ROZENKRANS-INTENTIE
In de maand April bidden wij het
Rozenhoedje, om van het Goddelijk
Hart van Jezus zegen af te smeken
voor de parochieherders en zielzorgers.
Kinderen opvoeden is nog lang zo’n gemak-
kelijk werk niet. Dat is zo één van de verzuch
tingen, die we in het dagelijks gesprek met de
verschillende ouders te horen krijgen. Ieder
een die met belangstelling de vier artikeltjes
heeft gelezen, zal dat nu onderhand wel besef
fen Toch hoop ik niet, dat ik U ook maar heel
eventjes ontmoedigd heb. Het ligt helemaal
niet in mijn bedoeling om de vaders en moe
ders eens op hun vingers te tikken. Natuurlijk
kunt U wel eens hardop denken: Wie de
schoen past, trekke hem aan. Maar daar gaat
't toch niet om. Ons doel is op de eerste plaats
om door deze regels u te bezielen en warm te
maken om de opvoeding van uw kinderen
ernstig en blij ter harte te nemen.
Optimistisch moeten we blijven tegen alle
teleurstellingen in. Dat het gedrag van uw
kinderen wel eens niet is, zoals u het graag zou
hebben, dat mag u de moed niet ontnemen. Ze
zullen ons zeker wel eens verdriet aandoen
door hun ongehoorzaamheid, koppigheid, on
eerlijkheid of luiheid We leven nu eenmaal
niet in het Aardsparadijs. Op zulke ogenblik
ken is het van belang, dat we ons geduld niet
verliezen- God moet dan onze steun zijn en
blijven. Katholieke ouders vinden in Hem hun
kracht en offervaardigheid om de dagelijkse
moeilijkheden het hoofd te bieden.
Nu het onderwerp van vandaag. Werklust
wil zeggen, zin hebben in het werk dat gedaan
moet worden. Laten we eens een practisch
voorbeeld nemen Uwkind zitin de zesde klas.
Om de veertien dagen is 't Donderdags school
radio. Dat is lastig, maar heel leerzaam. Wat
moet er gebeuren? Eerst een twintig minuten
goed de radio-les velgen. Dan nog even goed
de raadgevingen en aanwijzingen van de
broeder beluisteren en dan aan de slag. De
eerste keer werken ze allemaal hard en dege
lijk- Prachtige opstellen, keurige tekeningen,
leuke versieringen komen er te voorschijn. Bij
de een lukt t natuurlijk beter dan bij de ander.
Je hebt altijd baas boven baas. Maar om dat
zo iedere veertien dagen vol te houden, dat
vraagt wilskracht en werklust. Na een keer
of vier, vijf kan men zo’n stel bengels groepe
ren. Men telt er van de veertig zon stuk of
tien die altijd precies op tijd hun werk inleve
ren Dan volgt er een middenmoot, die ook
nog schoorvoetend aan hun plicht voldoen.
En achteraan krijgen we de „laatkomers”, die
er met kunst- en vliegwerk bijgesleept moeten
worden. Dat is niet alleen zo in de zesde klas.
Dat is in meerdere of mindere mate in iedere
klas het geval, welke school men ook neemt.
Er zijn kinderen die door hun geringe ver
standelijke vermogens niet in staat zijn het
onderwijs te volgen en dus achterblijven Die
laten we even buiten beschouwing. Het gaat
vandaag alleen maar over die ZIN om te wer-
Tractoren en Bodemstructuur
Als een gevolg van het gebruik van kunst
mest en moderne landbouwwerktuigen, zoals
tractoren, is de bodemopbrengst de laatste
10-tallen jaren met sprongen toegenomen
Hoewel verheugd over deze ontwikkeling,
wordt van sommige zijden wel de vrees uitge
sproken, dat de gevolgen van deze grote op
brengsten schadelijk zouden zijn voor de bo
demstructuur.
Dat deze vrees ten dele gerechtvaardigd is,
blijkt wel uit de toenemende mate waarmede
men compost en bladafval zo goed als natuur-
mest tezamen met de kunstmest gebruikt.
Debewering.dat landbouwtractoren door
hun grote gewicht eveneens aanleiding zou
geven tot structuurbederf, is daarentegen nog
steeds niet algemeen bestreden. In weten
schappelijke kringen staat het echter wel vast,
dat de schadelijke invloed niet alleen betrekke
lijk gering, doch veelal zelfs minder is dan die
veroorzaakt door paardenstappen.
Enige jaren geleden is menn.l. in Nederland
tot die conclusie gekomen na een vergelijkend
onderzoek van de invloed van paardenstappen
en tractorsporen op de vegetatie.
Ook in het buitenland blijkt men in vele ge
vallen deze opvatting te zijn toegedaan. Men
heeft tot deze gevolgtrekking kunnen komen
door een onderzoek met een speciaal instru
ment. Hiermede kon men de samendrukking
van de bodem, nadat er een tractor overheen
gereden was, op verschillende diepten meten.
De samendrukking overschrijdt op een diepte
van 10 cm. de 5 g/cm2 niet.
In feite bleek echter alleen aan de opper
vlakte sprake te zijn van enige vervorming, die
men altijd kan herstellen door achter de wielen
van de tractor een hark te monteren.
Het blijkt dus, dat het gebruik van tractoren
geen schadelijke invloed heeft op de bodem,
mits men bepaalde kleine voorzorgsmaatre
gelen treft.
ONS WEEKBLAD
Zaterdag 27 Maart 1954 No. 13
49e Jaargang
V'
Zwaarmoedige gedachten, tobberijen en
Versterken het zelfvertrouwen en
stemmen U weer moedig en rustig.