Kloosterleven in de stad I® Pluk geen vruchten van 1895. 298. 798. 1298,- 1575,- 1698,- 598,- apartheid» mCd cutcefc Ik, C’ 1 KS tj I Donderdag 19 december 1985 - pagina 9 DE TILBURGSE KOERIER icember 1985 - pagina 8 foto 's: Frans van Aarle mertafel I ret 1 met interieur in gatie hebben alles te ma- iienstbaar maken aan de zelf met srichte ie uit >m rin atsen in de stad, chten op c gehandicaj i missiewerk bij maar gaat Er is geer, gebruik g° eenkoms algeheel onderzoek luis te Tilburg. Zegt medemens. De Zusters van Liefde vormen wende, maar een op de medemens gericht Het is geen achter tralie bij Dr. Stolte binnenstapt in jacquet, maar toch van even later poedelnaakt ikter, ik ben wel niet lig Nieuwjaar». Humor In omvang is de orde van de minderbroeders kapucijnen aan het afbrokkelen. Momenteel zijn er in Eindhoven een aantal jongeren die kiezen voor het franciscaner leven. Pater Gerritsen, overste van het Tilburgse klooster, verwacht dat we dezer dagar- Hij ging zelf Hij riep de «e™ «Zie ten voeten uit: dé mens, ik en die ander, niemand apart, ik niet, die ander niet, samen mens worden. Veel succes en zeget bij die menswordingl Een lang procesl maar: 1986 zij weer een stap vooruitl G. Witlox Vaak geven mensen te kennen dat de tijd rond'Kerstmis er één is van bezinning. Hoewel bezinning niet alleen is voorbehouden aan religieuze mensen, wordt het toch dikwijls in verband gebracht met de religie in het algemeen en het kloosterleven in het bijzonder. Er zijn relatief veel kloosterordes en congregaties in Midden-Brabant. Sommigen zijn meer bekend dan anderen. Zo kennen de meeste Tilburgers wel het trappistenklooster of het klooster van de kapucijnen aan de Korvelseweg. Niet alle kloosters zijn echter hetzelfde. Niet te ontkennen valt dat «de Kerk» in beweging is. Illustratief hiervoor zijn de ontwikkelingen die zich de laatste tijd in de Rooms-Katholieke Kerk voordoen. Er wordt wel gezegd, dat een deel van de katholieke gemeenschap zich aan het heroriëntering is. Veranderingen in het denken over allerlei kwesties voltrekken zich snel in onze samenleving, en het lijkt erop dat dit verschijnsel ook de godsdienst niet ongemoeid laat. Vaak wordt erop gewezen, dat religieuze waarden en normen de samenleving beïnvloeden, maar dat deze waarden en normen ook onder invloed staan van de maatschappelijke ontwikkelingen. De gedachte daarbij is, dat religie en geloof en de beleving daarvan niet losstaan van datgene wat in de samenleving gaande is. dat het klooster eenvoud. kapucijnen zij niet de pen- srken velen' van gedaan uit het grote aantal uniteiten in de regio Tilburg, sschetst kan daarom niet volledig geworden is, dat deze kloosters, siten op een aantal punten van el- «Menswording»: mens evenveel kans om mens te worden a>a alles wat een mens toef alles wat je noemt «menswaardig bestaan». Zelf moet ik een echte mens willen worden volgens een model, een voorbeeld, een patroon. Deze echte mens is de mens-tot-de-ander, die buiten zichzelf kan treden, die oerinstincten als lijfsbehoud en ikzucht in rustige banen leidt en zich even sterk op de ander richt. Kent u zo'n mens ergens in eigen omgeving? Ze zijn er, ze leven onder ons, als vlees en bloed. Geen schimmen, geen zwevers, handig, praktisch. Vele mensen hebben hun grondpatroon gevonden in de mens, wiens «wording» igen vieren. f niet apart staan, iep de «aparten» naar zich toe. de Mensl», daar heb je Hem nou. verschillen Er is een bescheiden greep f kloosters, conventen en commur Het beeld dat hier is ges zijn. Wat wel duidelijk is conventen en communitei kaar verschillen. Een orde bijvoorbeeld is niet hetzelfde als een congrega tie. Congregaties zijn vooral naar buiten gericht en van re centere datum. In het algemeen speelt het leven in een orde zich meer af binnen de kloostermuren. Tot besluit nog een anecdote uit het kapucijner leven: De nieuwjaarsreceptie Sybrand komt op 2 januari voor een e bij Dr. Stolte in het St.-Elizabethziekenhi de zuster: «Kleed u maar uit pater». «Helemaal?» «Helemaal». Als hij zegt hij: «Dok harte een Zalig geen beschou- ite congregatie, sn besloten gemeenschap van zusters in cellen en lies. jn tot de congregatie is de laatste Igens zuster Hoes heeft dit te ma- s die mensen hebben t.a.v. het in rijk kloosterleven. Hoewel i kent kan niet worden ge steld dat iedere kloosterorde of congregatie hetzelfde is. Kapucijnen Als hij nog pastoor van t Heike is, hij is daartoe in 1832 benoemd, vraagt Johannes Zwijsen (later bisschop Zwijsen) de kapucijnen, of zij naar Tilburg willen komen. Aangezien zij op dat moment niet voldoende mankracht hebben zal het tot 1882 duren, voordat de «kapucienen» naar Tilburg ko men. Ze vestigen zich in het klooster aan de Korvelseweg, dat zo'n 100 jaar later in 1983 gerenoveerd zal wor den. De kapucijnen behoren tot de franciscaanse beweging. Ze leven volgens het evangelie en de ideeën van Franciscus van Assisië. Aan de ene kant betekent dit, leven gekenmerkt wordt door soberheid en Aan de andere kant betekent dit niet, dat de zich van «de wereld» afzonderen. Voorzover i sioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, wer hen buiten het klooster. Omdat zij allen zeer individueel werken is het voor buitenstaanders niet altijd duidelijk, dat de kapucijnen ook veel activiteiten buiten de kloostermuren ontplooiien. Werk voor minderen Het alledaagse leven van de kapucijnen vertoont veel re gelmaat. Voordat het tijd is voor het ontbijt, is er in de dag orde om 7 uur o.a. de ochtenddienst en de meditatie. Dege nen die buiten het klooster werkzaam zijn gaan na het ont bijt naar hun werk. Om half één is het middageten en vanaf kwart voor zes is het tijd voor koorgebed en meditatie. Voor zover er 's avonds niet gewerkt hoeft te worden, zijn er daarna mogelijkheden voor recreatie. Tenslotte is het tus sen tien en twaalf bedtijd. Het werk dat de kapucijnen ver richten is gebaseerd op de ideeën van Franciscus. Het is ge richt op alle mensen, maar in het bijzonder op de «minde ren», de mensen die het in de wereld minder goed gaat. Daarom houden de kapucijnen zich ruimschoots bezig met pastoraal werk, sociaal werk en het missiewerk. Er zijn ech ter ook kapucijnen werkzaam in het onderwijs en uiteraard ip het klooster. De missiezorg neemt een bijzondere plaats in. De landen waarnaar speciale aandacht uitgaat zijn Tanzania, Chili en Indonesië. Regelmatig vinden zendingen plaats naar deze missiegebieden, terwijl missionarissen die tijdelijk in Neder land zijn in Tilburg vaak worden verzorgd voorzover dit bui ten familieverband nodig is. de jongeren in de toekomst hun weg in de samenleving zul len vinden om vorm te geven aan de ideeën van Franciscus. Je zou kunnen verwachten dat het leven van de kapucij nen een overwegend ernstig karakter draagt. Pater Gerrit sen wijst echter op de vele humor die het kapucijner leven al heeft opgeleverd. Er is zelfs een boekje met de titel «Bruin brevier» uitgegeven, met daarin talloze anecdotes uit het geestelijke maar vooral ook geestige leven van de ka pucijnen. Eén van de vele anecdotes: Deexorsist. Damascenus, lector in de Theologie, wijdt een uitgebreid college aan het exorcisme of duivel-uitdrijving. Er blijken drie methodieken te zijn om de duivel uit te drijven. De do cent loopt op een gegeven moment zelf vast in zijn uiteen zetting en neemt zijn toevlucht tot een praktische oplossing. Hij doceert: «Als je je eigen in de praktijk maar houdt aan de derde methodiek, dan gaat ie eruit. Tenminste: als de duivel zelf ook die theorie houdt». Zusters van Liefde De congregatie van de Zusters van Liefde is in 1832 ge sticht door de al eerder genoemde Johannes Zwijsen. Even als de meeste in de 19de eeuw gestichte congregaties is die van de Zusters van Liefde een actieve, naar buiten gerit congregatie. In het eerste huis wonen aanvankelijk drit België afkomstige zusters. Het lag in Zwijsens bedoeling or de congregatie in omvang beperkt te houden, maar daari is hij niet geslaagd. De in Tilburg gestichte congregatie heeft zich in de loop der tijd over de hele wereld verspreid. De Zusters van Liefde zitten momenteel in een groot deel van West-Europa, de Verenigde Staten en derde-wereldlan- den als Indonesië, Zimbabwe, Brazilië en Siruname. Voor de meeste Tilburgers is waarschijnlijk het derde huis van de zusters van de Oude Dijk het meest bekend. Aan de Kloos terstraat is ondertussen de nieuwbouw verschenen. De doelstellingen van de congregt ken met naastenliefde en het zich di< Juist beeld? Mensen met religieuze gevoelens geven daar sinds jaar en dag op uiteenlopende wijze vorm aan. In de regel zijn re ligie en geloof op de eerste plaats persoonlijk van aard. Niettemin oefenen geloof en religie vaak grote invloed uit op de relaties die mensen onderhouden of juist niet on derhouden met hun medemensen. Veel mensen zullen desgevraagd zeggen, dat in hun opi nie kloosterlingen zich in hoge mate hebben afgewend van het alledaagse bestaan. Bij een kloosterling wordt dan voor al gedacht aan een man of vrouw die zich bijna uitsluitend binnen de grenzen van het klopster beweegt en die vóór al les een sober leven leidt. Het is natuurlijk de vraag, of dit beeld (nog) juist is. Midden-Brabant kent dus een r dit kloosterleven overeenkomsten Stilte In het monniksleven neemt stilte een belangrijke plaats in. In de communiteit wordt een uiterlijke stilte bevorderd, cat de grootste aandacht uit naar de innerlijke stilte. *en T.V. aanwezig en van de radio wordt spaarzaam gemaakt. Driemaal per dag is er een eucharistie-bij- ist en het gezamenlijk gebied. Daarnaast besteedt ieder geruime tijd aan meer persoonlijk gebed. De soberheid en eenvoud krijgt gestalte in de aankleding van het huis, in kleding en eten, in boekenbezit en in de ar beid. Door deze arbeid wordt voorzien in het levensonder houd. Het werk vindt buitenshuis plaats, in de ochtenduren van maandag t/m vrijdag. Dit werken tussen de mensen maakt het leven minder wereldvreemd, maar de opvatting is, dat het «monnik» zijn ook in de arbeid tot uitdrukking moet komen. Zoals de communiteit dat aangeeft: «Je moet je er een radicale Godzoeker tonen door je los te maken van veel dingen, die normaal in zo’n werkkring gebruikelijk zijn op het risico af dat je collega's je niet begrijpen». De men sen met wie wordt samengewerkt hebben in het algemeen respect voor het principiële, dat het standpunt van de leden van de communiteit kenmerkt. Op vele ramen in onze straten lees je deze zeer geslaagde spreuk. Pluk niet mee van wat er groeit in landen, waar mensen apart worden gezet; pluk ook geen economische vruchten van een land, waar de ene mens de ander niet is, waar een bloedige scheiding loopt tussen mensen: wij hier en de anderen daar. Mensen, die apart worden gezt terzijde, naar de marge, opzij, naar de kantlijn, naar een «thuisland», waar je je van die anderen thuis moet voelen. Is de apartheid ook onder ons? Hier? Nu? We gaan Kerstmis vieren, feest van de menswording. De menswording van Een, die voorgaat in het leven, als voortrekker, voorop, wijzer van de weg, om te laten zien wat mens-zijn is: dat iedere mens meetelt, wie dan ook, toewijding vraagt en inzet krijgt. Aparte aandacht en menselijke benadering? Dan juist voor de mens, die in de samenleving apart wordt gezet of apart is komen te staan. Niet de weelderige mens kussen maar net als Franciscus de arme, de melaatse. Haal hem binnen in je leven. ik moet die andere is geven n als mij zelf: tkomt. Andere invulling De ontwikkelingen in de samenleving hebben ook in vloed op de congregatie van de Zusters van Liefde. In de woorden van zuster Hoes: «De inhoud van de gelofte is niet wezenlijk veranderd, maar heeft wel een andere invulling gekregen». Tot het midden van de vijftiger jaren leefden de zusters in één verband. Maar steeds meer heeft het gemeenschappe lijk zijn een andere vorm gekregen. De nadruk is meer ko men te liggen op de persoonlijke verantwoordelijkheid. Op de dag van vandaag wonen niet alle zusters in hetzelfde huis en hebben zij de vrijheid hun kleding te kiezen. De congregatie is minder uniform en institutioneel van karak ter. Het aantal toetredingen decennia afgenomen. Vol< ken met een andere visie stituut kerk en niet met een teruggang van de religieuze be leving als zodanig. Sint-Maartencommuniteit Rond 530 schrijft de abt van Montecassino in Italië, Be- nedictus, een regel, welke later verplicht wordt voor alle monniken in de Latijnse Kerk. Hedentendage leven Bene dictijnen, Trappisten en andere monniken nog steeds vol gens die regel van Benedictus. Ze bidden, werken, lezen de Schrift en proberen in onderlinge broederschap te leven. In januari 1975 komt de Benedictijner communiteit Sint- Maarten naar Tilburg. Ze komt uit Weert en vestigt zich in de Poststraat. De communiteit probeert midden tussen de mensen een oase van stilte en gebed te zijn, die voor zich- 1f en andere mensen een ontmoetingsplaats kan worden st God. Het leven in de communiteit wordt door de be trokkenen als volgt getypeert: «Wij leven als monniken in de stad». Er wordt sober geleefd, niet om de soberheid zelf, maar om zo min mogelijk afgeleid te worden door materiële zaken. Centraal staat, evenals bij Benedictus, het zoeken naar God. Liefdewerken Oorspronkelijk houden de zusters zich vooral bezig met onderwijs. Eerst onder de armen van de Heikese parochie, later ook op andere plaatsen in de stad. Nog later zijn de zusters zich ook gaan richten op de zorg in ziekenhuizen, bejaardenhuizen en de gehandicaptenzorg. En evenals bij de kapucijnen neemt het missiewerk bij de Zusters van Lief de een belangrijke plaats in. De aard van de liefdewerken is voor een deel tijdgebon den. Het is daarom niet vreemd, dat de zusters op de dag van vandaag o.a. hulp verlenen aan drugverslaafden. Het gaat er daarbij niet om de mensen te bekeren, maar centraal staat de opvang van mensen in nood. Zuster Hoes van de Zusters van Liefde ziet in dit verband nog steeds een grote rol weggelegd voor kloosterlingen. De flinke groei van de congregatie en het feit dat ook an dere 19de-eeuwse congregaties zich met het liefdewerk be zighouden vereist veel overleg. Organisatorisch is er nogal wat veranderd. De min of meer centrale leiding vanuit Til burg is vervangen door een meer gedecentraliseerd regio naal bestuur.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad De Tilburgse Koerier | 1985 | | pagina 9