ƒ2,10 Fa. B. Warmerdam K De Inktvis NT lefoon 23460 20 PCt. KORTING „NEERLAND[A f VOOR HET BETERE WERK OPRUIMING a.s. ZATERDAGMORGEN 9 UUR Ook koopjes in huishoudgoederen ANKLAAR in de Groeseindstraat 54 wendde Elveden zich tot de HOOPJES 3ES FOON 26937 zo’n n te L-ANKER El drie met VOOR HET BETERE WERK BERT OOMS TILBURG: Noords+r. 93 de ander, en jnden hier?” vroeg Poulet exclusieve 150 Saucijs gr. GOIRLE: 0.40 500 gr. 0 75 Bloedworst ijsd 500 gr 0 75 Zult EN BETER Beneden zijn, in de draaide en kwam op hij ONS VERVOLGVERHAAL i U-straat 38 6 - TeL 21508 LMS en ’PARATUUB \TVVIKKELEh AFDRÜKKib ICATESSEN FOON 25482 Detective-roman van PETER BARON Geautoriseerde vertaling van Jean H. P. Jacobs 180 1 jan. 9 uur igen; wat deur raad leren) „mei „hij na „Gaf teger Rich Boterhamworst 150 80,- verlaagd 10,- verlaagd 25,- verlaagd 85,- verlaagd 35,- verlaagd vanaf 3,95 vanaf 7,50 we dan bankdi- its weer klopte haar ge- schouder. behalve antwoordde de hij. it hem m?” 1”, ant- nie- «pee ïzien van< dat onze gast •r is, Win tin. „Zijn tviit gaan- een bevel. sf langzaam weg en goedendag. uur, vóór hij het e. Sinds eeuwen ts anders meer ge ngen uit het water m dekens IEKSPART1J zuiver wollen zonder gebre Porting 25 toi Prijzen vanaf 22,50. NMAGAZIJN 1ULDERS :sterdstraat 61 el 23699 m en ge- >zij staan ogenblikken later kwam rest van de bedienden- CHEMISCH REINIGEN Op alle stoomgoederen KORVELSEWEG 265 - TEL. 21697 DEPOTS v. Kleef, Bredaseweg 98 Kolen, Belarminostr. 11 (’t Zand) de Beer, Sallandstraat 30 Zwekars, Willemsplein 6 Strüp, Fabriekstraat 57. de huis- butler, „en leer Thyme vroeg hij 1 rond van het lyme en keek dag v. veel te mannen gehoorzaamden een stoel gezeten, wacht- hun terugkomst af. de twee kwam terug tart, een paar appels, Inspecteur Elveden stapte het po litiebureau in Richmond binnen. Toen hij Jimmy en Leslie staan zag, haastte hij zich naar hen toe en greep de reporter enthousiast bij de hand. „Prachtig gewerkt, mijnheer Cra ven”, zei hij. „Vertelt u me dat eens.” goed wat 1 rood en.... „Ja, ja, ,,’t Is pri_. zeg eens 1 tot de knec even een t king gehad?” „Komt u maar met mij mee, mijn heer”, zei de man gedwee. „Vooruit dan, kameraad”; en met Leslie naast zich, gingen zij weg, de punt van het mes achter het oor van de knecht, wat deze voldoende aan zette, om haast te maken. Het trio ging naar beneden, twee portalen langs en kwam zo in de hall aan, zonder iemand ontmoet te heb ben. De op de zaal. hij.’' „Allemaal, knecht”, Spillins”. „Waar is die huisknecht?” „Hij heeft vrijaf tot na de thee!” „Laat dan de rest van de bedien den hier komen”, beval de inspe teur, „en zeg, dat ze zich kleden uit te kunnen gaan”. knikte gehoorzaam opgevangen d nodig heb- waar- >t is, te 500 gr. 1.20 Varkensvlees 500 gr. 2,88 070 tien en v»e jenblikken telefoon de eet- e volgende minuten gaf Leslie aanwijzingen door naar Elveden, Jimmy haar vóór zei en toen zij haak wederom oplegde, zei imy: EDING bord 115, bord 95,— 10.50 >on 24158 erstraat 35 IHHHHt******t iheer, ik bracht haar ten en zorgde overigens zij nodig had. Ik vond allemaal een beetje ik hield mijn mond.” waarschuwde je de po- gev niet, als je 't zo zonderling hij, 1”, snauwde de Inspecteur. "-heer, mijnheer Thyme altijd een geschikte baas geweest om bij in dienst te zijn en het waren mijn zaken niet”, antwoordde de man. „Zozo”, groi -f hjj het excv -’f vertrouwd icht g“’ I zit? En heeft mijn neus niet poeder nodig en zijn mijn ogen ja, ja”, onderbrak Jimmy. r- nrachtig hoor.... en.... maar man”, zo keerde hij zich jcht, „ik had wel eens graag telefoon tot mijn beschik- 1de. „Zeker”, zei hij. „Zeg!” zei hij, „dat is, die jij be- za®. jelijk dat hij gekomen doelde hè?” Hij keek zijn metgezel ov^ -eens aan j In 3rdej - De ons”, zei hij even I wat mind-AF Hij b-- Het bootje dreef llveden knikte kort Hij wachtte tot zes l huis weer binnentrad. „Is die knecht nog niet terug?” vroeg hij de langste van de twee agenten. „Nee, mijnheer.” „H’m”, mompelde Elveden. „Dat is lelijker, ik zou niet graag zien, dat hij kwam binnenlopen, als wij hier misschien druk bezig zijn. Maar al iens, misschien komt hij nog wel, voordat Thyme hier is.” Hij keek de grote hall eens rond. ,,’t Is mogelijk”, zei hij toen, „dat we een lange wacht zullen hebben. Gaan jullie twee eens in de keuken kijken en iets eetbaars zoeken. Ik zal hier dan wel even wachten. En breng voor mij ook wat mee, als je wilt.” De twee graag en, in te de inspecteur De langste van met een stuk taar en een glas bier. De inspecteur bedankte hem, en zette zich aan zijn maal, terwijl de spec- twee anderen teruggingen om mijn- i om heer Thyme’s keuken en kelder ver der te doorzoeken, maar dat wist de inspecteur niet. Elveden had tijd genoeg, om een paar lastige vragen eens op zijn ge mak te overdenken. Op de eerste plaats, wat bestond er voor een verband tussen mijnheer Thyme en de Squid? Een bankdirec teur en blijkbaar een zeer gezeten man, hoefde toch niet tot dergelijke middelen zijn toevlucht te nemen? Was het mogelijk, dat Thyme zelf de Squid was? En ogenblik leek het El veden niet onwaarschijnlijk. En toch, als hij aan de zwaarlijvige Thyme Thvr met zijn kinderlijk gezicht dacht, m«nj moest hij die veronderstelling wel ko^1( weer in twijfel trekken - val: binnen het uur, zou hij er mt i riep de van weten. Mijnheer Thyme ofwel de sukenmeid. Squid zouden apart komen, of anders werkvrouw zou de ontmaskering van de een, de ur uit. De ontdekking van de ander met zich mten trok- brengen. Maar dat paste wel niet helemaal in zijn theorieën omtrent sir Mar cus Loseley. Er waren verschillende die tegen de baronet spraken en die Elveden maar niet zo gemak- kelifk kon negeren. Bijvoorbeeld.... De terugkomst van de agenten stoorde hem in zijn overpeinzingen. Hij sprak de kleinste van de twee aan. „Winter, mijnheer”, antwoordde de agent. „George Winter.” „Wel, ik geloof niet.dat om zal komen, voor het donker ter”, zei Elveden langzaam, hoofd zou tezeer de aandacht de maken.” „Zijn hoofd, mijnheer?” „Ja zeker, als je hem ziet, zul je ken. La dat wel begrijpen en als je,hem ziet, ver geoj verlies hem dan niet mee'r uit het de man vaa Oog, want het is een gladde vogel, lacht Het ig mogeiijk, dat er ook nog een andere bezoeker vóór hém komt, eigenaar van het huis hier. Als niet komt, zoveel te beter, dat zal ons een hoop herrie besparen. Maar in ieder geval was het beter wan neer jullie je standplaats in zou ne men. Jij, Winter, gaat beneden aan de trap staan.” Hij Hij ging naar de trap toe achter voor In de hall. „Achter de trap, in die nis. zul je een lamp vinden”, zei hij, „probeer eerst maar eens even of ze brandt, want we zullen die wel nodig hebbenOp 1 dit voorwereldlijke gebouw schijnt lanté helemaal van electrisch licht versto ken te zijn.” ik ben alleen m’n hoofd. En n, of m’n haar De agent nam zijn plaats in en pro beerde de lamp. „En jij”, vervolgde Elveden tot de ander, „ga jij aan de linkerkant van de deur staan. Het zal wel donker zijn, als onze man komt aanzetten, in dit geval maken jullie gebruik van je zaklaantaarns. Maar denk er aan, dat je geen kik geeft voor hij goed en wel binnen is. Begrepen?” Zijn ondergeschikten knikten. „En ik geloof bijna vast, dat og iets anders zullen vangen cc,, gewone huis-of-tuin recteur”, zei de inspecteur peins Zelf nam hij zijn vorige plaats in en allen wachtten. Onze beste wollen breigoederen voor de prijzen van 4.95 - 6.95 - 9.95 _™omde de inspecteur, als- JYÓ of hjj het excuus van de ander maar W; half vertrouwde. „Je hebt toch zeker aa“- het bericht gelezen van de ontvoering van juffrouw Richmond?” „Nee. mijnheer, ik lees bijna nooit kranten”, stamelde de ander. Elveden keek hem scherp aan, om te zien of hij wel de waarheid sprak. De grote schrik van de ander scheen hem wel te overtuigen. „Om hoe laat zou mijnhf vanavond terugkomen”, toen. - „Ik zou ’t u niet precies kunnen op en neer gingen, zeggen, mijnheer”, antwoordde Spil- zat te kijken zag hrj lins. „Dat is nooit zo zeker te zeg- de r’ gen. Ik zou denken om ongeveer zeven rivit uur, tenzij er iets gebeurt, dat hem ophoudt. Gewoonlijk komt hij er wel tussen zeven en acht. Half negen op zijn allerlaatst.” „Waar zou hij nu bank?” „Nee, mijnheer, ’s maandags gaat hij nooit naar de bank.” „Dat zouden we even kunnen door- je worden”, die ik be- U hebt Squid ge- „Ik heb hier vanavond iets op te knappen”, zei hij, „en de man, waar ik ’t op begrepen heb, heeft de naam een gladde rakker te zijn. Ik zou u willen vragen, om tegen zeven uur in de nabijheid te bljjven. U hoeft niet aan te leggen, alleen maar in de buunt blijven, zodat i^ u desnoods kan aanroepen. U hebt zeker wel licht bij u?” De hoofdagent knikte. Hij haalde het licht tevoorschijn. „Dat zal wel gaan. Heeft 't nog al nog na”, drong hij wat te betekenen? Het werd tijd, dat een jemiddelde leng- hier eens iets gebeurde. Sinds - her hebben we niets J- daan dan drenkeling gehaald.” ,,’t Kan een flink zaakje knikte Elveden. „De man doel, is een moordenaar zeker ai wel eens van de hoord, denk ik?” De hoofdagent zich tot de tweede bootje zat. knecht wees naar de op de tafel bij de deur van zaal. „Bel op, I zig”. De alle die de Jimi „Vooruit, laten we nu eens wandelen. Malvolio maak de open.” De knecht stapte naar voren hoorzaamde, toen ging hij opzi, om de anderen door te laten. Maar Jimmy nam hem onder een arm. „Na u, alstublieft!” De knecht wierp een angstige blik over zijn schouder heen in de rich ting van het bediendenkwartier, als of hij dit laatste ogenblik nog hulp verwachtte, en toen met een neer slachtige uitdrukking op zijn gelaat wandelde hij voor hen uit. geduldig voort. De Squid was nu ook wel een kleine opoffering waard en ïden had nog een oude rekening hem te vereffenen. 5 nacht van de in het water ge- Baraipur-diamanten-list, lag vers in het geheugen, er wel voor oppassen, dat hem nu weer de baas zou uil ic itunne De butler ging weg. Een paar den, met tiij met de jet je al- staf terug. De inspecteur riep de hoofdagent. „Laat deze lui met twee man naar het bureau brengen”, zei hij. „Maar ik begrijp niet”, protesteer de de butler, en trad naar voren. „Dat is ook niet nodig”, antwoord de Elveden. „U hebt voorlopig niets anders te doen, dan mee te gaan. hebt dan niets anders te doen n een paar vragen te beantwoorden en dan kunt u vanavond weer naar huis gaan. U bent dan vrij on> te doen of te zeggen wat u verkiest.” Hij ging opzij staan en hoofdagend. De butler, kei chauffeur, tuinman en wc trokken in optocht de deur hoofdagent met twee agenten trok ken met hen mee. Elveden richtte zich tot de twee overgebleven agenten. „Ik hoop vanavond een belangrijke dingen, «•evangenneming te verrichten”, zei en die 1 ,_J, „en daarbij mag niet geknoeid worden. Zodra die huisknecht terug keert, moet het bureau opgebeld wor den en een man gevraagd om hem te komen halen.” Hij keek op zijn polshorloge. „Het is nu bijna kwart over vijf. Wij hebben dus ongeveer drie uur tijd. Jullie twee blijft hier in de 1. Laat een van jullie een oogje op weg houden en mij elk half uur rapporteren. Ik ga het huis eens doorzoeken. Daarna kun je me in de tuin vinden.” De agenten salueerden en Elveden trok op onderzoek uit. Na een nauwkeurig onderzoek een uur vestigde hij zijn aandc op de tuin. Hij ging op het grasveld in de zon zitten en keek naar het water, naar de talrijke vaartuigjes, die de stroom neer gingen. Terwijl hij zo te kijken zag hij een bootje van rivierpolitie in het zog van een rivierboot voortgaan. Daardoor kreeg hij een idee, zette zijn handen als een roeper 1 zijn mond en riep luid: „Politie ahoy!” Het vaartuig de steiger toe. Elveden knikte tegen de bevelvoe rende hoofdagent er liet z’n penning zien. Elvec met 1 De vallen hem nog Hij zou de Squid worden. En dan: wie was de Squid, wan neer dat afschuwelijke masker van zijn gezicht weg was? Mijnheer me? de knecht had gezegd, dat <=- mijnheer Thyme die avond thuis zou leerstelling wel komen jUffro.JW Richmond had ge- -n In ieder ge- dat de SqUid die dag ook komen JTJiI zou' Het was niet waarschijnlijk, dat de knecht gelogen had. De man was veel te veel uit het veld geslagen ge weest. En dat mijnheer Thyme niet ver scheen, zou er wel eens op kunnen wijzen, dat hij zou komen in de vorm van de Squid. Waarschijnlijk wist de knechts niet van de identiteit van zijn meester. Of was zijn verklaring, dat hij nooit een krant las een leugen? Half tien. De inspecteur ging an ders zitten en schrok plotseling. Hij siste een waarschuwing in de rich ting van de beide agenten en trok zich voorzichtig terug in de deur van de salon. Butien de hoofddeur klonken zach te schreden en de inspecteur trok voorzichtig zijn revolver. „Kruip in de nis achter de trap”, fluisterde hij de dichtstbijzijnde agent toe en wachtte toen. Een sleutel werd in het slot gesto ken. Langzaam werd de deur heel jeopend. ’t Bleke maanlicht deed ..™n in de deur, een donker relief, duidelijk uitkomen, en de inspecteur trok zich nog iets verder terug. De de geopende deur dekte de tweede agent hij af, en Elveden hoopte, dat de Squid niets zou vermoeden. Want de man in de deur was de Squid. In de ene hand hield die een revol ver en even later haalde hij een zak- lantaarn te voorschijn en een witte stralenbundel flitste door de hall. Dit korte onderzoek scheen bevre digend uit te vallen. De deur weer achter zich sluitend, stapte de Squid de hall binnen en doofde de lantaarn. hetzelfde ogenblik vlogen twee taarns aan en wierpen hun volle licht op het geweldige hoofd. (Wordt vervolgd) In 't kort vertelde J alles, wat er was voorgel inspecteur stond enkele oge in diep nadenken verzonken. ,,U zegt dus, juffrouw Richmond, dat de Squid daar reeds twee keer aan huis geweest is?” vroeg hij. „Jawel”, antwoordde zij koud, „hij kwam er’ om de andere dag en zou vandaag weer moeten komen, tenzij hij van plan veranderde.” Haar toon waarschuwde Elveden, dat zij de scène in de „Nocturnes” nog niet had vergeten en vergeven. Hij keerde zich tot de commissa ris, die tot dan toe het zwijgen be waard had. „Is die knecht hier”, vroeg 1 „Ja, mijnheer Craven bracht mee. Wilt u hem ondervragen’ „Nee, nu nog niet, dank u”, woordde Elveden. „U zegt, <ïat 1 mand anders in het huis u ges heeft? En er zal ook wel niemand wat geweest zijn, die hem heeft gewaar- tent”. schuwd?” h zo’n „Nee anti als u ons niet li—-o- stappen wij op. Het is nu al over vieren, we hebben alle twee honger. Bovendien moet ik r - verhaal zorgen voor d< ouaer Ik ben nu 81 0611 he,e meer aan”, [alvolio heeft Elve/en keek even zuur. „Wilt u zo goed zijn en die ge schiedenis niet eerder aan de „Avond post” geven, dan op zijn vroegst morgenmiddag. Het zou de Squid en Thyme maar waarschuwen. En. nog vroeg de ander. „In c iets, wanneer u het niet erg be- Road. Ik ken het huis zwaarlijk vindt, juffrouw Richmond, zou ik willen verzoeken, u niet voor morgen te vertonen, waar zij u kun nen zien.” Leslie knikte. De inspecteur gaf Graven een hand, en bracht hen tot bij de deur. Zo gauw zij weg waren, hij zich tot de commissaris. „Nu wil ik die knecht wel eens spreken”, zei hij. „Goed”, antwoordde riep een politieagent. De knecht, bleek en vreesachtig, werd binnengebracht. Elveden ging op de hoek van een tafel zitten en keek de man onder zoekend aan. „Hoe heet jij?” vroeg hij ineens. „Spillins, mijnheer”, zei de knecht, op bange toon. „Hoe lang werk je al voor mijn heer Pendleton Thyme?” „Vijf jaar mijnheer”, antwoordde de knecht, „en ik ben nooit....” „Ja, ja”, onderbrak Elveder zijn hand wuivend. „Wat weet je al- zo van zijn particuliere leven en in welke verhouding stond jij daartoe?” „Niets mijnheer”, zei de knecht, „hij nam mij nooit in vertrouwen”. „Gaf hij geen reden op, voor de tegenwoordigheid van mejuffrouw Richmond in dat huis?” ging de in specteur verder. - „Nee, mijnheer; tenminste, hij zei U T alleen maar, dat die dame een bloed- dan verwante van hem was, die niet goed meer bij het hoofd was. Ik zelf heb daar echter niets van gemerkt.” „Dat kon je ook niet”, antwoord de Elveden grimmig. „Maar, wist een van de andere bedienden, dat zö daar was?” „Nee, mijnt altijd haar et« voor alles, wat het ook wel vreemd, maar „Waarom ws litie was goed gezien van me”, „als je nagaat wat Malvolio bespaard heeft”. >e halfbewusteloze knecht leunde tegen de muur. „O, Jimmy”, zuchtte Leslie, ben ik blij, dat je gekomen b Zij snikte, „ik heb hier toch z akelige tijd doorgebracht en dan i<= denken, dat ik jou op slot van zaken ook nog bijna de hersens ingeslagen had.... oh....!” Maar de reporter kl~ ruststellend op haar sch „Denk er maar niet merkte hij vrolijk otp. „Mj je verrassing voor me en hij zal wel heel wat tijd nuiu ben, om al die sterrenbeelden, in hij nu ongetwijfeld verdiept ontwarren!” NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK De inspecteur op jacht „Voel je je in orde, om mee te gaan?” vroeg Jimmy. „Wel ja, helemaal; een beetje zwaar in ir wil jij eens even zien, floot en wendde ie man, die in het Jimmy hem zoeken”, «vallen en de chef. „Weet je ook, waar hij ’s maan dags naar toe gaat?” vroeg hij na een pauze weer aan Spillins. „Nee, mynheer, daar heeft hij me nooit over gesproken.” „Kreeg mijnheer Thyme nog al veel bezoek?” „Nee, mijnheer, helemaal niet”, antwoordde de ander zenuwachtig. Elveden dacht een paar minuten „Denk eens goed r aan. „Een man van gen..-- te, helemaal in ’t zwart, bijvoor beeld. Een man met een kolossaal kaal hoofd”. „Nee, mijnheer, die heb ik nooit gezien”, zei de knecht beslist. „Mijnheer Thyme is er niet, in- -pecteur”, zei de chef, „en hij wordt vandaag ook niet verwacht”. Elveden knikte: „Kunt u me dan een hoofdagent en vier agenten ge ven?” immy „En De ander bek' nodig hebt, „Is ’t niet mogelijk dat hij geko.- - en weer ^gg-egaan jS gedurende de tijd, die u hier was?” - „Nee”, antwoordde Elveden, „dat wat minder enthousiasme denk ik niet. Hij zal zich overdag wel Hij gaf zijn metgezel e niet vertonen. Dat hoofd zou 1 - veel aandacht trekken”. Een hoofdagent kwam In de deur staan. „Volg de inspecteur man”, beval de chef. „Waar woont mijnheer Thyme?” vroeg Elveden aan de hoofdagent. „De bankdirecteur, mgnheer?” -Petersham xn. ken het huis heel goed.” „Goed, breng mij er dan naar toe. Met een kort knikje ging hij met de hoofdagent en de drie andere mannen op weg. Tien minuten later vloog een but ler ontzet achteruit, toen hij bij het openen van de deur de inspecteur en de politieagenten binnenliet. Elveden keek de hall huis van mijnheer Thj toen de butler aan. ,Zijn al de bedienden DERTIGSTE HOOFDSTLK De gladde Squid Inderdaad scheen het uur, waarop mijnheer Thyme placht thuis te ko men een beetje onvast te zijn. De in specteur keek op de lichtgevende wij zerplaat van zijn polshorloge en ’ag, dat het reeds twintig minuten ik zijn metgezel ov?r n^gen was. hoor reiken op hal1 was &eheel m dmsterms later’ met heel gehuid en alleen aan het geluid van 19me hun ademhaling kon de inspecteur onderkennen, dat de twee agenten op hun post waren. Het drie uur lange wachten in de koude hall had het humeur van de inspecteur er geen zier beter op ge maakt. Niettemin, zette hij de wacht De kamer binnentredend greep hi, de hand, die voor de tweede slag reeds opgeheven was, vast, en keek in het niet-begrijpende gezicht van Leslie. „Dat zei hij, De t woordde Jimi langer meer n op. Het is m lie twee honger, nog voor mijn 3e „Avondpost”. tijd op stap en vast de haren mijne misschien

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad De Tilburgse Koerier | 1961 | | pagina 11