T
E&
EL
>9
DRIE KAARSJES VOOR DE DRIE ZONDAGEN
19
>5
F9
9,-
DE TILBURGSE KOERIER
'r Braandt gin kèrske mir...
-
Pagina 12
r 1964
14 JAAR
)O'S"
1 <>l
5"
14 JAAR
ZALIG
14 JAAR
IN
ai
ONTMOETING IN
DE GEDEELDE STAD
irtief
’0922
LECHIM
Kerstmis 1964
WEEKBLAD VOOR GEHEEL TILBURG
GOIRLE
DONGEN
LOON OP ZAND
ENSCHOT
OPLAGE: 40.870 EXEMPLAREN - REDACTIE EN ADMINISTRATIE: JAC. vai. KAMMENSTRAAT 40
TILBURG
TELEFOON 30783
POSTGIRO 1126745
UITGEVER J. DE BEER
DO onderen
«est. Volw.
wetens
niveau
Laten wij ons eens realiseren,
dat Christus met Kerstmis ge
boren en niet gestorven is. De
boodschap, die Hij ons bracht
is iedere dag actueel en vol in
houd. Met het opbergen van de
stal mag de kerstgedachte niet
verdwijnen.
EN
•r Samsons
jeds een kwestie van
»g de minderheid
ghtig vertegen-
d hou-
Zolang
Mlig is,
:UZEN
slist tekort.
RSTELLING
18 JAAR
:iefzoon.
Sinds
te vér
18 JAAR
igs zijn hort
‘n^uur.
en kleuren.
EN"
musketiers.
AMO
1 O'BRIAN
moedigste
In kleuren
3
14 JAAR
A
UINN
8ste JAARGANG No. 395 WOENSDAG 23 DECEMBER 196?
een afgelegen stal waar de
schapen bij slecht weer beschut
ting zochten. Duizendmaal heb
ben wij het verhaal van Chris
tus' geboorte gehoord en toch
kennen wij het nog steeds niet,
begrijpen wij niet de ware zin
Hoe vaak ontmoeten wij Chris
tus? Zondags in de kerk of bij
een enkel vroom ogenblik? Ont
moeten wij Hem niet in ieder
mens? De praktijk van het
Christendom is een voortduren
de bereidheid God in onze me
demensen te ontmoeten en ze
niet door te zenden. Zonder de
ls JAAR
in het communistische deel van Duits
land. Deze menselijke verlichtingen
moesten hen nameljjk ontworsteld wor
den, zoals een wapenstilstand in deze
door de koude oorlog getroffen stad.
TH'v e betonnen kolossen voor
I smalle doorgang door de muur
V aan de Oberbaumbrug in Ber
lijn hebben voor de mensen in
het westelijke en in het oosteljjke deel
van de stad een bijna levensbelangrijke
betekenis gekregen. Zijn zij geopend dan
is de doorgang van het westen naar het
oosten, van het vrije deel van Berlijn
naar het communistisch beheerste deel
vrjj en dan kunnen de mensen in de ge
scheiden sectoren van de stad elkaar
weerzien.
epoche heeft uitgesproken.
V*id is slechts een deel van
«tder aarde. Maar zij is het
vaalheid
14 JAAR
5 en 9 uur.
ts
Dat met Kerstmis naar alle waarschijn
lijkheid de betonnen kolossen aan de
Oberbaumbrug geopend zullen worden
en weer een half miljoen mensen voor
een kort bezoek in de oostsector door
laten en dat er dan een tijdelijke en be
scheiden mildering in de onmenseljjke
acties plaats vindt; dit alles Is werke
lijk geen verdienste van de autoriteiten
Onder feestelijk en stemmig klokkengelui trekken
in de bergachtige Alpen de dorpsbewoners rond
het middernachtelijk uur in hun typische kleder
drachten naar hun dorpskerkjes om daar aan de
Nachtmis deel te nemën. De sneeuw, die de weg
wel bemoeilijkt, is toch een welkome feesttooi.
Straks, over enkele uren, gaan ook wij Kerstmis
vieren, al dan niet met een dikke sneeuwlaag in
onze straten. Ook wij zullen ingetogen zijn bij het
herdenken van het grote gebeuren. Hoe de feest
viering zal plaats vinden is van minder belang,
de kern is voor eenieder gelijk. De klokken zullen
er ons wel aan herinneren.
Hij hee gesjouwd, vur 'n stuk brood
't Was ginne vette pot
Mar 's aoves vond ie aaltij tróóst
Thuis bij z'n duivekot.
En zondags, uit de liste Mis
Dan stond 'n maotje klaor
Zo ging 't léve van de Tiest
Gestaog deur, jaor nao jaor.
Het kind ligt in de kribbe van Bethle
hem. Een kind zoals alle andere pasge
borenen. Dat het niet thuis, maar tjjdens
een reis ter wereld is gekomen, is ook
niets bijzonders. En dat rond dit kind
alles zeer armoedig en bescheiden was;
welnu, dat geschiedt in de wereld tot
op de dag van vandaag miljoenen keren.
Het bijzondere ligt in het feit ook al
kon dit feit pas later worden begrepen
dat door dit kind God zelf in de
historie van de mensen zjjn intrede heeft
gedaan. Dat is zeer menseljjk uitgedrukt,
maar van Paul Tillich, die een gods-
dienst-fllosoof van de eerste rang is,
hebben wij geleerd dat deze eenvoudige,
menselijke uitdrukkingswijze de enige
adequate vorm is, waarin wij over God
en zijn handelen kunnen spreken. God
heeft van het begin af aan boven zijn
schepping gestaan. Hjj heeft de ge
schiedenis van de mensheid geregeerd.
Hij heeft zich in elk geval is dat
ons christelijk geloof reeds langmoor
Kerstmis in de geschiedenis kenbaar ge
maakt. x
Maar nu, met Kerstmis, heeft hij midden^
in het leven van de mensheid zijn in
trede gedaan. Nu heéf^hjj van zijn
eeuwige waarheid getuigenis-gelegd
door een menselijk leven, zodat deze ••niet
meer uitgewist kan worden. De mensen
moesten van nu af aan weten dat er op
hen een eeuwige genade rust, een ge
nade, die zowel elk afzonderlijk indi
vidu als het geheel betreft. Er werd
een leven geschonken, dat zich niet te
ger door een wereld van het.
en van het egoïsme laat ab
maar dat tot de eeuwigheid van G
mag doordringen.
KERSTMIS REERNDT VAD DE MENSHEID
Hij zie beneeje, in d'n hof
'ne Kerstboom mee veul licht
Mar assie traonen komen vuult
Knópt ie z'n oóge dicht.
„Och, Kiendje in de krib, ik weet
Dè Gij 't begrèpen kunt,
Wörom is mèn, as aauwe kloot,
Gin huiske mir gegund?"
Meer dan welk feest ook heeft
Kerstmis een sfeer, die de men
sen aanspreekt. In deze dagen
zijn we wat toegeeflljker en on
bewust geneigd onze omgeving
met wat meer bereidwilligheid
tegemoet te treden. Kerstmis
roept edele gevoelens in ons
wakker, want wij kennen het
vertederende schouwspel van
het kind in de stal. Wij ver
oordelen de inwoners van Beth
lehem, die het waagden Maria
en Jozef door te sturen. Er was
geen plaats voor hen en zo
werd Jezus geboren in een
schamele omgeving, buiten, in
Dat is dus Kerstmis. Dat is het keerpunt
van de mensheid.
Het feit dat hierdoor geschapen werd
is echter uiteraard niet een verandering
van de menselijke structuur van boven
af. Het is een aanbod dat een beslissing
verlangt, want al het echte in het leven
van de mensen 'gaat uit van een be
wuste beslissing. Welke beslissing heeft
de mensheid echter getroffen? Wat is er
van Kerstmis geworden?
Er kan geen sprake van zijn dat de
jsheid in haar geheel haar „ja” voor
iwe
Noq even blijft de stal staan
om dan haar plaatsje op de zol
der weer een jaar lang te vul
len. Kerstmis 1964 is voorbij.
over al het moois dat Kerstmis
biedt. We eten er goed van,
want het is hoogconjunctuur en
tenslotte hoort het erbij. Na af
loop zullen we alles zeer ge
slaagd vinden en zeggen dat het
mens toch wel goed doet,
zo’n drie feestelijke zondagen.
was bij hef afeeheid meesfaf Ae taotete
groet.
Zal de muur in Berlin, die hier sedert
meer dan drie jaar op perfecte wijze
de functie van een Ijzeren Gordijn ver
vult, ook met Kerstmis weer geopend
worden? Vier miljoen mensen in de
beide delen van de stad verlangen dit
met smart. Het in de late zomer onder
tekende akkoord over de „muurpasjes”
schijnt het weerzien tijdens de kerst- en
nieuwjaarsdagen wel te garanderen,
maar toch houden velen hun hart vast,
want in deze labiele situatie moet men
met zoveel storende elementen rekening
houden.
Een „volkomen onvolmaakt succes”, zo
betitelde de burgemeester van Berlijn,
Willy Brandt, ter gelegenheid van de
Duits-Amerikaanse conferentie, die on
langs gehouden werd, deze overeen
komst over de doorlaatbewijzen tussen
de vertegenwoordigers van de beide
delen van Duitsland. Inderdaad kan men
de gebreken van dit akkoord niet over
het hoofd zien. De tocht van de men
selijkheid kan ook in de toekomst alleen
maar in één richting gaan, namelijk
van het westen naar het oosten. De in
woners van Oost-Berlijn krijgen afge
zien van gepensioneerden niet de ge
legenheid hun naaste familieleden in het
westen te bezoeken. De bezoekperioden
zijn met mondjesmaat gedoseerd en
strekken zich praktisch over enkele
weken per jaar uit. De geheel onnodige
angst voor „overvulling” van Oost-Ber
lijn door westelijke bezoekers heeft
zelfs tot gevolg gehad dat heel wat
vastgestelde bezoeken naar een andere
datum verschoven moesten worden.
In Oost-Berlijn wordt menselijkheid ook
met Kerstmis gerantsoeneerd. Daarover
bestaat er bij niemand in Berlijn ook
maar de geringste twijfel. Het regime
kent geen vreugde op deze feestdagen
en het begrijpt niets van de kunst van
het schenken, van de tolerantie en van
de openheid, die met dit heilige kerst-
feest onverbrekelijk verbonden zijn.
Kerstvreugde? Kent dit regime eigenlijk
watehet woord vreugde? Kennelijk alleen
maar om hiermee de spot te drijven,
want wanneer men in Oost-Berlijn ook
maar het geringste gevoel voor vreugde
volle verwachting en voor christelijke
feesten en het samenzijn van de mensen
had, dan zou deze muur tussen de oost-
en de westsector met zjjn schootsvel
den nooit ontstaan zijn.
ze liefde is de godsliefde, naar
het woord van Christus zelf,
niet mogelijk. Een uitspraak
die schoon maar onverbiddelijk
Straks luiden de kerstklokken
en ze zingen over het kerstkind,
de herders en de engel die het
vertroostende „Vrede op aarde"
kwam verkondigen. Onze hui
zen vol elektrische apparaten
zijn versierd met een kerst
boom, een stalletje en wat rood
en wat groen en kaarsen. De
lichten gaan uit en bij het le
vendige schijnsel van kaarsen
worden er liedjes gezongen
heb-
van de maand
mogelijkheid benut,
lang schuifelden de
Westberlijners, vaak in lange rijen,
over de brug naar de doorlaatpost in de
muur. Nu wachten ze tot Kerstmis, wan
neer de sluitbomen weer geopend wor
den. „Tot ziens tijdens het kerstfeest,”
As 't Kersmis wier, dan ha z'n vrouw
Aaltij 'n bumke staon
En uit de Naachtmis staken ze
Saomen de kèrskes aon.
Toen z'n vrouwke gestorven was
Kocht ie 't bumke toch
Mar omdèttie alèènig was
Vond ie èèn kèrs genog.
Naauw zit ie in 'n groot tehuis
Op kosten van de stad
Mar 't doe t 'm zeer en hij denkt t'rug
Aon wèttie vruuger had.
De Koningswaai wordt opgeruimd,
't Gao boven z'n verstaand
Dètter in 't huiske op d'n hoek
Deez' jaor gin kèrs mir braandt.
Z'n leve laank ha aauwe Tiest
In 'n huiske gewond
Dè erges in de Koningswaai
Schèèf op 'n huukske stond.
Daor hee'tie veul geluk gekend
En ók veul sjaggerèn
Mar 't huiske leek 'm 'n kestèèl,
Al was 't ok nog zo klèn.