Kerstmis 1979
F
Op zoek
naar
een plaats
3
3
B
B
5
5
5
5
5
o
5
rs
15
De Tilburgse Koerier wenst alle lezers een zalig kerstfeest en een gelukkig uiteinde en nieuwjaar
LaB A
r 1979 pagina 38
rfc Tillnu;q$c Moertot?
I
■M
Mijmeren over kerstmis en terugzien
op het voorbije jaar. Misschien trachten we er
toe te komen tussen onze bezigheden door.
De laatste bezigheden in een jaar,
dat weer vol beroering was, maar
waarvan we schokkende beelden even uit
herinnering kunnen verbannen om ons bezig te
houden met meer
aangename dingen. Met kerstmis moet het
immers gezellig en huiselijk zijn.
Zou de wereld er in 1979 niet een beetje anders hebben uitgezien,
ook in onze eigen direkte omgeving als wij met zijn allen, wat constructiever
de problemen zouden hebben benaderd.
Hoe anders zou de verre wereld in Azië, Afrika en Zuid-Amerika geweest zijn,
als wij de moed hadden gehad wat meer uit onszelf te treden
en werkelijk wat te doen. Als individu zijn we vrijwel machteloos in deze
uiterst gecompliceerde Nederlandse samenleving,
als groep zijn we tot zeer veel in staat.
Jezus was op de vlucht,
tienduizenden zijn ook nu nog op de vlucht.
Na bijna twintig eeuwen is
de wereld niet veel veranderd, naar het schijnt.
Voor tienduizenden is er
geen vrede op aarde, maar is iedere dag
er een vol kommer en bijna
dodelijke onzekerheid.
Onze verworvenheden zijn hun vreemd,
van onze zekerheid hebben zij geen weet.
Iedere minuut
is kostbaarder voor hen dan voor ons,
want zij weten niet of ze
het overleven en of ze ooit thuis zullen komen.
Samen hebben wij nog tijd
om wat te doen, om veel te doen,
want het is even hard nodig ais ieder beeld op
de televisie en in de krant laat zien.
Hoe anders is 1979? Het jaar van het kind, het jaar van de vluchtelingen,
het jaar van de gijzelaars, het jaar van de werkelozen,
het jaar van de atoomwapens, het jaar waarin de meeste ontwikkelingslanden nog
verder achterop raakten. Allemaal zullen we 1979 anders beleefd hebben,
vooral gericht op de kontinuïteit van ons eigen bestaan en degenen
die daarmee verbonden zijn. Geen van allen kunnen wij als
individu de veelheid van problemen aan, waarmee wij iedere dag opnieuw in kleur
worden gekonfronteerd. In het gunstigste geval trachten we
wat te doen door het overschrijven van een bedragje naar een gironummer,
via welk nummer beloofd is wat aan de ellende te doen. Wat kun je immers nog meer?
Het jaar 1979 loopt ten einde. Overal in Nederland en in de Westerse wereld
maken de mensen zich op om deze laatste dagen van «het jaar van het kind»
gezellig te vieren in huiselijke kring, op een leuk vakantie-adres of gezellig
op de wintersport. De kalender maakt wat vrije dagen mogelijk en
de overheid en een aantal particuliere bedrijven geven wat extra vrije dagen om
energie te besparen. Het gaat dan niet zozeer om de menselijke energie,
maar de energie die nodig is om de gebouwen waarin we onze
dagelijkse arbeid plegen te verrichten te verwarmen en te verlichten.
We moeten immers zuinig zijn.
Door de Verenigde Naties werd het jaar 1979
uitgeroepen tot «het jaar van het kind».
Misschien moeten de uitroepers ervan in de
laatste dagen van het jaar tot de
konklusie komen, dat het eigenlijk een bizarre
gedachte was. Zelden in enig jaar
liet het medium televisie ons meer kinderen zien,
verdreven van huis en haard, op de
vlucht voor een ondraaglijke omgeving, gemaakt
tot zwervende produkten van oorlog en bloedige
twisten. Het is ver van ons bed en de
veelvuldigheid van de steeds weer terugkerende
vluchtelingenellende kan onze aandacht,
laat staan ons mededogen, niet blijvend boeien.
Hoe was ook weer het kerstverhaal?
Jozef en Maria verlieten hun woonplaats
Nazareth om zich naar Betlehem te begeven
voor de volkstelling die door de Romeinse
keizer was gelast. Het moet er een drukte
van belang geweest zijn, want
in de herbergen was geen plaats meer.
Daar in Betlehem werd Jezus geboren, zongen
de engelen het vrede op aarde en
kwamen de herders voor de aanbidding.
Later de Wijzen uit het Oosten.
We kennen ook het optreden van Herodes,
de moord op de onschuldige kinderen
en de vlucht naar Egypte.
Stuk voor stuk zijn het thema’s die het
traditionele kerstfeest zijn betekenis en sfeer
hebben gegeven. Meestal
vertegenwoordigden zij geen menselijke
ellende, maar knusheid bij de kachel en het
stalletje en de geur van kaarsen.
Wij vertaalden de geschiedenis
naar eigen behaaglijkheid.
Maar toch, hoe rijk is ons bestaan. Wij kunnen ons de ongelooflijke luxe permitteren
eindeloos te ruziën over aftopping,
inleveren, vertrekpunten en de zwakken in onze samenleving worden vrijwel uitsluitend
financieel benaderd. Iedere groepering tracht zijn eigen positie
veilig te stéllen en als dat niet geheel schijnt te gelukken worden we verbolgen,
verontwaardigd en roepen het onaanvaardbaar af. Luisterend naar
politieke diskussies en de geluiden van degenen die groepsbelangen in onze
samenleving vertegenwoordigen, ontkom je niet aan de indruk, dat wij staan aan de
rand van een onmenselijke ellende die ons de hongerdood nabij brengt.
Hoe eerlijk zijn wij tegenover onze eigen samenleving als we alle lasten maar het liefst
afschuiven naar een ander? En wat moet die dan?
onze