Geen plaats in de herberg I 5W ifS'l PIT Wij wensen onze lezers en lezeressen een zalig Kerstfeest en een voorspoedig en gezond 1988 II ~^L., .ZSZSA SöiS rWW te /gP t 3 3 ’1 t gsm U.J Hij zocht onderdak bij ons... N n DE TILBURGSE KOERIER G. Witlox te bóuwt nen dan nen dozen, Tiber 1987 - pagina 36 zee luist OP ifrika F En zo komen we in ons eigen land, het best geor ganiseerde ter wereld of het scheelt niet veel. Niemand komt bij ons tekort, iedereen krijgt jstandsuitkering van de sociale unand hoeft honger te lijden, iedereen ik boven zijn hoofd krijgen. Zo is dat, lemaal. Daklozen, mensen zonder i wij bij ons ook. Misschien vallen ze de toon, omdat we verder alles eregeld hebben. Wij hebben als vlei lijnen en vakjes getekend, sen lopen daar gewoon buiten an letterlijk buiten de lijnen. i gebleven, leiden daar ider acht te slaan op «buiten de maat- burg. Af en toe kom je hier in de stad iemand te gen, die je met veel moeite herkent van vroeger. Vroeger zat die persoon bij je op school, je kwam wel eens bij elkaar thuis en je dronk wel eens sa men een pilsje. Nu, zoveel jaar later is die ander ineens wel véél anders geworden hij loopt in schoenen zonder veters, met een soort juten zak als overjas die met een stuk touw bijeen wordt gehouden. Hij ziet er oud uit en niet erg schoon. Slapen doet hij nu eens in een portiek, dan weer achter de omheining van een bouwplaats of in een van de verlaten fabrieken van Tilburg. Een eigen huis of zelfs maar een eigen kamer heeft hij niet en elke nacht kan de politie hem van zijn tij delijk logeeradres verjagen. In Tilburg vind je ook heel wat daklozen van een andere «soort» als de vroegere schoolkameraad, bij wie de drugs nogal aan zijn huidige toestand hebben bijgedragen. Er zijn mensen, jong of oud, die geen dak boven hun hoofd hebben omdat ze van huis verjaagd zijn of het er niet meer konden uithouden. Mensen die tijdelijk terecht kunnen bij instellingen als Huize Poels - maar ook niet te lang. Daklozen van deze kategorie zijn niet zo makkelijk herkenbaar en doen daardoor ook niet automatisch, puur door hun verschijning een be roep op ons medeleven. Dat medeleven hebben ze niettemin nodig, misschien nog wel harder dan de schilderachtigen, de «clochards» die hun zwer vend en dakloos bestaan vaak min of meer zelf hebben gekozen. Die anderen, die stille daklozen, daar zouden we wellicht dezer dagen eens aan kunnen denken. Dezer dagen, die voor de meesten van ons een feestelijk en gewijd karakter dragen en waarvan wij u allen van harte toewensen dat het moge zijn een Zalig Kerstfeest mdat voor hen geen plaats was in de herberg - zo staat in het Lukas-evangelie - baarde Maria haar eerstgebo ren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe. Zo staat het er, zonder opsmuk of sentimentaliteit «omdat er voor hen geen plaats was in de herberg». Nu, 1987 jaar later, loopt met Kerstmis het jaar van de daklozen ten einde. Het eerste jaar dat door de gemeenschap der volkeren in al die tijd officieel aan de daklozen is gewijd. Vreemd eigenlijk in een wereld die je voor een belangrijk deel «christelijk» kunt noemen, naar een persoon die zelf als dakloze ter wereld kwam. Niet hele maal natuurlijk, want Josef en Maria waren vanuit hun eigen huis in Nazareth voor een volkstelling op weg naar het voor hen verre Bethlehem. Maar toch, dat in die tijd al de her- bergdeuren gesloten bleven voor een hoogzwan gere vrouw zegt genoeg. Is er wat dat betreft veel veranderd, in de twee duizend jaren die sindsdien zijn verlopen Juist nu begint er over de hele wereld een aktie gang te komen om miljoenen mensen in Ai van de hongerdood te redden. Mensen die behalve ondervoed ook dakloos zijn. Dakloos omdat hun eigen regering ze uit hun dorpen heeft gezet («voor hun eigen bestwil»), omdat de honger hen Als je in Amsterdam de stad binnengaat vanaf het centraal station en opgenomen wordt in die eindeloze stroom van mensen, blank en bruin en zwart in gevarieerde kleding, dan bekruipt je de vragende gedachte waar zou het bed van al die mensen staan, waar zouden zij hun huis en hun relatie vinden Kunnen ze allen ergens terecht of zouden velen buiten staan Zonder dak. zonder adres, zonder iemand, in de marge, aan de rand, outcast - Een huis voor daklozen Een schijnbare tegenspraak. Kunnen ze nergens schuilen, schuilen tegen de harde samenleving, zoals je schuilt voor een noodweer Er zijn mensen bij, die voor dit ongeborgen maar daardoor ook vogelvrije bestaan gekozen hebben, de vrijwillig-onmaatschappelijken. Maar hoevelen zijn er bij, die door de harde gang van het leven zijn aangespoeld aan de boorden van de mensenstroom. - Lindt zelfs de mus niet een huis, heeft niet de zwaluw haar nest, waar zij haar jongen mag leggen. Zo zingt de psalmist, opgaande naar de tempel, als hij mijmert over het huis, waar God de mensen rust en geborgenheid biedt. Iedere mens moet zijn «nestje» kunnen vinden, zijn «draai» in het leven krijgen, zijn schouder om uit te huilen en te lachen. - Omgekeerd heeft ook God woning gezocht onder de mensen, temidden van ons. Letterlijk staat er «Het IEoord heeft zijn tenten onder ons opgeslagen», God zoekt «onderdak» bij de mensen, wil binnerigelaten worden, hun harten en geesten open maken voor zijn boodschap van liefde en relatie, van geborgenheid voor allen. Men laat Hem zo gemakkelijk buiten staan, aan de deur...’ - Geen dakloze God, geen dakloze mensen. van huis heeft verjaagd of omdat zij voor oor logsgeweld op de vlucht zijn. Elders in de derde wereld zijn er miljoenen dak lozen, in Azië en Latijns-Amerika, omdat de mensen geen geld hebben om een behoorlijk huis zen, te huren of te kopen. Die mensen wo- i in hutten van benzineblikken of karton- in rioolbuizen of gewoon, op straat. De derde wereld. Ver van mijn bed. Maar in het rijke Amerika loopt het aantal zwervers en daklozen inmiddels in de miljoenen en elk jaar neemt dat aantal schrikbarend toe. In Engeland, onze over buur, keurig land toch, zagen wij deze winter beelden van mensen die in kranten of dozen ge wikkeld de nacht doorbrachten onder bruggen en spoorwegviaducten, terwijl de wind daar aan alle kanten doorheen blies bij een temperatuur van veertien graden onder nul. iniseerde ter w iemand komt minstens een bi js dienst. Niei kan een dal maar niet hek" - thuis, kennen wij hier wel extra uit zo keurig netjes ger maatschappij allerl maar sommige menst en overheen. Die staai En wij, die daar binnen zijn ons eigen bezig leventje zond die lui buiten de lijnen, die «I schappij». Het aantal van die daklozen neemt snel toe, ook in Nederland, zelfs in ons brave Til-

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad De Tilburgse Koerier | 1987 | | pagina 1