1
Baarle
DE DEUREN OPEN
I
I
I
1
Advertentiebla
’s Nieuws
Land
en
Tuinbouw
KORTE WENKEN
Adverteert in dit blad
Sprookjesachtig VorstenhuweSijk in Luxemburgse
hooldstad i
48e Jaargang
Uitgave: Drukkerij de Jong, Baade-Nassau - Tel. 231
Zaterdag 4 April 1953 No. 14
BAARLE-NASSAU
A. P. Dents. Baarl^-Nagsnu.
HOOFDPIJN J
Mijnharde ’Hoofdpijnpoeders. Poos 47 ct.
Mijnhard* Heofdp.jntablettea. Koket 80 ct.
LU
m
X
vorstenhuis, is thans 33 jaar oud. Hij
draagt als tweede naam Benedictus, naar
zijn peter Paus Benedictus XV. Dat ook
Prins Jean zeer populair is bij zijn land
genoten valt niet te verwonderen. Op 10
September 1944, toen de geallieerde
troepen Luxemburg binnentrokken, ont
dekten de Luxemburgers op een van de
eerste tanks hun prins Jean, die in 1939
naar Engeland was uitgeweken. De prins
is zeer muzikaal en houdt van sport. Ook
hij is een zeer charmante verschijning
Van weinig vorstenhuwelijken zal gezegd
kunnen worden, dat de wensen van twee
volkeren om de leden van hun vorsten
huis gelukkig te zien, zozeer vervuld
worden. Het is ongetwijfeld een band
van liefde, die hier ’n prins en ’n prinses
en in hen twee volkeren nauwer bindt.
Zeer belangrijk voor vreemdelingen
De burgemeester van Baarle-Nassau vestigt
er de aandacht op, dat iedere vreemdeling die
in Nederland werkzaamheden verricht, in het
bezit behoort te zijn van een werkvergunning,
afgegeven door het Rijksarbeidsbureau. Het
is gebleken dat zeer veel vieemdelingen ter
zake in gebreke zijn Daarom worden de werk
gevers verzocht zo spoedig mogelijk de nodige
werkvergunningen aan te vragen. De daar
voor bestemde formulieren zijn kosteloos ten
gemeentehuize verkrijgbaar.
Onder deze regeling vallen ook de zonen
van landbouwers die op het bedrijf van hun
ouders werkzaam zijn, alsmede dienstboden
en ander huispersoneel.
Binnen zeer korte tijd zal hierop controle
worden uitgeoefend, waarom het van belang
is zo spoedig mogelijk voor ’t aanvragen van
de vergunningen zorg te dragen.
Baarle-Nassau, 11 Maart 1953.
De burgemeester voornoemd,
F. M. A. de Grauw.
KANKERBESTRIJDING
In November j.l. werden in onze gemeente
loten verkocht t.b.v. de kankerbestrijding. Ik
heb thans de trekkingslijst ontvangen en
het blijkt dat er in onze gemeente twee prijzen
zijn gevallen en wel: een boek op no. 93214
houder A. P. de Vet A 366 en een theelepeltje
op no. 93530 houder Jac- Verhoeven C 18,
Ulicoten.
De trekkingslijst ligt desverlangd bij mij ter
inzage-
Wees voorzichtig met vuur
Nu de lente weer is begonnen en men
weer grote of kleine wandelingen gaat
maken in de mooie bossen en heide vel
den, welke onze gemeente rijk is, geldt
er voor iedereen weer de waarschuwing
,,Wees voorzichtig met vuur!”
Geniet van al het schoons, wat de
natuur U weer volop kan bieden, maar
maak sigaar, pijp of sigaret uit alvorens
U de bossen ingaat of de heide-velden
betreedt. Hierdoor voorkomt men, dat
het mooie natuurschoon een prooi van
de vlammen wordt.
B. van Hoek
Ass. R. L. V. D.
9 April worden Prinses Josephine-Charlotte en Prins Jaon van Luxemburg in de echt verbonden.
In de eeuwenoude hertogstad Luxem
burg zullen op 9 April Erfprins Jean van
Luxemburg en Prinses Josephine Char
lotte van België plechtig in de echt ver
bonden worden. Een huwelijk tussen
vorstenkinderen heeft ook in onze mo
derne tijd nog de bekoring van ’t sprook
je. Vooral wanneer het bruidspaar, zoals
nu, sympathie en liefde heeft verworven,
niet alleen in het eigen land, maar tot
ver buiten de grenzen.
De Luxemburgse bevolking is al sinds
7 November van het vorig jaar, de datum
waarop de verloving werd afgekondigd,
enthousiast in de weer met ’t treffen van
voorbereidingen voor de feestelijkheden.
Erepoorten worden opgericht, bloem
stukken opgemaakt en muziekcorpsen
poetsen hun instrumenten en persen de
uniformen om met melodie en kleuren
pracht de plechtigheden luister bij Ie
zetten.
En zodra de schilderachtige trouw-
stoet, die samengesteld is uit vertegen
woordigers van bijna alle vorstenhuizen
en presidenten van West-Europa, onder
wie Koningin Juliana en Prins Bernhard,
de kerk verlaat, vliegen eskaders van de
luchtmacht met Belgische en Luxem
burgse piloten in gesloten formatie over,
om het jonge bruidspaar hun groet te
brengen.
Het bruidje, Josephine Charlotte,
Ingeborg, Elisabeth, Marie José, Mar
guerite, Astrid, Prinses van België, zoals
zij officiëel heet, werd op 11 October
1927 op het kasteel van Stuyvenberg
geboren als dochter van Prinses Astrid
van Zweden en Kroonprins Leopold van
België. De eerste zeven jaar van haar
leven bracht zij door in België onder de
zorgvolle liefde van haar charmante
moeder, van wie de Belgen zo onver
deeld hielden. Lange vacanties bij fami
lie in Zweden wisselden de gelukkige
kinderjaren af. Toen Josephine zes jaar
was, besteeg haar vader de Belgische
troon. Nog vermoedde niemand, welke
onheil het koninklijk gezin te wachten
stond. Nauwelijks een half jaar later
kwam Koningin Astrid bij een tragisch
auto ongeluk om het leven. Het prinsesje
zou haar moeder, die zij voor haar ver
trek vrolijk vaarwel had gekust, niet meer
terugzien. Vijf jaar later brak de oorlog
uit. Het duurde 9 jaar voor de p.rinses
haar vaderland bevrijd terugzaq. Bij
haar eerste bezoeken aan België in 1949
wist zij zich, ondanks de hevige strijd,
die ontbrandde rond de persoon van haar
vader, geliefd te maken bij haar landge
noten. De Belgen herkenden in haar
gestorven moeder. Waar zij officiële
plichten te vervullen had, deed zij dit
evenals wijlen Koningin Astrid met
charme en persoonlijke belangstelling.
Iemand noemde haar eens schersend
België’s eerste sociale werkster en onge
twijfeld heeft de Prinses deze loftuiging
meer op prijs gesteld, dan alle onder
scheidingen, die haar in de loop der ja-
ren ten deel vielen. Gedurende de zo
mer van 1952 huurde ex koning Leopold
aan de Cóte d’Azur een buitenverblijf
naast de Groothertogelijke familie van
Luxemburg. Het was hier, dat de idylle
begon tussen de Prinses en Prins Jean.
Erfprins Jean, die o.a. de titel draagt
van Prins van Nassau, hetgeen wijst
op zijn verwantschap met ons eigen
voor de landbouw
Men is reeds druk bezig met het zaaien van
voeder-en suikerbieten, zaai toch geen zaad
dat niet ontsmet is, want alle jaren komen er
vele percelen voor, die door bietenbrand zijn
aangetast. Dan sterven er vele bietenplantjes
af, of ze groeien slecht door. Als men op hoge
grond op bezakte voor zaait moet wen ze goed
aandrukken. Die nu nog bietenland moeten
ploegen, doen goed ze direct op de vers ge
ploegde voor te zaaien, tenzij men laag nat
land heeft, dan moet het wel wat opdrogen.
Voor suikerbieten geeft men liefst geen verse
stalmest, want dan vertakken de bieten meer,
wat in het najaar meer tarra geeft.
De rogge moet de laatste stikstof reeds
ontvangen hebben. Op de zomergranen is het
beste dat de stikstof nu ingewerkt wordt, of
anders zo gauw mogelijk zoveel geeft als men
denkt dat ze nodig hebben.
Zaai geen kalkstikstof op de zomergranen,
voornamelijk niet op de wat hogere gronden,
want als men wat droog schraal weer krijgt
blijft die giftige werking zeer lang, zodat men
geen goed gewas meer krijgt Dit hebben wij
jaren achter elkaar kunnen zien. Ook dit jaar
hebben wij al jaren achter elkaar kunnen zien.
Ook dit jaar zijn er percelen rogge bestrooid
kalkstikstof op hoge grond die zo verbrand
zijn, dat ze zich nooit kunnen herstellen en die
maar goed de helft van een normale oogst
zullen geven
Wees zuinig met gier en kali op de percelen
grasland waar de koeien het eerst in moeten,
als ze in de weide gaan en zorg dat er wel 150
a 200 kg. Kiezeriet per ha. op ligt, want een
te veel aan kali werkt de kopziekte in de hand,
omdat dan ook de magnesium opnamen van
het gras door het teveel aan kali wordt be
lemmerd. De voeding op het laatst in de stal
speelt ook wel een grote rol. Voldoende goed
hooi is zeer gewenst en er wordt tegenwoor
dig aangeraden om op stal per koe 50 gram
Dolocal Supra bij te voeren. Voornamelijk is
dit nodig als men nogal veel kuilvoeder geeft.
Zorg voor een geleidelijke overgang, wat
het voeder betreft, maar ook het weer is van
invloed, want koud nat weer is niet goed,
maar ook zeer veel zonneschijn schijnt de kop
ziekte te bevorderen. Het is daarom aan te
raden, daar het mogelijk is, de koeien de eerste
dagen enige uren per dag buiten te doen.
Ik wens U alle veel succes, want als de
koeien in de weide gaan is het voor vele boe
ren een bange tijd.
EMELTENBESTRIJDING
Reeds zeer vroeg in het voorjaar, zodra de
nachttemperaturen wat oplopen vraagt de
Emeltenbestrijding de volle aandacht. De
emelt, larve van de langpootmug, voedt zich
met de wortels van alle mogelijke planten,
waardoor enorme schade kan ontstaan aan
cultuurgewassen en weilanden.
Het is dan ook van groot belang, dat on
middellijk nadat emeltenschade geconstateerd
wordt, bestrijdingsmaatregelen genomen wor
den welke uiteraard zeer eenvoudig zijn.
Men neemt per ha 3 kg. Hexa-melt en
mengt dit onder toevoeging van een weinig
water met 25 kg. verse tarwezemelen tot een
rulle massa, welke, op een avond die niet al te
koud is, breedwerpig over het land gestrooid
wordt.
De beste resultaten worden verkregen bij
een nachttemperatuur van 4 tot 6o C, doch
ook bij temperaturen van plm. 2o C is het
middel reeds werkzaam en deze werkzaam
heid blijft het enige nachten behouden waar
door een afdoende emeltenbestrijding wordt
verkregen. Het preparaat is zeer goedkoop in
het gebruik en niet giftig voor mens en warm
bloedige dieren.
Brabant bevindt zich in een stadium van
bliksemsnelle ontwikkeling. In enkele tien
tallen jaren tijds hebben zich hier veranderin
gen voltrokken, waar vroeger mensenleeftij
den en nog vroeger eeuwen mee gemoeid wa
ren Men kan zeggen dat deze ontwikkeling
algemeen is, maar in Brabant is ze toch wel
bijzonder snel en schoksgewijze gegaan, om
dat het hier, meer dan elders, gepaard ging
met het doorbreken van een isolement. In het
begin van deze eeuw leefde dit gewest nog in
een sterke afgeslotenheid van de rest van de
wereld. Men keek nauwelijks over de grenzen
heen en op patriarchale wijze leefde men er
het leven,’zoals het altijd was geleefd.
De moderne techniek heeft aan dit isole
ment een abrupt einde gemaakt. Twee wereld
oorlogen en een snelle industrialisatie hebben
er het hunne toe bijgedragen om de laatste
sporen van de afgeslotenheid te doen verdwij
nen. Deze sprongswijze ontwikkeling brengt
steeds het gevaar mee dat het eigen wezen
voor een groot deel wordt prijsgegeven.
Grote pioniers hebben dit gevaar gelukkig
tijdig onderkend. In Limburg bijvoorbeeld,
waar door de snelle ontplooiing van het mijn
wezen de ontwikkeling wellicht nog sneller en
gevaarlijker verliep dan hier in Brabant, is het
aan de visioenaire blik van dokter Poels te
danken dat dit mijncentrum als enige in Euro
pa in zijn geheel katholiek bleef en werkelijk
Limburgs bleef.
In Brabant zullen latere geslachten (voor
zover ze het nu niet doen!) met dankbaarheid
opzien naar een dokter de Brouwer, die als
een der eersten de noodzaak zag van het be
schermen en bezwaren van de eigen aard, het
eigen Brabantse wezen in de storm van de
tijd. Aan het inzicht van zulke pioniers is
het te danken, dat de leidinggevende figuren
in Brabant zich tijdig scherp bewust zijn ge
worden van de enorme opgaaf waarvoor men
zich hier ziet gesteld, en het kennen van deze
opgaaf zal, laat ons hopen, inspireren tot het
nemen van die maatregelen en het voeren van
dat beleid, waardoor het behoud van de eigen,
autochtone cultuur het best verzekerd en ge
waarborgd wordt. De opgaaf bestaat dus
hierin, dat men moet geraken tot een gave
samenklank van schijnbaar tegenstrijdige
en onverzoenlijke elementen. Aan de ene kant
staat daar de droom van het verleden, aan
de andere kant de harde realiteit van heden.
De hang naar het vertrouwde, het „ouder
wetse” botst met de nieuwe vormen van de
eigen tijd. Het hart van de Brabander neigt
naar het grote visioen van het hoogtij der
middeleeuwen, zijn verstand echter leert hem,
dat hij hier en nu te maken heeft met een mo
derne bedrijvigheid, waar geen plaats meer
schijnt te zijn voor deze schone „Gothische
droom.”
De leiders van Brabant kennen deze situatie
maar nu en dan is het toch goed dat een bui
tenstaander, die nochthans terzake kundig
mag geacht worden, zijn visie eens geeft op
dit vraagstuk. Dit heeft Bernard Verhoeven,
Geldersman van geboorte, onlangs gedaan in
zijn lezing over „De ziel van Brabant.” Hij
heeft daarin niet alleen een interessante ont
leding gegeven van‘t Brabantse volkskarak
ter, maar ook een aantal conclusies gegeven
die, al zijn zij misschien niet alle nieuw, het
overwegen steeds waard blijven.
Zo wees hij met nadruk op het gevaar van
de nog steeds aanwezige hang naar het ver
ouderde, welke hang, aldus Verhoeven,
vooral ook tot uiting komt in het Brabantse
beleid inzake onderwijs. Brabants deuren, zo
zeide hij, moeten nog verder open en instede
van bevangenheid in lokaal isolationisme zal
open oog getoond moeten worden voor de
realiteiten van nieuwe tijden en nieuwe zeden.
Aan de leiders van Brabant de taak om hier
onbevangen en ongeremd door aarzelingen,
het kaf van het koren te scheiden.