3
s
Over historische schatten en schatkamers
'4
-
L'
S
-
- a
-
ff
DE AUTOMAAT - Donderdag 18 december 1997 - pagina 7
DETILBURGSE KOERIER
7 pagina 6
irysler
1996
In het museum staan de auto's per tijdperk overzichtelijk opgesteld in een passende ambience.
Koud gerold staal
I
a
Reserves
Tilburg
o
i sportwagen.
meest
gens.
ir als Turbo-
pk. motor.
Van de eens zo rijke automerkenflora in Frankrijk is niet
zoveel meer over. Vele honderden merken moesten het
loodje leggen en uiteindelijk konden slechts twee concerns
overleven. Concerns met een rijke historie, zoals wordt
bewezen in het Musée Peugeot naast de fabriek in
Sochaux.
Een oude Peugeot koffie
molen met n puur Nederlands
tafereel.
Nooit op de markt gebracht,
deze Peugeot 104 bestel.
iging
laanbod
c n i c
95, -
W
O
mkstukken uit
iugeot 402 Eclip-
ibaar stalen
.1991
.1989
.1989
.1991
.1991
rgeot
méén
de
tweede
l, die
Eén van de pror
de collectie, de Per
se met een wegklapl
dak.
lly-auto’s,
er ook
,304 of 504
sr te over,
sramen
larkt om
de 604
xgcot is
“?thet
md<
Nonchalant geparkeerd in een hoekje van de werkplaats:
de Peugeot Oxia, Proximo en Quasar, conceptstudies van de
laatste tien jaar.
nccsen,
wachten c
gerubricee
Daarnc
brands
inde
And«
•to’s hadden een
t op Armand
i in 1849 in het
3 familie al een
iter zich had.
Kroon op het werk
Met een vette knipoog naar Chryslers
Airflow presenteerde Peugeot half jaren
De geschiedenis gaat terug tot 1810 toen
familie Peugeot in het plaatsje Sous-Cratet
een watermolen kocht die werd omgevormd
tot een fabriekje van koud gerold staal. Jean-
Pierre en Jean-Frédéric Peugeot
produceerden stalen strips en veren, voor
onder meer de nabij gelegen Zwitserse
horlogemakers. Het productengamma werd
al snel uitgebreid met gereedschappen,
koffie-, pepermolens en andere
huishoudelijke apparatuur, geweren en
fietsen. Eugène Peugeot had rond 1885 het
grootste aandelenpakket van de firma in
handen. Ondanks de recente opstart van de
produktie van motorfietsen, Zag hij niets in
het idee van zijn neef Armand om 'koetsen
zonder paarden' te gaan maken. Armand
begon op 37-jarige leeftijd voor zichzelf en
trad meteen in contact met vader en zoon
Bollée en iets later Léon Serpollet; beiden
bouwers van stoomwagens. In 1889
verscheen een driewielige stoomwagen
gebouwd door Serpollet met de steun van
Armand Peugeot. Een vergissing, zo bleek al
snel, omdat de zware stoommachine
nauwelijks geschikt was voor het relatief
lichte onderstel. Na een diepgaand contact
met Gotlieb Daimler en Emile Levassor
besloot Armand Peugeot een vierwielige
auto te maken met een door Panhard et
Levassor in licentie gebouwde Daimler-
motor. De in april 1891 geproduceerde
Peugeot type 2 mag dan ook als eerste 'echte'
Peugeot automobiel gezien worden.
De eerste Peugeot's waren inderdaad
koetsen zonder paarden met de de Daimler 2
cilinder veelal onder de zitting van de
bestuurder. In 1896 bracht Peugeot haar
eerste eigen motor op de markt waardoor het
contact met Daimler snel kon worden
verbroken.
uto doorliep vooral in die tijd een snelle
rikkeling, zowel op technisch vlak als op
t gebied van vormgeving. De vier cilinder
rtoren werden steeds groter. In 1908 bracht
Peugeot haar 6 cilinder op de markt, een 1
liter krachtbron gebruikt in het type 105.
Aërodynamica
In het begin van de twintigste eeuw
spreidde Peugeot al haar auto-produktie. De
diverse modellen werden niet alleen in
Oost-Frankrijk gemaakt, maar rolden ook in
Lille uit de fabriek. Alhoewel auto's vooral
weggelegd waren voor de rijken der aarde,
produceerde Peugeot al ruim voor 1945
kleine auto's. Een goed voorbeeld is de
Peugeot Bébé, een model dat volledig door
Ettore Bugatti werd ontwikkeld. Deze
werd compleet geleverd met 855 cc 4 c
motor, tweeversnellingsbak, carrosserie,
voorruit, verlichting en kap.
Op het Salon van Brussel in 1920
presenteerde Peugeot de Quadrilette, een
zogenaamde cyclecar met een 4 cilinder
motor van 667 cc. De eerste versie was smal
en licht en haalde een keurige snelheid van
60 km/u. De Quadrilette evolueerde tot de
Peugeot 190 die in 1931 uit produktie werd
genomen.
Peugeot bracht in de jaren dertig relatief
lichte auto's uit in diverse af-fabriek
geleverde carrosserievarianten. De grootste
auto's van het merk waren voorzien van een
2,1 liter 6 cilinder krachtbron (12 CV). De
carrosserievormen weken in het begin van
de jaren dertig nauwelijks af: vierkante
lijnen, spatborden buiten de koets en
treeplanken, De aërodynamica doet in het
modeljaar 1934 bij Peugeot haar intrede. De
radiatorgrille kwam nadrukkelijk verder
achterover te staan en de daklijn werd meer
afgerond, maar het is slechts een voorbode
van wat zou komen.
dertig de 402 met als belangrijk kenmerk de
fraaie aërodynamische carrosserie en de
twee koplampen die achter de grille waren
geplaatst. De kleinere 302 en 202 volgden
iets later en werden tot ver in de jaren
veertig geproduceerd.
Na de Tweede Wereldoorlog begon voor alle
Europese automerken een nieuw tijdperk
van massamotorisatie. De eerste nieuweling
werd de 203 met zijn bolle 'rug'. Peug~
wilde het liefst vasthouden aan de éo,
modellenpolitiek, maar zag zich doori
concurrentie genoodzaakt om een twe
serie uit te brengen. Dat werd de 403,
technisch vrijwel identiek was, maar met
zijn door Pininfarina ontworpen koets veel
moderner oogde. De 403 werd in 1959 als
eerste personenauto bij het merk voorzien
van een dieselmotor, een rijke traditie nam
daarmee een aanvang. Met de 404 sloeg
Peugeot in 1960 een nieuwe weg in. De auto
was 'latijnser' van vormgeving,
comfortabeler en lichter te bedienen. De
zogenaamde staartvinnen waren
kenmerkend voor grotere auto's uit die tijd.
De kleinere 204 was Peugeot's eerste
voorwielaandrijver net als de technisch
vrijwel identieke 304. Met de succesvolle 504
ging Peugeot in haar programma een klasse
hoger, terwijl de 6 cilinder 604 als het ware
de kroon op het werk was. En daarmee is de
Peugeot-geschiedenis nog niet klaar. Maar
het museum kampt met ruimtegebrek en
daarom zal volgend jaar gestart worden met
een fikse uitbreiding.
Het zal nog best even duren voordat al deze
auto's tentoongesteld worden, maar het
museum is in zijn huidige vorm enorm de
moeite waard. Peugeot toont niet alleen
haar autohistorie, maar ook wat men op het
gebied koffiemolens, zaagbladen,
huishoudelijke machines, gereedschappen,
fietsen, brommers, motorfietsen en
dergelijke heeft gepresteerd. De echte
liefhebber zal bijna een dag nodig hebben
om alles nauwgezet te bekijken, terwijl de
algemeen geïnteresseerde er toch wel een
paar uurtje voor uit moet trekken.
Het Musée Peugeot ligt in het centrum van
Sochaux en is duidelijk aangegeven. Het is
gedurende het hele jaar geopend dagelijks
van 10.00 tot 18.00 uur. De entreeprijs
bedraagt FF 30 voor volwassenen en FF 15
voor kinderen.
De eerste Franse stoomautc
grote aantrekkingskracht o
Peugeot. Hij was geboren L
departement Doubs waar de
rijke industriële historie acht
Voertuigen heeft Peugeot nog voldoende in
haar bezit, waaronder zeer aparte modellen
zoals diverse prototypes. Een bezoekjes aan
de reserves was dan ook nog
indrukwekkender dan het museum zelf. In
een gigantische stalling staan honderden
fietsen, brommers en motorfietsen te
i op restauratie, allemaal keurig
eerd, voorzien van een labeltje,
•"•naast een verzameling
xjxxxxidweerwagens die na een afstofbeurt zo
de schijnwerpers gezet kunnen worden.
rodere auto's wachten nog een minitieuze
iv .«acht restauratie zoals een forse serie auto's uit de
H l 01- en 02-serie. Ook beschikt het museum
over diverse exemplaar in rijdbare toestand
die tijdens diverse evenementen worden
ingezet, terwijl op dit moment een achttal
205 Turbo 16's met rally-historie te koop
worden aangeboden voor maar liefst
f.330.000,= per stuk. Nonchalant staan de
Proximo, Oxia en Quasar in een hoekje van
de werkplaats geparkeerd. Prototypes die
enkele jaren geleden van tentoonstelling
naar tentoonstelling gingen. Rally-auto’s,
daar heeft het Peugeot-museum er ook
genoeg van of het nu om een 204,
gaat. Verrassende prototypes zijn er
S m 'j vooral uit de jaren zeventig. Nooit kwc
de 104 sedan, break of bestel op de mc
maar helemaal niet te spreken van r’
Coupé en 505 Coupé en Cabrio. Peugeot is
pas in de jaren zeventig begonnen met het
systematisch bewaren van auto's. Vandaar
dat de 504,304,604,104,204 etc niet veel meer
dan enkele tientallen kilometers op de teller
hebben.
verbroken.
De auto doorliep vooral in die tijd een snelle
ontwikkeling, zowel op technisch vlak als o]
het gebied van vormgeving
mot
Rij-aan-rij wachten
vooroorlogse Peugeots
op restauratie. Sommi
gen zijn zover weg dat ze
nog alleen als
onderdelendonor
dienen.