Baarle's Nieuws
Advertentieblad
en
Avonturen in de lucht
I
EEN BEROEP OP HET HART
ST
De Jonge Boerendag te
Chaam
Het verduurzame van hout
Uitgave^DrukkerijdeJong^Baarle-Nassau - Tel. 231
I
5
niets, maar wij willen wat geven, niet als ver
goeding voor al het goede dat we van hen
ontvingen, want dat is met geen wagon ca
deaus te betalen, maar als een zinnebeeldig
bewijs van onze waarachtige erkentelijkheid
en vriendschap, wetend dat niet de prijs, maar
het hart aan een gift zijn waarde verleent.
Te dien einde heeft zich een erecomité ge
vormd uit de volgende personen:
De edelachtbare heren burgemeesters
F. de Grauw en J. Loots, de zeereerw.
heren pastoors J. Vekemans en J. Pelk-
mans, de zeereerw. heer rector J. Koen-
raadt, de zeereerw. pater overste J. van
Meyl (grens), de eerw. heren kapelaans
C. Kramer en P van Zon
Het is de bedoeling van dat comité geld in
te laten zamelen om er een mooi en degelijk
voorgordijn voor het nieuwe toneel van de
Broeders mede te kopen en dat op de boven
genoemde 26e October als een geschenk van
wege de hele Baarlse bevolking aan de Broe
ders aan te bieden. Een geweldige som gelds
is voor dat aardig, maar toch nog bescheiden
cadeau niet nodig, maar toch al gauw enkele
honderden guldens. Geeft iedereen wat, dan
hebben we het zo bij elkaar. Een aantal jon-
Zondag 1.1 is de gehele Jonge Boerendag
der Afdeling Chaam verregend Reeds Zater
dag bij de veebeoordeling zag het er minder
aantrekkelijk uit, want het was zeer kou, ter
wijl af en toe nog wat regenbuien de gehele
zaak een triestig aanzien gaven. Zondagmor
gen werden door de jonge boeren de verschil
lende voorbereidende werkzaamheden uitge
voerd en zou alles in kannen en kruiken
geweest zijn, indien de aanhoudende regen
vlagen deze dag niet tegengewerkt hadden.
Ondanks deze regenbuien was er toch nogal
wat volk naar het sportterrein gekomen, doch
het bestuur van de Chaamse R. K. Jonge Boe
renstand nam een wijs besluit door de zaak
tot een volgende gelegenheid uit te stellen.
Wanneer deze sportdag thans gehouden zal
worden staat nog niet vast, hoewel het gehele
programma zeer binnenkort toch afgewerkt
zal worden. Laten we hopen dat de jonge
boeren van Chaam een betere dag mogen
treffen en zij meer geluk van Vrouwe Fortuna
mogen krijgen.
Op het feest van Christus-Koning, de 26e
October, hopen onze Broeders te Baarle hun
nieuw toneelzaaltje voor het eerst te gebrui
ken, bij gelegenheid van het zilveren klooster-
jubileum van drie hunner confraters, onder
wie de ons allen goed bekende Broeder Aloy-
sius, hoofd onzer jongensschool. Dat zaaltje,
ja jullie hebben allemaal al wel gezien dat het
een heel aardig gebouwtje wordt op de hoek
van de Katerstfaat en de Molenbaan, een sie
raad méér voor ons dorp.
En nu zijn enkele ingezetenen van Baarle
op de zeer goede gedachte gekomen om de
Broeders bij die gelegenheid een geschenk aan
te bieden in de naam en vanwege het hele
dorp, een geschenk uit dankbaarheid voor al
les wat de Broeders voor Baarle hebben ge
daan, nu al meer dan veertig jaren lang en
vooral de laatste acht jaren. En dat is waar
achtig geen beetje!
Och, beste dorpsgenoten, jullie weten het
allemaal net zo goed als ik, wat ons dorp aan
de Broeders te danken heeft, niet alleen op
het gebied van het onderwijs en de opvoeding
onzer jongens, maar evengoed op dat van het
publieke leven in haast al zijn vertakkingen,
Standsorganisaties, sportverenigingen, brand
weer, harmonie, verkenners, zowel als paro
chiële werken en bedevaardersgroeperingen,
hebben in tal van omstandigheden goede raad
en hulp bij de Broeders gevonden. Ik denk
hier vooral aan de dramatische dagen van
October 1944, toen zovelen onzer in grote
nood en angst verkeerden. Wie hebben ons
toen met een prachtige toewijding en moed,
die zelfs de dood trotseerde, bijgestaan en be
schermd, ja velen zelfs gevoed en gastvrij op
genomen? De Broeders! In de nood kent men
zijn vrienden. Voor „onze” Broeders vergist
zich het spreekwoord: „Veel broodvrienden,
weinig noodvrienden Maar wij die van hun
goedheid zo ruim geprofiteerd hebben, willen
niet dat van ons gezegd kan worden: „Vrien
den in nood, honderd in een lood.”
Wij, mensen van Baarle, wij hebben een
grote plicht van dankbaarheid ten opzichte
van onze Broeders. En die plicht willen wij
vervullen! Niet alleen met een vriendelijke
lach en hartelijke woorden, maar met daden,
ja met een stoffelijke tegenprestatie. Hier
geldt ‘t heus niet: alweer! Want voor zover
als ik weet hebben wij als dorpsgemeenschap
de Broeders tot nu toe nog nooit een ge
schenk aangeboden, zelfs niet toen zij in 1948
het feit herdachten dat ze 40 jaar in Baarle
waren, een feit waaraan ze trouwens hele
maal geen ruchtbaarheid gegeven hebben,
hetgeen pleit voor hun grote bescheidenheid
en ons die er niet van op de hoogte waren te
vens excuseert Ook nu vragen de Broeders
zich vast en riep: ,,Nein, mijn zoon komt
me in New York afhalen.Zoals ons
vliegtuig daar moest wachten, stond het
twee andere vliegtuigen in de weg. Ik
haastte mij door de douane, vond haar
zoon die zij in twintig jaar niet had ge
zien en kreeg toestemming hem met mij
mee naar het vliegtuig te nemen.
Zelfs toen, terwijl haar zoon in het
Duits tegen haar sprak en haar wangen
kustte kon zij niet begrijpen dat hij het
was. Zij wilde niet uit haar stoel opstaan.
„Misschien herinnert zij zich dit," zei
de zoon, „zij leerde het mij 47 jaren ge
leden." Hij begon een oud Duits slaap
liedje te zingen. Zij hield haar adem in
en er begon in haar ogen een lichtje te
gloeien. Haar lippen bewogen en zacht
jes beqon zij met hem mee te zingen
De vreugde die over haar gezicht gleed
toen zij haar zoon tenslotte herkende en
haar armen om hem heen sloeg, was
hartbrekend. Zelfs een lid van de
bemanning kon zijn tranen niet bedwin
gen.
een papier gespeld met het opschrift:
„Ik wil hier een groot restaurant gaan
beginnen," voegde hij er aan toe, „en U
wordt daar dan cheffin!"
Midden boven de Atlantische Oceaan
is de hemel soms wonderlijk mooi dat ik
er uren lang naar kan kijken. Ik voelde
daarom helemaal mee met een vrouwe
lijke binnenhuisarchitect die op een
nacht tussen Gander en Shannen stil
voor haar venster naar de maan staarde,
die over de grote wolken dreef. De ster,
ren glinsterden als diamanten en ver
onder ons schitterde het water als een
vlak van parels.
„Kijk," fluisterde zij, toen ik langs
liep, „en ik noem mijzelf dan nog archi
tect." Ik keek met haar naar buiten en
een ogenblik later draaide zij zich om en
glimlachte. „Maar wacht maar tot U de
eetzaal ziet die ik ga ontwerpen in dit
diepe donkerblauw en dat vale wit," zei
zij.
Een andere passagier die verder zag
dan de hemel boven ons was ‘n aardige
kleine man van zestig jaar die met
behulp van een bamboestok liep. Zijn
zoon die hem in New York naar het
vliegtuig bracht nam mij terzijde en zei:
„Ik hoop dat U wat extra aandacht aan
hem zult besteden. Hij heeft een ziekte
die hem langzaam verlamt. Hij weet het
niet, maar binnen vijf maanden zal hij
dood zijn. Wij dachten daarom dat het
goed was als hij nog eenmaal zijn familie
in Italië zou zien. Daar gaat hij nu met
een maand vacantle heen."
De lucht was grijs en het regende tot
halverwege de Atlantische Oceaan. Daar
verscheen opeens, zoals het een enkele
maal voorkomt, een zilveren schijnsel
aan de horizon en schoof het langzaam
als een gordijn hoger langs de hemel.
De kleine man met de bamboe wandel
stok keek er aandachtig naar en toen de
zon doorbrak wenkte hij mij naast hem
te komen zitten en naar buiten te kijken.
Een volmaakte regenboog had zich rond
de schaduw gevormd die het vliegtuig
op de wolken onder ons wierp.
„Mijn familie denkt dat ik niet weet dat
ik spoedig zal sterven," zei hij, „maar ik
weet het en ik ben niet bang. Hoe zou ik
dat kunnen, als er Iemand is, die zoiets
volmaakts als dat daar kan maken.
Een 84 jaar oude Duitse vrouw wei
gerde eens het vliegtuig te verlaten toen
wij in New York waren geland. Wij
hadden Frankfurt pas in de afgelopen
nacht verlaten en zij kon niet geloven
dat zij in znlk een korte tijd over de
Oceaan was gevlogen.
„Mijn zoon komt mij in New York
afhalen," zei zij. Het was het enige
Engels dat zij kende.
„Maar wij zijn hier in New York," zei
ik. Ik probeerde haar bij het opstaan uit
haar stoel te helpen, maar zij klemde
Het beroep van stewardess aan boord van een vliegtuig oefent op tal van
jonge meisjes een bijzondere aantrekkingskracht uit. Zij menen er immers avon
turen te kunnen beleven, zij zullen wat zien in de wereld en met allerlei slag men
sen in aanraking komen. Nu vallen die avontuurlijke gebeurtenissen doorgaans
nogal mee (of tegen en gelukkig maar. Want als er met een vliegtuig iets gebeurt
zijn de inzittenden immers niet te bevrijden. Bovendien worden aan een stewar
dess buitengewoon hoge eisen gesteld en haar werk is uitermate zwaar. Niette
min wegen de aantrekkelijke kanten van het vak daar wel tegen op, getuige
het verhaal dat de stewardess Doroth Beek hierover deed in „This week". Zo
vertelt zij van een Grieks meisje van een jaar of zes, dat (uiteraard) geen woord
Engels kende. Op haar jurkje was
„Mijn naam is Diana Zanthos, uit
Athene. Mijn moeder is twee maanden
geleden gestorven en ik ben nu op weg
naar Amerika, waar mijn vader sinds
drie jaar woont. Hij zal mij op het vlieg
veld in New-York afhalen." Zij droeg
haar haar in vlechten en een verschoten
jurkje. Toen we met haar probeerden te
spreken en haar bij haar naam noemden
antwoordde zij trots in het Grieks. Ik
weet zeker dat zij vertelde dat haar vader
haar In New York zou ontmoeten.
Door de sterke wind kwamen we
echter drie uten eerder in New York aan
en was haar vader nog niet op het
vliegveld. Terwijl ik Diana door de
douane-contróle haalde keek zij mij
onderzoekend aan. De tranen schoten in
haar ogen en zij probeerde haar snikken
in te houden. Nooit heb ik zozeer het
bezwaar van een talenverschil gevoeld
als toen. Dan kreeg ik een idee. Ik belde
een Grieks restaurant op, waar ik wel
eens at en vroeg mijnheer Smolikos, de
eigenaar, aan Diana uit te leggen dat het
vliegtuig eerder was aangekomen en dat
haar vader nu wel op weg zou zijn naar
het vliegveld. Maar Diana had nog nooit
een telefoon gezien. Zij drukte zich
verschrikt tegen mij aan en weigerde ook
maar een stap te verzetten. Ik vroeg
mijnheer Smollkas haar bij haar naam te
roepen en hield de hoorn bij haar oor.
Zij naderde nu verrast en luisterde
spoedig ingespannen. Diana's vader
kwam een half uur later de deur binnen
en na veel kussen en omhelzen begon
zij hem iets over mij te vertellen.
„Zij zegt als de Amerikanen maar half
zo aardig zijn als U, het hier een heerlijk
land moet zijn om te wonen," vertaalde
haar vader. Ik was ontroerd. Maar het
volgende ogenblik was ik sprakeloos.
Opmerkelijk is het, dat aan bovenstaand
onderwerp nog zo weinig aandacht wordt be
steed.
Wat zou het in ons land toch een besparing
aan geld en deviezen geven, indien alle hout
bewerkers hun hout zouden verduurzamen,
alvorens het in toepassing te brengen, zodat
dit vele jaren langer dienst zou kunnen doen.
Niet alleen zouden ze zichzelf hierdoor be
voordelen, doch ook medewerken aan het al
gemene landsbelang.
Het meeste hout toch, dat in ons land wordt
gebruikt, moet uit het buitenland ingevoerd
worden en het zal dus met het oog op onze
deviezenpositie van groot belang zijn, wan
neer hierdoor millioenen guldens bespaard
kunnen worden.
Zoals men weet, wordt rotten van hout
veroorzaakt door insecten en houtzwammen,
waarvan vooral de laatste in ons klimaat wel
grote houtvernielers te noemen zijn.
Gelukkig staat de wetenschap ook hier
niet stil en vooral de laatste tijd komt een
nieuwmiddelnaarvoren.dat welde bijzon
dere aandacht van alle houtgebruikers zal
verdienen.
Vroeger kende men alleen maar het con
serveren van hout onder druk met creosoot
olie. Dit conserveringsmiddel heeft het na
deel, dat het wegens zijn doordringende lucht
en grote smetbaarheid niet voor alle doelein
den geschikt is; het kan bijvoorbeeld niet ge
bruikt worden voor houtwerk dat geschilderd
moet worden.
Andere conserveringsmiddelen hebben het
nadeel, we denken hierbij aan bepaalde chlo
riden, aulfaten en fluoriden, dat zij het metaal
aantasten: bij nog andere die in wateroplos-
sing toegepast worden, bestaat de kans dat in
een vochtige omgeving het conserveringsmid
del weer uitgeloogd wordt.
Dit is niet het geval met het nieuwe middel
Conserduc, welk middel wel zeer bijzondere
eigenschappen heeft als conserveringsmiddel.
Genoemd afweermiddel voldoet aan eisen,
niet alleen tegen zwammen en rottingsbacte
riën, maar ook tegen insecten als houtworm,
boktorren en termieten.
Opmerkelijk is dat na toepassing van dit
conserveringsmiddel het hout weer gewoon
bewerkt kan worden. Dus weer gewoon
schilderen of beitsen; het kleurt het hout niet.
We willen dit artikel besluiten, dat hier een
middel gevonden is, dat zijn weg zeker zal
vinden en dat in de toekomst ons land nog
grote besparing zal kunnen geven.
ONS WEEKBLAD
47e Jaargang
Zaterdag 27 Sept. 1952 No. 39
k
Belevenissen van
een Stewardess