Advertentieblad 1952 slechter van 1912? van Is de jeugd dan die Baarle’s Nieuws- en VOETGANGERSBOND VAN SCHERPENHEUVEL 8 T KORTE WENKEN 2 z J. B. van Hoek, Ass. R. L. V. D. rri 3 Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau - Tel. 231 paald: 18 en 19 Juni 1952. De definitieve data zullen nog nader wor den gepubliceerd terwijl getracht zal worden het verkeer om te leiden. Baarle-Nassau, 30 Mei 1952. Het gemeentebestuur voornoemd, De Burgemeester F. M. A. de Grauw De Secretaris H. van Gompel blijft er buiten hun huiselijk leven nog over? Misschien dansvloer of bioscoop, of ook de straat? Waarom niet in alle pa rochies een z:g Pionierstersgroep opge richt? Zijn er nu helemaal geen oudere meisjes te vinden om zo iets te leiden? Dat zou jammer zijn! Wij hopen dat velen van U merken, dat het leidersvraagstuk nog steeds bo venaan op de agenda staat, om van de leidsters nog maarniet te spreken, of schoon dat even belangrijk is. En dat onze leden en vooral bestuursleden van de K. A. B. er hun gedachten eens over laten gaan. Niet minder dan 89 bedevaarders, waar onder 11 dames vertrokken Zaterdag voor Tinksteren uit Baarle voor de jaarlijkse voet- processie naar Scherpenheuvel, 'n tocht van ruim 120 Km. Voor ‘t vertrek verzamelden de .deelnemers zich in de Belgische kerk, waar jdoor pastoor Pelkmans een kort woordje werd gesproken, het reisgebed gebeden en de zegen gegeven werd. Vol goede moed vertrokken de deelnemers om in één ruk door te lopen tot Kasterlee, waar voor de eerste maal werd halt gehou den. Het weer was drukkend warm en nu en lan werden de bedevaarders onthaald op een fikse onweersbui. Toch waren er weinig uit vallers. De tocht ging via Geel naar Veerle, om, na hier de inwendige mens versterkt te hebben in een ruk door te lopen tot Scherpen heuvel, waar men te circa 8 uur arriveerde. Na een kort bezoek aan de kerk zocht eenie der zijn legerstede op. Op le Pinksterdag werd de processie afge haald door een parochie-geestelijke van Scherpenheuvel, vanaf het hotel. Om 7 uur werd er een plechtige H. Mis met assistentie opgedragen, namens de Voetgangersbond. Om 9 uur verzamelden allen zich weer aan het processiepark, ‘n Gehouden collecte voor een nieuwe vlag bracht f 97.08 op- Hierbij dient te worden vermeld, dat zich bij de pro cessie thans ook alle fietsers van Baarle en omgeving hadden aangesloten, zodat de groep tot over de 200 personen was aangegroeid. Vervolgens werd de rozenkransen de kruis weg gebeden, waaronder door Eerw. Broeder Aloysius een kort woord werd gesproken. Te vens vond de uitreiking der medailles plaats. Bij de dames waren het Jeanne Jansen en Ma rie Verheyen die 5 keer de voetprocessie had den meegemaakt. Bij de heren de 77 jarige Jan Put die voor de 25e keer was meegegaan en Pro Tuytelaars, die de tocht 13 keer mee maakte. Aan G. Govers uit Alphen werd een Maria beeldje overhandigd, omdat hij 5 maal met de wagen was meegegaan. Na deze oefe ningen was er een H. Mis in de openlucht, waarna eenieder vrij was tot aan het H. lof van half 3. Hierna werd de terugreis aanvaard. Op le Pinksterdag werd gelopen tot Stelen, waar overnacht werd om op 2e Pinksterdag, na om half 3 een H. Mis te hebben bijgewoond aan het laatste traject werd begonnen. Te circa half 2 werd Baarle bereikt. De belangstelling was buitengewoon groot en hoewel het hier geen prestatietocht geldt deed het toch de be devaarders goed dit medeleven te ondervin den. TIJDELIJKE AFSLUITING van de Provinciale weg van Baarle-Nas- sau-Dorp naar Baarle-Nassau-Grens Het Gemeentebestuur van Baarle-Nassau brengt ter openbare kennis, dat de provinci ale weg van Baarle-Nassau-dorp naar Baarle- Nassau-Grens gedurende 2 dagen zal worden afgesloten voor alle verkeer in verband met het aanbrengen van een slijtlaag. Als voorlopige data van afsluiting zijn be- mes", enz. omdat ze pas 14 dagen in het bedrijf werken en zo van de school komen, en zich dus eerst moeten inwer ken. Zulke jongens beginnen op den duur hun oudere collega‘s te haten, ze haten het werk, het bedrijf, alles wat ze doen is verkeerd, ze proppen zich zelf vol, om dat ze er thuis niet over praten durven want dan zegt vader: „Moet je je best maar doen.“ Ze worden kregelig en krij gen een afkeer, omdat het werken, wat hun op school zo mooi leek, nu voor hen een desillusie geworden is. Is het dan een wonder, dat zulke kna pen ‘s avonds om half zes, als de fa- briekssirens gilt, al op straat zijn voor de sirene zwijgt? Is‘t nu nog zo vreemd dat zo'n jongen als ie wat ouder is, des avonds niet meer thuis blijft en dorp of stad in gaat om te slenteren langs de straat? Geen wonder dat ze ‘s avonds in huis als ze binnenkomen, gauw naar bed gaan als U hem vraagt waar-ie is geweest! En dan nog meestal chagrijnig op de koop toe, omdat ze morgenvroeg weer die „dooie" werkplaats of fabriek in moeten En op de duur worden zulke jongens onverschillig. Het kan hun niets meer schelen en ze vinden ten slotte al les goed, ook als hun verkeerde fabrieks- of straatvrienden hen meenemen naar plaatsen waar juist het beginpunt van de verkeerde weg is. Weliswaar doen de jeugdverenigingen ook op dat gebied veel, en de K. A. J. ook, maar ook die kunnen niet meer doen dan in hun vermogen ligt. Want over het algemeen is er overal een te kort aan leidende krachten. b. v. De K. A. J. in een parochie in een onzer grote Brabantse steden bezit twee actieve lei ders. Is dat genoeg? Waar zijn onze J. W.-ers van voor de oorlog en andere jongemannen? Zouden dat geen pracht- leiders kunnen zijn? En de grote schare van K. A. B. leden, zitten daar geen lei ders onder? (Die twee leiders moeten zorgen voor de vormingsavond 1 x per week, de Pioniersbijeenkomst 1 x per week diverse ontspanningsavonden, va- cantie-en weekeind-voorbereidingen, fietstochten en divese wedstrijden organiseren, daarbij de belangen der jongens behartigen, en hun eigen studie voor werk en toekomst bijhouden) Hoe dikwijls zegt men niet, dat be paalde personen te veel baantjes hebben voorzitter hiervan, bestuurslid daarvan. Maar dwingt men niet vaak deze men sen om zovele z. g, „baantjes" aan te nemen? Wie doet het anders? Is het nu nog verwonderlijk, dat er wel eens verenigin gen „over de kop" gaan, en ook jeugd verenigingen. In bijna alle parochies bestaan „Gidsen" en „Welpen" enz. Maar in hoeveel Pa rochies is er een vereniging voor meisjes van p.l.m. 19 jaar? Hebben deze meisjes geen moeilijkheden en problemen? Wat Wat doet Gerrit de hele avond op straat? „Hoe is het mogelijk,” zeggen veel ouders, „ik kan m’n zoon bijna niet meer de baas, en ofschoon hij nog maar amper 16-17 jaar oud is, mogen we hem niets meer zeggen dat 'm niet aanstaat want dan gaat ie te keer...!” En als antwoord op de vraag van vader of moeder: „Waar ben je nu weer zo lang geweest,” krijgen ze het antwoord: „Bij de jongens.” En heel dikwijls Is de zaak hiermede afgedaan, want gaat men er verder op in dan wordt de zoon kwaad, en gaat meest al, na de kamerdeur met een smak dicht geworpen te hebben, naar bed. En als de ouders dan alleen zijn, zegt moeder: „Ik begrijp die jongen niet, met de andere groten hebben we vroeger helemaal géén last gehad, die bleven meestal thuis des avonds, maar Gerrit, elke avond is hij er bijna uit.-" En dan volgt er heel dikwijls een heftige discussie tussen vader en moeder, welke er dan over gaat, dat de tijden veranderd zijn en dat de jeugd veel anders is dan vroeger. En inder daad de tijden en de mensen, dus ook de jeugd zijn anders. Maar we willen ‘t niet zien we willen door blijven slapen, zoals we dat al jaren gedaan hebben! Want als men b. v. eens iets kwaads opnoemt, dat gebeurt in onze Brabantse steden, dan krijgt men ten antwoord: „Man je bent gek," of „We zijn hier niet in Amster dam." Goed, we weten allemaal dat het in het Westen en vooral in die grote ste den daar op zedelijk gebied vaak veel erger is, maar slapen we hier in Brabant dan zó, dat we niet merken, dat we ook op dat gebied het voorbeeld van de gro te steden aan het opvolgen zijn? Of wil len we dat niet meer zien? En de jeugd moet in de huidige wereld leven, of ze wil of niet, en onze jongens en meisjes worden door veel dingen uit het evenwicht gebracht. Ze zien soms de grens niet meer tussen goed en kwaad, vooral in de puberteitsjaren. En als ze moeilijkheden bebben, dan vertellen ze die niet meer zo gauw aan hun ouders. Ze kijken de hele wereld wantrouwend aan en zo nu en dan praten ze er zo ter loops eens met hun vrienden over, maar dan heel vaak op de verkeerde manier. Nu is de vraag, hoe krijgen we zulke jongens in de juiste banen? Ik geloof dat buiten de ouders, priesters en misschien anderen, ook de Jeugdbewegingen hierin een welkome hulp zijn. En daar ik de K. A. J. van zeer nabij ken, en aan den lijve ondervonden heb, wat deze voor goeds doet, geloof ik, dat deze beweging zeer geschikt is voor onze katholieke arbei dersjeugd. De leden van de K.A.J. zijn a. h. w. de junioren van de K. A. B' is het ook niet onze plicht om op te komen voor onze Arbeidersjeugd? Zien wij niet de gevaren van Personeelverenlgingen en vele takken van sport en ontspanning georganiseerd door de bedrijven? Zien wij niet dat vele mannen en ook jongens uit de bedrijven ontslagen worden we gens slapte, maar dat er naderhand wel weer personeel wordt aangenomen, be staande uit familie en vrienden van de chef of baas? We zien dan ook, dat de patroons zulks toelaten en ook dulden dat zulke jongens van 17 jaar en ook ou der, soms maanden bij huis lopen, wat juist zo funest is. En dan onze jonge jon gens die vaak door hun oudere collega's worden uitgescholden van „luiwam- C 1-1 voor de landbouw Als men aardappelen wil selecteren voor pootgoed is het hoog tijd dat men de zieke planten eruit haalt, want anders dan zuigen de luizen in de virus zieke planten en dan verplaatsen zij zich naar gezonden en door daar weer te zuigen besmetten ze dan de gezonde planten weer. Er zijn verschillende virus ziekten n.l. bladrol, stippelstreep, A virus, X virus en Y virus. De bladrolplanten zijn te kennen doordat de onderste bladeren rollen en de planten staan stijl doordat de bladeren en bladstelen omhoog zijn gericht en grijzig of licht van kleur zijn. Bij stippel streep vertonen de bladeren en bladstelen bruine stippen en strepen en het blad dat kroest. A virus, X virus en Y virus dat vertoont licht groene vlekjes in het blad, ook wel mo- zaiek genoemd. Als ze erg zijn aangetast is het bladmoes opgebobbeld. Deze laatste vi rusziekte ziet men het beste bij overtrokken donker weer. Als er er nu planten bij zijn die boven inde planten de blaadjes samenknijpen is het bijna zeker Rhizoctonia. Dit is wel geen ziekten die nu in het veld overgaat maar wel voor volgend jaar op het pootgoed blijft en daarom moeten deze planten er ook uit, want dit samenknijpen kan ook een gevolg zijn van primairbladrol dit is als ze te velden besmet en dan knijpen ze ook in de top van de plant de blaadjes samen. Al kent men al deze ziekten niet uit elkaar is niet zo erg als men er de af wijkende planten maar uithaalt en deze voor zichtig uittrekt met poter en al in een zak stopt, want als men met deze planten veel schiet of men laat ze liggen dan gaan de luizen naar gezonden bosssen en besmetten deze. Als men de zak vol heeft moet men deze niet aan het eind neerschudden maar verge noeg verwijderen om besmettingsgevaar te voorkomen. Men moet er dikwijls eens doorlopen om de zieke plantsn te verwijderen en zo gauw als er voldoende grote poters zijn het loof aftrek ken of rooien, maar dit moet dan voorzichtig gebeuren ook het looftrekken. Daarbij moe ten geen poters bloot komen te liggen want die verbranden van de zon. Zo moet men met het rooien de poters ook niet te lang aan de zon blootgesteld laten want dan verbranden ze ook en ook oppassen voor ontvellingen. Als men aardappelen gaat spuiten voor de Coloradokever-bestrijding, zal men goed doen zich af te vragen of men tevens een koperhoudend middel er door mengt voor de Phytophthora, de aardappelenziekte. Deze kan optreden als aardappelen het veld zowat vol hebben en het is warm en tevens vochtig weer. Deze ziekte doet de aardappelen te vroeg afsterven en dan gaat de ziekte ook over op de knollen en gaan deze rotten. Maar het koperhoudendmiddel moet er van te voren op zitten want het is geen bestrijdingsmiddel maar een voorbehoedmiddel. Is de ziekte een maal flink in de bladeren dan is er meestal niets aan te doen. Nu zijn alle rassen niet even vatbaar. Het Bintje, Eerstelling en Eigenheimer zijn zeer vatbaar, IJsselster ma tig en Libertas, Ginneken en Voran weinig vatbaar. Van deze laatste rassen is het niet zo hard nodig dat ze met de eerste bespuiting al met koper erbij bespoten worden, dat hangt van het weer af. Is het lange tijd warm en tevens vochtig dan wel. Die vroege rassen konden dikwijls 1|3 deel meer opbrengen ds ze niet vroegtijdig afstorven van de Phytoph thora. 47e Jaargang Zaterdag 7 Juni 1952 No, 23 ONS WEEKBLAD

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Baarle-Nassau - Ons Weekblad | 1952 | | pagina 1