I
s
Belastingvrij Sparen
I
I
IfL
s
Baade’s Nieuws- en
Advertentieblad
en Omstreken.
i
K ^’^cutde^n fflank&n 'te&t; acfóm. fats a£s
I
I
le.
2e.
3e.
le.
2e.
3e.
4e.
I
£0
wenste bezitsspreiding zou ingaan. Dit is een
reëel bezwaar, dat men echter op zijn juiste
waarde moet schatten.
Niet met leuzen en propaganda maar met doelmatige
voor Staatkundige vorming van
x
Het wordt langzamerhand een gemeen
plaats, te beweren dat het huidige belasting
stelsel fnuikend is voor het terugkeren of in
standhouden van een aantal oud-vaderlandse
economische deugden. Van alle kanten is en
wordt er op gewezen, dat er te weinig ge
spaard wordt, dat daardoor de investeringen
te klein blijven, dat de belastingmoraliteit be
denkelijk achteruit gaat, dat de interne be-
drijfsfinanciering, die van oudsher vooral in
de kleine ondernemingen het leeuwenaandeel
van de economische expansie voor zijn reke
ning nam, practisch geen betekenis meer
heeft, en dat het ongemotiveerd onkosten
maken en irrationele uitgaven doen om het
bedrijfsinkomen te drukken hand over hand
toeneemt.
Hoe afgezaagd dus het onderwerp ook
moge zijn, de betekenis ervan is te groot om
niet ieder nieuw gezichtpunt aan te grijpen,
dat mogelijk verbetering in de situatie kan
brengen.
Voorwaarden.
Aanvankelijk zal het voor consumptie be
schikbare inkomen door de belastingvrijstel
ling niet groter worden. Het hangt af van de
voorwaarden, waaronder een deel van het
inkomen belastingvrij blijft, óf en in welke
mate dit op den duur wel het geval zal zijn.
In West-Duitsland mag men tenminste drie
jaar het vrijgestelde bedrag niet van bestem
ming veranderen. Het totale inkomen van het
betreffende individu wordt door de vergro
ting van het vermogen en bij juiste, renda
bele investering daarvan op den duur natuur
lijk groter.
Dit betekent echter ook een vermeerdering
van allerlei andere inkomens, omdat door de
vergroting van het kapitaalbezit de arbeids
productiviteit (in de zin van waarde van de
arbeid t.o.v. het kapitaal) ook groter wordt.
Trouwens, het toekomstige grotere inkomen
is en blijft de voornaamste prikkel tot sparen
Weekblad voor Baarle-Nassau-Hertog
Bezitsspreiding.
Bezitsspreiding is een prachtige leuze, maar
evenmni een absoluut ideaal als inkomens
nivellering.
Er mag hier wel eens op gewezen worden
dat men dit doel niet zozeer moet nastreven
door het bezit van enkelen te verkleinen en
over te hevelen naar de Staat, maar veeleer
door de vele bezitlozen tot kleine eigenaars
te maken. Dit is geen gemakkelijke taak. Het
is vooral noodzakelijk, de loontrekkers te
leren sparen.
Misselyen kan het stelsel van belastingvrij
sparen hier goede diensten bewijzen, juist
omdat aantasting van het bespaarde de niet-
geheven belasting alsnog verschuldigd doet
worden. Toegegeven moet worden dat het
belasting-vrijsparen vooral voor de lage in-
komens grote technische moeilijkheden met
zich brengt, omdat deze niet via een aanslag
belast worden.
Hoe dit zij bezitsspreiding is een moeilijk
probleem en komt in zekere zin altijd in strijd
met de ondernemingsgewijze voortbrenging
zolang er geen middel is gevonden om de
arbeiders tot sparen te bewegen.
De genoemde bezwaren zijn dus betrek
kelijk en moeten afgewogen worden tegen de
grote voordelen die er tegenover staan.
Wanneer men tenslotte bedenkt dat het
reële Nederlandse nationale vermogen door
de oorlog een ernstig verlies heeft geleden,
lijkt het zeker geoorloofd iedere mogelijkheid,
om de spaarzin niet met leuzen en propa
ganda, maar met werkelijk doelmatige mid
delen te vergroten, met beide handen aan
te grijpen.
Richtlijnen
Preventieve maatregelen tegen bos- en
heidebrand.
In naaldhoutbossen en heidevelden beho
ren de wegen en paden, die voor het publiek
verkeer toegankelijk zijn, over de gehele
breedte benevens een strook van ten
minste 2 meter breedte aan weerszijden van
de weg of het pad vrij te worden gehou
den van brandbare gewassen.
Waar heidevelden aan naaldhoutbossen
grenzen, behoort aan de buitenzijde van het
Dosch een strook van ten minste 8 meter
vrij van brandbare gewassen te worden ge
houden. In de regel zullen vliegdennen tot op
20 meter van het bos moeten worden geveld.
Complexen naaldhoutbos behoren door
onbeplante stroken (brandwegen, brand-
tra’s) van ongeveer 6 meter breedte of meer,
welke vrij van brandbare gewassen worden
gehouden, te worden verdeeld in vakken, die
niet groter mogen zijn dan 12 ha bos.
Het brandvrij maken kan geschieden door
omplaggen, afmaaien, overzanden, omploe
gen e.d. Indien het door omploegen geschiedt,
dient dit zodanig te worden uitgevoerd, dat
de blusploegen de bospercelen toch per
rijwiel kunnen bereiken.
In bossen, waar takbemesting wordt toe
gepast, behoort een strook van ten minste
4 meter langs alle voor het publiek toegan
kelijke wegen vrij van takken te blijven.
De aanleg van met loofhout beplante stro
ken (zgn. loofhoutsingels) langs wegen, die
door naaldhoutbossen lopen en langs de bui
tenzijde van naaldhoutbossen, verdient aan
beveling.
Als naaldhoutbos wordt ook beschouwd
bos van gemengd loof- en naaldhout, indien
meer dan 50% der bomen uit naaldhout (den,
spar, lariks, douglas) bestaat.
Bij de uitvoering der maatregelen worde
zoveel mogelijk rekening gehouden met het
in een niet-collectivistische maatschappij!
1 Nu resteert nog het bezwaar van een ver
groting van de cumulatie van vermogen in
i handen van weinigen, welke tegen de ge-
middelen moet getracht worden de spaarzin te vergroten
het Centrum
de K.V.P.
Er behoeven voor de schatkist niet allet n
nadelige gevolgen voort te spruiten uit de
toepassing van het principe van belastingvrij-
sparen. Het moet zeker mogelijk zijn, tegen
over de vermindering van de staatsinkom
sten een overeenkomstige of in ieder geval
belangrijke verlaging van de uitgaven te
bewerkstelligen, door de partnculiere belas-
tingsvrije investeringen in de plaats te doen
treijen van bepaalde staatsuitgaven. We
denken hierbij bijv, aan de subsidies voor de
woningbouw en de deelnemingen van het
Rijk in nieuwe investeringen.
Men bereikt hiermee ook dat de particu
lieren een groter deel van de nationale in
vesteringen voor hun rekening nemen, waar
door de Staat op dit punt kan terugtreden
en een verdergaande socialisering van het
nationale vermogen voorkomen kan worden.
Bezwaren.
Van socialistische en ook van bepaalde
katholieke zijde zal er zeker verzet ontstaan
tegen een aldus via het belastingvrij-sparen
door te voeren verlaging van de inkomsten-
en/of vennootschapsbelasting, omdat deze
tegen de nivellering van het inkomen en de
bezitspreiding ingaat. Men zal aanvoeren dqt
deze faciliteit alleen practische betekenis
heeft voor de hogere inkomens, en de cumu
latie van bezit in handen van weinigen zal
doen toenemen. Voor zover geen ander);
maatregelen worden genomen, is dit bezwaar
wel juist. Men vergete echter niet, dat wb
'van twee kwaden het minste zullen moeten
kiezen. Nivellering van het inkomen is zeker
geen absoluut goed en er is alle reden te
veronderstellen dat deze op zekere punten
reeds te ver is voortgeschreden om de ge
wenste activiteit van de economische subjec
ten te bereiken.
In „de Tijd’’ van 3 Januari j.l. werd er
ook op gewezen dat een systeem van be
lastingvrij, sparen de schatkist aanvankelijk
geld zal kosten, maar dat de gehele Neder
landse economie er op den duur wel bij zal
varen.
Zoals steeds moet men evenzeer letten op
het absolute als op het relatieve resultaat.
Wanneer een verder door gevoerde nivel
lering het totale inkomen aanmerkelijk lager
zou doen worden dan wanneer men op dit
punt niet zover was gegaan, is men het doel
dat wij zien in de verheffing van het
levensniveau van de arbeiders voorbij
geschoten. Slechts wanneer men een zo groot
mogelijke gelijkheid, ook ten koste van een
lager algemeen levenspeil nastreeft, is dit
niet waar, omdat het doel aan identiek is
aan het middel.
Onze lijfrente-premies.
Men mag n.l. in Nederland tot een zeker
bedrag de premiën van lijfrenten in minder
ring brengen, maar moet dan later over de
uit te keren termijnen inkomstenbelasting be
talen. Deze concessie is niet zonder betekenis
omdat de progressiviteit in het tarief oorzaak
is, dat het uiteindelijk te betalen bedrag
meestal belangrijk lager is, wanneer van
deze faciliteit gebruik wordt gemaakt. Een
eerste bezwaar is echter, dat het geen wer
kelijke kapitaalvorming stimuleert, maar
slechts een spreiding van het inkomen over
het leven. Verder is het bedrag beperkt naar
gelang gehuwde staat en aantal kinderen.
Voorts geldt deze concessie alleen voor de
natuurlijke persoon, en kan dus noch de N.V.
noch de firma er baat bij vinden voor bijv,
de interne financiering.
Het is echter een gelukkige omstandigheid
dat deze concessie bestaat in ons huidige be
lastingsysteem, omdat het daardoor technisch
niet zo lastig is het principe van belastingvrij-
sparen op veel ruimere schaal toe te passen.
Verruiming.
Men stélle zich eens voor, welke stimu-
lance het sparen zou ondervinden indien men
het bedrag dat men opzij legt voor bijv, deel
neming in ondernemingen, financiering van
de expansie van eigen onderneming, beleg
ging in huizen, zou mogen aftrekken van het
inkomen of de winst voor de inkomsten- en
vennootschapsbelasting!
Hier ligt werkelijk een grote mogelijkheid
om een drastische vermindering van luxe
consumptie, irrationele uitgaven en „onkos
ten” te bewerkstelligen.
De directe gevolgen voor de schatkist zijn
niet zo gemakkelijk te bepalen. Natuurlijk
zou de opbrengst van de inkomsten- en ven
nootschapsbelasting verminderen. Het is
zeker de moeite waard, dat hier een grondig
onderzoek naar wordt ingesteld om de con
crete moeilijkheden te kunnen beoordelen.
Pit zou bijv, een vruchtbare taak zijn voor
Duitsland leert!
Opmerkelijk is het, dat dit nieuwe aspect,
waar over wij het willen hebben, van over
onze Oostgrens komt. De onlangs in West-
Duitsland doorgevoerde belastingherziening,
heeft, naast andere vernieuwingen, n.l. ook
het begrip belastingvrij sparen geïntrodu
ceerd.
Het komt er op neer, dat men onder be
paalde voorwaarden het belastbare bedrag
mag verminderen met een deel van het in
komen dat voor bepaalde nader omschreven
doeleinden wordt gespaard. Dit principe is
ook voor ons Nederlands belastinghersel niet
nieuw, maar wordt toch slechts zeer beperkt
en eigenlijk slechts als een uitstel van be
lasting gehanteerd.
vooruitzicht van brand blusgereedschappen
of blusmiddelen wederrechtelijk verbergt of
onbruikbaar maakt, of op enige wijze de
blussing van brand verhindert of belemmert,
wordt gestraft.
Art. 428. Hij die, zonder verlof van de
burgmeester of van de door deze aangewe
zen ambtenaar, eigen onroerend goed in
brand steekt, wordt gestraft.
Art. 429. Gestraft wordt:
hij die een vuurwapen afschiet, een vuur
werk ontsteekt of. een vuur aaniegt,
voedt of onderhoudt op zo korte afstand
van gebouwen of goederen dat daardoor
brandgevaar kan ontstaan;
hij die een luchtbol opiaat, waaraan
brandende stoffen gehecht zijn;
hij die door gebrek aan de nodige om
zichtigheid of voorzorg gevaar voor
bos-, heide-, helm-, gras of veenbrand
doet ontstaan;
4e. hij die een voorschrift overtreedt, ter
voorkoming van gevaar voor bos-,
heide-, helm-, gras- of veenbrand uitge
vaardigd en afgekondigd op de wijze
door de plaatselijke verordening, be
doeld in artikel 172 (thans 203) der ge
meentewet voorgeschreven.
Met nadruk wordt gewezen op de grote
economische belangen, welke aan de bestrij
ding van bos-, heide- en veenbranden
verbonden zijn.
Op een ieder wordt een dringend beroep
gedaan om ter bestrijding van het brandge
vaar alle medewerking te verlenen.
Ten slotte wordt U medegedeeld, dat alle
bosbezitters moeten handelen volgens de vol
gende
CHAAM
VOORKOMING VAN GEVAAR VOOR
BOS-, HEIDE- EN VEENBRAND
De burgemeester van Chaam vestigt op
het volgende de aandacht:
Het is verboden in bossen of op heide- of
veengronden of binnen een afstand daarvan
van minder dan 100 meter:
zich met open vuur of enige open vlam
te bevinden;
brandende of smeulende voorwerpen te
te laten vallen, weg te werpen of daar
mede onvoorzichtig om te gaan;
in de open lucht of in licht brandbare
gebouwen en getimmerten een vuur aan
te maken zonder een schriftelijke ver
gunning van de gebruiker van het per
ceel bij zich te hebben of een vuur, waar
toe vergunning is verleend, onbewaakt
te laten;
gedurende het tijdvak van 1 Maart tot
en met 31 October te roken zonder een
schriftelijke vergunning van de gebrui
ker van het perceel bij zich te hebben.
Tot bossen, heide- en veengronden wor
den mede gerekend te behoren de openbare
en niet openbare wegen, welke deze ter
reinen doorkruisen, met die verstande, dat
het verbod, bedoeld onder 4e.niet geldt voor
openbare en niet openbare wegen, welke als
kunstweg zijn aangelegd en een wegdek van
ten minste 4 meter in de breedte hebben.
Overtreding van het vorenstaande is straf
baar.
Voorts wordt gedeeltelijk in uittreksel de
aandacht gevestigd op de volgende bepalin
gen uit het wetboek van strafrecht:
Art. 157. Hij die opzettelijk brand sticht,
ene ontploffing teweeg brengt of ene over
stroming veroorzaakt, wordt gestraft.
Art. 158. Hij aan wiens schuld brand,
ontploffing of overstroming te wijten is,
wordt gestraft.
Art. 159. Hij die opzettelijk bij of in het
45e Jaargang
Zaterdag 11 FEBRUARI 1950
Nummer 6
xAi
7 VFIUG VEPKEEP
T**. - V- --■»<•;
U moet de weg met anderen delen
X U mag niet met hun leven spelen!
Verschijnt iedere Zaterdag. Prijs f2.50 per half jaar. Advertentie prijs 4 cent per
Redactie: E. F. de Jong en J. C. Rovers Uitgave: Drukkerij de Jong, Baarle-Nassau
m. m.