EEN CLOCHARD HEEFT
GEEN KERSTBOOM
Pnnrnps
5
If
BRUIDS-
KERSTETALAGE
f rans van aarle
w
r i r
geld.
IWB
lï
i"
IS
Donderdag 20 december 1979 pagina 43
er 1979 pagina 42
DE TILBURGSE KOERIER
Leie aronken «toeristen» zoenen, in een van ue veie van tientjes
bars, wat laat vertier. Ze kruisen de meisjes die hun nachttaak
LEVEN ALS EEN BEEST
vraagt
«LE TEMPS DES CÉRISES...»
Komt U ook
eens kijken J
idacht
C.M.
Donderdag 13 decent
singsmechanismen at
ontwerp zijn de bedr
I
In het voorjaar opening van onze 4e zaak
f 867,60 (was f 850,30) f 200,20 (was f 196,20)
f 520,56 (was f 510,18) f 120,12 (was f 117,72)
■ZIEËN
goirle dorpsstraat 5
Wij wensen U allen een j
gezond en zonnig 1980
achter de rug hebben en gehuld in warme pelsmantels wegduiken in wachtende
taxi’s.
p van fabriek
I goedkoper.
>p de knop
wat kran-
g de voorraad strekt
igt nergens beter
Inberg
I. 420688
van zijn
J einde in
isleven
ge-
ge-
ker
nog 1
Van
1 du
>rbij
i-vrouwen
Haussmann/ -iationl
Party 2 Vèhzy 2 /Créteil Soleil
struise vrouv
Een man zir
itonstem:
ll
mensen
Drie er-
J fftr .•foq'Kfffj'
tilburg korvelseweg 255 broekhov.enseweg 58
IK KEN ZE,
ZIJ MIJ NIET»
vuile drek, door anderen weggeworpen,
iddel om in leven te blijven...
naar onze
isbakken
1 half-
een
spul-
kon-
t kan ze
/erkopen.
r zakken
verlaten. Ik wilde niet dat ze wisten wat
een droevig bestaan hun echtgenoot, va
der en grootvader zou leiden. Maar ik ken
rnjjn kinderen en vooral mijn kleinkinde
ren. Ik weet waar ze naar school gaan.
Tegen het einde van de schooltijd ga ik
dan in een donkere nis staan met een pet
diep over het hoofd getrokken. En dan
kijk ik naar die kleintjes. Soms wil ik ze
vastgrijpen en ze aan mijn hart drukken,
maar ze zouden zich doodschrikken voor
die vieze man, die ze niet kennen. Dan
ween ik bitter. Zo kijk ik ook naar mijn
dochters en soms naar mijn vrouw.
Er komt
van de
traan weg
hand, met
barsten zitt
ticzakke-
uidsprekers va
icht, speciaal v
Ch^
koms
liedje zijn uit. Opstaan en
r een ander station waar
i politie is. In de holle buik
>ën flarden van «Le temps
van eysden
Heuvelstraat 57,
Paletplein, Tilburg Tg
r Reserve batterij f 6,-
1 omzetten gratis
f Zolang
I U slaag
zoals al de anderen. Een makker heeft nog wat goedkope wijn over. De fles gaat
met bevende hand van mond tot mond. Ze schuifelen de ondergrondse mol-
lenpijp binnen: hun hotel, en leggen zich neer op de banken langs de sporen. Nog
even indutten en genieten van de warmte. Plotseling opgeschrikt worden door
een groep politiemannen die ze verjagen, want Parijs is niet zo gelukkig met die
bende stumperds en verbiedt ze dan ook het «gebruik» van de metro. En dan
begint hun werk: net vóór de mensen van de vuilnisdienst uit, de «pubelles»
doen. Grabbelen en klauwen in vieze, J J
maar voor de clochards het enig mid<
ALARM ALARM
heren kwartshorloge
met zes funkties alarm
Ideaal bij parkeren, afspraken, studie
uren etc. etc.
Met verstelbare metalen band
1 jaar garantie
Normaal f 125,-
«II est cinq heures. Paris s’éveille»De meeste bewoners van de Lichtstad slapen
nog lekker. Voor vele, overwegend Noordafrikaanse gastarbeiders is het al
volop dag.
Ze keren de lege boulevards schoon en drukken walgelijk riekende
vuilnisbakken achterover in de muilen van rammelende vrachtwagens. Op de
Palace Pigalie voedert een lompenvrouwtje, dat voorover helt op een stok en
kreunt van de reumatiek, de duiven die zijn neergestreken op de rand van een
fontein. Enkele dronken «toeristen» zoeken, in één van de vele van lichtjes
twinkelende!
f 16 jaar
:I volledige werkweek
jS 3-daagse werkweek
21 en 2 dagen partiële leerplicht
ernaar toe.
Een ober trekt de deur open en roept:
«We gaan sluiten». Hij tikt met de stok
tegen tafeltjes en stoeltjes die op het
buitenterras ordeloos naar de zomer
staan te wachten. De witte stok schuift
over de uitgestrekte benen van de drie sla
pers op het rooster. Eén van hen trekt een
been op en slaapt verder. De slaap van de
rechtvaardigen, in de open vrieslucht, in
de vrijheid. De blinde man zoekt tastend
met de stok naar een plaats voor de
nacht. Plotseling blijft hij stilstaan. Hij
richt de blinde ogen op het station dat in
de donkere ochtend vóór hem opdoemt.
De metende politieman is druk bezig met
notities maken. De blinde spreidt de be
nen, opent de gulp van zijn broek en plast
op de stoep terwijl hij roept: «Salauds,
salauds!» De politieman kijkt op, gaat
naar de man toe en fluistert hem wat in het
oor. Hij lacht heel even en stapt voor
zichtig de pasjes afmetend met de witte
stok de nacht in. Slechts enkele meters
maar, want hij weet niet waar naartoe.
Een jongeman met een tas op de rug
tracht de eerste editie van een Parijs
ochtendblad te verkopen. Hij merkt de
zoekende, blinde man op, gaat naar hem
toepakt hem zachtjes met de arm en leidt
hem weg. Een beetje menselijke warmte
voor een eenzaam man. «II est cinq
heures. Paris s’éveille».
Tekst: Luc COPS
Foto’s: Ph. LEBEAU
Zij was welhaast de sloop nabij, «De Blaak».
De storm des levens dreigde weg te vagen
Aan wat voor schoons van vroeger overbleef.
Met alle rust haar eigen, verbeidde zij haar lot.
Totdat er opheldering kwam dagen.
Een wijs besluit dèr «Vroede Vaad’ren» genomen.
Heeft dit ons landjuweel voor ondergang behoed.
Wat er ook aan «bouwwerk» komen moet,
«De Blaak» zal als een rots haar plaats behouden.
Terwijl we naar het station «Chatelet»
rijden vertelt Philippe, onze fotograaf, me
dat hij werd aangesproken door een clo
chard, terwijl ik naar het verhaal van Ro
ger luisterde. «Je bent journalist», zei die
clochard, «weetje nergens een job voor
me? Ik ben van vorige maand uit de ge
vangenis ontslagen. Ik heb daar vijftien
jaar gezeten. Niemand kijkt naar me om.»
Chatelet: ondergronds station in het hart
van Parijs, wriemelend van het volk als in
gek
de
leger
toont fier zijr.
van zijn verslet
spreek ook nog Italiaans, Russisch,
Pools, Deens, Noors», en dan gilt hij het
uit: «en nu de taal van de goot. Hij ook»,
wijst hij naar de «schipper» die met de
lange, magere vingers luchtkastelen te
kent in de vrieslucht, want het is barkoud
hier. «Hij ook ligt in de goot», zegt de
Duitser en wijst de derde clochard aan.
Die derde staat al een kwartier op zijn
stok te steunen. Bewegingsloos. Zonder
die stok valt hij om: dronken, leeg, uitge
hold, afgeleefd. Wachtend naar niets
meer. Parijzenaars met rijkelijk gevulde
boodschappentas wandelen vlug naar
hun warme thuis en slingeren plotseling
vcl vieze woorden naar onze fotograaf, die in
;n aan- de avond flitslicht geeft om de mannen op
de pellicule vast te leggen. Dat hebben de
iara is Parijzenaars niet graag, want «•“•«“-
nert ze aan die grote zweer: an®uuir®nu
kleine zweertjes eigenlijk,
clochards telt de Lichtstad
Declr
meer i
Eigen
parkeer
gelegenheid
ht tegenover
de zaak.
Even na het middaguur, Station «Stras
bourg - St.-Denis» in het van drukte gon
zend hart van de metro. Parijzenaars glij
den in dichte drommen weg met de vol
gepropte trein. Eén man blijft zitten aan
de overkant, moederziel alleen op een
bank. Niemand komt naast hem zitten.
Want hij is vuil, sjofel gekleed. Zijn
schoenen zijn veel te groot en stuk. Hij
pelt een etterbuil op zijn been. We geven
hem een biljet van tien Franse frank en
een Belgische sigaret: de prijs voor een
kiekje en een gesprek. «Ik ben Roger»,
zegt hij. «Mijn familienaam doet er niet
toe, want ik besta officieel niet meer.
Mijn domicilie? Hier in de metro natuur
lijk. Ik ben een wegwerpprodukt van de
maatschappij.»
Roger trekt met een intens genot de rook
van de sigaret diep in zijn longen. Hij
staart voor zich uit. Naar de immense
leegte, naar de eenzaamheid ook. Hij is 54
jaar, eigenlijk nog in de kracht van zijn
leven, dat hier aan een vervroegd ti,
het laatste station van een clochards
de metro is begonnen. Hij was
huwd en had drie dochters die ook al
huwd zijn en kinderen hebben.
Heb je nog ooit kontakt met je familie?
Neen, alle bruggen zijn opgeblazen.
Enkele jaren geleden ben ik werkloos ge
worden. Nooit meer opnieuw een job ge
vonden en clochard geworden. Toen het
voor mij vaststond dat ik nog alleen goed
was voor dé vuilbak heb ik besloten op
een trieste dag voor altijd de mijnen te
aanreikt. «Mise au... metro», lacht een
tweede clochard. Het oude mannetje
s en drukt een kus op de wang van de bral-
geen lende vrouw in haar lange zwarte jurk, die
derop verfomfaaid en vuil is. Een derde clo
chard fluistert ons in het oor: «Ze is geen
vrouw, maar een man. Een travestiet».
Ze-hij zingt en grijpt het oude mannetje
vast: «Mon petit, mon amour»...
En dan een eentonig stemgeluid door de
luidsprekers van het metrostation: «Be
richt, speciaal voor de clochards bestemd
in het station Chatelet: er is een politie-
kontrole op kon--*
Het feest en het li
wegwezen naar
misschien geen p
van Parijs echoër
des cérises».
Het mannetje met het ene oog kan het
groepje niet volgen; zijn beentjes zijn te
kort en te stram.
We stappen uit in het station «Gard
Nord». Het is leeg, het is even voor
middernacht. Twee clochard-
en twee clochard-mannen zitten samen
op een bank. De fles rode wijn gaat van
mond tót mond. Eén van de vrouwtjes
geeft krijsend een bevel aan één van de
mannen: «Albert ramasse les megóts».
De man begint de peukjes sigaretten sa
men te rapen. Straks worden daarvan
hele sigaretten gerold om de pijn van de
eenzaamheid en de slapeloosheid van de
nacht te overbruggen.
clochards krabbelen recht en
weg. Ginds komen met ver
ren tiental politiemannen
Allez, wegwezen, L.
suwen ze. Een kleine clochard is
ndig. Hij brult de gendarmes wat
ze hem beet: twee
vA.er been, één heeft de spartelende
"“t het kruis van de broek en één
fd en armen. In ijltempo gaat het De clochards zelf geven niets om een foto
op naar boven, naar de dag. meer of minder van ze. In ruil voor wat
-c -*-*-r het groepje aan. geld kan het allemaal en zo vaak je maar
foto’s», schreeuwen de wil. Ze verwijten het de gemeenschap dat
we pakken je dat spul af. ze dit miezerig bestaan moeten leiden en
r.Ginds wordt de kelende dan kan het ze ook geen barst schelen dat
politiewagen geduwd. Weg je de gemeenschap met de neus op hun
iet politiebureau. ellende drukt.
unenvande
Michel ligt
Jtraatje van
Quartier Latin staan
in lompen: slagzij ma-
u®. uvi. uuui ...vt een Terug de metro in. Het gaat naar mid-
i-oOfy demacht. Station Chatelet. Richting
Porte de Clignancourt. De stroom ge
schenkenkopers is smaller geworden en
ijlt met de metro naar huis. Op een bank
ligt een man te snurken. De lege fles wijn
is hem uit de slappe hand gevallen. Boven
zijn hoofd een reusachtige reklame voor
kleuren TV’s: «Bonnes Fêtes
Couleur» staat er op. Voor hem g
feest. Dat is duidelijk. Een eind verde
een heel troepje clochards rond een grote,
vieze man, die ze niet
sn ik bitter. Zo kijk ik
liters en soms naar mijn vrouw...»
it een natte film over de oogappels
man. Hij wrijft een zwellende
eg uit een ooghoek met zijn vuile
■*it de vingers die vol kloven en
Jtten. Hij zet even de vier plas
ten naast hem opzij.
Wat heb je daarin?
Och, dingen die ik uit vuilnisbal
heb opgediept. Niet veel speciaals,
kam met enkele tanden tekort, een I
rotte banaan, enkele lappen stof,
schroevedraaier, wat waardeloze s
len, overbodig geworden voor de
sumptiemaatschappij, maar ik
voor wat schamele centen ver
Daarvan leef ik dan. Uit één, der
valt een... kinderschoentje.
Roger, je hebt een buil op het voor
hoofd, er zit geronnen bloed op. Een slag
gehad?
Neen, jongen, wij vechten niet,
waarom wel? Gisteravond ben ik hier op
een bank ingedut en tijdens mijn slaap
voorover gevallen. Hoofd op het beton.
Het is niet erg.
Aan het Noordstation is het leven op een
laag pitje gaan branden. Geen drukte
meer, wat late reizigers en in de bistro’s
met hun warme, glazen terrassen vegen
de obers de tafels voor morgen. We drin
ken een wijntje en kijken de nacht in. Drie
clochards kruipen tegen elkaar aan op het
rooster vóór een krantenkiosk. Een veel
te kleine deken moet ze afschermen van
de bijtende kou, want het vriest vannacht
tien graden onder het nulpunt. Een laatste
slok en de fles wijn is leeg. Plotseling enig
tumult op straat. Uit het gat van het me
trostation komt een man naar boven ge
hold. Een bloedspoor tekent zich achter
hem af. Hij houdt de ene arm, die een
bloederige stomp lijkt, omhoog, in de an
dere hand een volle plasticfles wijn. En
kele obers laten hun poetsdoek vallen en
rennen naar de man toe. De politie wordt
verwittigd en arriveert even later. De arm
wordt afgebonden. Een plas bloed op
straat. De clochard is in de scherven van
een fles gesukkeld en sneed zich de slaga
der door. Een ambulance komt aanrijden.
De man erin. Het blauwe zwaailicht en de
gillende sirene verdwijnen in de nacht.
Een tweede clochard komt op het toneel.
De volle fles wijn staat er nog op de stoep.
«Is dit van iemand?», vraagt hij aan een
.ober die een emmer water over de
bloedplas uitgiet. De ober zegt: «Neem
maar mee, want de eigenaar van de fles
heeft andere dingen om aan te denken
nu...» -
Twee vrouwen komen vóór het restau
rant de proppensvolle vuilnisbakken
omwoelen. Ze maken heel even herrie om
een stuk rottend fruit. En verdwijnen
weer in de nacht. Een politieman meet de
lengte van het bloedspoor op. Plotseling
een tik op de ruit waarachter we zitten.
Een blinde clochard met een witte stok,
-r -r- enkel gekleed in een uitgerafelde pull
tppelation controlée» schreeuwt hij tegen de bijtende koude heeft de warmte
et krijsende stem terwijl hij ons de fles achter dat glas gevoeld en strompelde
ekoördineerde bewegingen, «en tijdens struise vrouw. Ze zijn allemaal dronken,
e oorlog overgelopen naar het Franse Een man zingt met een pracht van een
.ger. Ik heb gevochten in Algerië». Hij baritonstem: «Le temps des cérises...»
>ont fier zijn frontstrepen op de kraag De vrouw zingt met schorre stem mee,
zijn versleten, drekkig jasje. «Ik even later gevolgd door al de anderen.
ek ook nog Italiaans, Russisch, Een kakofonie, een treurig heimwee naar
vroeger, toen alles beter was en niet zo
intriest als nu. Toen er geen eenzaamheid
was en de tafels rijkelijker gedekt waren.
Een oud mannetje met één oog is gelukkig
vanavond. Hij verdrinkt zijn verdriet met
wijn. Goedkoop spul uit een plastic fles.
«Appelation controlée» schre
met
Onze kerstprijs f75
Minimum (jeugd) loonbedragen
per 1 januari 1980
Donderdag 13 december heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp herziening aanpas- fl
singsmechanismen aanvaard. Wanneer ook de Eerste Kamer akkoord gaat met het wets- jg
ontwerp zijn de bedragen van de minimum (jeugd) lonen per 1 januari 1980 als volgt:
Bruto per maand Bruto per week M
f 1826,50 (was f1790,10) f421,50 (was f413,10)
f 1689,50 (was f 1655,80) f 389,90 (was f 382,10)
f 1552,50 (was f 1521,60) f 358,30 (was f 351,10) jfi
f 1415,50 (was f 1387,30) f 326,70 (was f 320,20) 4
f 1278,60 (was f 1253,10) f 295,10 (was f 289,20)
f 1141,60 (was f1118,10) f 263,40 (was f 258,20) A
f 1004,60 (was f 984,60) f 231,80 (was f 227,20)
Ben je kwaad op de maatschappij?
Neen, alhoewel soms wat wrok in me
opkomt. Maar dat heelt wel.
Doet de maatschappij nog iets voor
jou en je vrienden-clochards?
Ik moet je opmerken dat ik geen
vrienden heb, ook niet in middens van
clochards. In Nanterre is een tehuis.
Soms komen ze ons hier ophalen en dan
vervoeren ze ons als vee daar heen. Stop
pen ons in bad én geven ons wat te eten,
maar bjj de eerste de beste gelegenheid
glip ik eruit, want daar zit je vast en hier
ben je vrij. De vrijheid: mijn enig houvast
in dit leven.
Hoe ga je Kerstmis vieren?
Ik ben al lang geen gelovig mens meer,
maar met Kerstmis word ik week. Dan
denk ik aan mijn gezin dat me niet meer
kent en dat ik mijn miserie wil besparen.
Als ik goed verkocht heb ga ik met
Kerstmis in een klein bistroofje een kip-
pebil eten of een spaghetti. Dat kost maar
zes a zeven frank en misschien blijft er
nog wat over voor een wijntje.
In de vele metrostations van Parijs gaan de hekken met één druk op
open. Voor honderden clochards die er onder een vunzig deken of w
tenpapier enkele uren hun roes hebben uitgeslapen, dicht tegen de hekken en
elkaar aangewurmd, het sein om on te staan. Ze krabben de luizen en zichzelf
wakker en vegen door de bloeddoorlopen ogen, het al lang niet meer gewassen
haar en de baard van zoveel dagen of weken. Een nieuwe dag begint, een dag
een mierennest. Tussen al die
één open plekje. Vier clochards,
van zijn smoordronken en kunnen nog
enkel de fles rode wijn aan de verzopen
kop zetten en de andere hand uitsteken
voor wat nikkelgeld. Eén van hen klampt
zich aan ons vast en bralt een onver
staanbaar verhaal.
«Let niet op hem», zegt een jongeman
ook clochard «Frangois heeft wat geld
gehad en zuipt het op. Dat is ook best
voor hem. Dan vergeet hij dat hij leeft.»
De jongeman hij is nauwelijks 28 is
Roberto Mottores, van Spaanse afkomst,
in een psychiatrische kliniek gezeten en
vijfjaar geleden de straat op gestuurd. «Ik
leef al vijfjaar als een beest. Weggewor
pen door «la société».
Waarom zoek je niet naar werk?
Als zo een lompenvent zoals ik zich
komt aanbieden met als enige referentie
drie jaar gekkehuis en vijf jaar clochard
geweest, stampen ze me gewoon eruit.
«Rotvent», schreeuwen de deftige lui
dan. En Roberto kan opnieuw de metro
induiken, gewoon over de toegangsba-
reeltjes wippen, want ik heb geen geld
voor een ticketje. Dan leef ik hier soms
drie tot vier dagen zonder eten. Enkel een
slok wijn door de keel, gekregen van een
kollega.
Je kan toch naar Nanterre gaan, daar
vangen ze je toch op in een instelling.
Vergeet dat. «Nanterre» is een gek
kenhuis. Daar verlies je het enige datje
hebt op deze wereld: de vrijheid.
Ie gaat Kerstmis vieren?
wat? Met wie? Ik heb geen fami
lie, geen vrienden, geen geld. Kerstmis
betekent voor mij niets. Net een dag als al
de andere in dit rotleven.
Zijn er veel jonge clochards?
Toch wel enkele honderden denk ik.
Dat zijn allemaal jongelui die ontslagen
worden uit weeshuizen. Op straat staat
niemand klaar om ze op te vangen. Dan
moetje de goot in. In de zomer onder de
bruggen van de Seine slapen; als het koud
wordt in de metro of op straat op een
rooster waar warmte uit opstijgt. Proper
leven...
De vier
strompelen weg. uinas Komen met ver- vieze woordennaar onzefotogI^
schreeuwen ze. Een kleine clochard is J^naars w?nt herin'-
opstandig. Hij brult de gendarmes wat nertJze die z8weer. drieduizend
SS
man met het kruis van de broek en een 6
voor hoofd en armen. In ijltempo gaat het De clochards zelf geven niets om i
de trappen op naar boven, naar de dag. meer of minder van ze. In ruil v
Onze fotograaf achter het groepje aan. geld kan het
«Neen geen foto’s», schreeuwen de wil. Ze”—”
agenten, «of v
Weg van hier.: --
man in een politiewagen gedi
ermee naar het politiebureau.
In de vele, blinkende uitstalramen
winkels aan de Boulevard St.-Mic.„.
al dat moois. Ineen duister zijstraatje
de Boulevard in het L?t:- -*
ze. Drie stumperds in lompen: slagzij i
kend en dik in de olie. Een man met
vettige zeemanspet op het magere hoof-
vieze, vuile deken om de schouders,
maakt nog alleen gebaren. Spreken kan
hij niet meer. Hij vertoeft in een andere
wereld: bovendrijvende alkoholvelden...
Een mager clochardje met een sikje en
een mutsje op spreekt ons aan: in het
Frans, dan in het Duits, tenslotte in het
Engels. Niet eens zo slecht. «Ik ben
Duitser van oorsprong», vertelt hij met
brede, maar door de drank niet meer zo
lemaal
sn het i
tw
1