Baades' Nieuws Advertentieblad en 1 ECHT en NAMAAK Nederlandse emigranten in Nieuw-Zeeland Woonruimtewet 1947 e Nassau, leest dit z c Parochianen van Baarle- Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau. - Tel. 231 klein op een Zondag 25 October, de laatste Zondag van de Octobermaand, zal voor onze parochie weer een grootse dag worden. Het is dan immers Christus Koning Zon dag; de dag, waarop over heel de wereld plechtige godsdienstoefeningen worden ge houden om Jezus Christus als Koning van al les wat geschapen is, te huldigen. Wij zullen dat dit jaar weer doen y. .j Ir. H. de Bruin die na gedurende zes jaren in Willington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland, werkzaam te zijn ge weest als Nederlands landbouw- en emigratie-attaché, is dezer dagen in Ne derland teruggekeerd. De heer de Bruin heeft in al die jaren dagelijks met het wel en wee van de Nederlandse emigranten in Nieuw-Zeeland meege leefd. Weinigen zijn beter in staat daar over iets te vertellen. DC f Priester-arbeiders In Frankrijk is nog altijd het probleem der priester-arbeiders niet beslist. Met grote belangstelling wacht men af, welke de officiële hervormingen zullen zijn, die de bisschoppen zullen invoeren. Maar dit is wel zeker, de bisschoppen zullen er met alle kracht voor strijden, dat de in stelling blijft bestaan. Kardinaal Feltin heeft zich op duidelijke manier daarover uitgelaten toen hij onlangs te Lisieux een redevoering hield. Hij zeide te bidden dat het werk der priester-arbeiders be gonnen onder bescherming van de Klei ne Theresia ook door haar voorspraak behouden zou mogen blijven. Welis waar gaf hij toe, dat er fouten waren gemaakt, doch dat zou er niet toe mogen leiden, dat de arbeiders, die het contact met de kerk herkregen hadden, weer aan hun lot zouden worden overgelaten. Korte uiteenzetting over de uitvoering van deze wet en de daarmede verband houdende gemeentelijke voorschriften. Omtrent de inhoud en bedoeling van de woonruimtewet 1947 en de daarmede verband houdende voorschriften blijkt menig misver stand te bestaan. Daarom volgt hieronder een korte uiteenzetting die van belang is zowel voor huurder als verhuurders van woningen. Artikel 1 van de woonruimtewet 1947 bepaald: Het is verboden een woongelegen heid in gebruik of medegebruik te nemen of te geven, tenzij door burgemeester en wethou ders voor het in gebruik nemen schriftelijk vergunning is verleend, aan dif ene, die de woongelegenheid wenst te betrekken. Hieruit blijkt dus dat voor iedere inge bruikname van woongelegenheid vergunning moet zijn verleend. Dit geldt ook voor de nieuw gebouwde panden al zijn deze dan ook particulier bezit. Ook indien iemand een bepaalde woning in eigendom verkrijgt mag hij deze niet betrek ken dan met vergunning. De algemene op vatting dat bij aankoop van een pand tevens heel bijzondere wijze, ‘s Morgens gaan we natuurlijk zo talrijk mogelijk te Communie, om Jezus te laten zien, dat wij Hem als Koning erkennen van onze eigen persoon en over heel ons particulier leven. We zorgen natuurlijk van tevoren onze ziel gereinigd te hebben in een goede biecht: dit komt trouwens heel goed uit en vraagt helemaal geen overtollige moei te, omdat dit feest juist een week voor Aller heiligen en Allerzielen valt en dit zijn dagen, waarop ieder rechtgeaard Katholiek toch te biechten gaat. Wanneer wij dan die Zondagmorgen in een goed verzorgde H. Mis en H. Communie onze persoonlijke hulde aan Koning Christus gebracht hebben, dan trekken we ‘s middags allen met heel de parochie nog eens op naar het plechtige Lof van 2.30 uur om er onze ge meenschappelijke hulde aan Jezus te brengen- Onder dit Lof n l. zullen alle leden van alle jeugdverenigingen en jeugdstandsorganisaties uit naam van heel de parochie een massale zanghulde en spreekkoor uitvoeren ter ere van de Koning der eeuwen. In hun frisse uni formen met hun kleurige vlaggen en wimpels zullen zij daar staan in het priesterkoor rond om Jezus' Koningstroon; de Voortrekkers, de Verkenners en de Welpen; de Zonnekinderen de Jonge Garde en de Spoorzoeksters; de Jon ge Boerenstand en de Boerinnenbond. In jeugdig enthousiasme en geestdrift zul len zij uit naam van alle parochianen getuigen van hun eerbied en onwankelbare trouw aan Christus, onze Koning. Zij zullen de gedach ten en gevoelens van ons allen vertolken ten opzichte van onze grote Koning, juist nu in deze tijd, waarin Zijn souvereine rechten zo worden vertrapt, en zovele volkeren Hem van zijn troon proberen te stoten. Wij zullen laten zien, dat wij Hem dank baar zijn, dat wij ons heilig geloof nog open lijk kunnen en mogen belijden. Als één man zullen die Zondagmiddag van de 25e Oc tober opgaan naar onze Kerk, die nog niet ge sloten is door ruwe handen van geloofsver- Nieuwzeelander en de wijze van leven ver schillen niet heel veel van de onze, en daarom voelt de Nederlander zich in het algemeen in dit land vrij spoedig op zijn gemak. Materieel is er geen enkele moeilijkheid. De arbeids markt is nog steeds van dien aard, dat er volop gelegedheid is om werk te krijgen. Alleen de geestelijke aanpassing van de emigrant kan nog wel aanleiding geven tot moeilijkheden. Naar aanleiding hiervan kan ik niet genoeg de raad herhalen: Leer toch Engels! Dat is de raad die ik wel iedere emigrant zou willen toe schreeuwen. Omdat men juist door gebrek aan taalkennis in moeilijkheden komt waar door eenzaamheidsgevoelens hun kans krijgen die al heel gemakkelijk ontaarden in heimwee- Maar in het algemeen kan men zeggen dat de moeilijke periode beperkt blijft tot de eerste 8 tot 12 maanden en dat na die tijd de emigrant zich zeer goed aanpast. Wanneer de emigrant zich hier in Neder land goed voorbereidt, zullen deze moeilijk heden in Nieuw Zeeland best meevallen. behoorlijk van kan sparen. Bovendien is het sinds het begin van dit jaar mogelijk geworden om kapitaal over te maken uit Nederland, en dat heeft dan ook tot gevolg gehad dat enkele van onze mensen een eigen bedrijf hebben kunnen verwerven. In Nieuw Zeeland is de Nederlandse emi grant zeer populair. De volksaard van de Op het ogenblik is de emigratie naar Nieuw Zeeland enigszins beperkt, beperkt tot wat wij dan noemen ,,de drie categorieën." Dit zijn dan bonafide landarbeiders en boeren, ge schoolde metaalbewerkers, geschoolde bouw vakarbeiders en daarnaast nog een klein ge deelte ongeschoolde arbeiders. Deze ongeschoolden verrichten in Nieuw Zeeland eigenlijk alle soorten van werkzaam heden. De emigranten die onder het zgn. emi- gratieverdrag uitkomen, worden meestal te werkgesteld bij de spoorwegen, bij de Post en Telegraafdienst of bij het Ministry of Works, Ministerie van Publieke Werken. Bij de Post- en telegraafdienst worden de jonge lui gezet aan het graven van kuilen bijv, voor de telefoonpalen, het leggen van kabels, het onderhouden van machines en dergelijke Men is verbonden aan een twee jaar con tract en in dat contract staat ook, dat men dat werk moet verrichten, wat hem door de di- recteur-Generaal van Arbeid wordt opge dragen. Ik noem een voorbeeld van wat ge beurde bij de spoorwegen: Iemand die eigen lijk was getraind als automonteur moest te werk worden gesteld bij het carrosseriespui- ten. Dit kan voorkomen indien men een tekort aan arbeiders heeft in een spuitinrichting; dan kan een emigrant die onder contract is, te werk worden gesteld in ander werk. Het komt er dus op neer, dat men in ieder geval moet rekenen op zware lichamelijke arbeid. Wat de vakman betreft kan men in het al gemeen zeggen, dat het Departement of Labour and Employment in Nieuw-Zeeland wel rekening houdt met de wensen van de emigrant. Hij wordt zoveel mogelijk te werk gesteld waarvoor hij is opgeleid en zeer zeker geldt dit voor de geschoolden. Hij mag er dus in elk geval rekening mee houden, dat hij, niet direct misschien, na verloop van tijd via allerlei andere werkzaamheden toch weer in zijn oude beroep terech zal kunnen komen. KANSEN IN DE LANDBOUW In de landbouw wordt de emigrant voorna melijk te werk gesteld op zuivelbedrijven. Hij wordt echter vrij gelaten in zijn keus en kan ook naar het schapenbedrijf gaan. Maar het schapenbedrijf is in Nieuw Zeeland een vorm van de landbouw, die wij hier eigenlijk niet kennen, terwijl het zuivelbedrijf veel meer Overeenkomst vertoont met de Nederlandse vorm van het weidebedrijf. In het algemeen is het met het oog op de toekomst ook verstandiger om in een zuivel bedrijf te gaan werken. Om een schapenbe drijf zelf te verwerven, is een grotere hoeveel heid kapitaal nodig, dat meestal ontbreekt. Bovendien is het daar zo, dat de meeste scha- penbedrijven gedeeltelijk het eigendom zijn van de grote wolexportfirma’s terwijl de eigenaars voor 30 a 40 pet. aandelen in zo'n bedrijf hebben. Dit is niet het geval met de zuivelbedrijven. Meestal zal de farmhand, de landarbeider, twee jaar als zodanig moeten werken en daarna als sharemilker in een soort deelpacht, waarbij de sharemilker alle koeien melkt, alle koeien en ook het grasland ver zorgt. Ook met het onderhoud van gebouwen en dergelijke is hij dan belast. Het zgn. 50 pet. contract houdt dus eigenlijk in, dat de eigenaar zijn boerderij ter beschikking stelt en dat ver der al het werk wordt uitgevoerd door de sharemilker, waarbij ieder dan op basis van ‘t 50 pet. contract 50 pet. aandeel in de winst heeft. Het is zeker mogelijk om via zo'n deelpacht, via zo'n share dus, tot een eigen bedrijf te komen. Want over het algemeen zijn de in komens van de sharemilker zodanig, dat hij er Wij lazen in een dagblad, dat de Amster damse commissaris van politie van plan is om in de hoofdstad een schuttersgilde op te gaan richten Hij was met vacantie in Limburg ge weest, had daar zo'n gilde in actie gezien en vond dat zo allemachtig aardig, dat hij nu met plannen rondloopt om in Amsterdam ook zo'n gilde op te richten. Nu is dat allerminst een misdaad dat kan men ook niet verwachten van een politie commissaris maar het getuigt wel van een wanbegrip ten aanzien van de folklore. Deze commissaris heeft er immers slechts de buiten kant van gezien en heeft geconcludeerd, dat hetaardig" is en daarom de moeite waard zo'n aardig amusement ook in de hoofdstad in te voeren. In wezen echter zijn de schutters gilden heel wat meer en heel wat anders dan alleen maar aardig. Zij zijn in de grijze oudheid ontstaan als verdedigingsorganen voor kerk en vaderland. Deze functie vervullen zij allang niet meer, althans niet in letterlijke zin. Zij vervullen die wel in overdrachtelijke zin, omdat zij de leven de symbolen zijn van een onverbrekelijke trouw. Niet alleen aan de oude gebruiken die zij onveranderlijk eeuw na eeuw hebben be waard, maar ook en vooral, een trouw aan de geest, waaruit de gilden eenmaal zijn ontstaan. In onze versplinterde samenleving, die van dag tot dag van aanschijn verandert, vormen zij een element van onveranderlijke bestendig heid dat stellig van grote betekenis is, evenals het waardevol is, dat men het oud bezit on geschonden door de tijd draagt. Deze dingen gaan de oppervlakkige toeschouwer voorbij omdat hij te zeer wordt geboeid door de uiter lijke romantiek van kleuren, leven en be weging waarmee de schuttersfeesten gepaard gaan. Dit zelfde wanbegrip ten opzichte van de folklore en haar betekenis, treft men ook aan bij de volksdansers, die menen zich in ouder wetse boerenpakjes te moeten steken en zo verkleed op te gaan treden in badplaatsen en andere centra van de vreemdelingenindustrie Zij zijn het, die de folklore bij velen - terecht, van hun standpunt uit gezien - in een kwaad boekje hebben gezet en hen alle uitingen van volksoverlevering met een argwanend oog doen bezien. Een gebaar als van die commis saris zal dit wantrouwen aanwakkeren. Het ware daarom te wensen, dat hij van zijn plan afziet, en, als ‘t toch om de gezelligheid gaat, een kaartclub opricht of een luchtbuksvereni ging. Want de folklore wordt met de dag schaarser en het weinige dat nog rest is te kostbaar, om door goed bedoelde maar on juiste nabootsingen in discrediet gebracht te- worden. volgers, maar waarin wij Goddank nog kun nen binnen gaan om er kracht te halen voor onze ziel, in alle moeilijkheden, bij alle zorgen en bij alle lijden. En tijdens die plechtige Christus Koning- hulde zullen wij heel bijzonder denken aan de ongelukkige stakkers in Oost-Europa, die millioenen Katholieken, aan wie reeds zovele jaren alle Kerkelijke feestdagen onopgemerkt voorbij moeten gaan, omdat het hun ten strengste verboden is ze te vieren.... Parochianen van Baarle-Nassau. neemt deel aan onze gezamelijke Koningshulde, woont het plechtig lof bij. 1 In samenwerking met de K. N. V. B. en de plaatselijke leiding van Gloria zijn die Zon dagmiddag alle voetbalwedstrijden afgelast. Ook van die kant dus kan niets U beletten om te komen. Ik weet, dat er die Zondagmid dag de Holland-België wedstrijd plaats vindt Doch ik verwacht, dat vele sportliefhebbers die anders dit sportgebeuren over de radio volgen, toch wel zoveel geloofsovertuiging zullen bezitten, dat zij Koning Christus zullen stellen boven Koning Voetbal! Wat wordt er niet gedaan voor een aards koning! Mag de Koning van Hemel en aarde daarbij ten achter staan? Beleeft Uw Katholiek zijn. Aan Christus Koning trouw. V'A ONS WEEKBLAD 48e Jaargang Zaterdag 17 Oct. 1953 No. 42 LJ a.j L1‘

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1953 | | pagina 1