r
1;,
1975
-42.”
-16?5
6.”
8.”
s
1
5?s
856,-
r
ROLLUIKEN
>rational<
BscennBsom
specialist
325,
625,
185,
VORSELAARS
NP£5|
553,-
NO32S
SF
F 2475
Donderdag 24 november 1983 pagina 23
IpETILBURGSE KOERIER
vember 1983 pagina 22|
Gas-elektro
dagtoc
ikten.
BUDGETPRIJS
inbouw koelkast
BUDGETPRIJS
Onderbouw afzuigkap
BUDGETPRIJS
ver-
Inbouw gaskookplaat
BUDGETPRIJS
Inbouwoven
BUDGETPRIJS
op
nid
l
4
Wij komen vrijblijvend voor prijsopgave
Ook 's avonds
Tel. 013/423423 na kantoor 013/331759
Uit«Monumenten»
U U 1
diverse
kleuren
Rolscreen Nederland b.v. Boogschutterstr. 10, Tilburg
Industrietei rein Oost (zijstraat Jules Verneweg)
Showroom dag. geopend 's Zaterdags tot 13.00 uur
Rechtstreeks bij de fabriek
Enorm voordelig
misaties zet zich in
deze bedreigingen
vens,
daar h
werder
De{
bezi
gebr
gen
u» bezuinig
kan verbet
samenwerkingsver-
in 1975.
rzzel voor
ettekst.
mensen een wrak?
ze aan een klus
bruin,
wit, RVS
ifitp-
azij
l
om met
ituurlijk
i moet
ien g<"
kan ook
wens
ZOUu
leefti
niet I
160 Itr.
vriesbox.
ZANUSSI inbouwappara-
al
U
leze e
iet t
id ht
bij rr
te ki
varer
Waarom t
jaren en jé
dubbeltje
Vrc
gelijk,
vaak
schept
beeld
neiu, weter
volkskundig
met recht
Dat vinden de e
en als zodanig
eigendommen ooi
ter wat vóórzie.,
voor de consequer
originele
i botters
(kookplaat
oven)
inbouw
combinatie
voor de
Brengt
tuur.
7 mei het Bui-
Een verlaten
men kan z
’er woonden. He
brachten dt
van hun set
)t varende botter
i het ZBV werkt in
tichting Stamboek
spen, ouder dan v
in de voorwaarde
wet stelt aan de monumer
heid, wetenschappelijke
ige waarde). K<
«Varende
eigenaars i
ig behandelen
ook. I
richtit
BOVENGENOEMDE
PRIJZEN ZIJN GELDIG
TOT 1-12-'83
INCL. B.T.W.
Von Suppéstraat 35 (ingang: De Schans)
Tilburg. Tel. 013-551933
Bij uw bezoek kunt u vragen
naar J. Kouwenberg
zorg. Bij
penlijsten
diend.
in de ban
e het niet
ïrkwistend
1 erf-
In ieder geval een mooie puzz
juristen en opstellers van de wet
el. 432391
'n greep
uit onze
collectie
daast de VBB en I
Federatie de Sti
nog artikel
isteld wordt
dovertreksets van
100% katoen.
1- pers. 29,75
2- pers 49,75
Npq275
:hte baby pop met
logen. Gekleed in»
ikje 60 cm. Ook-
aar 50 cm. 23,75
vreemd te bedenken dat oude haven
steden als Hoorn, F
demblik in aanmerki o
status «beschermd stadsgezi
rijkdom aan oude huizen he
steden voor een gr
aan de zeilende
1 I w
Gevolg
Ten gevolge van die maatregelen
werden in de jaren 20 en 30 veel bot
ters, akers, pluten, kwakken en bonzen
i de toilette-spray.
leuren. 50 ml. 8,75
NU^SO
ize blauwe Xrzor-'
ene voor mannen:
after shave. 7,75
Federatie Oud Nederlandse
Zeilschepen (Fed.)
Een vrijwillig
band, aangegaan it
Doel: het behartigen van de ge-\
meenschappelijke belangen van de op
richtende organisaties ter zake van het
behoud van oud-Nederlandse zeilsche
pen.
N?
de F
mee.
«botterikken» deed de
een nieuwe bestemming
had geleken, dreigde de
jrgang te worden. Het Zui-
;um besloot snel tot aan-
implaar, voordat de
stype helemaal ver-
o-stoelhoezen van
tweed. Inkl. losses
un-hoezen Set a 2
stuks. 49,75
de oude
sreerst is
is van scheeps-
i. De botters zijn,
u.tzondering na, ge-
- het toevallig op
lige eikehout. Sterker
botter is symmetrisch
kunnen we
Compleet met
I grill
mogelijkheid
voor montage
bestaande
kookplaat
met boven
bediening.
Diverse andere combinaties en mer
ken mogelijk.
rgarage met lift en
ompen. Om zelf in.
aar te zetten. 19,75
Varende monumenten
Alle schepen, ouder dan vijftig jaar,
voldoen aan de voorwaarden die de
lumenten (schoon-
betekenis en
Kortom, ze zijn
monumenten
in ieder geval
leien zij hun
De overheid is ech-
htig, misschien bang
hi ties.
en ander
pen, die
derzee, de
stromen iri
en gebc
Lede
tip
Is
Fi stereo cassette-
iden. Super ferro,
- high- dynamic,.!
den van 60 min. of
anden van 90 min.
uwe serie verzor-1
celen: badschuimi
tuw huid zacht en j
>epel 250 ml 3,75
grote onderhoudsbeurt. Als het zover
kwam, werd de botter meestal uit de
vaart genomen.
Begin zestiger jaren visten nog
slechts een tien tot vijftien botters. In
de stille hoekjes lag een veelvoud daar
van te wachten. Wachten waarop? Op
het einde?
Met echte
De grootste in Europa.
En... voor BETAALBARE prijzen.
Vereniging Botterbehoud (VBB)
Opgericht: 14 oktober 1968.
Doel: het behouden en in or
staat'terugbrengen van houten I
Landelijke Vereniging tot Behoud van
het Zeilend Bedrijfsvaartuig (ZBV)
Opgericht: 23 juni 1974.
Doel: het behoud van zeilende be
drijfsvaartuigen, waarmede oorspron
kelijk op de Nederlandse wateren enig
bedrijf is uitgeoefend en waarvan het
karakter overwegend bewaard is geble
ven.
Leden: ca. 1.000; schepen: ca. 450,
waarvan 80-120 zeilend.
er toen nooit meer
aan gedaan werd
de vaart te hou-
-jnderd, die er
in vertimmer-
uu, ^1. wv ML.^enkant te;
dunne platen ijzer geslagen
Dat scheelde de eerste ja
onderhoud. Helaas zette K
proces zich onder het ijzer
enige tijd hielp alleen
■■F 54* -
spe wateren als
in de gouden
over speciale
een ronde of
zwaarden. Mede
e bedrijfsvaartui-
vorden. Ze wer-
t voor de visse-
goe-
ont-
lang-
plu-
opgelegd. Een paar «gelukkige» wer
den verbouwd tot woonboot of jacht.
De rest kwam in stille hoekjes van ha
vens, sloten en kanalen terecht. En
daar lagen ze al snel te verrotten. Of ze
werden na een tijdje gesloopt voor
brandhout.
In de 2de wereldoorlog werden en
kele botters opnieuw ingezet. Voor de
visserij of voor het vervoer van vc
sel. Maar na de oorlog nam het aaiua>
schepen snel af. Totdat, zoals gezegd,
in 1966 tenslotte ook de laatste twee
de zeilen streken. Het einde was daar.
Bedreigingen
Er zijn een aantal zaken die
zeilschepen bedreigen. Allen
daar de huidige kennis
bouw en constructies,
op een enkele uitzor
j bouwd op het oog van hei
j de werf voorradige eike1-
I nog, geen enkele bu.w.
I gebouwd. Tegenwoordig
at 36 fijnschrijversl
met fijne puna
:re zeilende houten visser^sche-
voor het bevissen van de Zui-
Waddenzee en de Zeeuwse
i Nederland zijn ontwikkeld
jouwd.
ien: 84; schepen: 88, waarvan 80
zeilend; donateurs: ca. 1.600.
gemeenten rond het IJsselmeer zijn
dg een artikel over het bedrijfsmatig
iruik van zeilende bedrijfsvaartui-
gen op te nemen in de Algemene Poli
tie Verordening. Hoewel de schepen varer
eeuwen zonder reling voeren, bestaat scher
nu het gevaar dat botters en kwakken,
een reling van 75 tot 90 cm rondom
moeten aanbrengen om met passagiers
te mogen varen. Natuurlijk moeten er
regels zijn. Natuurlijk moet de veilig
heid van de opvarenden gewaarborgd
worden. Maar dat kan ook op een an
dere manier, op een manier dat er nog
iets overblijft van het historisch karak
ter van de oude schepen. De tegelma
kers hebben zich dat in veel gevallen
niet gerealiseerd.
Bestemming
Een gerestaureerd gebouw heeft een
functie nodig. Sommigen vinden dat er
pas gerestaureerd mag worden, als er
een nieuwe bestemming gevonden is.
Ook voor zeilende bedrijfsvaartuigen
is een nieuwe functie nodig. Gelukkig
hebben ze die allemaal gevonden.
erg
*.s of
eten
nog ken», die
c te. kochten. Ze
de nieuwe gebruiksmogelijkhe
botteren. Door ’s Zomers met I
de passagiers te varen, kwart
geld voor het noodzakelijl
houd en de restauratie. Elk
werd benut om de schepen op
pen.
Het begin was er.
Erkenning
De organisaties vroegen al jarenlang
om erkenning. De Federatie werd op
gericht om de contacten naar de over
heid te bundelen. Sinds de oprichting
heeft de Federatie onder meer contac
ten onderhouden met CRM (nu WVC)
en de Rijksdienst voor Monumenten-
- Bij die instanties werdens sche
en toelatingscriteria inge-
Gebruik van nieuwe
materialen technieken
Voorop staat het behoud van het
monument. Liever een betonnen
draagconstructie, verstopt in pijlers en
gewelven, dan geen kerk of kasteel
meer. Restaurateurs gaan soms erg
ver, al weten ze dergelijke hulpcon-
begrijpt wel, dat
dan het hoognodige
om deze schepen in
den. Een enkeling uitgezor
toch nog tamelijk veel in
de.»
Dit schreef Jan Mol, oud-visser uit
Volendam in 1975.
Na het aannerpen van
ver- wet werd het leven voor
-u zonder motor. De onzeker. Zo erg zelfs,
loesten afleggen, wa- weinig meer aan hu
kort. En bij doen. Na d
ze altijd nog erger, omdé
hun toe- rugliepen. 1
d met ge- schepen in-het-ijzer
Jering. in dat aan de buiten!
laaid, omdat het Zuiderzeemuseum
een replica/reconstructie van de blazer
TX 11 heeft laten maken. Dit schip
werd aangemeld bij Botterbehoud.
Binnenkort moet de vereniging beslis
sen of deze TX 11 toegelaten kan wor
den op grond van de statuten.
Voorbij
Eeuwenlang werden de schepen
voortbewogen door de wind. Was er
wind, dan konden ze varen en vissen;
was er geen wind, dan hadden ze pech.
De uitvinding van de scheepsmotor
bracht verandering. Binnen zeer korte
tijd waren alle zeilende vissersschepen
van de Noordzee verdwenen. Er is er
niet één bewaard gebleven, behalve op
plaatjes. En met de schepen verdween
ook de kunst van het varen en vissen
de Zuiderzee-
de vissers ero
s, dat velen niets ui
hun schepen lieten
de afsluiting werd het r
dat de visvangsten sterk
Veel schippers lieten hun
zetten. Dat hield
tegen de huid
:n werden,
jaren flink in
het rottings-
«,r voort en na
nog een extra
Slot
Waarom kopen
beginnen ze aan een klus van
jaren? Waarom steken ze elk
en elke vrije minuut in een
zeilend bedrijfsvaartuig? In schepen
die na de restauratie om voortdurend
onderhoud blijven vragen? Wat drijft
hen, wat zoeken ze? Zoeken we wel
iets?
«Dat iets is moeilijk te omschrijven.
Wie er gevoel voor heeft, vindt het,
staande achter de helmstok, als wind,
water en schip met elkaar in evenwicht
zijn», zo schreef T. Leeuwenburgh.
Wie eens met een botter, aak of
klipper meevaart, kan het zelf ontdek
ken. Zeilen op zo’n schip brengt de
mens.dichter bij de natuur. De botters,
aken, jollen, klippers, tjalken, ze zijn er
nog.
Nieuwe bestemming
Wie er toen op het idee kwam, zal
wel nooit meer duidelijk worden. Maar
op een goede dag stapte een groepje
studenten aan boord van een botter.
Ze stopten de schipper een paar gul
den in de hand en wilden een dagje
meevaren. Het «botteren» was heront
dekt. Herontdekt, omdat de vissers
eind vorige en begin deze eeuw ook
wel eens dagtochten met betalende
gasten maakten. Niemand had echter
gedacht dat zoiets in de moderne tijd
nog/weer mogelijk zou zijn.
In korte tijd kwam er echter zoveel
belangstelling voor het botteren, dat
opgelegde schepen weer in de vaart ge
bracht werden. Voor een paar tientjes
de man had je een hele week plezier.
Sommigen vonden een week wa). kort
en kochten een botter voor een paar
honderd gulden. Dat leverde echter
niet alleen plezier, maar ook narigheid
op. De nieuwbakken eigenaars'ontdek-
ten namelijk al gauw dat het meevaren
op een botter iets heel anders was dan
het bezitten van zo’n oud houten
schip, dat voortdurend om onderhoud
schreeuwde. Na één zomer varen, lie
ten enkelen hun botters dan ook onder
de golven verdwijnen. Of ze staken er
de brand in; dat gaf nog een leuk
vreugdevuur aan het einde van de va
ar ae kantie.
roed- D.e "aam
ronde. En wat
antal voor de botter
totale onderg"
derzeemt)seuiu
koop van een exemj
botter als scheepstyl
dwenen zou zijn.
Begin
Onder de
zich echter
van de botter raakten,
konden aanzien dat er zo ver
werd omgesprongen met cultureel
goed. De botters vormden immers het
resultaat van een eeuwenlange ontwik
keling in de scheepsbouw. De basis
voor de huidige vorm was in de 16de
of 17de eeuw gelegd. En sinds die tijd
waren voortdurend kleine veranderin-
gen aangebracht door scheepsbouwers dat
en vissers om de bouw en het gebruik hou
te verbeteren. dergelijke werkwij
Het eindresultaat was een zeer prak- den toegestaan Oi
tisch schip geworden, dat door twee worden afgekeurd,
man volledig gemand kon worden. Onlangs is J
Niet alleen het varen, ook het vissen.
Ii> de scheepsvorm hadden bouwers en
vissers hun gevoel voor schoonheid en
hun directe relatie met het water vast
gelegd. De vloeiende lijnen, de eenvou
dige kleuren en de uiterst sobere ver
sieringen vormden een harmonieus ge
heel, een lust voor het oog.
Tenminste, voor diegenen die er oog
voor hadden. Die in staat waren de tal
rijke rotte plekken weg te denken en
de stotre schepen weer," zij het nog
slechts in gedachten, zagen zeilen. Je
moest wél over enige verbeeldings
kracht beschikken om dat beeld voor
ogen te krijgen. Zeker in de moderne
wereld van plastic wegwerpartikelen
en betonnen flats.
Nee, dan was een half verrotte, eike-
houten botter wel even wat anders.
Toch waren er enkele van die «gek
ken», die er iets in zagen en een botter
speelden dankbaar in op
gebruiksmogelijkheid: het
o uxvt betalen-
cwamen ze aan
jke onder
vrij uurtje
Tp te knap-
porselein. Bijv.:
zijnflesje^yc
-metkurk
ampot met deksel’
en lepel^75
eierdopjes/-
ovenschalen
Verrassend vond men dat de organi
saties in eerste instantie om erkenning
vroegen en niet om geld. Geld zou ech
ter de betrokkenheid van de restaura
teur bij zijn schip hebben verkleind.
Hij zou het werk gaan uitbesteden;
sterker, dat zou wel eens een eis van dé
geldgever kunnen zijn.
Nee, gestreefd werd en wordt naar
een ideëlp erkenning. Een erkenning
als stimulans. Een erkenning om de
inde monumenten te helpen be-
;rmeri en verdedigen tegen de be
dreigingen en aanslagen op de origina
liteit. Bereikt is dat de belangstelling
van de instanties is gewekt. Helaas is
dat niet voldoende om behoud voor de
toekomst te verzekeren. Misschien ma
ken de schepen nu echter een kans. Op
10 mei jl. kondigde minister Brinkman
(WVC) aan dat de Monumentenwet
op enkele punten aangepast zou moe
ten worden. Doelde hij daarmee ook
op de categorie «varende monumen
ten»? We hopen het. Tot zolang is het
uering.
'e zeilende visserss-
dzee verdwenen. E
tard gebleven, beh;
de schepen
1st van het varen
met zeilschepen op zee.
In tegenstelling tot hun collega’s op
de Noordzee hielden de Zuiderzeevis-
sers langer vast aan hun oude ver
trouwde zeilschepen
afstanden die zij moe
ren immers betrekkelijk
gebrek aan wind konden
gaan bomen. Daarnaast was
komst erg onzeker in verband met
ruchten over afsluiting en inpoldering.
De vissers waren uiterst voorzichtig
met hun investeringen, zekér waar hvl
een motor betrof.
Toch waren omstreeks 1930 prak
tisch alle overgebleven schepen van
een hulpmotor voorzien. Een veel
voorkomend type was het A-Fordje,
een echt thuisbrengertje, niet geschikt
voor de visserij. Daarvoor leverde de
wind nog steeds de benodigde energie.
Na de 2de wereldoorlog maakte het
zeil definitief plaats voor de motor. In
snel tempo verdwenen de bruine zeilen
van het tvater. Halverwege het jaar
1966 streken ook de twee laatste bot
ters voorgoed hun zeilen. Aan een eeu
wenlange periode van visserij-op-zeil
was definitief een eind gekomen.
Inkrimping
De plannen tot afsluiting en inpol
dering van de Zuiderzee werden in
1919 in de Zuiderzeewet vastgelegd.
De overheid verwachtte na de afslui
ting een geweldige terugloop in de vis
vangsten. Vandaar dat er direct plan
nen tot inkrimping van dé vloot wer
den gemaakt. De daarmee gepaard
gaande onzekerheid dwong een flink
aantal vissers direct te stoppen, omdat
toeleverende bedrijven (werven, net
tenbreiers, touwslagers, e.d.) geen kre
diet meer durfden te verlenen. In 1925
werd de Zuiderzee-steunwet een feit.
Die gaf vooral de oudere vissers iets
meer zekerheid. Met tientallen stapten
ze van boord.
I Het natuurlijke verloop zorgde voor
een verdere daling. En vervolgens
maakten inpolderingen het de vissers
uit Vollenhove, Elburg, Harderwijk en
Bunschoten-Spakenburg, alsmede uit
tussengelegen plaatsen, praktisch on-
piogelijk hun beroep voort te zetten.
Tegenwoordig zijn er nog 125 vis
sers met een beroeps-visvergunning
voor het IJsselmeer en de randmeren.
Artikel 1 ,c. van de Monumentenwet
omschrijft wat beschermde monumen
ten zijn. Volgens de letter van de wet
kunnen schepen nog geen beschermde
monumenten zijn. Dit kan veranderen,
als de overheid teboekstelling in het
scheepsregister van het openbaar ka
daster accepteert als zijnde «onroe
rend» genoeg.
En dan is er nog artikel 14, waarin
onder andere gesteld wordt dat zonder
een vergunning van de minister:
a) een beschermd monument niet ver
plaatst,
b) een beschermd monument niet in
gevaar gebracht mag worden. Twee
punten, waarvoor permanent onthef
fing verleend zal moeten worden. Ten
minste, willen de monumenten «va
rend» blijven. Het «in gevaar bren
gen» zal duidelijk omschreven moeten
worden. Is zeilen met een originele
botter of klippergevaarlijk voor het
schip? Ik vind van niet, maar ik ben
misschien bevooroordeeld. Ik heb ech
ter mensen aan boord van de botter
gehad die dachten dat ze om zou slaan
op het ogenblik dat een licht briesje de
botter enige graden deed hellen. Trou-
ens, als het gevaarlijk zou zijn, dan
luden de schepen de respectabele
tijd van tussen de 50 en 110 jaar
hebben gehaald.
Enkhuizen en me
ting komen voor de
stadsgezicht». De
■1UU.V11 nebben die
’root deel te danken
bedrijfsvaartuigen.
roeger lagen de havens vol met der-
ilijke schepen. Nu worden ze echter
weggekeken, terwijl juist deze
,en het beschermde-stadsgezicht-
I zouden kunnen completeren.
In Enkhuizen is f
tenmuseum geopen
«vissersdorp», waar men kan zien hoe
de vissers vroeger woonden. Het groot
ste deel van de tijd brachten de vissers
echter aan boord van hun schepen
door. Is een vloot varende botters dan
niet veel beter in staat een beeld te ge
ven van het leven van de vissers?
Heeft de overheid nog moeite met
erkenning, de mensen duidelijk niet
Bij het skütjesilen verdringen ze el
kaar. Bij de zomerreünies van de St.
Stamboek, van het ZBV en van de
VBB komen steeds meer mensen kij
ken. En wat te denken van de belang
stelling voor Sail ’75 en Sail ’80? Hon
derdduizenden mensen bewonderden
daar de historische schepen.
Het einde?
«Het was voor ons, mede door de
droogmaking van de Zuiderzee, een
verloren zaak. Onze oude, houten vis
sersschepen waren gedoemd te ver
dwijnen. De schippers wisten dit
zo’n vijftig en meer jaren terug. En
Problemen
Al gauw ontdekten de botter-eige-
naars dat het in de vaart brengen van
zo’n oud bedrijfsvaartuig heel wat pro
blemen opleverde. Het dromen over
nostalgie en romantiek moet direct
plaats maken voor keihard ploeteren.
Replica - reconstructie
Naast een gigantische klus bleek het
restaureren van een botter ook een erg
dure bezigheid. Zou het niet makkelij
ker en goedkoper zijn een nieuwe bot
ter naast de oude te bouwen? Met de
oude als voorbeeld? Een soort replica
dus? Dat zou zeker kunnen, het zou
makkelijker en goedkoper zijn. Alle le
den waren het daar snel over eens.
Maar...
Voor musea of speciale herdenkin-
k‘ gen zou een replica/reconstructie van
ïn een totaal verdwenen scheepstype zijn
nut hebben. Van de bouw viel veel te
leren evenals van het varen ermee.
Waarbij niet uit het oog verloren
mocht worden dat geen enkele kopie
van een oud zeilschip zich exact het
zelfde zou gedragen als het originele
schip. Waarom zouden we replica’s
van de, nog in een redelijk aantal voor
komende, botters gaan
taureren was immers
lijk. De botters waren
lang verwaarloosd
zeer veel achtersta
gewerkt worden,
plank te doen, bh
De visserij is voor de bewoners van
het waterrijke Nederland altijd een gro
te bron van voedsel en inkomsten ge
weest. Steden en dorpen kwamen tot
grote bloei dank zij de visserij. «Hol
landse nieuwe» was in de gouden eeuw
al een begrip. Niet voor niets werd dan
ook de haringvisserij de «grote» en de
walvisvaart de «kleine» visserij ge
noemd. Met hoeveel schepen er gevist
werd, is niet bekend. Het zullen er on
getwijfeld veel geweest zijn, verspreid
over de Noordzee en de Zuiderzee. In
die wateren visten zij op het zilver van
de zee, de haring.
Voor de vaart op ondiej:
de Zuiderzee had men i
eeuw al de beschikking
schepen. Schepen met
platte bodem en zljzv
dank zij deze zeilende
gen is de eeuw goud gewt
den niet alleen gebruikt
rij, maar ook voor het vervoer van f
deren en personen. Vanaf die tijd
wikkelden de vissersschepen zich k
zaam tot aken, bonzen, schokkers, plu
ten, kwakken en botters. Omstreeks de
eeuwwisseling voeren van deze typen
nog grote aantallen rond. In totaal vis
ten toen ruim 2.000 zeilende schepen
op de Zuiderzee, samen goed voor zo’n
10.000 tot 12.000 ton haring per jaar.
De helft van het aantal schepen be
stond uit botters.
De haring verdween na de afsluiting.
En waar zijn de botters gebleven?
Stichting Stamboek
Ronde en Platbodemjachten
Opgericht: 8 oktober 1955.
Doel: bevordering van de belang
stelling voor het ronde en platbodem-
jacht.
Samen proberen deze organisaties
bij monde van de Federatie erkenning
crijgen voor hun doel en streven:
;nde monumenten.
makkelijk berekenen dat de construc-
tié en de vorm van de botter verbeterd
kan worden. Door bijvoorbeeld lijm-
constructies te maken, kan flink op
materiaal bezuinigd worden. Ook de
tuigage kan verbeterd worden door ge
bruik te maken van moderne materia
len.
Wedstrijdzeilen met traditionele
schepen vormt ook een bedreiging
voor de originaliteit. Vroeger zou het
ondenkbaar geweest zijn dat een sküt-
sje bij windkracht 6 omsloeg. Door de
veel te grote zeilen gebeurt dat nu wel.
Door de moderne wetenschappen en
technieken op schepen als botters los
te laten, bestaat de kans van een ver
dere ontwikkeling. De diverse be-
houdsorganisaties doen hun best om
de originaliteit te handhaven. Helaas
zullen er altijd enkele mensen blfjven
die zo fanatiek willen zeilen, dat ze
hun schip daaraan aanpassen.
Een andere bedreiging vormen re
gels van de overheid. Hónderden jaren
hebben botters in weer en wind geva
ren en gevist op de Wadden- en de
Zuiderzee. Volgens enige normen zou
de botter nu alleen nog maar op de
Kagerplas mogen varen. De opsteller
van die norm wist van het bestaan van
de botter niets af, anders had hij vast
een uitzondering daarvoor gemaakt.
Nog een voorbeeld ter illustratie.
Het landschapsschoon moet be
schermd worden. Een prachtig geres
taureerde tjalk, tot in de puntjes
zorgd, mag geen ligplaats kiezen in een
oude vaart. Omdat... de schipper aan
boord woont en dat mag niet volgens
de regels. Eeuwenlang zeilden dergelij
ke tjalken door deze vaart en op alle
tjalken woonden de schippersfamilies.
Maar sinds de flats van de Bijlmer _pf
de industrie van de Rijnmond tot op
enkele kilometers de vaart zijn gena
derd, moet de tjalk weg. Wat is land-
schap-ontsiering?
Organisaties
Een drietal orgar
om onder andere
het hoofd te bieden.
iden we 1
elijk aant
m bouwen? Res-
ook goéd moge-
1 «slechts» jaren-
verwaarloosd. Er moest dan ook
tallig onderhoud weg
gewerkt worden. Door dat plank voor
plank te doen, bleef de botter als schip
bestaan mét haar geschiedenis. Zou
echter naast de oude botter een nieuwe
gebouwd worden, dan ging de geschie
denis van de oude botter op de vorm
le pretvaarders bevonden na verloren. In het gunstigste geval
ook lieden die in de ban werd de oude vorm exact overgebracht
Die het niet op het nieuwe schip. Het gevaar was
echter zeer groot dat er kleine wijzigin
gen, kleine «verbeteringen» aange
bracht zouden worden om het schip
mooier, symmetrisch en/of sneller te
maken. Kortom, de vorm, het oude
schip zou veranderen. Er zou een
nieuw hoofdstuk aan de geschiedenis
van de botter toegevoegd worden. En
t is iets wat de Vereniging Botterbe-
.oud niet wil. Gemeend werd dat een
iergelijke werkwijze niet mocht wor-
ien toegestaan of ten minste moest
worden
Onlangs is de discussie weer opge-
1013Q