Advertentieblad
en
Baarie's Nieuws
Indrukken
en
ontmoetingen: AUSTRALIË
c
jfrni/dcL Zi?nnebruin
onze
I
Speciaal bericht voor
jagers.
FEESTPROGRAMMA
Vervolg op pag. 3
wacht het van anderen.
Zonderditte begrijpen kan men Aus
tralië niet begrijpen en zal een emigrant
zich vreemd voelen of op de duur
ernstige teleurstellingen ondervinden.
De gemiddelde emigrant verwacht vooral
in het begin al te veel hulp van anderen.
Zelfs van emigranten die nog slechts
korte tijd eerder dan hij in Australië
aankwamen. Deze kunnen hem mis
schien wel een goede raad geven, maar
ze staan zelf nog teveel in het begin om
hem meer dan dat te bieden. De nieuw
komer voelt zich dan vaak verongelijkt
en beschouwt de eerdergekomen als
zelfzuchtige egoïsten. Later begrijpt hij
of zij hoe naast hij er aanvankelijk was.
Ik herinner mij het verhaal van een emi
grant die 3 jaar geleden naar Australië
gekomen is en als sponsor optrad van
een andere emigrant, een familielid. Hij
had ervoor gezorgd dat bij aankomst een
huis ter beschikking stond en een een
voudige meubilering aanwezig was. De
nieuwkomers trokken erin en wensten
na 2 dagen niet meer met hun sponsors
te spreken. Deze ontdekten dat dit kwam
omdat de vrouw van de nieuwgekomene
vond dat het geen stijl was dat er bij haar
sponsor wel en bij haar geen karpet op
de grond lag. U moet niet denken dat ik
hier een uitzonderlijk geval schets.
Tasmanië is een prachtig eiland. In
Hcbart, de hoofdstad, trof ik op een ont-
moetingsavond, een groep van 150 wél
slagende emigranten aan. In het bijzon
der denk ik hier aan de Groningse groep
Pinkster van der Laan, die kort geleden
een regeringsopdracht kreeg om een
school te bouwen ter waarde van onge
veer 500.000 gulden. Ook herinner ik
mij van die avond een gesprek met het
echtpaar van Dongen-Tassi, waarvan
de vrouw tegen mij zei: „Zeg U uit mijn
naam aan alle Nederlandse vrouwen van
mannen die over emigratie denken, dat
een van de eerste vereisten voor het
welslagen van emigranten is, dat hun
huwelijk door en door goed is.“
Na deze zeer vreugdevolle ervaring op
het Zuidelijkste puntje van Australië
viel het mij bitter tegen in het dorp op de
Noordelijke oever van het eiland, waar
ongeveer een 100-tal Nederlandse emi
granten een goed bestaan vinden, te
moeten vernemen, dat hier doodgewone
nijd en onderlinge afgunst het leven van
alle emigranten vergallen. De een gunt
de ander de verdienste van een penny
per uur meer niet en gaat dan verdacht
makingen rondvertellen. Midden in de
bossen van West-Australie, op een zage
rij van de staat met ongeveer 80 man
personeel, ontmoette ik een achttal emi
granten, die in 2 groepen verdeeld niet
meer met elkaar spraken uit afgunst,
omdat sommigen meer verdienen dan de
anderen. U kan van mij aannemen dat
dit meer verdienen uitsluitend berust op
hogere prestatie of grotere bekwaamheid
Dit is een van de meest onaangename
aspecten van de emigratie, die ik in Au
stralië aantrof. Ik hoorde van predikanten
en R.K. geestelijken, dat zij er dag aan
dag en Zondag op Zondag tegen vechten,
tegen deze onderlinge afgunst. Het is
werkelijk noodzakelijk dat onze emi
granten geestelijk getraind worden om
voldoende kracht te bezitten in het nieu
we land niet aanstonds in dit kwaad te
vervallen. Ik maak mij over het ver
schijnsel zelf niet zo heel erg ongerust,
want de groepen met ondeilinge span
ningen lossen zich op de duur vanzelf
Tekst van een lezing over
te pereiken. Als hun tijdberekening niet
blijkt te kloppen, dan gaan zij diep de
put in. Hiermee wil ik, en dit heeft mijn
reis ondubbelzinnig bewezen, nog niets
zeggen omtrent de mogelijkheid om hun
doel in werkelijkheid te bereiken.
Deze is in de meeste gevallen aan
wezig, doch de fout in de tijdberekening
en de daarop gebaseerde verwachtingen
wreken zich en brengen menige emi
grant in de put, waarin hij niet zou zijn
gekomen,alshij beseft had dat ‘t ingroei-
ïngs-proces veel meer inspanning vraagt
en veel langere tijd vergt, dan hij in al
zijn optimisme oorspronkelijk meent te
moeten verwachten.
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat men
zich al die tijd als volkomen eenzame
door het nieuwe land zal behoeven te
bewegen. Het tegendeel is waar. In ver
schillende plaatsen van Australië zijn uit
de burgerij organisaties gegroeid, wier
doel het is om de nieuwkomers met uit
gestoken hand welkom te heten, met
andere Australiërs in contact te brengen
en hen over de eerste moeilijkheden van
de aanpassing aan een nieuw land heen
te helpen. Deze organisatie heten in de
ene plaats Good Neighbour Councils, in
andere plaatsen New. Settlers Leagtie-
of wellicht anders, doch de bedoeling is
in alle gevallen hetzelfde. Jn Brisbane,
de hoofdstad van een van de meest belo
vende staten van Australië n.l. Queens
land, is de New Settlers League een
samenwerking van verschillende organi
saties,zoals de plaatselijke Rode Kruis
Vereniging, de A.M.V.J. en andere maat
schappelijke organisaties. De hele stad
is in blokken verdeeld en in elk blok
heeft de vertegenwoordigster van de
organisatie tot taak om contact op te
nemen met elke nieuwkomer in haar
blok, hem te vragen waarmede de orga
nisatie de nieuwkomer misschien kan
helpen, hem in aanraking te brengen
met Australiërs waar hij persoonlijk of
zakelijk iets aan kan hebben, en hem
uitnodigingen te doen toekomen, voor
gemeenschappelijke avonden tot kennis
making met de Australische bevolking
Deze vertegenwoordigster krijgt de ad
ressen van de nieuwkomers niet alleen
langs officiële weg, maar staat ook in
contact met bakkers, slagers en kruide
niers, die haar meehelpen tot het verkrij-
gen van de namen van de nieuw-aange-
komenen.
Een van de sterkste indrukken, die ik
van Australië al sprekende met de
leiders van dit soort organisaties heb
gekregen is wel deze, dat de Australische
bevolking de Nederlandse emigrant niet
alleen van harte welkom heet met
woorden, maar ook bereid is zijn vrije
tijd voor een deel er aan te offeren om
het de emigrant gemakkelijker te maken.
Uit wat ik tot nu toe gezegd heb op te
maken, dat de Nederlandse emigrant in
een door de Australische bevolking
gespreid bedje zou stappen, zou
verkeerd zijn. Men is vriendelijk, men is
behulpzaam, maar iedere Australiër
verwacht dat de emigranten tenslotte
hun eigen boontjes zelf zullen doppen.
Dit is typisch Australisch, want ook
elke Australiër verwacht van elke ande
re Australiër dat hij zijn eigen boontjes
dopt. Dit is een karaktertrek van de
Australiërs. Hij doet het zelf en ver-
Tijdens mijn verblijf in Australië heb
ik natuurlijk een groot aantal emigranten
ontmoet en gesproken. Bij veel van hen,
naar hun ervaringen luisterende, moest
ik denken aan een verhaal dat ik tijdens
mijn verblijf in West-Australie hoorde.
Zoals U misschien weet is de hoofd
stad van West Australië Perth. Aan het
einde van de vorige eeuw werd aan de
rand van de woestijn, die West Australië
van Zuid- en Oost Australië scheidt,
goud ontdekt. Leven in de woestijn en
dus ook op de plaats waar het goud ge
vonden werd, is slechts mogelijk wan
neer de mensover water beschikt. Water
werd er evenwel niet gevonden. Een
knap ingenieur kwam op de idee een
pijpleiding aan te leggen van nabij Perth
tot Golden Mirle, de plaats waar het goud
gevonden was.
Zijn plan werd in uitvoering gebracht
en jarenlang werd er aan de waterpijp-
leiding gebouwd Het zou de levensader
van „Golden Mine“ moeten worden zich
uitstrekkende over een afstand van ruim
400 km. In 1902 was de onderneming
klaar en begon men te pompen. De inge
nieur had uitgerekend dat het water na
een week zijn doel zou bereiken, doch
na een week kwam er niets. Ook na 14
dagen kwam er geen water. Toen 3
weken voorbij waren sloeg de ingenieur
de hand aan zichzelf. Dezelfde avond
bereikte het water Golden Mile. In de
laatste rekensom was blijkbaar een fout
gemaakt. Zijn pompen waren zo voor
treffelijk ontworpen, dat zij vandaag, 50
jaar later, nog dienst doen.
Met vele emigranten vergaat het, zij
het minder dramatisch, evenzo. Zij ma
ken een foutje in hun laatste berekening
en w'l over de tijd die het zal duren om
hun doel een, volledige plaats in een
nienwe volksgemeenschap teverwerven,
wel op, maar ik ben ervan overtuigd dat
de eerste en moeilijkste tijden van de
emigrant, die in zulk een groep zit, heel
wat minder zwaar zouden zijn, wanneer
er iets grotere sportiviteit onder hen
heerste.
Ik ben ook zeer onder de indruk geko
men van de zware eisen, die door de
emigratie gelegd wörden op de schou
ders van degenen, die als geestelijken
zich t.b.v. emigranten naar Australië
begeven, om daar deel uit te maken van
de kerk waartoe zij behoren of zich aan
getrokken voelen, om van daaruit de
Nederlandse emigranten achtergrond en
en ondergrond te geven.
De emigranten, al te zeer gericht om
binnen hun fouttief tijdschema tot wel
slagen te komen vergeten vaak het aller
belangrijkste en kloppen in vele geval
len al te laat aan de deur van hen bij wie
zij zich in de eerste plaats hadden moe
ten melden, n.l. bij de geestelijken van
de kerk waartoe zij behoren, om het
even of dit een Nederlander is dan wel
een Australiër.
Ik zou gemakkelijk door kunnen gaan
U uren te vertellen van de indrukken,
die ik in Australië kreeg bijv, over de
prachtige gebieden die dit werelddeel
bezit, ook wat natuurschoon betreft en
de dorre woestijnen, welke het Centrale
deel ervan vormen. Duizenden en dui
zenden kilometers heb ik er gevlogen
om dit land voor de emigrant te verken
nen. Ik zou U kunnen vertellen van de
prachtige landbouwgebieden, die Austra
lië bezit. Met een zeker heimwee denk ik
terug aan de Darling Downs, de hoog
vlakte met prachtige agrarische bedrijven
Oost van Brisbane, aan de Table Lands,
een hoogvlakte met prachtig klimaat in
het tropische gedeelte van Queensland,
Oost van Cairns, waar nogal wat
Schotten zich neergezet hebben en zich
op maïs, olienoten, koren en tabaksteelt
hebben geworpen en waar veel mooie
zuivelbedrijven een goede opbrengst
leveren.
De jacht op de wildsoorten is geopend ge
durende de volgende tijdvakken.
Grof wild: Reebokken v. 23 Juli 1952 t. m.
11 Augustus 1952 Reegeiten van 2 Janu-
ari 1953 t. m. 6 Januari 1953.
Kleinwild: Patrijzen van 1 September 1952
t. m. 31 December 1952 Fazantenhanen
van 1 October 1952 t. m.31 Januari 1953
Fazantenhennen van 1 October 1952 t. m. 31
December 1952 Houtsnippen van 16 Oc
tober 1952 t. m 31 Januari 1953 Hazen
van 1 October 1952 t. m. 31 December 1952
Korhanen van 1 December 1952 t. m. 31
December 1952.
Alle soorten ganzen in alle provincies van
1 October 1952 t m. 15 Februari 1953, be
halve brandganzen, rotganzen, en Canada
ganzen, goudplevieren in Groningen, Fries
land, Drente en Noord-Holland van 16 Oct.
1952 t. m. 15 Dec. 1952
In het gehele Rijk wordt de jacht niet ge
opend op:
a. eenden van welke soort ook, die wegens
hun onvolledige beve dering niet in staat zijn
tot vliegen;
b. edelherten, damherten, reewild geboren
in 1952 (waarvan dus de derde kies in de on
derkaak 3-delig is), dassen, steenmarters,
boommarters, korhoenen, zwanen, brandgan
zen, rotganzen, Canadaganzen, eidereenden,
bergeenden, krooneenden, dpikers, kempha
nen, wulpen, scholeksters, grutto's, tureluurs,
meerkoeten en waterhoentjes.
1 ’s Morgens om 10 uur Plechtige H. Mis
Het Gouden Paar wordt per auto naar de
kerk gebracht, begeleid door de bruidjes uit
de buurt.
2. Na de H. Mis maakt dezelfde stoet een
rondrit door de buurt: Alphenseweg, Oor-
deelsestraat, langs molen van Theewes via
Alphenseweg terug-
3. ‘s Middags om half twee aanbieding van
cadeau en zanghulde door de buurt, waarna
receptie.
4. Om drie uur volksspelen voor de vol
wassenen. Als extra attractie frutblaas-voet-
balwedstrijd. Om 4 uur kinderspelen.
5. Om 7 uur serenade door Harmonie en
Bel Canto (bij C. Verheyen). Na de serenade
maken we met de Harmonie een korte wande
ling door het dorp.
Vervolgens begint op het St Annaplein F t
openluchtbal. Entree voor de dansvloe is
vrij voor de buurtbewoners, voor de overigen
vastgesteld op 50 ct.
Bij v. d. Westerlaken wordt een verfris-
singsgelegenheid ingericht met een rustig zitje
en een koele dronk.
ONSWEEKBLA
Zaterdag 12 Juli 1952 No. 28
47e Jaargang
Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231
-- Creme en olie
s
i
C
Q
F
ter gelegenheid van het Gouden Hu
welijksfeest van het echtpaar
Kerkhof-Nuyten
i