Baarle's Nieuws Advertentieblad en HOE ZAT DAT OOK AL WEER? B. B, BETOOG op: SPAAR DE BOSSEN De aandacht wordt gevestigd Millioenen dames zeggen: Voor de handen niets beter dan HAMEA-GELEI. Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231 1 BAARLE-NASSAU f f u Ll OPBRENGST COLLECTE GEMEENTEHUIS De collecte bracht op: In Baarle-Nassau In Ulicoten Aan de Grens In Castelré ges van de verschillende provincies bezien, blijkt Brabant er niet zo slecht af te komen. Na Gelderland is het de meest bosrijke pro vincie (Brabant 23.80, Gelderland 31.57 pCt.) H«t minste bos vindt men in Groningen en Zeeland, resp. 0 33 en 0 56 pCt. Er zijn tal van argumenten aan te voeren om onze bossen te koesteren als een kostbaar bezit. Economi sche argumenten, maar ook redenen van wij dere strekking. Denk alleen maar eens aan de noodzaak van recreatie mogelijkheden voor de steden, ‘n probleem dat met de dag nijpen der wordt En dit op zijn beurt kan weer ‘n bron van inkomsten worden voor het V.V.V. Maar boven alles: de mensen hebben bomen, hebben bossen nodig. Niet voor niets zegt het spreek woord, dat met de laatste boom de laatste mens verdwijnen zal. HET DUITSE PLAN Het plan voor de overval op Noorwegen was als volgt opgesteld: op zoveel mogelijk hetzelfde ogenblik zouden landingen plaats vinden in de havens van Oslo, Kristiansand, Stavanger, Bergen, Trondheim en Narvik- De gelande troepen moesten naast de ha vensteden, ook de in de buurt gelegen vlieg velden bezetten. Zij moesten zich ter verdedi ging inrichten, waarbij zij door de Luftwaffe zouden worden gesteund. Vervolgens zou de hoofdmacht van het invasieleger naar Oslo worden vervoerd en vandaar uit de opmars beginnen. Alleen de zeeverbinding met Oslo werd permanent beveiligd: de bezetting der overige plaatsen moest het voorlopig zonder directe verbindingen zien uit te houden. Voor de aanval op Oslo waren bestemd de nieuwe zware kruiser „Blücher," het pantser- schip ,,Lutzow,“ de kruiser ,,Eemden“ en een aantal torpedoboten en mijnenvegers. Twee lichte Noorse kustvaartuigen in Oslofjord bemerkten het convooi het eerst. Zij slaagden er in om een torpedoboot tot zinken te bren gen, alvorens zij zelf vernietigd werden. Maar tevens hadden zij kans gezien om via de radio alarm te maken. De bezetting van het fort Os- karsborg was dan ook op zijn qui-vive. Maar men liet niets blijken. Toen de Blücher op 500 meter langs het fort heenvoer, openden de Noren plotseling het vuur. De Blücher vloog in brand en daarna in de lucht. Een groot aantal Gestapo-agenten, die zich aan boord Toen Nederland in 1940 door de oor log werd overvallen, waren wij daarop ternauwernood voorbereid. Bovendien: iedere oorlogservaring was ons geslacht volkomen vreemd. De gevolgen waren in alle opzichten meer dan verschrikke lijk. In die gevolgen liggen de lessen voor het heden en de naaste toekomst opgesloten. Het voornaamste is, dat wij allen tesamen met niet aflatende kracht er naar moeten blijven streven dat de oorlog zich nimmer herhalen zal. Helaas echter is dit niet alleen van ons afhanke lijk. De oorlog kan aan vredelievende volkeren worden opgedrongen. Zouden we daar - in verkeerd begrepen idealis me geen rekening mee houden, we zou den het gevaar naar ons toetrekken. Trachten het gevaar af te wenden doch er tegelijkertijd op voorbereid zijn dat is de juiste middenweg, De hele opzet van de B. B. toont aan dat ook waar het de bescherming van de burgerbevolking betreft, de lessen uit de afgelopen oorlog ter harte genomen zijn. De organisatie is deze keer grondig voorbereid, er zijn grote hoeveelheden materieel aange kocht en ook ten aanzien v. de opleiding heeft men er naar gestreefd inprovisa- ties zoveel mogelijk te vermijden. De vrijwilligers, die zich voor B. B. melden hebben de zekerheid, dat zij door geoe fendheid en uitrusting een korps zullen gaan vormen dat, als de nood ooit aan de man mocht komen, kan dienen als een schild voor ons volk. £t C gische en tactische fouten. De te hulp gezon den geallieerde strijdkrachten werden „drup pelsgewijze" ingezet Bovendien raakten ver schillende onderdelen door elkaar, waardoor er wel troepen, maar geen materieel te be stemder plaatse kwam. De Duitsers daarentegen wisten zeer goed wat ze wilden. Van Oslo uit stieten zij met grote kracht en snelheid door in de richting van Krissiansand, Bergen en Trondheim. Ondertussen waren daar ook geallieerde troe pen aan land gekomen. De geallieerde leger leiding begreep dat men niet te veel naar het Zuiden moest landen daar zou men te snel in contact komen met de hoofdmacht der Duit sers. Men moest het meer Noordelijk zoeken om tijd te winnen, opdat de gelande troepen zich konden organiseren voor verder te treffen maatregelen. Het oog viel op Trondheim. Een rechstreekse aanval was niet wel doenlijk daar de stad en de haven al in handen der Duitsers waren. Daarom besloot men er ten Noorden en ten Zuiden van te landen bij Namsos en Andalsnes, om vandaar uitTrond- in te sluiten en te veroveren. Om de Duitsers zo lang mogelijk tegen te houden rukte een geallieerde colonne van Andalsnes op in de richting van Oslo. De Duitsers van hun kant zagen het gevaar in en verdubbelden hun po gingen om Trondheim te bereiken. Daarbij rukten zij ook op tegen Andalsnes, om de En- gelsen van die basis af te snijden. De Geallieerden, die in de minderheid wa ren, werden bovendien ten zeerste gehandi capt door gebrek aan steun uit de lucht. De tactiek der Duitsers om zo snel mogelijk alle vliegvelden te bezetten, bracht rente op. En daar de bezetting van Trondheim hardnekkig weerstand bleef bieden en de Duitsers deze stad en ook Andalsnes naderden, bleef er voor de Geallieerden niets anders over dan zich snel in te schepen en zee te kiezen onder zware aanvallen van de Luftwaffe. Van der Horst, Abe, geboren te Heerenveen 22-1-1921, machinebankwerker, zonder vaste woon- of verblijfplaats, zich noemende Over- beek, Hiemstra en Van Hellinga. Hij heeft zich in verschillende gemeenten in Nederland vermoedelijk aan vele diefstallen en in een en kel geval aan oplichting schuldig gemaakt en alles wijst er op, dat hij nog steeds voortgaat met het maken van nieuwe slachtoffers. Hij wendt zich b.v. tot personen, die door middel van een advertentie hun woning ter ruiling aanbieden, waarbij hij zich voordoet als iemand, die zelf ook tot woningruil wenst over te gaan. In het zich ontwikkelende gesprek merkt hij zo terloops op, dat hij van beroep recher cheur van politie is Na enige tijd verdwijnt hij, nadat hij kans heeft gezien om in een on bewaakt ogenblik een portemonnaie of een voorwerp van waarde te ontvreemde. Soms ook laat hij zich een bedrag betalen z. g. als huur voor de te ruilen woning. In andere gevallen vervoegde hij zich aan de woning van de slachtoffers, waarbij hij zich uitgaf voor opzichter van een electriciteits- bedrijf, die de leidingen moet nazien in ver band met aan te leggen grondkabels of het veranderen van bovengrondse en onder grondse leidingen. Ook in deze gevallen maakte hij van de gelegenheid gebruik tot het plegen van diefstallen. Het publiek wordt hierbij tegen deze man gewaarschuwd en in voorkomend geval wordt verzocht, om aan stonds de politie te verwittigen. Telefoon K 4257-210. Groepscommandant Rijkspolitie Baarle-Nassau. R. K. J. B. De maand Juni is al weer zowat half om en de rogge heeft gebloeid. Dat wil zeggen, dat de kostbare pitjes in de aren in de maak zijn, dat oogsttijd nadert. Dan zal er niet veel tijd voor veekeuren overschieten. Jongens, kom de laatste weken nog ‘ns flink naar de Woensdagavondbijeenkomst. Woensdagavond, 17 Juni komen we om kwart over 7 bij P. v. d- Broek bij elkaar. Het Bestuur EEN LES OM TE ONTHOUDEN In April 1940, enkele weken voor de inval in Nederland, overvielen de Duitse troepen op verraderlijke wijze Denemarken en Noorwegen. Dat is al weer dertien jaar geleden, lang genoeg om zich af te vragen: hoe zat dat ook al weer? En zij die nu ‘s lands wapenrok dragen, de twintigjarigen en allen wat daaronder is, weten er helemaal niets meer van. Zij waren toen immersonnozele wichten, waaraan het wereldgebeuren voorbijging terwijl zij zich amuseerden met knikker en springtouw. Voor de anderen is het relaas van de inval in Noorwegen een stevige opfrissing van het geheugen. En voor allen vormt het een les, die het onthouden meer dan waard is. Welke les? Men trekke er zelf de conclusie uit van de Blücher bevonden om in Oslo direct hun slag onder politieke tegenstanders te slaan, verdronk. De Duitsers waagden het toen niet meer de haven van Oslo binnen te dringen. De Luftwaffe werd te hulp geroepen, die het fort zwaar bombardeerde. Het werk van de vijfde colonne Tegen de luchtaanvallen waren de Noren vrijwel machteloos. Hun eigen luchtmacht was zeer zwak. En dank zij een duivels geraffi neerd plan van de vijfde collonne die ook in het leger zijn vertakkingen had, was begin April het gros van de luchtdoel-artillerie naar de artillerieinrichtingen gezonden, zogenaamd voor revisie. Het is een onbegrijpelijke fout geweest, dat men dit niet heeft doorzien. Na de vernieti ging van fort voeren de Duitsers opnieuw Oslofjord binnen en konden in de middag van 9 April de hoofdstad bezetten. Ook bij Kristiansand ontmoetten de Duit sers weerstand. Daar werd de kruiser Karls ruhe" tot zinken gebracht. Het convooi trok terug. Na enige tijd verschenen een aantal torpedoboten met de Franse vlag in top, die uiteraard met gejuich werden binnengehaald. Maar eenmaal in de haven richtten zij hun ka nonnen op de stad en ging de Franse vlag om laag en de Nazi-vlag omhoog, waarna het convooi binnenliep. Bij Stavanger werd een transportschip tot zinken gebracht, maar kon de landing niet worden belet. Bij Bergen werd de kruiser „Köln" tot zinken gebracht: desondanks wis ten de Duitsers aan land te komen, stad en vliegveld te bezetten. Het convooi voor Trondheim had de zware kruiser „Hipper" bij zich, die ernstig bescha digd werd. Maar de verouderde forten konden de strijd tegen dit moderne oorlogsschip niet volhouden en weldra was Trondheim in Duit se handen. De aanval op Narvik geschiedde door tien torpedojagers, elk met 200 man aan boord. In de haven lagen twee oude Noorse pantser- schepen, die door de Duitsers tot zinken werden gebracht. Het garnizoen bood geen weerstand, daar de garnizoenscommandant tot de Quislinggroep behoorde. Hij sloot zich onmiddellijk bij de Duitsers aan. HET NOORSE LEGER De mobilisatie-sterkte van het Noorse leger zes divisies bedroeg 100.000 man. Op het moment der invasie was slechts 17 000 man onder de wapenen. En toen kreeg men natuurlijk geen kans meer om de rest onder de wapenenen te roepen. Het Noorse leger stond onder bevel van Generaal Laake, die 65 jaar oud jaar was. Hij verklaarde op 10 April de situatie hopeloos. De chef van de generale staf kreeg n zenuwinstorting. Beiden werden ontslagen. De kolonel Ruge nam het opper bevel over. Met grote kracht trad hij op tegen het defaitisme van vele officieren. Hij wist de troepen weer te bezielen, met als resultaat dat overal fel weerstand werd geboden. De in vloed van een waarlijk goed commandant is nog altijd zeer groot. Ondertussen kwamen ook de Geallieerden in actie. Het eerst bij Narvik, waar zij de Duit se oorlogsschepen vernielden, zodat de be zetting volkomen geisoleerd zat. Dat was een min of meer stoutmoedig initiatief van een Brits smaldeel, dat daar in de buurt zwierf. Een weloverwogen plan tot ingrijpen bestond er echter niet. En in de haast maakte men ernstige strate- NARVIK Ook bij Narvik waren geallieerde troepen aan land gegaan, terwijl de Duitsers verster kingen kregen door de lucht. Het garnizoen stond onder bevel van de Oostenrijkse gene raal der Bergjagers Dietl, de geallieerden troe pen onder bevel eerst van de generaal Auchin- leck. Langzaam maar zeker werden de Duit sers hier teruggedreven. Op 29 Mei verover den Franse troepen Narvik, terwijl het Duit se garnizoen zich in de bergen ten Oosten van de stad terugtrok en daar met de rug naar de Zweedse grens bleef standhouden, in afwach ting van de Duitse troepen, die nu snel naar het Noorden oprukten. Ondertussen had de grote debacle zich in West-Europa voltrokken. En hoewel Nar vik een belangrijke basis was, konden de Ge allieerden er toch niet meer aan denken zich daar te handhaven. Elke man was in het Westen nodig. Op 3 Juni begonnen zij zich dan ook terug te trekken, welke evacuatie 9 Juni was voltooid. Koning Haakon had het land op 7 Juni verlaten. Eigenlijk is dit niet de week om dit stukje te schrijven. Tot op heden heeft het bijna dag en nacht bakstenen geregend en de bossen zijn zo nat dat nog geen honderd blikken benzine voldoende zouden zijn om ze ontvlambaar te maken. Maar in zijn algemeenheid blijft de waarschuwing gelden: wees zuinig op onze bossen. Het is immers nog maar een schijntje wat er in Nederland over is! Vergeleken met andere landen is het in dit opzicht met ons land wel bijzonder treurig gesteld. Zie slechts de cijfers. Van het landoppervlak der aarde is k,27 pCt. met bos bedekt. Voor Europa is dat 38(Noord-Amerika 31 - Suriname 68!) Voor de landen van Europa: Finland 71, Zweden 57, Zwitserland 22, België 18, Nederland 7 en helemaal onderaan bengelt Engeland met 6 pCt. Helaas zijn van die 7 percent in Neder land het kleinste deel „echte" bossen, loofbos sen dus 31 pCt. in 1940). De rest zijn aange plante dennenbossen (69 pCt.). In totaal heeft Nederland ongeveer 250.000 ha. bos (de Ver. Staten 250.000.000 ha.!) Als we de pecenta- f 1050,— f 262,30 95,20 88,50 Totaal f 1496,— Het Comité. 48e Jaargang Zaterdag 13 Juni 1953 No. 24 ONS WEEKBLAD

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1953 | | pagina 1