VLUG DOKTER IK HEB
1
JUIST GENIESD”
I
a
Hl
I
I
in ’t kort
Nieuwtjes
■I
99
3
■MB
Verloren voorwerpen
I
-és
Katechismus meisjesschool
KATECHISMUS JONGENSSCHOOL
w.
k-
van
Optimistische bespiegeling
gen
I
I
mijn dochter zo’n
e
fi
n
hartelijke toe-
in herinnering
toen
zijn verwonding. Wim
botten, hete
een acute
duizendtal
voortdurend
n
d
t.
n
Als gevonden voorwerpen bij de Rijkspolitie,
Singel, A.13 gedeponeerd:
1 p. bruin lederen dameshandschoenen; 1 kin-
derbril, 1 bruin lederen linker-dameshand-
schoen; 1 bruin lederen rechter - handschoen,
1 beige mantel centuur, 1 gouden medaillon.
Eenieder die in het bezit komt van gevon
den voorwerpen is verplicht daarvan binnen
2 maal 24 uur aangifte te doen bij de Rijkspo
litie ter plaatse.
worden in onze poriën,
-„Heerlijk, die afkoeling!" en
dankbaar een ontstoken keel van
de
eens
doosje met pillen
toonde zijn belangstelling. De buurt hield de
feeststemming er nog verschillende uren in
De U. V. C'ers en hun medewerkers gaven
Zondag en Maandag een non-stop-cabaret-
programma. Beide keren was de zaal geheel
uitverkocht, ofschoon Maandag door het
zeer slechte weer enkele besproken plaatsen
onbezet bleven. Het programma werd in een
werkelijk non-stap-tempo afgewerkt. Het
mogen zeer geslaagde avonden genoemd
worden. Verleden Zondag op de Kievit
een fijne paardensportmiddag. Veel publiek
Een 20 tal paarden aan de start. En een onzer
Baarlenaren Jac. Verschueren, die in de prij
zen reed. Na afloop hartelijke woorden en
prijsuitruiking bij Tante Corry,
Verloren een gouden medaillon met ketting
op paardensportveld ,,De Kievit" te Baarle-
Nassau. Tegen beloning terug te bezorgen
bij L. Verhees, Chaambeek B218 Chaam.
over een vervelende aandoening
Klas 1 les 22 ende5 geboden van deH.Kerk
^-Klas 2 les 21 - Klas 3 en 4 les 26 Klas 5
en 6 les 34 en 35 Klas 6 en 7 les 33
Klas 1 oef. v. Liefde Klas 2 De 12 arti
kelen v. t. geloof Klas 3 les 24 Klas 4
les 24 - Klas 5 les 33 en 34 - Klas 6 en 7 les
33 en 34
hem gedaan had,
zo koel tegen me
Ik gaf hem vier capsules. „Neem er nu
twee en steek er twee in Uw zak om voor het
naar bed gaan in te nemen.” De dokter was
zo van de wijs dat hij ze aannam.
De volgende morgen belde ik hem op, zoals
elke goede heelmeester zou doen en riep hem
op mijn hartelijkste manier toe: „Wel, wel,
en voelen we ons vandaag wat beter?” Hij
zei dat hij zijn gewone goede gezondheid had.
ft
is
s de buurt toesprak. Ook
hadden Wim bedacht en
overhandigde hem een vulpen en portefeuille.
Daarna nam Pastoor van Steen het woord,
en verwelkomde hem in een
spraak. Even bracht spr. nog
hoe allen met hem hebben meegeleefd,
het bericht kwam van;
Zaterdagmiddag goed vijf uur repatrieer
de Wim Jespers aan de Maaikant te Ulicoten
na ‘n verblijf van ruim 2 jaar in de tropen. De
bewoners van de Maaikant hadden de ouder
lijke woning schitterend versierd- s Avonds
bracht de gehele buurt een bezoek en werd
aan de pas aangekomene een prachtig rookstel
aangeboden, terwijl de heer Aug. Verheijen
de repatriant namens
de jongemannen
niet dood ging.
Tijdens de laatste oorlog kwamen enige
marine-ertsen zover, dat ze een sterk influen- s
za vaccine samenstelden. Maar ik denk dat
verdere vooruitgang wel een langdurige
kwestie zal zijn vóór iemand een middel vindt
waaraan het verkoudheidsvirus niet meer kan
ontsnappen. Intussen heeft de ouwe dokter
Knight, naarmate hij grotere en betere ca-
marine-artsen zover, dat ze een sterk influen-
kunnen stellen.
Met uitzondering van twee, zullen alle ver
koudheden, die ik de komende twaalf maan
den zal opdoen, worden veroorzaakt dóór het
na middernacht naar bed gaan in plaats van
op het christelijke uur, als ik mijn kinderen
zeg dat ze onder de wol moeten. Eén ding
staat vast over virussen. Deze onzichtbare
duiveltjes kruipen langzaam in je bloed, be-'
spionneren je vandaar uit en wachten boos
aardig tot je zoveel slaap te kort bent geko
men dat ze straffeloos het signaal tot de
aanval, kunnen geven. Je kunt je interne in
secten met ieder voorbehoedend middeltje uit
de pharmacopoeia bombarderen en nóg zullen
ze je overmeesteren als je het belangrijke
oude principe van vroeg naar bed gaan en
laat opstaan in de wind slaat.
Reeds gedurende een groot aantal jaren.
heeft mijn vrouw ’s avonds om elf uur de
strijd opgegeven en is naar bed gegaan om
te middernacht naar beneden te roepen: „Ik
word nooit verkouden.” En eenmaal per
maand word ik ’s morgens wakker met eens
influenza-gevoel en beschuldig er mijn vrouw^
dan van het raam wagenwijd te hebben open
gezet.
Wat mijn andere jaarlijkse verkoudheden
betreft: de ene neemt af aan het einde van
een hittegolf, eind Augustus of vroeg in Sept.
Omstreeks deze tijd slapen de meeste mensen
met weinig bedekking, met hun hoofd aan het
voeteinde en hun mond open, voor het geval
er wat frisse lucht voorbijkomt. In deze tijd
slaap ik slechts onder één zware deken. En
niemand heeft de scherpzinnigheid om in te
zien dat de stand van de zon al iedere dag
lager is en dat de volgende jaarlijkse ijstijd al
stiekum komt aankruipen. Om 4 uur in de
middag steekt dan opeens een stormpje op.
Enige luchtlagen verplaatsen zich, de lucht
dringt om warm te worden in onze poriën,
en we zeggen:
houden er g
over.
Mijn blijvende verkoudheid kan komen als
iedereen in Maart een prettige extra vacan-
in bed doorbrengt, maar komt gewoonlijk niet
omdat ik tegen die tijd zo vaak verkouden
ben geweest dat ik tot Augustus immuum
ben voor verdere aanvallen. Waarschijnlijk
kan ik echter nog verkouden worden door een
van die besmette booswichten die of gehoest
op vreemden afvuren in de trein of in de kerk
Dergelijke mensen moest men een afstraffing
geven met een opgevouwen krant of met een
kerkboek.
Dit wat de symptomen betreft. Op het ge
bied van voorschriften heeft deze oude medi
cijnman alles op zichzelf geprobeerd, met uit
sprak daarna *n woord van dank voor hetgeen
de buurt voor hem gedaan had. Later op de
avond arriveerde Burgemeester de Grauw
en het Kath. Thuisfront van Baarle die hem
kwamen feliciteren met zijn behouden thuis
komst. Ook Kath. Thuisfront van Ulicoten
was present. Zondag werd de Hoogmis uit
dankbaarheid opgedragen, waarin geheel de
buurt tegenwoordig was- Dinsdag werden de
Maaikant bewoners door de familie Jespers
op een koffietafel verzocht. In de middag wa
ren het de getrouwden, terwijl de ongetrouw-
den het feest ‘s avonds voorzetten. Alzo werd
de terugkeer van Wim meteen buitengewoon
prettig buurtfeest besloten. Ook Sergt.
J. Pardoel van Baarle-Nassau-Grens arriveer
de weer in Holland, en ook hier was de ouder
lijke woning door de buurt versierd. Er wer
den toespraken gehouden en een prachtig
cadeau overhandigd. Ook de burgemeester
vinden door eenvoudig een van de twee-en-
veertig geheimzinnigheden op haar toilettafel
op te nemen In totaal wil ik een
van die geneeskrachtige pillen
in huis hebben.”
„Men beste leek,” interrumpeerde de dok
ter, „er zijn voorschriften volgens welke we
de medicijnen over de gemeenschap moeten
verdelen.”
„Medicijnman,” aldus ik weer, „laat ik U
iets ver cilen. Het is nu 1931. Ik voorspel
dat de dag zal komen misschien beleef ik
het nog dat gewone mensen die verkouden
zijn reeds in de eerste uren dat de symptomen
optreden, kunnen beschikken over de beste
pillen die de dokters te voorschijn kunnen
toveren. O, de mensen zullen geen oproer
maken ze zullen Uw spreekkamer niet be
stormen of de deuren van de drogisterij for
ceren. De wet van symptomen en noodzaak
zal er voor zorgen. Als de doktoren geen op
lossing weten om hun medicijnen en drankjes
onbeperkt af te geven, zullen enkele slimme
chemische firma’s het doen. Ik zie de grote
advertenties in de kranten al voor me
„Maar,” hield de dokter hardnekkig vol,
„we zullen niet toestaan dat de mensen zich
zelf op die manier misdadige doses kunnen
toedienen.”
Ik verloor mijn geduld enigszins. „Ik nies
in Uw gezicht!” Ik lachte boosaardig en
hing op.
Wel, we bleven vrienden, dat wil zeggen:
buiten de verkoudheidsperioden, en de jaren
gingen voorbij. De vorige winter zat de dok
ter op zekere avond in mijn-huiskamer poker
te spelen en niesde opeens. Ik nam hem on
middellijk mee naar boven en liet hem mijn
medicijnkast zien. Op een plank met het op
schrift: „Voor de eerste 24 uren van Ver
koudheden” waren keurig gerangschikt zeven
enveloppes, elf dozen, drie flessen en vier nog
ongebruikte dokter-recepten.
„Alle drommels,” de dokter floot eerbiedig.
„In de afgelopen jaren,” verklaarde ik, „ben
ik een pillen-vrek geworden. Het is te be
treuren, maar het leven is nu eenmaal zo.
Ik ga nooit naar een huisarts, specialist,
osteopaath, psychiater of tandarts of ik ver
tel hem dat ik tevens verkouden ben en
vraag hem er wat voor. Als ik soms ’s avonds
niets anders te doen heb, maak ik een gezon
de wandeling in de frisse lucht en glip even
bij een dokter binnen, mompel dat ik een ver
koudheid voel aankomen en neem een nieuw
recept mee. Een recept geeft gemiddeld recht
op dertig pillen en ik kan acht van de tien
verkoudheden elk met zes of zeven pillen
in de kiem smoren mits ingenomen gedu
rende de eerste 24 uren. Zodoende is er ge
noeg voor mij en mijn gezin en heb ik een
mooie groeiende voorraad. Ik heb geen idee
wat het allemaal voor medicijnen zijn en ik
geef mezelf geen misdadige doses ik heb
vertrouwen in mijn dokters en in hun voor-
i schriften. Hier,” zei ik, een willekeurige doos
grijpend en het etiket lezend. „Ik nam deze
j capsules mee van een huisdokter in een New-
Yorks hotel in 1946.”
Ik gaf hem vier capsules. „Neem
Ik voel me bevoegd te schrijven over de ge
nezing van verkoudheden, niet alleen omdat
bijna iedereen daar al over geschreven heeft,
maar omdat ik een koukleum ben, zo richt
Ralph Knight zich in de „Saturday Evening
Post” tot de niezende en proestende gemeen
schap. Een koukleum is dat menselijk stukje
ellende dat over koude tocht klaagt in het
zelfde vertrek waarin andere mensen zitten
te puffen.
Van mezelf heb ik bijna geen warmte. Alle
warmte die ik ken, komt van Juli, van radia
toren en van een geheime opvulling in de
vorm van warme vesten. Bij koud weer, dus
altijd behalve in Juli, slaap ik onder één tot
vier dubbele dekens en een gestikte deken.
Ik hoop nog steeds een kat zover te kunnen
africhten dat ze bovenop m’n borst komt lig-
te slapen. In alle bescheidenheid kan
worden gezegd dat ik nog nooit een baantje
heb gehad op een kantoor, waar ik niet on
middellijk bekend werd als een muffelucht-
liefhebber. Als iemand een raam openzet, kan
ik niet schrijven. Als men geen raam openzet,
kan ik vaak evenmin schrijven, maar laten
we niet afdwalen.
In zekere zin ben ik nooit verkouden. Ik
heb griep-aanvallen. Eerst heb ik ongeveer
vijftien minuten lang een gewone kou in de
luchtwegen ik moet driemaal niezen. De
wolken trekken op boven de neuswegen en
het begint te regenen: het neus-slijmvlies
verandert in een stuk schuurpapier en ver
hindert bijna hoewel niet helemaal het
roken; en de keel voelt aan alsof er zojuist
een te hete slok langs gegleden is. Na deze
waarschuwingssymptomen zakt het hele ver
warde verkoudheidsmengelmoes af naar de
borstkas, waar meer ruimte is om de boel op
stelten te zetten. De voornaamste symptomen
zijn dan spierkrampen, pijnlijke
en koude vlagen, uitputting en
schaarste aan ideeën.
Het enige goede bij griep is Hat ik me, als
de koorts 40 graden passeert, eindelijk bijna
behaaglijk warm begin te voelen. Ook is het
prettig dat men zijn wraakgevoelens jegens
de natuur kan afreageren door aanhoudend
alle gezelschappelijke bijeenkomsten enige
weken lang met gehoest te verstoren.
Als ik grieperig ben, ga ik gewoonlijk uit
loyaliteit naar kantoor. Maar deze loyaliteit
is aan alle supeerieuren verspild, omdat een
koortsig man er net uitziet of hij in blakende
gezondheid verkeert. Zodra mijn griep het
stadium bereikt waarin ik andere mensen met
twee hoofden zie, wankel ik naar huis en naar
bed, roep een dokter en probeer dood te gaan.
Nu hebben de doktoren me al van bijna
iedere ziekte die er bestaat genezen. Met uit
zondering van de gewoonste. Ik heb griep
aanvallen gehad (die hierna verkoudheden
zullen worden genoemd, omdat niemand me
ooit gelooft als ik zeg griep te hebben) onder
de hoede van huisartsen, neus- en keeldokters
osteopathen, homeopathen, pathen die aan je
arm zitten te plukken of plotseling achter je
komen sluipen en met naalden in je prikken,
ook endocrinologen, psychiaters, handlijnkun-
digen, hypnotiseurs en spiritualisten. Er ge
beurde niets anders dan dat ik alleen maar
Gezien alles wat ik voor
begrijp ik niet waarom hij
was.
I zondering
de heelkunde. En hij kan met
trots getuigen dat hij lang geleden een ge
neesmethode heeft geformuleerd, die op het
ogenblik nog net zoveel waarde heeft als toen
ze voor het eerst in een nacht in 1931 om 3
uur in de morgen de medische wereld deed
opschrikken.
Bij die gedenkwaardige gelegenheid nam ik
de telefoon op, die naast mijn bed staat,
draaide het nummer van mijn dokter en zei
schroomvallig: „Hier is Knight van de ver
koudheden. Ik werd juist wakker en niesde.
Mijn linker neusgat jeukt.”
De medicus zei: „U hebt het verkeerde
nummer. Het Instituut voor Geestesstoornis
sen is
„Nee luister alstublieft. Ik spreek in ernst,”
zei ik scherp. „Ik heb een theorie. Het gaat
erom dat mogelijk tachtig procent van alle
verkoudheden bij de aanvang de kop kan
worden ingedrukt vermoord, als U wilt
door er al in het eerste uur van narigheid
medicijnen tegen aan te gooien. Ik herhaal: in
het eerste uur. Dokter, we hebben nog vijftig
minuten. Zeg nou niet dat ik naar bed moet
gaan met de verkoudheid, want ik ben al in
bed, en toen ik vijf uur geleden naar bed ging,
was ik volmaakt gezond. Wilt U snel komen?”
De dokter hing onmiddellijk de haak op.
Zich zonder twijfel zijn beroepseed herin
nerend, belde hij me direct daarna weer. Ik
hoorde hoe zijn vrouw bromde: „Een baby?”
De dokter mompelde: „Ja Knight heeft ge
niesd."
Ze zei: „Laat hem doodvallen.”
Op wanhopige toon zei de dokter tegen me:
„Weet U niet dat we al meer over Uw
theorie gepraat hebben? Ik heb U toen ge
zegd dat ik, alle andere doktoren en
artsenvereniging het volkomen met U
zijn. Ik heb U daarom een
gegeven dat U mee kunt dragen in Uw broek
zak of in Uw pyama. Waarom neemt U ze
dan niet in voor den drommel?”
„Ha!” zei ik triomfantelijk. „Ik zal U zeg
gen waarom niet. Er waren zes-en-dertig
pillen in dat doosje dat U me gegeven hebt.
Ik had er daarvan twee-en-twintig nodig voor
drie andere verkoudheden. Zojuist kwam mijn
dochter naar beneden met spierpijn en nu is
het doosje leeg. Ik weet best met welke medi
cijnen U gewoonlijk werkt. Maar zonder
recept kan ik het niet bij de drogist halen.
Morgen moet ik weer gaan werken om geld
te verdienen voor mijn gezin. Tegen de tijd
dat ik morgenavond naar U toe kan komen
zal ik koorts hebben en U zult me een standje
maken omdat ik me in de nachtlucht begeef.
Het gebruik van medicijn is in een impasse
geraakt.”
„Lijdende Aesculaap”, jammerde de dokter
„wat wilt U dan?”
„Wat ik wil?” riep ik uit met de passie van
een pionier. „U weet toch wel die fles met
pillen die in Uw spreekkamer staat? Ik wil
net zo’n hoeveelheid, die ik dan in de fruit
schaal in mijn eetkamer kan bewaren. Ik wil
in staat zijn om in elke zak van mijn twee
pakken een handvol van die pillen te doen
en genoeg ervan hebben om mijn vrouw’s
handtas ermee te vullen, zodat ze er tenminste
eentje kan vinden als de koorts begint. Ik wil
dat er altijd wat van die geliefdkoosde bal-
letjes van U bovenop het radio-apparaat
van mijn zoon te vinden zijn en ik wil dat
voorgeschreven pil kan