Baarle's Nieuws- Advertentieblad en Ze kunnen het TERRORISTEN OP VIER POTEN Land en 9 3 Tuinbouw De Jachtsport in het verleden heden entoekomst? 02 48e Jaargang Zaterdag 2 Mei 1953 No. 18 Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarie-Nassau - Tel. 231 is en er is een onweerlegbaar bewijs ge leverd dat de Brabantse arbeiders inder daad geschikt zijn om te arbeiden in de i-U BEKENDMAKING Degenen die gras willen pachten langs de wegen moeten daarvan opgave doen ten ge- meentehuize vóór 10 Mei as. Het gemeentebestuur van B.-Nassau COLLECTE De collecte met Emmabloempjes bracht op Baarle-Hertog f 56,33; Baarie-Nassau f 44; Grens f9,70. Samen f 110,03. Toen in de zomer van 1951 in de residentie Benkulen (zuidwestkust van Sumatra) op vijf en dertig kilometer afstand van de gelijk- mlng aangezien de producten die hier vervaardigd worden de allerhoogste graad van preciese, vernuft en vakman schap vereisen. De fabrieken hadden niet de volstrekte garantie maar wel de waar schijnlijkheid, dat Brabant deze krachten zou kunnen leveren. De voordelen (o.a. veel lagere loonstandaard dan inZwitser- land) bleken zwaarder te wegen dan een mogelijk nadeel en men ging dus rustig tot de oprichting over. Wat deed nu de Hispano-Suiza? Ze hevelde doodeen voudig ‘n kern arbeiders over naar Zwit serland, doodgewone Brabantse fabrieks arbeiders, woonachtig op het platteland, met laat ons zeggen een ambachtsschool opleiding en een avondcursus. Deze ar beiders werden in Zwitserland onderricht in de geheimen van het vak en ziet; zij ontpopten zich tot de volstrekte gelijken van de Zwitserse arbeiders; even be kwaam, even precies, even kundig. Met deze kern begon de fabriek te draaien en momenteel werkt ze op volle töeren met nagenoeg uitsluitend Brabants personeel. Waarmee bewezen werd dat onze arbei ders in staat zijn tot dingen, welke tot dusverre slechts in Zwitserland en een enkel ander land mogelijk werden ge acht. Als we dit onder de ogen zien springt er meteen een nieuw facet in ‘t oog. De industrialisatie is geen bij uitstek Neder landse affaire. Er wordt over de gehele wereld met krachtgeïndustrialiseerd, ook in zgn. onontwikkelde gebieden, waar de levensstandaard veel en veel lager is dan bij ons. Door deze lage levensstandaard kan er veel goedkoper worden gewerkt (denk aan Japan!) en Nederland zou dus spoedig het loodje moeten leggen, als de concurrentie, zoals die vroeger werd ge voerd, wederom in zijn volle kracht zou ontbranden. Nederland zou er dus goed aan doen zich te specialiseren op terrei nen, die voor de niet-ontwikkelde gebie den vooralsnog terra incognita zijn. Met andere woorden wij zouden ons moeten gaan toeleggen op de fabricage van pro ducten, die zoveel preciese en hoogge schoolde arbeid vragen, dat ze ergens anders niet kunnen worden vervaardigd, eenvoudig omdat het nodige personeel daartoe ontbreekt. Of het inderdaad mo gelijk zal zijn zulke bedrijven hier te ves tigen is een tweede, overigens niet min der belangrijke vraag. Dit is immers af hankelijk van talloze, vaak gecompli ceerde factoren, waarvan men er zelf slechts enkele in de hand heeft. Maar slachtoffer van een koningstijger werd be- naar >en van een bos op een heilige heuvel de toorn der koningstijger had opgewekt en dat deze thans, in goddelijke razernij wraak nam op de bevol king. De bestuursambtenaren echter, geen geloof hechtende aan deze praatjes, riepen de hulp in van bekende tijgerjagers- Deze zochten de streek af, doch hadden geen succes. Nergens trof men een tijger aan en toch maakten de dieren voortdurend nieuwe slachtoffers onder de weinige achtergebleven bewoners van meden Bukitkabu. Ten einde raad wendde de resident Moha mad Hasan zich tot een dukun uit West Sumatra, die zich een grote faam had ver worven door het vangen van tijgers. (Een dukun is een inheemse medicijnman, die op primitieve, en dikwijls kwakzalverachtige wijze de geneeskunde uitoefent.) Deze dukun placht voor 1000 rupiah per stuk, tijgers levend of dood, te vangen. Hij bleek bereid in Benkulen een einde te maken aan de tijgerterreur, doch eist ditmaal een be drag van 3000 rupiah voor de eerste tijger en 500 voor elke volgende, omdat de reiskosten voor hem en zijn medewerkers aanzienlijk waren. Resident Mohamad Hasan stemde toe. Daartegenover vond de dukun goed, dat hij geen voorschot kreeg. Het risico bleef geheel voor zijn rekening. In September 1951 arriveerde dukun Kata Gelar Pitu Gajo na een reis van vijfhonderd kilometer te hebben afgelegd. Hij was verge zeld van een gids en ’n assistent en begaf zich onmiddellijk naar de geteisterde streek. Deze was vrijwel verlaten; de koffie- en rubber tuinen waren verwaarloosd en overwoekerd. De enkele bewoners, die waren achtergeble ven begroeten de komst van de dukun met skepsis. Zij hadden geen vertrouwen in hem, omdat zij geloofden dat de vloek die op hen rustte, onafwendbaar was. En terwijl de dukun een begin maakte met zijn arbeid, werden de aanvallen der menseneters driester. Zij slopen thans niet alleen ‘s nachts naderbij, doch ver schenen ook overdag en vielen de boeren op het veld aan. Zij trokken een vrouw door het kookgat uit haar huis. Een andere vrouw werd in haar slaap verrast door een tijger die een bamboetrap beklommen had; hij sleepte haar mee naar buiten. Het leek of de dieren de angst der mensen konden ruiken en over moedig werden. MAGISCHE JACHT Inmiddels had de dukun uit West Sumatra een strategische plek op een heuvel uitgezocht waar hij de vangkooi liet neerzetten, welke door de resident was geleverd. Over een oppervlakte van een halve hectare liet hij de zoals we reeds opmerkten aan de hand van bovenstaand voorbeeld (en Philips en Daf kunnen het nog eens onderlijnen) is de belangrijke factor van de geschikte arbeidskrachten zeker aanwezig. De Brabantse arbeiders kunnen het. Het gaat er maar om, de krachten die in aan leg aanwezig zijn te wekken en tot ont plooiing te brengen. Vernietig de boterbloemen in Uw weiland De tijd komt weer aan, dat vele weilanden geel zullen zien van de boterbloemen. Indien de boer precies zou kunnen berekenen hoeveel schade dit op het oog onschuldige onkruid doet, zou hij de bestrijding ongetwijfeld met kracht ter hand nemen. Wij menen er dan ook goed aan te doen U op de nadelen van een grote boterbloembe- zetting te wijzen. Proeven hebben uitgewezen, dat per ha. gemaaid gras de boterbloemen 10.000 kg. of meer kunnen uitmaken van het totale ge wicht. Vanzelfsprekend betekent dit niet, dat na een bestrijding van boterbloemen het ge wicht aan gras met dezelfde hoeveelheid zal toenemen. Het zal eenieder evenwel duidelijk zijn, dat deze grote oogst’’ boterbloemen een behoorlijke meeropbrengst aan gras had kunnen geven. Indien men voorts bedenkt, dat hetprach tige gewas boterbloemen” gegroeid is van de voor het grasland bestemde bemesting en andere voedingstoffen, zal het duidelijk zijn, dat na een boterbloemenbestrijding alle mest stoffen voor 100 pCt. aan het gras ten goede komen. Boterbloemen worden door het vee niet ge geten, zodat zeer veel gras tussen de boter- bloemplanten blijft staan en voor het vee ver loren gaat. Het gevolg hiervan is, dat men een „bossig” slecht afgegeweid weiland over houdt. Het is niet mogelijk in dit korte artikeltje in details te treden, doch ongetwijfeld zult U inzien, dat het mooie boterbloempje een der meest ongewenste onkruiden in de weide is en daarom is een volledige bestrijding alleszins verantwoord. Boterbloemen zijn zeer gevoelig voor de groeistof M C.P.A. en een éénmalige be- spuiting met b.v. Nolachiet heeft tot resultaat dat, indien op ’t juiste tijdstip gespoten wordt, het weiland zeker 3 jaar vrij is van boter bloemen. De betrekkelijk geringe kosten van een dergelijke bespuiting worden ruimschoots goedgemaakt door de hogere grasopbrengst, terwijl tevens 100 pCt. rendement van de bemesting wordt verkregen. Onze mannen die uit Indonesië terugkeerden voerden in hun bagage doorgaans een behoorlijke dosis sterke verhalen mee. De tijgers speelden daarin nog al eens een rol en menig man, die over voldoende financiën beschikte, bracht een huid mee van het ondier, dat hij „eigenhandig” en met de uiterste koelbloedigheid had neerge legd En nog meer lieten zich triomfantelijk fotograferen met de voet op een gevelde tijger. Want fotograferen is per slot van rekening vrij voordelig even voordelig als het fotograferen in een „echt” visserscostuum in Volendam. Doorgaans is de tijger in Indonesië even zeldzaam als hier het wilde zwijn. Men kan er stokoud worden, zonder er ooit een in het wild gezien te hebben. Maar evenals hier wel eens een wilde zwijnen,,plaag‘‘ voorkomt, zijn er in Indonesië soms tijgerplagen. Degevolgen zijn dan wel iets ernstiger. Lees slechts onderstaand verhaal uit de Indonesische Vrije Pers. De jachtsport heeft in Baarle vele beoefe naars. Het is een gezonde sport in Gods vrije natuur en kan de liefhebbers laten genieten van alles wat de vrije natuur voor schoons te genieten geeft Tot voor kort werd de jacht sport door de jagers individueel beoefend- Men kreeg met een gezegelde jachtvergun ning het recht tot jagen van de plaatselijke stierenbonden, aan welke verenigingen het jachtrecht door de grondgebruikers was afge staan, en mocht dan op deze landerijen jagen Het gevolg van deze methode van jagen was, dat, als er b.v. 30 jagers vergunning tot jagen van een bepaalde stierenbond hadden, deze landerijen, vooral kort na de opening van de jacht ook 30 keer per dag konden worden af gejaagd. Het behoeft geen betoog, dat deze manier van jagen vooral voor de boeren grondgebruikers zeer ongewenst was- Immers vele veldgewassen staan dan nog te velde, en daaraan kon door het vele geloop van jagers en honden belangrijke schade worden toege bracht. Ook voor de meeste jagers, alsmede voor de wildstand waren deze jachtverhoudin- gen ongewenst. Om aan deze ongezonde jachtverhoudingen een einde te maken werd in 1950 door de plaatselijke Jagersvereniging besloten te trach ten de beschikbare jachtgronden te pachten en zo eerlijk mogelijk onder de leden-jagers te verdelen. Elke plaatselijke iaoer km ’<•<-* wor den van de vereniging en heelt ge ijKe lechten grond schoonbranden. De kooi was een meesterstuk. De dukun gebruikte geen spij kers bij zijn constructie; hij verbond de stam metjes met vezels en sloeg er puntig geslepen houten pluggen tussen. Hij zalfde de kooi met palmolie. Hij offerde zeven soorten bloemen. Tegen de schemering brandde hij wierook. Iedere dag keerde hij terug om de spanten op nieuw met olie in te smeren. In een kampong huis, van waaruit men de kooi kon zien, speelde hij dagenlang op een bamboefluit, waarbij zijn assistent hem accompagneerde op een instrument van been en ijzerdraad, waar mee het geluid van ’n tijger werd nagebootst. In de kooi bevond zich voortdurend, als prooi, een levende geit. Doch er gebeurde niets. De tijgers verschenen niet waar de dukun ze hebben wilde; elders maakten ze echter nieuwe slachtoffers. Vijf weken lang speelde hij op zijn fluit. Vijf weken lang verzorgde hij zijn kooi met olie en wierook. Toen het succes uitbleef, verweet hij de overgebleven bevol king, dat zij door hun wantrouwen zijn pogin gen doorkruisten. Doch in de zesde week werd de eerste tijger in de kooi gevonden. Met een truck werd het beest naar de hoofd stad Benkulen vervoerd, ‘t Was ‘n vrouwtjes- tijger, een groot exemplaar met een prachtige tekening op de vacht. Spoedig volgden een tweede en een derde; doch deze lieten zich niet levend vervoeren en moesten worden af gemaakt. De vierde gevangene, ’n mannelijke koningstijger, bleef in leven. Hierna bleef het rustig in de streek. Men hoorde niets meer over de tijgerterreur. En hoewel het nog lang duurde, voordat de be volking naar zijn woonplaatsen terugkeerde, bleek de dukun aan de heerschappij der men- sendoders een einde te hebben gemaakt. De dukun vroeg zijn geld, en ontving van de resi dent 7000 rupiah. NIEUWE SENSATIE Ondertussen waren de beide levend ge vangen tijgers in het oude, solide fort Marl borough te Benkulen opgesloten. Toen deed een nieuwe sensatie zich voor: kort nadat de beesten naar hun gevangenis waren overge bracht verschenen er tijgers tot inde stad Ben kulen, alsof zij er op uit waren hun soortge noten te bevrijden. De beesten werden zelfs gezien in de haven, en onder de bevolking van Benkulen ontstond grote onrust. Zij eisten vanderesident.dat hij de gevangen dieren zou laten afmaken. Deze echter was juist bezig te pogen, het grote bedrag aan kosten dat hij aan de dukun had moeten betalen, terug te verdienenen. Hij verstond zich met de burge meester van Solo, om te vragen of deze de tijgers wilde kopen voor zijn dierentuin. Hij vroeg 10.000 rupiah voor het tijger- paar, en inderdaad was de burgemeester van Solo bereid dit bedrag voor de tijgers te be talen. Doch toen de koopbevestiging kwam, waren de tijgers dood. De bevolking van Ben kulen had in groeiende vrees, de beesten ver giftigd- Er wordt veel geschreven en gespro ken over de industrialisatie van ons land en van Brabant in het bijzonder. Het laatste interesseert ons uiteraard het meest, vermits het hemd nu eenmaal na der is dan de rok. Een der argumenten die nogal eens voor industrievestiging in dit gewest worden aangevoerd, zou de hoge vakbekwaamheid en de intelligen tie van de bevolking zijn. Terecht vraagt men zich bij zo’n argument wel eens af: is dat nu wel waar? Is het geen frase die verder niet te bewijzen is. Welnu, de I practijk heeft bewezen dat het geen frase en dertig kilometer afstand van D namige residentiehoofdplaats het honderdste meest-eisende bedrijven. De Hispano graven vluchtte de bevolking van streek Suiza fabrieken, oorspronkelijk ’n Zwit i veiliger oorden. Men geloofde, dat het kappi sers bedrijf dat zich toelegt op de vei - 1 vaardiging van wapens en munitie, heeft een dochteronderneming gevestigd in Breda. Dat was een gewaagde onderne- ONS WEEKBLAD si i ii

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1953 | | pagina 1